1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 10 oktober 2017, 19 december 2017, 6 februari 2018 en 10 april 2018. De inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden op 10 april 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R. Leuven en van hetgeen verdachte en mr. M.P. Hilhorst, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft eveneens kennisgenomen van hetgeen de benadeelde partij, dhr. [benadeelde] en zijn raadsman, mr. M.B. Chylinska, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.
2 TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is op de zitting van 10 april 2018 nader omschreven. De nader omschreven tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair: op 15 juli 2017 te Maarsbergen zijn vriendin, te weten [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht door haar te slaan en te stompen tegen het gezicht, haar te duwen en aan haar haren te trekken, waardoor zij is overleden.
subsidiair: op 15 juli 2017 te Maarsbergen zijn vriendin, te weten [slachtoffer] , heeft mishandeld door haar te slaan en te stompen tegen het gezicht, haar te duwen en aan haar haren te trekken, waardoor zij is overleden.
5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Subsidiair:
op 15 juli 2017 te Maarsbergen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, zijn levensgezel, te weten [slachtoffer] , heeft mishandeld door meermalen met een vlakke hand tegen het gezicht te slaan en voornoemde [slachtoffer] aan haar haren te trekken.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
11 BESLISSING
- verklaart het primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het subsidiair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 60 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 30 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
- verklaart [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. de Stigter, voorzitter, mrs. G.V.M. Veldhoen en R.L.M. van Opstal, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I. Völkers, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 april 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 juli 2017 te Maarsbergen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in het arrondissement Midden-Nederland, aan zijn levensgezel, althans een persoon, te weten [slachtoffer] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, door meermalen, in elk geval eenmaal, (met kracht) (telkens) (met een gebalde vuist, en/of met een vlakke hand) in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd, althans het lichaam van voornoemde [slachtoffer] , te slaan en/of stompen en/of stoten en/of voornoemde [slachtoffer] te duwen en/of voornoemde [slachtoffer] aan haar haren te trekken, althans met zeer veel kracht geweld op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] uit te oefenen, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.
art 304 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 15 juli 2017 te Maarsbergen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in het arrondissement Midden-Nederland, zijn levensgezel, althans een persoon, te weten [slachtoffer] , heeft mishandeld door meermalen, in elk geval eenmaal, (met kracht) (telkens) (met een gebalde vuist en/of met een vlakke hand) in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd, althans het lichaam van voornoemde [slachtoffer] , te slaan en/of stompen en/of stoten en/of voornoemde [slachtoffer] te duwen en/of voornoemde [slachtoffer] aan haar haren te trekken, althans met zeer veel kracht geweld op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] uit te oefenen, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.
art 300 lid 2 Wetboek van Strafrecht