10 BESLISSING
- verklaart het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 (drie) maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 90 (negentig) dagen hechtenis;
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
2.00 STK Vorderingen ter waarde van € 11.325,72, ING betaalrekening [rekeningnummer] .
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A.M. van Straalen, voorzitter, mrs. A.R. Creutzberg en J.G. van Ommeren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Rigter, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 november 2017.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt, na wijziging, ten laste gelegd dat:
1.
primair
zij in of omstreeks de periode van 01 juli 2014 tot en met 7 november 2015, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen (telkens) (een) voorwerp(en), te weten (telkens)
- een contant geldbedrag van 900.620 euro en/of
- een zeer groot (giraal en/of contant) geldbedrag en/of
en/of
- een auto (Mercedes, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of
- een auto (Volkswagen, Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of heeft
omgezet en/of
van bovengenoemd(e) voorwerp(en) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of
van (een of meer van) bovengenoemde voorwerpen, gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
en zij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
artikel 420 quarter
subsidiair
Een of meer anderen op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2014 tot en met 7 november 2015 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, al dan niet tezamen en in vereniging, (telkens)
- -
Een contant geldbedrag van 900.620 euro en/of
- -
Een zeer groot (giraal en/of contant) geldbedrag, in elk geval een of meer (groot/grote) geldbedrag(en), en/of
- -
Een auto (Mercedes, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of
- -
Een auto (Volkswagen Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] )
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen en/of heeft hebben omgezet en/of
van bovengenoemd(e) voorwerp(en) (telkens) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of heeft/hebben verhuld en/of
(telkens) van een of meer van bovengenoemd(e) voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl die ander(en) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat die/dat voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk
- onmiddellijk of middelijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf en/of die ander(en) van het plegen van dit feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven zij, verdachte, op een of meer tijdstippen in of omstreeks die periode van 1 juli 2014 tot en met
7 november 2015 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of de gelegenheid en/of de middelen en/of de inlichtingen heeft verschaft door een bitcoinaccount (op haar naam) aan te maken, althans te laten aanmaken, en/of door een of meer groot/grote geldbedrag(en) op (een) op haar naam staande bankrekening(en) te laten overmaken/storten en/of door een of meer anderen te benaderen met het verzoek gebruik te mogen, althans te laten, maken van de bankrekening(en) van die perso(o)n(en) en/of door aan (die) een of meer anderen op haar naam staande bankrekening(en) ter beschikking te stellen en/of door meermalen, althans eenmaal, (een) groot/grote geldbedrag(en) van die, althans een, bankrekening(en) (in contanten) op te nemen, althans te laten opnemen;
2.
zij in of omstreeks de periode van 01 juli 2014 tot en met 7 november 2015 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland,
heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van een of meer natuurlijke personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten witwassen en/of handel van verdovende middelen als bedoeld in de Opiumwet en/of uitvoer van verdovende middelen als bedoeld in de Opiumwet.
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht