RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/195628-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 19 april 2018
[verdachte]
,
geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] (Duitsland),
adres: [adres] te [woonplaats] .
2 TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 1 oktober 2017 te Utrecht tezamen en in vereniging een gebouw aan de [adres] heeft gekraakt.
5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 1 oktober 2017 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in een gebouw, gelegen aan de [adres] (perceelnummer [nummer] ), waarvan het gebruik door de rechthebbende was beëindigd, wederrechtelijk is binnengedrongen en wederrechtelijk aldaar heeft vertoefd.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
10 BESLISSING
Ontvankelijkheid officier van justitie
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde;
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot het betalen van een geldboete van 500 euro, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 10 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Spee , voorzitter, mrs. C.A.M. van Straalen en
mr. E. van den Brink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Lindeman, griffier,
en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 april 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 oktober 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, in een woning en/of gebouw, gelegen aan de
[adres] (perceelnummer [nummer] ), waarvan het gebruik door de
rechthebbende was beëindigd wederrechtelijk is binnengedrongen en/of
wederrechtelijk aldaar heeft vertoefd.
(art 138a lid 1, art 138a lid 3, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)