Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBMNE:2017:5219

Rechtbank Midden-Nederland
17-10-2017
18-10-2017
16/659149-17 (P)
Strafrecht
Eerste aanleg - meervoudig

Twee 23-jarige mannen uit Houten en Muiden hebben zich schuldig gemaakt aan grootschalige internationale drugshandel. In een periode van 8 maanden verhandelden zij via het dark web tientallen kilo’s harddrugs, met name MDMA. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt de mannen tot 6 jaar gevangenisstraf. Een derde medeverdachte is vrijgesproken.

De twee mannen verkochten de drugs via het dark web. Zij verstopten de drugs in pindakaaspotten en wenskaarten en verstuurden dit per post naar klanten over de hele wereld. Ze hebben er alles aan gedaan om hun handel op geraffineerde wijze uit te voeren. Er is sprake van een structureel samenwerkingsverband, zo oordeelt de rechtbank. De man uit Muiden heeft zich ook schuldig gemaakt aan witwassen.

Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen in vergelijkbare zaken. Ook neemt de rechtbank mee dat het gaat om twee jonge verdachten met een blanco strafblad. De rechtbank wijkt daarom enigszins af van de eis van de officier van justitie.

Een 19-jarige verdachte uit Nijmegen is vrijgesproken. Hij zou de twee hoofdverdachten hebben geholpen bij de drugshandel. De rechtbank oordeelt dat er weliswaar aanwijzingen zijn dat hij betrokken was, maar dat er geen concreet bewijs is dat die aanwijzingen ondersteunt.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummer: 16/659149-17 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 17 oktober 2017

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1993] te [geboorteplaats] ,

wonende te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Dordrecht, te Dordrecht.

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 15 mei 2017, 8 augustus 2017 en 3 oktober 2017. De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 3 oktober 2017.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R. Leuven en van hetgeen verdachte en mr. W.J. Ausma, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting nader omschreven. De nadere omschrijving van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt, kort en feitelijk weergegeven, neer op het volgende:

1. Uitvoer van MDMA, cocaïne en heroïne, in vereniging, in de periode van 1 juni 2016 t/m 9 februari 2017 te Houten/Nijmegen/Amsterdam.

2. Primair: uitvoer van MDMA (4035,38 gram), in vereniging, op 10 februari 2017 te Houten;

Subsidiair: poging uitvoer van MDMA (4035,38 gram), in vereniging, op 10 februari 2017 te Houten;

Meer subsidiair: verkopen/vervoeren/aanwezig hebben van MDMA (4035,38 gram), in vereniging, op 10 februari 2017 te Houten.

3. Aanwezig hebben van 12,54 gram MDMA in de periode van 10 februari 2017 t/m 11 februari 2017 te Houten.

4. Aanwezig hebben van MDMA (223,97 gram), in vereniging, in de periode van 10 februari 2017 t/m 1 maart 2017 te Nijmegen.

5. Witwassen, dan wel schuldwitwassen, in de periode van 10 februari 2017 t/m 11 februari 2017 te Houten van een contant geldbedrag van in totaal 38.170 euro.

6. Deelneming aan een criminele organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gericht op misdrijven op grond van de Opiumwet in de periode van 1 juni 2016 t/m 9 februari 2017 te Houten/Nijmegen/Amsterdam.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het onder 1, 2 subsidiair, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen. De officier van justitie heeft daarbij gewezen op de gehele samenhang van alle bewijsmiddelen in het dossier.

4.2

Het standpunt van de verdediging

Primair heeft de raadsman van verdachte zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de aanleiding van het onderzoek en de vermeende toestemming van verdachte tot het doorzoeken van de op 10 februari 2017 aangetroffen tassen. De raadsman stelt dat het handelen van de politie als onrechtmatig dient te worden gekwalificeerd en dat het vormverzuim dient te leiden tot bewijsuitsluiting van al hetgeen bij de aanhouding en daarna, zoals bij de doorzoeking in de woning, is aangetroffen.

Subsidiair heeft de raadsman van verdachte vrijspraak bepleit van de feiten 1, 2 primair en subsidiair, 4, 5 en 6. De raadsman voert daartoe aan dat ter zake van feit 1 hooguit sprake is van medeplichtigheid van verdachte. Ter zake van feit 4 stelt de raadsman zich op het standpunt dat niet blijkt van aanwezigheid, dan wel enige wetenschap van, dan wel zeggenschap over de drugs. Ter zake van feit 5 voert de raadsman aan dat verdachte een plausibele verklaring heeft afgelegd voor de aanwezigheid van het grote contante geldbedrag, namelijk winst uit casinobezoek, en dat verstoppen nog geen verhullen is. Ter zake van feit 6 voert de raadsman aan dat de hand- en spandiensten die verdachte heeft verricht niet zijn aan te merken als deelnemen aan een criminele organisatie.

Ten aanzien van feit 2, meer subsidiair, en feit 3 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank met de kanttekening dat rekening moet worden gehouden met de geringe rol van verdachte in het geheel (feit 2) en de geringe hoeveelheid die het betrof (feit 3).

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Ten aanzien van het 359a Sv verweer

Uit het dossier blijkt dat verbalisanten aan het surveilleren waren bij een tankstation aan de A2. Zij zien daar een opvallende (witte) Mercedes. Bij navraag in het systeem blijkt dat deze auto gehuurd is bij een bedrijf dat vaker in verband is gebracht met criminele activiteiten. Verbalisanten willen de auto gaan controleren, maar de auto gaat rijden. Ze volgen de auto over de A2 en nadat de auto in Houten tot stilstand is gekomen, gaat de politie over tot die controle.

De verbalisanten hebben de gang van zaken uitvoering beschreven in processen-verbaal van bevindingen. Op verzoek van de raadslieden zijn de verbalisanten daarnaast nog gehoord door de rechter-commissaris. Ook daar hebben zij verklaard – kort weergegeven – dat er sprake was van een toevalstreffer en dat [verdachte] toestemming heeft gegeven om in de tassen te kijken. De rechtbank heeft geen aanleiding te veronderstellen dat hetgeen verbalisanten hebben gerelateerd en verklaard, onjuist zou zijn. De rechtbank is daarom van oordeel dat geen sprake is van een vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv en verwerpt het verweer.

Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 4, 5 en 6 1

Proces-verbaal van bevindingen van 11 februari 2017

Op 10 februari 2017 omstreeks 19.20 uur zagen wij, verbalisanten, op de parkeerplaats van het tankstation van Shell, genaamd Haarrijn, gelegen aan de Rijksweg A2 ter plaatste te Breukelen een witte Mercedes C220 staan met het kenteken [kenteken] . Toen wij via de portofoon hoorden dat de Mercedes de A2 op was gereden, zijn wij ook de A2 opgereden. Wij zagen dat de Mercedes de afslag Houten nam2, de Kievitweide in reed en halverwege een parkeerplaats op reed en tot stilstand kwam. Bij de Mercedes zagen wij twee manspersonen staan. Wij zagen een persoon die aan de bestuurderszijde stond. Dit bleek later de verdachte [medeverdachte 1] te zijn. Wij zagen dat de man die bij het geopende passagiersportier stond, een grote blauwe Ikea, zogenaamde bigshopper in zijn hand had. Dit bleek later de verdachte [verdachte] te zijn. Wij zagen dat [verdachte] handschoenen droeg en de Ikea tas op de achterbank van de Mercedes plaatste. Ik, verbalisant, heb vervolgens aan [verdachte] gevraagd van wie de Mercedes was en van wie de tas was die [verdachte] in zijn handen had. Ook heb ik gevraagd was er in de tas zat. Wij zagen namelijk door de open bovenkant van de tas dat de Ikea tas vol zat met allerlei kartonnen dozen. Ook zagen wij dat er een grote tas van het merk Jumbo achter de bestuurdersstoel, tegen de achterbank van de Mercedes, op de vloer stond. Wij zagen dat er ook in deze tas dozen zaten. Nadat wij aan [medeverdachte 1] en [verdachte] gevraagd hadden van wie de auto was en van wie de pakketten in de tassen waren, hoorden wij dat [medeverdachte 1] zei dat hij de Mercedes gehuurd had bij een verhuurbedrijf. Wij hoorden [verdachte] toen het volgende verklaren:

‘De tas is niet van mij. Ik weet niet wat er in de tassen zit. Ze zijn niet van mij. Er zitten voedingspreparaten in. Ik heb de tas wel in mijn handen, maar ik weet niet waarom. Ik weet niet wat er in zit.’

Hierop heeft een collega een kleine doos geopend en wij zagen vervolgens dat er in deze doos een grote pot Calvé pindakaas zit. Op de doos zat een etiket geplakt met een adres van een persoon in Birmingham . In dezelfde tas als de doos waarin de pot pindakaas zat, zagen wij een aantal fel gekleurde groot formaat enveloppen zitten. Wij hebben een van deze enveloppen geopend en zagen dat er in deze envelop een kaart zat. Hierop heeft een collega de kaart aan de bovenkant opengemaakt en wij zagen toen dat er in de envelop een doorzichtig plastic zakje geplakt zat met in dat zakje een witte korrelige substantie.

Hierop werden de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] aangehouden.

In het middenconsole van de Mercedes zagen wij een doorzichtig boterhamzakje liggen. Wij zagen dat er in dit zakje een witte korrelige substantie zat.3

Proces-verbaal sporenonderzoek

Ik, verbalisant, heb als forensisch onderzoeker op verzoek van de politie een forensisch onderzoek naar sporen verricht.

5 potten pindakaas

In de Ikea tas werd door mij een grote kartonnen doos aangetroffen. Deze bleek geadresseerd te zijn aan: [A] te [woonplaats] , USA. In deze doos zaten 5 potten pindakaas van het merk Calvé verpakt. Deze potten waren afzonderlijk met zogenoemde bubble-folie ingepakt. Het betrof 3 potten met een gele dop en 2 potten met een bruine (de rechtbank begrijpt: dop). In de pindakaas bleek een pakket verborgen te zitten. De pakketten waren verpakt met folie en tape. Alle pakketten werden door mij geopend en de inhoud werd gewogen en indicatief getest op de aanwezigheid van middelen/stoffen genoemd op een lijst van de Opiumwet. Hierbij werd onderzocht:4

-1 pot pindakaas gele dop, inhoud pakket 333 gram, voorzien van SIN AAKK0992NL

-1 pot pindakaas gele dop, inhoud pakket 334 gram, voorzien van SIN AAKK0562NL

-1 pot pindakaas gele dop, inhoud pakket 337 gram, voorzien van SIN AAKK0560NL

-1 pot pindakaas bruine dop, inhoud pakket 235 gram, voorzien van SIN AAKK0991NL

-1 pot pindakaas bruine dop, inhoud pakket 245 gram, voorzien van SIN AAKK0561NL

Alle testen bleken een positieve uitslag te geven op de stof MDMA (Lijst 1 van de Opiumwet).

1 pot pindakaas

Vervolgens werd door mij een kleine doos onderzocht. Deze bleek geadresseerd te zijn aan: [B] te [woonplaats] , UK. Na opening bleek in deze doos één pot pindakaas te zitten van het merk Calvé met bruine dop. Deze bleek op dezelfde wijze verpakt te zijn als de potten uit de door mij eerder onderzochte doos. In de pindakaas werd een pakket aangetroffen. Deze bleek op dezelfde wijze te zijn verpakt als de pakketten van de eerder onderzochte doos.

-1 pot pindakaas bruine dop, inhoud pakket 240 gram, voorzien van SIN AAKK0990NL

De test bleek een positieve uitslag te geven op de stof MDMA (Lijst 1 van de Opiumwet)

Verjaardagskaart

Vervolgens werd door mij een grote verjaardagskaart onderzocht. Daarbij zat een groene enveloppe, geadresseerd aan: [C] te [woonplaats] , USA. Na onderzoek bleek dat in de kaart een gesealde enveloppe zat met daarin een bruin poeder. Na opening van de gesealde envelop bleek hierin een hoeveelheid van 48,38 gram kristalachtig poeder en brokken te zitten. De test bleek een positieve uitslag te geven op de stof MDMA.

De bemonsterde stof werd verpakt en voorzien van SIN AAKK0565NL.5

NFI-rapport van 2 maart 2017

Kenmerk Omschrijving Conclusie

AAKK0992NL monster bruin poeder en kristallen bevat MDMA

AAKK0991NL monster bruin poeder en kristallen bevat MDMA

AAKK0990NL monster bruin poeder en kristallen bevat MDMA

AAKK0565NL volgens opgave 48,38 g poeder en kristallen bevat MDMA6

Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen

Ik, verbalisant, aspirant recherchekundige forensisch-technisch, heb een onderzoek ingesteld ter zake van postpakketten en brieven.7

- Postpakket met pot Calvé pindakaas met daarin in plastic verpakte bruinkleurige kristallen. Het brutogewicht van de kristallen bedroeg 280 gram. Uitslag test: positief op MDMA. Foto 2 (geadresseerd aan: [D] te [woonplaats] , USA). Monster voorzien van SIN AAHU2001.

- Postpakket met pot Calvé pindakaas met daarin in plastic verpakte bruinkleurige kristallen. Het brutogewicht van de kristallen bedroeg 125 gram. Uitslag test: positief op MDMA. Foto 3 (geadresseerd aan: [E] te [woonplaats] , Australia). Monster voorzien van SIN AAHU2002NL.

- Postpakket met pot Calvé pindakaas met daarin in plastic verpakte bruinkleurige kristallen. Het brutogewicht van de kristallen bedroeg 125 gram. Uitslag test: positief op MDMA. Foto 4 (geadresseerd aan: [F] (te [woonplaats] , Brazilië8). Monster voorzien van SIN AAHU2003NL.

- Postpakket met pot Calvé pindakaas met daarin in plastic verpakte bruinkleurige kristallen. Het brutogewicht van de kristallen bedroeg 120 gram. Uitslag test: positief op MDMA. Foto 5 (geadresseerd aan: [G] te [woonplaats] , USA). Monster voorzien van SIN AAHU2004NL.9

- Postpakket met pot Calvé pindakaas met daarin in plastic verpakte bruinkleurige kristallen. Het brutogewicht van de kristallen bedroeg 127 gram. Uitslag test: positief op MDMA. Foto 6 (geadresseerd aan: [H] te [woonplaats] , California, USA). Monster voorzien van SIN AAHU2005NL.

- Postpakket met drietal potten Calvé pindakaas waarbij in alle potten in plastic verpakte bruinkleurige kristallen werden aangetroffen. Het brutogewicht van de kristallen in de eerste pot bedroeg 372 gram, dat van de kristallen in de tweede pot 376 gram en van die in de derde pot 379 gram. In totaal werd er 1127 gram bruinkleurige kristallen aangetroffen. Uitslag test: allen positief op MDMA. Foto 7. Monster eerste pot voorzien van SIN AAHU2006NL. Monster tweede pot voorzien van SIN AAHU2007NL. Monster derde pot voorzien van SIN AAHU2008NL.

- Postpakket met pot Calvé pindakaas met daarin in plastic verpakte bruinkleurige kristallen. Het brutogewicht van de kristallen bedroeg 283 gram. Uitslag test: positief op MDMA. Foto 8. Monster voorzien van SIN AAHU2009NL.

- Brief: verjaardagskaart met aan de binnenzijde in plastic verpakte bruinkleurige kristallen. Het brutogewicht van de kristallen bedroeg 38 gram.10

Uitslag test: positief op MDMA. Foto 9 (geadresseerd aan: [I] te [woonplaats] , USA). Monster voorzien van SIN AAHU2010NL.

- Brief: verjaardagskaart met aan de binnenzijde in plastic verpakte bruinkleurige kristallen. Het brutogewicht van de kristallen bedroeg 38 gram. Uitslag test: positief op MDMA. Foto 10. Monster voorzien van SIN AAHU2011NL.11

NFI-rapport van 16 mei 2017

Kenmerk Omschrijving Conclusie

AAHU2006NL 0,88 g (monster) poeder en kristallen bevat MDMA

AAHU2011NL 2,52 g (monster) poeder en kristallen bevat MDMA

AAHU2001NL 1,14 g (monster) poeder en kristallen bevat MDMA12

Proces-verbaal van verhoor verdachte van 11 februari 2017

Ik kreeg rond kwart over zeven een berichtje van [medeverdachte 1] . Ik kreeg een appje. “Yo, kan ik zo langskomen.” Toen zei ik ja is goed.13 We spraken af bij de Kievitweide.

Ik stond te wachten met 2 tassen. Een blauwe Ikea en een gele Jumbo tas. Het waren bigshopper tassen. Die had ik van [medeverdachte 1] gehad met het verzoek ze te bewaren. Ik zou ze bewaren, een week ongeveer.14

Proces-verbaal van verhoor verdachte van 21 maart 2017

Ik heb die dozen in bewaring genomen.15

Proces-verbaal van verhoor verdachte van 21 juni 2017

Verbalisant vraagt: op dit moment [de dag van aanhouding, rb] wist je dat wel?

Ik wist dat 3K aanwezig was. Die 10… daar moesten we blijkbaar op wachten.16

Dus ik zeg: is er geld te verdelen? Toen werd er gezegd wacht op 10, we hebben al 3. Dus ik zeg: verdelen we de dinges even.17

[bedrijf]

Proces-verbaal van bevindingen [bedrijf] [adres] [woonplaats]

Wij, verbalisanten, zagen op basis van aan ons verstrekte GPS gegevens dat de Mercedes met kenteken [kenteken] op 18, 22 en 28 januari en op 6 februari 2017 zich in de nabije omgeving bevond van de [adres] (adres van een bedrijf van [bedrijf] ) te [woonplaats] . Uit de fouillering van verdachte [medeverdachte 1] is een sleutelbos met 8 sleutels inbeslaggenomen. Wij zagen dat aan deze sleutelbos twee sleutels hingen die op [bedrijf] sleutels lijken.18 Op 1 februari 2017 (de rechtbank begrijpt: 1 maart 2017) hebben wij deze sleutels uitgeprobeerd. Eén van deze sleutels paste op het slot van opslagbox met nummer [nummer] van de [bedrijf] te [woonplaats] . Nadat de deur was geopend, zagen wij in een ruimte, op de vloer, drie boodschappen tassen staan. Wij zagen dat één tas van het merk Ikea gevuld was met een postpakket. Dit postpakket vertoonde overeenkomstige kenmerken met de eerder inbeslaggenomen postpakketten in dit onderzoek. Hierop hebben wij dit postpakket in beslag genomen.19

Proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2017

Op het pakket dat in de opslagbox met nummer [nummer] bij [bedrijf] te [woonplaats] in een Ikea-tas is aangetroffen, zag ik dat op het grote sticker-etiket stond:

TO:

[J]

[adres]

[woonplaats]

Kosovo.20

Proces-verbaal openen en onderzoeken van 11 april 2017

In het kader van opsporingsonderzoek 26Kutztown hebben wij, verbalisanten, een onderzoek ingesteld naar een doos die op 1 maart 2017 in beslag werd genomen bij de [bedrijf] te [woonplaats] , unitnummer [nummer] .21

Wij zagen dat het een bruine doos betrof welke met bruine tape gesloten was.22

Wij zagen dat de doos opgevuld was met opvulmateriaal van wit piepschuim. Wij zagen dat in de doos een pot zat welke gewikkeld was in noppenfolie en dat de folie dicht was getapet met bruine tape. Wij zagen door de folie heen dat de pot voorzien was van een etiket met daarop het logo van het merk Calvé.23 In de pot zag wij een bruine substantie welke de uiterlijke kenmerken van pindakaas had. Wij roken dat de inhoud van de pot naar pindakaas rook. Wij zagen en voelden dat er een hard voorwerp in de pot zat. Dit voorwerp werd door ons uit de pot gehaald. Wij zagen en voelden dat het een harde inhoud betrof welke was verpakt in een doorschijnend plastic materiaal en dat om deze plastic laag bruine tape zat. Wij zagen dat het brutogewicht van dit goed 223,97 gram betrof.24

De plastic verpakking werd door ons geopend. De uiterlijke verschijning van de aangetroffen substantie deed ons ambtshalve vermoeden dat het MDMA-kristallen betrof. De test gaf een aanwijzing voor de mogelijke aanwezigheid van MDMA.25

Van de substantie werd een monster genomen welke werd voorzien van SIN AAHU2089NL.26

NFI-rapport van 16 mei 2017

Kenmerk Omschrijving Conclusie

AAHU2089NL poeder en kristallen bevat MDMA27

Proces-verbaal van bevindingen camerabeelden [bedrijf] [woonplaats]

Ik, verbalisant, heb de camerabeelden bekeken die [bedrijf] heeft verstrekt van 18, 22 en 28 januari 2017 en 6 februari 2017. Op, bijvoorbeeld, de camerabeelden van 28 januari 2017 is te zien dat een witte Mercedes met kenteken [kenteken] de binnenplaats op komt rijden en parkeert. Uit de Mercedes stapt een man die sterke gelijkenissen vertoont met verdachte [medeverdachte 1] . De man opent de kofferbak en haalt daaruit vier boodschappentassen en loopt hiermee richting de lift. De man stapt in de lift met vier boodschappentassen in de kleuren geel, rood en blauw/wit. De twee gele boodschappentassen lijken afkomstig van het merk Jumbo. De blauw/witte boodschappentas lijkt afkomstig van het merk Albert Heijn. Het lijkt alsof de tassen zijn gevuld met bruine dozen.28 Zes minuten later komt de man weer terug in de lift zonder tassen.29

Proces-verbaal van bevindingen [medeverdachte 1] op camerabeelden

Ik, verbalisant, herken op de foto’s in het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden [bedrijf] [woonplaats] de man die de [bedrijf] bezoekt. Deze man herken ik als verdachte [medeverdachte 1] .30

Proces-verbaal van verhoor [verdachte] op 21 maart 2017

[verdachte] , wat weet jij over de opslagbox bij [bedrijf] in [woonplaats] ? 31

Ik ging daar wat neerzetten. Toen was hij ook op vakantie of op stage naar Spanje. Toen ben ik daar heen geweest voor [medeverdachte 1] . Ik kreeg tassen mee.

Wat zat er in die tassen?

Kleine doosjes.

Ben jij nog vaker in de [bedrijf] in [woonplaats] geweest?32

Max. 2 keer.33

Doorzoekingen

Proces-verbaal verslag van binnentreden [adres] te [woonplaats]

Op 11 februari 2017 is binnengetreden in de woning [adres] te [woonplaats] , bewoond door [verdachte] .34

Lijst van inbeslaggenomen goederen:

- laptop, merk Asus

- desktop, merk HP

- bruine envelop met geld (€ 120,-) en diverse bonnetjes

- bedrukte etiketten

- envelop met kaart en daarin geseald35 zakje met poeder

- 2 potten Calvé pindakaas36

Proces-verbaal van bevindingen

Wij, verbalisanten, hebben de HP computer onderzocht. Wij troffen een hoeveelheid geld aan van in totaal 38050 Euro.37

Proces-verbaal van bevindingen van 28 februari 2017

Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte [verdachte] aan de [adres] te [woonplaats] werd een bruine envelop aangetroffen. Daarin bevonden zich, onder andere, drie kassabonnen. Op de kassabonnen stond het volgende:

Bon 1: Jumbo te Houten, 9 januari 2017, in totaal 9 potten Calvé pindakaas38

Bon 3: Albert Heijn te Houten, 12 januari 2017, in totaal 7 potten (Calvé) pindakaas39

Proces-verbaal van bevindingen Etiketten

Ik, verbalisant, was belast met het onderzoek naar:

  1. verschillende etiketten met namen en adressen die in beslag zijn genomen bij de doorzoeking aan de [adres] te [woonplaats]

  2. PDF bestanden met namen en adressen die zijn aangetroffen op een Asus Laptop die in beslag is genomen bij de doorzoeking aan de [adres] te [woonplaats] en

  3. Foto’s van dozen en brieven waarop etiketten met namen en adressen zijn geplakt die in beslag zijn genomen bij de aanhouding van [verdachte] en [medeverdachte 1] op 10 februari 2017.

Ik zag op één van de witte etiketten onder ‘1’ een afzenderadres staan “From”, te weten:40

‘ [K]

[adres] ’

Na bevraging van het GBA zag ik dat de naam niet overeenkwam met de ingeschrevenen op dit adres. In de data van de laptop onder ‘2’ zag ik twee PDF bestanden die meerdere keren de tekst “From: [K] , [adres] te [woonplaats] ” bevatte. Ik zag dat dit bestand overeenkwam met één van de eerder beschreven etiketten/stickervellen die in beslag zijn genomen onder “1”.

Ik zag op de foto’s onder ‘3’ dat op de dozen en enveloppen etiketten zaten.41

Ik zag dat op verschillende dozen een wit etiket zat met de tekst: “From: [L] , [adres] te [woonplaats] ”. Na bevraging van het GBA zag ik dat de naam niet overeenkwam met de ingeschrevene op dit adres.42

Ik zag dat de opmaak van alle in dit proces-verbaal genoemde etiketten sterk op elkaar gelijkend was. Ik zag dat de tekst op alle in dit proces-verbaal genoemde etiketten in hetzelfde lettertype was opgesteld.43

Proces-verbaal van bevindingen laptop [verdachte]

Ik, verbalisant, zag verschillende WhatsApp gesprekken die afkomstig waren van een back-up van een IPhone, die aanwezig was op de laptop.44

Bijlage 2 is een extraction report met een whatsappgesprek van 1 augustus 2013 tussen [verdachte] en [naam] :

[naam] : Wat doen we pindakaas of nutella?

Jij: ik weet niet hoe de pindakaas gesmolten is haha. Is je het dan erin kan doen

[naam] : ik ook niet haha. We gaan zo ff beunen. 45

Verdachte heeft hierover het volgende verklaard tijdens zijn verhoor van 21 juni 2017:

Volgens mij hadden we dit voor een feest in Duitsland. Toen wilden we drugs meenemen naar een festival.46

Proces-verbaal van bevindingen CN23 formulieren postpakketten

Acht postpakketten die tijdens de aanhouding in beslag zijn genomen, waren voorzien van een CN23 formulier. Deze CN23 formulieren zijn handmatig ingevuld.47

Bij afzender staat steeds: [L] , [adres] te [woonplaats] .

De geadresseerde betreft een persoon in het buitenland, bijvoorbeeld: [F] te [woonplaats] , Brazilië. Bij de omschrijving staat, bijvoorbeeld: Dutch Delights.48

Proces-verbaal van verhoor verdachte van 1 maart 2017

Er wordt een foto getoond van een CN23 formulier dat in beslag was genomen bij de aanhouding. De verdachte verklaart:

(…) die formulieren heb ik ingevuld. Ik heb ze in ieder geval ingevuld voor ik die dozen in bewaring heb genomen.49 Ik heb die formulieren enkele weken voor ik die dozen kreeg opgehaald bij een postkantoor. [medeverdachte 1] zei ‘haal even die formulieren voor mij”. Via een App-gesprek. Zo van er moet een verzendformulier komen. Kan jij dat regelen? Ik kwam aan de gegevens via de App. Ik moest adressen opschrijven en het pakket omschrijven.50 [medeverdachte 1] had die tassen naar mij gebracht, ongeveer één of twee weken voordat hij ze kwam ophalen.51

Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen

Door mij, verbalisant, aspirant recherchekundige forensisch-technisch, werd een onderzoek ingesteld naar tijdens een doorzoeking in een woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , welke wordt bewoond door verdachte [verdachte] , in beslag genomen envelop waarin zich in een seal bag verpakte bruinkleurige kristallen bevonden.

Seal bag met bruinkleurige kristallen met een brutogewicht van 12,54 gram. Uitslag test: positief op MDMA. Van dit aangetroffen MDMA werd een monster genomen dat werd voorzien van het SIN AAHU2026NL.52

NFI-rapport van 16 mei 2017

Kenmerk Omschrijving Conclusie

AAHU2026NL poeder en kristallen bevat MDMA53

Proces-verbaal van bevindingen van 5 april 2017

Ik, verbalisant, heb het adres de [adres] te [woonplaats] bevraagd in het BRP. Ik zag dat op dit adres staan ingeschreven: [M] en [N] . Op het door [N] aangeleverde huurcontract, welke getekend is op 24-01-2017, staat als verhuurder vermeld: [medeverdachte 1] , [adres] te [woonplaats] . Het betrof een tijdelijke onderhuur, te weten voor de duur van 7 maanden en 13 dagen.54

Proces-verbaal verslag van binnentreden [adres] te [woonplaats]

Op 15 februari 2017 is binnengetreden in de woning [adres] te [woonplaats] , bewoond door medeverdachte, [medeverdachte 1] .55

Lijst van inbeslaggenomen goederen:

- laptop Sony

- on-gevouwen witte dozen

- 5 x rol bruin tape56

- grote rol bubbeltjesplastic

- grote zak verpakkingspiepschuim

- sealapparaat

- AH tas (blauwe bigshopper) met 7 potten pindakaas

- stapel LSD vellen met zegels57

Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen

Door mij, verbalisant, aspirant recherchekundige forensisch-technisch, werd een onderzoek ingesteld naar tijdens een doorzoeking in het appartement gelegen aan de [adres] te [woonplaats] in beslag genomen.

- Tien identieke vellen LSD met per vel 500 zegels (20x25).

Uitslag test: alle zegels positief op de aanwezigheid van LSD.

Er werd een monster genomen dat werd voorzien van SIN AAHU2023NL.58

NFI-rapport van 16 mei 2017

Kenmerk Omschrijving Conclusie

AAHU2023NL stukje meerkleurig papier d.m.v. bevat LSD59

perforatie verdeeld in 25 eenheden.

Proces-verbaal van bevindingen laptop [medeverdachte 1]

Ik, verbalisant, heb onderzoek gedaan naar een in beslaggenomen laptop tijdens een doorzoeking van de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat verschillende van deze bestanden afkomstig waren uit de cache van Mozilla Firefox. Ik zag dat vier van deze bestanden cache bestanden waren van de website ‘ [website] ’. Ik zag dat deze bestanden verschillende adressen bevatten, met daaronder “pakket”, gevolgd door hoeveelheden verdovende middelen, variërend van 1 gr tot 1,5 kg en meerdere keren de woorden “track & trace”. Ik zag dat de adressen zich bevonden in verschillende landen zoals France, Kosovo, USA, Ireland, United States of America, Australia, Romania, Germany, United States en Puerto Rico, UK, Sweden, Brazil, Italy, Malta, Canada en Switzerland60. Ik zag dat de volgende verdovende middelen in het document stonden: xtc, mdma, coke en keta.61

Ik zag twee keer een adres in Kosovo staan, te weten:

“ [adres]

[woonplaats]

Kosovo”

Dit is hetzelfde adres als dat vermeld stond op het adreslabel op het postpakket dat op 1 maart 2017 in beslag is genomen uit de [bedrijf] opslagbox met nummer [nummer] te [woonplaats] . In dat postpakket zat een pot pindakaas, gevuld met pindakaas en een stof die indicatief positief getest is op MDMA.62

Proces-verbaal van bevindingen vergelijking adressen

Ik, verbalisant, deed onderzoek naar de adressen die zijn aangetroffen in de cachebestanden van de [website] website op de laptop van verdachte [medeverdachte 1] . Ik heb voornoemde adressen vergeleken met de adressen die aangetroffen zijn op de (de rechtbank begrijpt: ten tijde van hun aanhouding bij de verdachten aanwezige) in beslag genomen postpakketten en enveloppen. Ik zag dat de volgende adressen zowel voorkwamen in de cachebestanden van de [website] website op de laptop als op de etiketten op de in beslag genomen postpakketten:

  1. [O] te [woonplaats] , USA.

  2. [P] te [woonplaats] , USA.

  3. [Q] te [woonplaats] , Australia.

  4. [R] te [woonplaats] , United States.

  5. Mr. [S] , [woonplaats] , United States.

  6. [B] te [woonplaats] , United Kingdom.

  7. [T] te [woonplaats] , Sweden.

  8. [U] te [woonplaats] , USA.

  9. [V] te [woonplaats] , Australië.

  10. [W] [woonplaats] te [woonplaats] , Brazil.

  11. [X] te [woonplaats] , United States.

  12. [Y] te [woonplaats] , [woonplaats] , USA.63

Proces-verbaal van bevindingen verpakkingsmateriaal

Ik, verbalisant, verklaar het volgende: naar aanleiding van de aanhouding van verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] op 10 februari 2017 te Houten werden tien postpakketten en vier fel gekleurde grote enveloppen in beslag genomen. Alle postpakketten bevatten één of meer potten pindakaas met MDMA kristallen. Alle potten waren op de volgende wijze verpakt:

- In een bruine kartonnen doos welke met bruinkleurig tape was dichtgeplakt

- Gewikkeld in bubbeltjesplastic dat was vastgeplakt met bruinkleurig tape

- Ingebed in verpakkingspiepschuim

Foto 1: overzichtsfoto van de wijze van verpakken van de potten pindakaas met MDMA kristallen

De enveloppen bevatten verjaardagskaarten met daarin verschillende hoeveelheden, in doorzichtige vacumeerzakken verpakte, MDMA kristallen.64

Foto 2: overzichtsfoto van de wijze van verpakken van de MDMA kristallen in de enveloppen.65

Tijdens de doorzoeking in de woning aan het [adres] te [woonplaats] waar verdachte [medeverdachte 1] staat ingeschreven, werden onder meer drie bruinkleurige kartonnen verpakkingsdozen aangetroffen.66 Tijdens de doorzoeking in de woning aan de [adres] in [woonplaats] , gehuurd door verdachte [medeverdachte 1] , werden onder meer de volgende verpakkingsmaterialen aangetroffen:

- Grote rol bubbeltjesplastic

- Vijf rollen bruinkleurig tape

- Grote zak met wit verpakkingspiepschuim

- Doosje met twee rollen vacumeerzakken

Foto 3: de verschillende verpakkingsmaterialen zoals deze werden aangetroffen in het appartement van verdachte aan de [adres] in [woonplaats] .67

De bij de doorzoekingen aangetroffen kartonnen dozen, bubbeltjesplastic (zie foto 4), bruinkleurige tape (zie foto 5) en verpakkingspiepschuim (foto 6) komen wat betreft uiterlijke kenmerken volledig overeen met het materiaal waarin de potten pindakaas met MDMA kristallen verpakt waren.68

De vacumeerzakken die zijn aangetroffen tijdens de doorzoeking (zie foto 8) zijn soortgelijk aan de vacumeerzakken die zijn gebruikt voor het verpakken van de MDMA kristallen in de enveloppen met verjaardagskaarten.69

Dark web

Proces verbaal van bevindingen vendor [username]

Ik, verbalisant, heb onderzoek gedaan naar de vendor met de naam [username] op het darkweb. Ik zag dat er op [website] een account aanwezig was met de naam [username] en dat [username] zich geregistreerd heeft op [website] op 29 mei 2016. Ik zag dat er 285 ‘succesful transactions’ zijn geweest met een gemiddelde beoordeling van 4.73 van de 5 sterren. Ook zag ik dat er achter de username stond dat het account is gekoppeld aan een [website] account.70

Ik zag dat er op [website] een gebruiker is met de naam [username] . Ik zag dat er sterke gelijkenissen zitten in de profielteksten van [username] op [website] en op [website] .71

Ik zag dat er een profiel is genaamd [username] op [website] . In de profielteksten las ik dat [username] ook actief is op [website] . Ik zag dat er een account is met deze naam. Ik zag dat er 13 keer feedback is achtergelaten op het profiel van [username] .72

Ik las in de profieltekst dat [username] ook actief is op [website] . Ik zag dat er een gebruiker was met de naam [username] .73

In de bijlagen bij het proces-verbaal van bevindingen [username] zijn de profielteksten opgenomen.

In de profieltekst van [website] staat:

Currently I offer:

Cocaine

LSD

Heroin

MDMA

XTC Pills

Speed

Ketamine74

In de profieltekst op [website] staat:

Currently I offer:

Cocaine

LSD

Heroin

MDMA

XTC Pills

Speed

Ketamine75

In de profieltekst op [website] staat:

Currently I offer:

Cocaine

LSD

Heroin

MDMA

XTC Pills

Speed 76

In de profieltekst op [website] staat:

Currently I offer:

Cocaine

LSD

Heroin

MDMA

XTC Pills

Speed

Ketamine77

Proces-verbaal van bevindingen van 28 maart 2017

Ik, verbalisant, onderzocht de laptop van verdachte [verdachte] .78

Het is zeer waarschijnlijk dat er vanaf de onderzochte computer tussen 28 oktober 2017 (de rechtbank begrijpt: 2016) en 10 februari 2017 76 keer is ingelogd op de computer met de naam [nummer] .79

Ik herkende (onder meer) de volgende applicaties: Tor browser, GNU Privacy Assistant.

In de afbeelding in bijlage 5 herkende ik het logo van [website] met bijbehorend [website] adres.80

Ik las de tekst: Vendor controls: Disputes (0/1). Hieruit blijkt dat de gebruiker waarmee is ingelogd op [website] een zogenaamde vendor is. Een verkoper van producten.

Ik las de tekst: Messages: 445 Accounts: [nummer] [username]. Ik herkende de naam [username] als de gebruikersnaam waarmee op de [website] ingelogd is.

Ik las de tekst: [PROMOTION] 20G MDMA Crystals 84% lab tested 81

Ik las de tekst: 3G HQ Cocaïne first class, 5G HQ Cocaïne first class

Uit de cache blijkt dat dit de vendor [username] is.82

Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] op 22 maart 2017

Op 22 maart 2017 werd verdachte [verdachte] gehoord. Hij verklaarde op vragen van de verbalisanten als volgt:

Kan je wat vertellen over de vendornaam [username] ? 83

Ik log gewoon in op het normale account van [username] en ik kan alleen de disputes bekijken die er zijn, of er problemen zijn. Vandaar ook mijn 77 keer inloggen.84

Proces-verbaal van verhoor [verdachte] op 21 juni 2017

Op 21 juni is verdachte [verdachte] gehoord. Hij verklaarde op vragen van de verbalisanten als volgt:

Wanneer was de eerste keer dat jij voor [medeverdachte 1] pakketten hebt bewaard?

Zomervakantie 2016.85

Wat was precies jouw rol? Wat deed je voor [medeverdachte 1] wat betreft het versturen van pakketten en [website] ?

Ik hield mij bezig met het versturen van de pakketten. Alleen het inloggen in de site. De inbox kon ik bij. De disputes kon ik bekijken. De producten kon ik bekijken. Ik kon reageren op disputes.86

Proces-verbaal van bevindingen backup iPhone [medeverdachte 1]

Ik, verbalisant, deed onderzoek naar de backup van een iPhone die aanwezig was op een in beslag genomen laptop tijdens een doorzoeking van de woning aan de [adres] te [woonplaats] .

Ik zag in de Extraction Summary het volgende staan:

Apple ID: [e-mail] @gmail.com

Ik zag dat onder andere de volgende applicaties op de iPhone geïnstalleerd waren: Wickr, FreeTorBrowser en The Onion Browser.

Ik zag dat er foto’s op de back-up aanwezig waren. Ik zag dat er meerdere ‘selfies’ aanwezig waren van de persoon die ik herken als [medeverdachte 1] , geboren [1993] . Ik zag dat naast de ‘selfies’ een aantal foto’s aanwezig waren van vermoedelijk verdovende middelen. Ik zag dat op deze foto’s ook een briefje naast de vermoedelijke verdovende middelen lag. Ik zag dat op dit briefje geschreven stond: “ [username] ”.87

Proces verbaal van bevindingen vendor [username]

Verbalisant [verbalisant] heeft het profiel van [username] opgezocht op [website] en zag het volgende bericht:

!!MESSAGE TO ALL MY BUYERS!!

As of 2 Juni 2016 I will be transferring all business to my real life best friend [username] on [website] because of circumstances in my personal life.”88

Proces-verbaal van bevindingen laptop

Ik, verbalisant, heb op 20 maart 2017 onderzoek verricht aan de laptop welke is aangetroffen tijdens de doorzoeking aan de [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat het programma GPA geïnstalleerd was op de laptop. Met behulp van GPA kunnen berichten versleuteld en ontsleuteld worden. Ik zag dat in dit programma onder andere twee PGP public en private keys aanwezig waren welke gebruikt werden door de vendor [username] . Ik zag dat de eerste PGP key de username [username] had en als bijbehorend emailadres @mail.com. Ik zag dat de tweede PGP key, welke door [username] gebruikt werd op [website] en [website] , de username [username] had en als bijbehorend emailadres @mail.com.

Ik zag dat de PGP public keys identiek zijn aan de twee PGP public keys welke [username] gebruikte op de dark markets. 89

Ik zag een error report aangemaakt op 17 oktober 2016. Ik zag dat in dit bestand meerdere HTML pagina’s aanwezig waren. Ik heb deze veiliggesteld. Ik herkende deze pagina’s als pagina’s van de dark web market [website] . Ik zag dat er op de pagina’s staat dat er ingelogd is met de vendor naam [username] . Er is ook een error report aangemaakt op 19 juli 2016. Ik zag dat ook in dit bestand meerdere HTML pagina’s aanwezig waren. Ik heb deze veiliggesteld. Ik zag dat hier ook pagina’s bij zaten waarop is ingelogd met de vendor naam [username] op [website] . Op 23 juli 2016 is ook een error report aangemaakt.90 Ik zag dat ook in dit error report HTML pagina’s aanwezig waren. Ik heb deze veiliggesteld. Ik zag dat hier ook pagina’s aanwezig waren met de vendor naam [username] op [website] .

Er zijn 3 tekstbestanden met buitenlandse adressen en aantallen verdovende middelen aanwezig op de laptop. Het tekstbestand met de naam [naam] .txt is aangemaakt op 11 september 2016. De tekstbestanden met de namen [naam] .txt en [naam] .txt zijn aangemaakt op 28 april 2016. Het tekstbestand met de naam [naam] .txt bevat ook gebruikersnamen van gebruikers op [website] .91

Proces-verbaal omzet [username] op [website]

Ik, verbalisant, geef in dit proces-verbaal een omschrijving van een aantal opgeslagen internet pagina’s die gevonden zijn op de laptop (tijdens doorzoeking in de woning aan de [adres] te [woonplaats] in beslaggenomen). Deze pagina’s geven een indruk van de omzet en verkoop van de vendor [username] op [website] . Bestand afkomstig uit de error report van 19 juli.92

Ik zag dat er 266 items verkocht waren. Ik zag dat er een totaal van EUR 19,465 verkocht was.93

Error report 17 oktober. Ik opende het bestand.94

Ik zag dat er 915 items verkocht waren. Ik zag dat het totaal aantal verkopen op EUR 168,688 stond.95

Proces-verbaal van bevindingen periode, assortiment, afzet en omzet [username]

Ik, verbalisant, heb onderzoek gedaan naar de bestanden die door de digitale recherche zijn veilig gesteld.

De [website] map en de [website] map heb ik onderzocht. De vendor [username] biedt de volgende verdovende middelen aan: cocaïne, LSD, heroïne, MDMA, XTC.96

20 advertenties zijn gespecificeerd met een winst van ruim 393.000 USD.97

De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

Bewijsoverweging ten aanzien van de feiten 1, 2 (subsidiair), 3, 4 en 6

Feit 1, 2 en 3

De rechtbank stelt allereerst vast dat de pakketten (postpakketten en enveloppen) met MDMA die bij de aanhouding van verdachte en [medeverdachte 1] op 10 februari 2017 in beslag zijn genomen bestemd waren voor het buitenland. De pakketten waren immers geadresseerd aan personen in het buitenland.

Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verdachte en [medeverdachte 1] op 10 februari 2017 hebben geprobeerd deze pakketten uit te voeren.

Uit de error reports die zijn aangetroffen op de laptop van [medeverdachte 1] blijkt dat op die laptop verschillende keren is ingelogd op de dark web market [website] met het account [username] , een vendor die drugs als MDMA, LSD, cocaïne en heroïne aanbiedt op verschillende dark web markets. Ook was op de laptop van [medeverdachte 1] het programma GPA geïnstalleerd, waarin twee public PGP keys zijn aangetroffen die [username] gebruikte op de dark markets. De rechtbank gaat er van uit dat het [medeverdachte 1] was die de verschillende dark web markets heeft bezocht en heeft ingelogd met de account [username] , nu [medeverdachte 1] heeft ertkend dat het zijn laptop is. [medeverdachte 1] heeft ook genoteerd welke hoeveelheden drugs aan wie moesten worden gestuurd. Dat blijkt uit de omstandigheid dat de adressen op de in beslag genomen pakketten overeenkomen met de adressen die zijn aangetroffen in de cachebestanden van de website [website] op de laptop van [medeverdachte 1] , waarin ook hoeveelheden drugs staan vermeld. De rechtbank leidt uit deze omstandigheden af dat [medeverdachte 1] de aangetroffen drugs via het vendor account [username] aan de geadresseerden heeft verkocht. [medeverdachte 1] heeft de drugs ook verpakt zodat deze naar het buitenland kon worden vervoerd. Dat blijkt uit de bij [medeverdachte 1] aangetroffen verpakkingsmaterialen, die overeenkomen met het verpakkingsmateriaal dat voor de inbeslaggenomen postpakketten is gebruikt. Uit de verklaring van verdachte dat hij de in beslag genomen pakketten bewaarde en de CN23-formulieren die op de pakketten waren geplakt heeft ingevuld, volgt dat hij de pakketten van adressen heeft voorzien. Vervolgens hebben verdachte en [medeverdachte 1] op 10 februari 2017 in Houten afgesproken waar zij elkaar hebben ontmoet en waar verdachte, vlak voor de aanhouding, bezig was de pakketten met drugs in de auto van [medeverdachte 1] te laden. Verdachte heeft ook verklaard dat hij in verband met de pakketten afspraken wilde maken over het verdelen van € 3.000,00 en € 10.000,00.

