6 BESLISSING
- verklaart het primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- -
verklaart [B] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- -
verklaart [D] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- -
compenseert de proceskosten van de benadeelde partijen en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Bos, voorzitter, mrs. N.E.M. Kranenbroek en
W.S. Ludwig, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.G.T. Jansen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 december 2017.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
primair:
[F] op 23 april 2016 in [A] ,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [B] ,
[C] , [D] , [E] en/of een of meer onbekend gebleven
personen van het leven te beroven,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat
opzet (meermalen) met een vuurwapen heeft geschoten in de richting van die
[B] , [C] , [D] , [E] en/of een of meer andere
personen en/of (daarbij) die [B] in de buik, althans in het lichaam,
heeft geschoten en/of die [D] in de bil, althans in het lichaam, heeft
geschoten,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 23 april 2016 in [A]
opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest, door
- tezamen met die [F] , terwijl hij, verdachte, wist dat die [F]
een vuurwapen in zijn handen had, bij de deur te gaan staan en/of
- na te laten op enigerlei wijze die [B] , [C] , [D] en/of [E] en/of de politie en/of anderen op de hoogte te brengen van en/of
te waarschuwen voor het gegeven dat die [F] voornemens was en/of bij die [F] de gedachte had postgevat op/in de richting van die [B] , [C] , [D] en/of [E] te schieten en/of
- anderszins opzettelijk niet te beletten dat die [F] zou gaan schieten
op die [B] , [C] , [D] en/of [E] en/of
- die [F] te steunen door fysiek achter die [F] te gaan staan;
art 281 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
subsidiair
[F] op 23 april 2016 in [A] ,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [B] ,
[C] , [D] , [E] en/of een of meer onbekend gebleven
personen opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat
opzet (meermalen) met een vuurwapen heeft geschoten in de richting van die
[B] , [C] , [D] , [E] en/of een of meer andere
personen en/of (daarbij) die [B] in de buik, althans in het lichaam,
heeft geschoten en/of die [D] in de bil, althans in het lichaam, heeft
geschoten,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 23 april 2016 in [A]
opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest door
- tezamen met die [F] , terwijl hij, verdachte, wist dat die [F]
een vuurwapen in zijn handen had, bij de deur te gaan staan en/of
- na te laten op enigerlei wijze die [B] , [C] , [D] en/of [E] en/of de politie en/of anderen op de hoogte te brengen van en/of
te waarschuwen voor het gegeven dat die [F] voornemens was en/of bij die [F] de gedachte had postgevat op/in de richting van die [B] , [C] , [D] en/of [E] te schieten en/of
- anderszins opzettelijk niet te beletten dat die [F] zou gaan schieten
op die [B] , [C] , [D] en/of [E] en/of
- die [F] te steunen door fysiek achter die [F] te gaan staan;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht