5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2013
tot en met 8 augustus 2015 te Amersfoort, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [2000] , die de
leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten
echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd die (telkens)
bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte (telkens)
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
8 OPLEGGING VAN STRAF
8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een jeugddetentie van 92 dagen, met aftrek van het voorarrest (van 2 dagen), waarvan een gedeelte van 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- een taakstraf van 120 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 60 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
Mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen, dan heeft de raadsvrouw verzocht om af te zien van een straf. Mocht de rechtbank toch tot een straf komen, dan is verzocht verdachte een volledig voorwaardelijke straf op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met de minderjarige [slachtoffer] . De rechtbank acht bewezen dat er meerdere incidenten hebben plaatsgevonden over een periode van ruim anderhalf jaar waarbij ontuchtige handelingen zijn gepleegd en dat deze handelingen telkens mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] . Uit de verklaringen van [slachtoffer] komt naar voren dat het seksuele contact weliswaar deels vrijwillig heeft plaatsgevonden, maar dat verdachte haar (ook) respectloos heeft behandeld en gebruik heeft gemaakt van haar ogenschijnlijke bereidwilligheid. Het had op de weg van verdachte gelegen [slachtoffer] tegen zichzelf in bescherming te nemen, te meer nu hij wist dat zij ook seksueel contact had met andere jongens en mannen die zij niet of nauwelijks kende. Verdachte heeft zijn eigen lustgevoelens laten prevaleren en heeft niet stil gestaan bij de gevolgen voor het - gelet op haar leeftijd - kwetsbare slachtoffer. Dergelijke feiten doorkruisen een normale seksuele ontwikkeling en kunnen voor minderjarigen ernstige gevolgen hebben die zij nog lange tijd met zich dragen.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 25 september 2017, waaruit blijkt dat verdachte geen documentatie heeft op het gebied van zedendelicten;
- een uitgebreid advies van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 21 juli 2017, waarin onder meer is vermeld dat de Raad geen zorgen heeft over het functioneren van verdachte op dit moment, dat (jeugd)reclasseringstoezicht dan wel een gedragsinterventie niet aangewezen zijn en dat wordt geadviseerd bij schuldigverklaring een taakstraf op te leggen.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf van 180 uren passend en geboden is, alsmede jeugddetentie voor de duur van 92 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren, en met aftrek van het voorarrest van 2 dagen.
10 BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 92 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de jeugddetentie een gedeelte van 90 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 180 uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 90 dagen jeugddetentie;
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F. Koenis, voorzitter, mrs. H.A. Gerritse en M.P. Glerum, rechters en tevens kinderrechters, in tegenwoordigheid van A. Heijboer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 november 2017.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2013
tot en met 8 augustus 2015 te Amersfoort, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [2000] , die de
leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten
echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd die (telkens)
bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte (telkens)
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd;
art 245 Wetboek van Strafrecht