Uit bovengenoemde omstandigheden blijkt dat verdachte en [medeverdachte 1] de pakketten met drugs naar het buitenland wilden versturen. Zij hadden dus opzet op het uitvoeren van de aangetroffen drugs, maar door de aanhouding op 10 februari 2017 is dit niet gelukt. De pakketten waren op dat moment al klaar voor verzending, waarmee sprake is van een begin van uitvoering. Ook hebben beiden een wezenlijke bijdrage geleverd aan het gereedmaken van de pakketten voor verzending naar het buitenland, zodat sprake is van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking.

De rechtbank vindt ook bewezen dat verdachte en [medeverdachte 1] al in de periode vóór 10 februari 2016 op deze manier hebben samen gewerkt en drugs naar het buitenland hebben vervoerd. Dat leidt de rechtbank af uit de volgende omstandigheden. Bij zowel verdachte als bij [medeverdachte 1] zijn verschillende potten pindakaas van het merk Calvé aangetroffen. Soortgelijke potten met daarin MDMA zijn bij de aanhouding van verdachte en [medeverdachte 1] op 10 februari 2017 aangetroffen. Verdachte was er al in 2013 van op de hoogte dat drugs in potten pindakaas kunnen worden verpakt door eerst de pindakaas te smelten, zo blijkt uit zijn chat van 1 augustus 2013 met [naam] en zijn verklaring bij de politie van 21 juni 2017. Uit het aangetroffen tekstbestand met de naam en [naam] .txt, waarin buitenlandse adressen, hoeveelheden drugs en gebruikersnamen van gebruikers op [website] staan, blijkt dat [medeverdachte 1] in ieder geval vanaf 28 april 2016 (de datum van het tekstbestand) drugs aan personen in het buitenland heeft verkocht op het dark web. Een extra aanwijzing daarvoor is dat op de computer van [medeverdachte 1] een back-up van [medeverdachte 1] IPhone 4 is gevonden met foto’s van (vermoedelijk) verdovende middelen en een briefje waarop staat “ [username] ”. [username] heeft op 2 juni 2016 zijn activiteiten overgedragen aan [username] .

Dat er daadwerkelijk succesvolle transacties zijn geweest blijkt uit de error reports die ook op de laptop van [medeverdachte 1] zijn aangetroffen: op 19 juli 2016 waren via het [username] account 266 items verkocht voor een bedrag van € 19.465,00 en op 17 oktober 2016 915 items voor een bedrag van ongeveer € 168.688,00. Ook verdachte was daarbij betrokken. Verdachte heeft verklaard dat hij vanaf de zomer van 2016 pakketten in bewaring had. Daarbij blijkt uit de bevindingen ten aanzien van de laptop van verdachte dat hij in de periode van 28 oktober 2016 tot 10 februari 2017 76 keer heeft ingelogd op het account van [username] . Ook zijn op zijn laptop pdf-bestanden met namen en buitenlandse adressen aangetroffen in hetzelfde lettertype dat is gebruikt voor de etiketten op de pakketten die op 10 februari 2017 in beslag zijn genomen. Het is aannemelijk dat van dit bestand etiketten zijn gedrukt die zijn gebruikt bij eerdere zendingen naar het buitenland. Verder is [medeverdachte 1] in ieder geval in de periode van 18 januari 2017 tot 6 februari 2017 verschillende keren bij box [nummer] van de [bedrijf] in [woonplaats] geweest. Op camerabeelden is te zien dat hij gevulde big shoppers bij zich heeft. Ook verdachte heeft verklaard dat hij daar is geweest om op verzoek van [medeverdachte 1] postpakketten te brengen. In die box is een pakket drugs aangetroffen, geadresseerd aan een ontvanger in Kosovo. Het op dat pakket vermelde adres komt overeen met een adres dat in een cachebestand van de website [website] op de laptop van [medeverdachte 1] is aangetroffen. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte en [medeverdachte 1] de [opslagbox] gebruikten om pakketten met drugs op te slaan voordat die naar het buitenland werden verstuurd.

Uit al het voorgaande leidt tot de conclusie dat verdachte en [medeverdachte 1] gezamenlijk in ieder geval in de ten laste gelegde periode van 1 juni 2016 tot en met 9 februari 2017 drugs hebben uitgevoerd. Gelet op de genoemde omstandigheden had verdachte daarbij, anders dan de raadsman heeft betoogd, een significante rol.

Feit 4

In het pakket dat in box [nummer] van de [bedrijf] in [woonplaats] is aangetroffen zat 223,97 gram MDMA. Nu de rechtbank er van uit gaat dat verdachte en [medeverdachte 1] deze box samen gebruikten om de naar het buitenland te verzenden pakketten met drugs op te slaan, volgt daaruit dat ook verdachte zeggenschap had over dat pakket en is ook bewezen dat verdachte en [medeverdachte 1] samen een hoeveelheid van 223,97 gram MDMA aanwezig hebben gehad.

Feit 6

Van deelname aan een criminele organisatie is sprake indien een betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie (HR 18 november 1997, NJ 1998, 225).

Om te kunnen vaststellen of verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie heeft de rechtbank bezien of sprake is geweest van een gestructureerd samenwerkingsverband, waaraan de deelnemers in een zekere duurzame onderlinge samenwerking hebben deelgenomen. Vervolgens heeft de rechtbank bezien of verdachte tot dit samenwerkingsverband behoorde, daar een aandeel in heeft gehad, dan wel dat verdachte de criminele organisatie heeft ondersteund met gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.

Naar het oordeel van de rechtbank is sprake geweest van een zodanige organisatie.

Uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt dat verdachte in een samenwerkingsverband met in ieder geval medeverdachte [medeverdachte 1] gedurende in ieder geval ruim acht maanden harddrugs via het internet heeft verkocht en heeft uitgevoerd naar het buitenland. Uit de error reports die zijn aangetroffen op de laptop van [medeverdachte 1] blijkt dat dit op grote schaal gebeurde (op 17 oktober 2016 waren er op één dark web market al 915 items verkocht voor een bedrag van

€ 168.688,00). De profieltekst van [username] op de verschillende dark web markets, de wijze van adresseren en verpakken en het gebruikte verpakkingsmateriaal maken duidelijk dat verdachte en [medeverdachte 1] op professionele wijze opereerden. Op grond van de in de bewijsoverweging ten aanzien van feit 1 en 2 genoemde wijze van samenwerken, de afstemming onderling en de bewezen verklaarde periode is voldaan aan het vereiste van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband en heeft verdachte daaraan bijgedragen en een aandeel gehad.

Uit al het voorgaande volgt dat de rechtbank het onder 6 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen acht.

Vrijspraak feit 2 primair

Verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde, nu weliswaar alles erop wijst dat verdachte en zijn mededaders van plan waren de verdovende middelen naar het buitenland te (laten) verzenden, maar niet gezegd kan worden dat zij deze middelen met bestemming naar het buitenland hebben vervoerd, ten vervoer hebben aangenomen of aangeboden, of aanwezig hebben gehad in een naar het buitenland bestemd voertuig.

Ten aanzien van feit 5: Witwassen

Hoewel in het dossier aanwijzingen zijn dat sprake is van inkomsten uit misdrijf, kan niet vastgesteld worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen.

In de computer van verdachte is een bedrag van € 38.050,- in contanten aangetroffen en in zijn fouillering nog € 120,-. Deze bedragen had verdachte alleen voorhanden. Er waren nog geen (concrete) uitgaven mee gedaan. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte uit de handel in harddrugs bitcoins verdiende en dat hij die bitcoins heeft omgezet in contant geld, waarmee verdachte op die manier zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen. Uit het dossier volgt dat de vendor [username] werd betaald in bitcoins. Het dossier biedt echter onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen vaststellen dat verdachte die bitcoins heeft ontvangen, en zo ja, hoeveel dit er zouden zijn en of deze vervolgens zijn omgezet in contant geld, in het bijzonder in het bij verdachte aangetroffen geldbedrag.

Nu er sterke aanwijzingen zijn dat verdachte het bij hem aangetroffen geld uit eigen misdrijf heeft verkregen en niet kan worden vastgesteld dat verdachtes gedragingen gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat bedrag brengt dit mee dat het onder 5 ten laste gelegde niet kan worden gekwalificeerd als witwassen, zodat verdachte voor dit feit zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

5 BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

1.

op tijdstippen in de periode van 1 juni 2016 tot en met 9 februari 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, telkens een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde MDMA en cocaïne en heroïne telkens een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I;

2. (subsidiair)

op 10 februari 2017 te Houten, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland te brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 4035,38 gram van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst 1, immers heeft verdachte en zijn mededader opzettelijk voornoemde middelen met bestemming buitenland aanwezig gehad, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

3.

in of omstreeks de periode van 10 februari 2017 tot en met 11 februari 2017 te Houten, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 12,54 gram van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1;

4.

in of omstreeks de periode van 10 februari 2017 tot en met 1 maart 2017 te Nijmegen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 223,97 gram bruto bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;

5.

in de periode van 10 februari 2017 tot en met 11 februari 2017 te Houten een contant geldbedrag van 38170 euro voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovengenoemd voorwerp geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk – afkomstig was uit enig misdrijf;

6.

in de periode van 1 juni 2016 tot en met 9 februari 2017 te Houten en/of Nijmegen en/of Amsterdam, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten met [medeverdachte 1] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10, vijfde lid, van de Opiumwet.

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:

Feit 1: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd

Feit 2 (subsidiair): poging tot opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod

Feit 3: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod

Feit 4: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod

Feit 6: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, vierde en vijfde lid, van de Opiumwet

7 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8 OPLEGGING VAN STRAF

8.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 7 jaren, met aftrek van het voorarrest.

8.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat, gelet op vergelijkbare zaken in de rechtspraak, het geringe aandeel van verdachte, de omstandigheid dat verdachte een first-offender is en de omstandigheid dat verdachte openheid van zaken en inzicht in de strafwaardigheid van de feiten heeft getoond, geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd die de duur van het voorarrest te boven gaat. De raadsman stelt zich op het standpunt dat kan worden volstaan met een onvoorwaardelijke straf gelijk aan het voorarrest en daarnaast eventueel een (forse) voorwaardelijke straf.

8.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.

Verdachte heeft zich, samen met een ander in een structureel samenwerkingsverband, gedurende een periode van ruim acht maanden schuldig gemaakt aan grootschalige, internationale handel in, met name, MDMA. Verdachte en zijn mededaders verkochten op professionele wijze drugs via het dark web, daarbij gebruik makend van diverse digitale mogelijkheden om de handel te onttrekken aan het zicht van justitie. Verdachte en zijn mededader hebben er alles aan gedaan om op verhullende en geraffineerde wijze hun handel uit te voeren. De drugs werden op heimelijke wijze in potten pindakaas en wenskaarten via de post verstuurd naar klanten over de hele wereld. Dat hiermee grote geldbedragen gemoeid waren, blijkt ook uit de bewijsmiddelen. Verdachte heeft zich uitsluitend laten leiden door geldelijk gewin, zonder acht te slaan op de gevaren die harddrugs meebrengen voor zijn kopers en de volksgezondheid in het algemeen. Ook heeft hij door zijn handelen bijgedragen aan het in stand houden van het criminele circuit om drugs heen en daarmee schade en overlast voor de samenleving veroorzaakt. Daarnaast wordt door dergelijke feiten het aanzien van Nederland in het buitenland geschaad. De rechtbank rekent dit alles verdachte zwaar aan.

Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat op deze feiten niet anders kan worden gereageerd dan met een gevangenisstraf van lange duur.

In het kader van het bepalen van de hoogte van de straf overweegt de rechtbank ten aanzien van de omvang van de handel als volgt. Uit de in de bewijsmiddelen opgenomen omzetcijfers leidt de rechtbank af dat verdachte en zijn mededader in totaal tientallen kilo’s harddrugs hebben uitgevoerd. Rekening houdend met de omstandigheid dat in dit geval sprake is van een organisatie noemen de LOVS-oriëntatiepunten een gevangenisstraf voor de duur van 72 maanden onvoorwaardelijk.

Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 21 augustus 2017 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.

De rechtbank heeft tevens acht geslagen op het Reclasseringsrapport van 14 maart 2017, opgemaakt door M. Spoor, reclasseringswerker. De reclassering adviseert een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, zonder bijzondere voorwaarden.

De rechtbank houdt geen rekening met het feit dat verdachte – deels – bekennende verklaringen heeft afgelegd, nu de rechtbank bepaald niet de indruk heeft gekregen dat verdachte het achterste van zijn tong heeft laten zien.

Gelet op de bewezen feiten en de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf biedt de wet geen ruimte voor een deels voorwaardelijke straf.

Vanwege het blanco strafblad en met name de jonge leeftijd van verdachte wijkt de rechtbank bij de straftoemeting af van de eis van de officier van justitie.

De rechtbank is – alles overwegende – van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar passend en geboden is.

9 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen

  • -

    45, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en

  • -

    2, 10 en 11b van de Opiumwet;

zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10 BESLISSING

De rechtbank:

Vrijspraak

Spreekt verdachte vrij van het onder 2 primair ten laste gelegde.

Bewezenverklaring

Verklaart het onder 1, 2 subsidiair, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor

in rubriek 5 is vermeld.

Verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan

vrij.

Strafbaarheid

Verklaart het onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 6 bewezen verklaarde strafbaar en

kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld.

Stelt vast dat het bewezenverklaarde onder 5 geen strafbaar feit oplevert en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging.

Verklaart verdachte voor de overige bewezenverklaarde feiten strafbaar.

Oplegging straf

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 jaren.

Bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in

verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de

gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.

Dit vonnis is gewezen door mr. E.H.M. Druijf voorzitter,

mr. drs. S.M. van Lieshout en mr. R.C. Moed, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. R.S. Wijkstra griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2017.

mr. R.C. Moed is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen

Bijlage: de tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:

1.

hij op een of meer (verschillende) tijdstippen in of omstreeks de periode van 1juni 2016

tot en met 9 februari 2017 te Houten en/of Nijmegen en/of Amsterdam, althans in

Nederland,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

(meermalen) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan

niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, (telkens) een hoeveelheid van een

materiaal bevattende MDMA en/of (telkens) een hoeveelheid van een materiaal

bevattende cocaïne en/of (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende

heroïne, zijnde MDMA en/of cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel vermeld op de

bij die wet behorende lijst I;

art 2 ahf/ond A Opiumwet

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

art 10 lid 5 Opiumwet

2.

Primair:

hij op of omstreeks 10 februari 2017 te Houten, althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1

lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 4035,38 gram, in elk geval een (grote) hoeveelheid van

een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij die wet

behorende lijst I;

art 2 ahf/ond A Opiumwet

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

art 10 lid 5 Opiumwet

Subsidiair:

hij op of omstreeks 10 februari 2017 te Houten, althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in

vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied

van Nederland te brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer

4035,38 gram, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA,

zijnde MDMA een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst 1,

immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk voornoemde middel(en) met

bestemming buitenland aanwezig gehad,

terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

art 2 ahf/ond A Opiumwet

art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

art 10 lid 5 Opiumwet

Meer subsidiair:

hij op of omstreeks 10 februari 2017 te Houten, althans in Nederland, tezamen

en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft

verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of

opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 4035,38 gram, in elk geval een (grote)

hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld

op de bij de Opiumwet behorende lijst I;

art 2 ahf/ond B Opiumwet

art 2 ahf/ond C Opiumwet

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

art 10 lid 3 Opiumwet

art 10 lid 4 Opiumwet

3.

hij in of omstreeks de periode van 10 februari 2017 tot en met 11 februari 2017 te

Houten, althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 12,54 gram, in elk geval een (grote)

hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld

op de bij de Opiumwet behorende lijst 1;

art 2 ahf/ond C Opiumwet

art 10 lid 3 Opiumwet

4.

hij in of omstreeks de periode van 10 februari 2017 tot en met 1 maart 2017 te Nijmegen,

althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig

heeft gehad, ongeveer 223,97 gram (bruto), in elk geval een (grote) hoeveelheid van een

materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;

art 2 ahf/ond C Opiumwet

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

art 10 lid 3 Opiumwet

5.

hij in of omstreeks de periode van tot 10 februari 2017 tot en met 11 februari 2017 te Houten, althans in Nederland,

(van) een voorwerp, te weten

een (groot) (contant) geldbedrag van in totaal 38170 euro, in elk geval een (groot)

(contant) geldbedrag,

- de werkelijke aard en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de

verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of

- heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is/was en/of wie bovenomschreven

voorwerp voorhanden heeft gehad en/of

- heeft overgedragen, omgezet en/of gebruik gemaakt,

en/of bovenomschreven voorwerp heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad,

terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerp

geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig

misdrijf;

art. 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht

art. 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht

art. 420quater lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht

art. 420quater lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht

6.

Hij in of omstreeks de periode van 1juni 2016 tot en met 9 februari 2017 te Houten

en/of Nijmegen en/of Amsterdam, althans in Nederland,

heeft deelgenomen aan een Organisatie,

bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten

(onder andere)

[verdachte] en [medeverdachte 2] ,

welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als

bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, l0a eerste lid, 11 derde,

vijfde lid en/of 11a Opiumwet;

art 11b Opiumwet

1 Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0900-2017043245 (Onderzoek 26Kutztown, LEFC917003), opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 826 met aanvullingen. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar mogelijk wordt volstaan met een verkorte en zakelijke weergave.

2 Een proces-verbaal van bevindingen van 11 februari 2017, blz. 10 (zaaksdossier).

3 Proces-verbaal van bevindingen van 11 februari 2017, blz. 12.

4 Een proces-verbaal sporenonderzoek van 20 februari 2017, blz. 16 (zaaksdossier) met als bijlage foto’s op blz. 24, 25, 27, 28 en 29.

5 Proces-verbaal sporenonderzoek van 20 februari 2017, blz. 17.

6 Een geschrift, te weten een NFI-rapport van 2 maart 2017, PL0900-2017043245-41, opgemaakt door Ing. A.G.A. Sprong, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, blz. 43 (zaaksdossier).

7 Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 20 februari 2017, blz. 30 (zaaksdossier) met bijlage foto blz. 34.

8 Proces-verbaal 1e aanvulling Relaas, blz. 3 en Proces-verbaal 2e aanvulling, blz. 10.

9 Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 20 februari 2017, blz. 31 met bijlage foto’s blz. 35 en 36.

10 Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 20 februari 2017, blz. 32 met bijlage foto’s blz. 36 en 37.

11 Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 20 februari 2017, blz. 33 met bijlage foto blz. 38.

12 Een geschrift, te weten een NFI-rapport van 16 mei 2017, PL0900-2017043245-43, opgemaakt door Ing. A.B.M. van Esch-de Bruin, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, blz. 50 (zaaksdossier).

13 Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 11 februari 2017, blz. 36 (persoonsdossier).

14 Proces-verbaal van verhoor verdachte van 11 februari 2017, blz. 37.

15 Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 21 maart 2017, blz. 98 (persoonsdossier).

16 Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 21 juni 20017, blz. 164.

17 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 21 juni 20017, blz. 163.

18 Een proces-verbaal van bevindingen [bedrijf] [adres] [woonplaats] van 2 maart 2017, blz. 210.

19 Proces-verbaal van bevindingen [bedrijf] [adres] [woonplaats] van 2 maart 2017, blz. 211.

20 Proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2017, blz. 216.

21 Een proces-verbaal openen en onderzoeken van 11 april 2017, blz. 219.

22 Proces-verbaal openen en onderzoeken van 11 april 2017, blz. 220.

23 Proces-verbaal openen en onderzoeken van 11 april 2017, blz. 221.

24 Proces-verbaal openen en onderzoeken van 11 april 2017, blz. 222.

25 Proces-verbaal openen en onderzoeken van 11 april 2017, blz. 223.

26 Proces-verbaal openen en onderzoeken van 11 april 2017, blz. 224.

27 Een geschrift, te weten een NFI-rapport van 16 mei 2017, PL0900-2017043245-43, opgemaakt door Ing. A.B.M. van Esch-de Bruin, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, blz. 50 (zaaksdossier).

28 Een proces-verbaal van bevindingen camerabeelden [bedrijf] [woonplaats] , blz. 252.

29 Proces-verbaal van bevindingen camerabeelden [bedrijf] [woonplaats] , blz. 253.

30 Een proces-verbaal van bevindingen [medeverdachte 1] op camerabeelden van 29 maart 2017, blz. 257.

31 Een proces-verbaal van verhoor [verdachte] op 21 maart 2017 van 26 april 2017, blz. 114 (persoonsdossier).

32 Een proces-verbaal van verhoor [verdachte] op 21 maart 2017 van 26 april 2017, blz. 117 (persoonsdossier).

33 Proces-verbaal van verhoor [verdachte] op 21 maart 2017 van 26 april 2017, blz. 118.

34 Een proces-verbaal verslag van binnentreden [adres] te [woonplaats] , blz. 83 (beslag dossier).

35 Proces-verbaal verslag van binnentreden [adres] te [woonplaats] , blz. 84.

36 Proces-verbaal verslag van binnentreden [adres] te [woonplaats] , blz. 85.

37 Een proces-verbaal van bevindingen van 14 februari 2017, blz. 194-195 (zaaksdossier).

38 Een proces-verbaal van bevindingen van 28 februari 2017, blz. 204 (zaaksdossier).

39 Proces-verbaal van bevindingen van 28 februari 2017, blz. 204-205.

40 Een proces-verbaal van bevindingen van 16 maart 2017, blz. 174 (zaaksdossier).

41 Proces-verbaal van bevindingen van 16 maart 2017, blz. 175.

42 Een proces-verbaal van bevindingen [L] , blz. 88 (zaaksdossier).

43 Proces-verbaal van bevindingen van 16 maart 2017, blz. 176.

44 Proces-verbaal van bevindingen laptop [verdachte] met bijlagen van 14 juni 2017, blz. 491.

45 Proces-verbaal van bevindingen laptop [verdachte] met bijlagen van 14 juni 2017, blz. 495.

46 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 21 juni 2017, p. 160 (persoonsdossier).

47 Een proces-verbaal bevindingen CN23 formulieren postpakketten van 27 september 2017, blz. 6 (Proces-verbaal 2e aanvulling).

48 Proces-verbaal bevindingen CN23 formulieren postpakketten van 27 september 2017, blz. 10.

49 Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 1 maart 2017, blz. 70 (persoonsdossier).

50 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 1 maart 2017, blz. 71.

51 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 1 maart 2017, blz. 72.

52 Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 6 maart 2017, blz. 168 (zaaksdossier).

53 Een geschrift, te weten een NFI-rapport van 16 mei 2017, PL0900-2017043245-43, opgemaakt door Ing. A.B.M. van Esch-de Bruin, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, blz. 50 (zaaksdossier).

54 Een proces-verbaal van bevindingen van 5 april 2017, blz. 133 (zaaksdossier) met als bijlage de huurovereenkomst, blz. 134.

55 Een proces-verbaal verslag van binnentreden [adres] te [woonplaats] , blz. 59 (beslag dossier).

56 Proces-verbaal verslag van binnentreden [adres] te [woonplaats] , blz. 60.

57 Proces-verbaal verslag van binnentreden [adres] te [woonplaats] , blz. 61.

58 Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 28 februari 2017, blz. 127 (zaaksdossier).

59 Een geschrift, te weten een NFI-rapport van 16 mei 2017, PL0900-2017043245-43, opgemaakt door Ing. A.B.M. van Esch-de Bruin, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, blz. 50 (zaaksdossier).

60 Een proces-verbaal van bevindingen laptop [medeverdachte 1] van 1 juni 2017, blz. 384, 385 en 386

61 Een proces-verbaal van bevindingen laptop [medeverdachte 1] van 1 juni 2017, blz. 384.

62 Proces-verbaal van bevindingen laptop [medeverdachte 1] van 1 juni 2017, blz. 385.

63 Een proces-verbaal van bevindingen vergelijking adressen van 22 juni 2017, blz. 404.

64 Een proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2017, blz. 90 (zaaksdossier).

65 Proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2017, blz. 91.

66 Een proces-verbaal van binnentreden in woning aan [adres] te [woonplaats] van 14 februari 2017, blz. 14 (beslagdossier).

67 Proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2017, blz. 91 (zaaksdossier).

68 Proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2017, blz. 92 en 93.

69 Proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2017, blz. 94.

70 Een proces-verbaal van bevindingen vendor [username] van 28 februari 2017, blz. 442.

71 Proces-verbaal van bevindingen vendor [username] van 28 februari 2017, blz. 444.

72 Proces-verbaal van bevindingen vendor [username] van 28 februari 2017, blz. 445.

73 Proces-verbaal van bevindingen vendor [username] van 28 februari 2017, blz. 447.

74 Proces-verbaal van bevindingen vendor [username] van 28 februari 2017, bijlage 1, p. 450.

75 Proces-verbaal van bevindingen vendor [username] van 28 februari 2017, bijlage 2, p. 453.

76 Proces-verbaal van bevindingen vendor [username] van 28 februari 2017, bijlage 3, p. 456.

77 Proces-verbaal van bevindingen vendor [username] van 28 februari 2017, bijlage 4, p. 458.

78 Een proces-verbaal van bevindingen van 28 maart 2017, blz. 503.

79 Proces-verbaal van bevindingen van 28 maart 2017, blz. 505.

80 Proces-verbaal van bevindingen van 28 maart 2017, blz. 506.

81 Proces-verbaal van bevindingen van 28 maart 2017, blz. 507.

82 Proces-verbaal van bevindingen van 28 maart 2017, blz. 508.

83 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] op 22 maart 2017 van 26 april 2017, blz. 140.

84 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] op 22 maart 2017 van 26 april 2017, blz. 142.

85 Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 21 juni 2017, blz. 158 (persoonsdossier).

86 Vervolg van proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 21 juni 2017, blz. 167-168.

87 Een proces-verbaal van bevindingen backup iPhone [medeverdachte 1] van 2 juni 2017, blz. 422.

88 Proces-verbaal van bevindingen vendor [username] van 28 februari 2017, blz. 448.

89 Een proces-verbaal van bevindingen laptop OV544.1.2 van 28 maart 2017, blz. 430.

90 Proces-verbaal van bevindingen laptop OV544.1.2 van 28 maart 2017, blz. 433.

91 Proces-verbaal van bevindingen laptop OV544.1.2 van 28 maart 2017, blz. 434 en 435.

92 Een proces-verbaal omzet [username] op [website] van 22 juni 2017, blz. 405.

93 Proces-verbaal omzet [username] op [website] van 22 juni 2017, blz. 407.

94 Proces-verbaal omzet [username] op [website] van 22 juni 2017, blz. 409.

95 Proces-verbaal omzet [username] op [website] van 22 juni 2017, blz. 411.

96 Een proces-verbaal van bevindingen periode, assortiment, afzet en omzet [username] van 22 juni 2017, blz. 667-668.

97 Proces-verbaal van bevindingen periode, assortiment, afzet en omzet [username] van 22 juni 2017, blz. 671.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.