5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde
op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 8 augustus 2017 te De Bilt ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2011, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- zijn geslachtsdeel door die [slachtoffer 1] heeft laten vastpakken en aanraken en betasten en die [slachtoffer 1] met haar hand aftrekbewegingen heeft laten maken en
- die [slachtoffer 1] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten slaan en schoppen en
- zich heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer 1] ;
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde
op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 8 augustus 2017 te De Bilt ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2012, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- zijn geslachtsdeel door die [slachtoffer 2] heeft laten vastpakken en aanraken en betasten en die [slachtoffer 2] met haar hand aftrekbewegingen heeft laten maken en
- voornoemde [slachtoffer 2] tegen zijn, verdachtes, billen heeft laten slaan en schoppen en
- zich heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer 2] ;
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde
op tijdstippen in de periode van 1 juni 2017 tot en met 1 augustus 2017 te De Bilt ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
[slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2007, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- die [slachtoffer 3] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten schoppen en
- zijn lichaam (over de kleding heen) door die [slachtoffer 3] heeft laten aanraken en betasten;
Ten aanzien van het onder 4. ten laste gelegde
op tijdstippen in de periode van 1 februari 2017 tot en met 1 juni 2017 te De Bilt ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum] 2010, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- zijn geslachtsdeel door die [slachtoffer 4] heeft laten vastpakken en aanraken en betasten en die [slachtoffer 4] met haar hand aftrekbewegingen heeft laten maken en
- die [slachtoffer 4] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten slaan en schoppen en in zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten knijpen en
- zich heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer 4] ;
Ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde
op tijdstippen in de periode van 1 december 2016 tot en met 1 februari 2017 te De Bilt ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
[slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum] 2008, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- die [slachtoffer 5] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten slaan en schoppen en in zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten knijpen en
- zich heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer 5] ;
Ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde
op tijdstippen in de periode van 1 juni 2016 tot en met 20 juni 2017 te De Bilt ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
[slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum] 2008, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
die [slachtoffer 6] heeft gevraagd/opgedragen om zich, terwijl hij, verdachte, op zijn rug op een tafel lag, met haar billen en haar schaamstreek op zijn, verdachtes, met kleding bedekte geslachtsdeel te laten vallen;
Ten aanzien van het onder 7. ten laste gelegde
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2016 tot en met 6 januari 2017 te De Bilt ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
[slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum] 2008, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- die [slachtoffer 7] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten slaan en schoppen en
- die [slachtoffer 7] heeft gevraagd terwijl hij, verdachte, op zijn rug op een tafel lag, over zijn, verdachtes, geslachtsdeel te lopen en op zijn, verdachtes, geslachtsdeel te gaan staan en op zijn, verdachtes, geslachtsdeel te stampen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
10 BENADEELDE PARTIJ
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde
Namens [slachtoffer 1] heeft haar wettelijk vertegenwoordiger zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 750,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1. ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde
Namens [slachtoffer 2] heeft haar wettelijk vertegenwoordiger zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 750,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2. ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde
Namens [slachtoffer 3] heeft haar wettelijk vertegenwoordiger zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.286,60, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 711,60 aan materiële schade en € 575,- aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 3. ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van het onder 4. ten laste gelegde
Namens [slachtoffer 4] heeft haar wettelijk vertegenwoordiger zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 750,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 4. ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde
Namens [slachtoffer 5] heeft haar wettelijk vertegenwoordiger zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.177,70, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 1.427,70 aan materiële schade en € 750,- aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 5. ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde
Namens [slachtoffer 6] heeft haar wettelijk vertegenwoordiger zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.084,60, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 2.334,60 aan materiële schade en € 750,- aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 6. ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van het onder 7. ten laste gelegde
Namens [slachtoffer 7] heeft haar wettelijk vertegenwoordiger zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 635,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 385,- aan materiële schade en € 250,- aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 7. ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van het onder 8. ten laste gelegde
Namens [slachtoffer 8] heeft haar wettelijk vertegenwoordiger zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 961,60, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 711,60 aan materiële schade en € 250,- aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 8. ten laste gelegde feit.
De benadeelde partijen hebben voorts gevorderd verdachte een contactverbod op te leggen met de kinderen die in de tenlastelegging zijn genoemd en de gezinnen waartoe zij behoren en om verdachte een locatieverbod voor de gemeente De Bilt op te leggen.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen in het onder 1. tot en met 7. ten laste gelegde toewijsbaar zijn, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij in het onder 8. ten laste gelegde dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, gelet op de gevorderde vrijspraak.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank wat betreft de gevorderde immateriële schade in het onder 1. tot en met 5. ten laste gelegde. Ten aanzien van de materiële schade in het onder 3. en 5. ten laste gelegde heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de inkomstenderving van de wettelijk vertegenwoordigers van de slachtoffers niet kan worden toegewezen nu de wettelijk vertegenwoordigers zelf geen slachtoffer zijn en aldus de uitgangspunten van de Wet Terwee, bij toewijzing, te veel zullen worden opgerekt. De benadeelde partijen in het onder 6. tot en met 8. ten laste gelegde dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard gelet op de door de raadsman bepleite vrijspraak.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Algemene overweging ten aanzien van materiële schadeposten in het onder 3., 5., 6. en 7. ten laste gelegde
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de materiële schadeposten ter zake van reiskosten en inkomstenderving van de ouders worden toegewezen. Hoewel dit geen schade van de minderjarigen zelf betreft, maar van hun ouders, komen deze kosten naar het oordeel van de rechtbank voor toewijzing in aanmerking aangezien de ouders deze kosten niet ten behoeve van zichzelf maar in hun kwaliteit als ouder hebben gemaakt, teneinde de belangen van hun minderjarige kind naar behoren te kunnen behartigen. Ouders zijn hiertoe verplicht ingevolge artikel 1:247 van het Burgerlijk Wetboek. Het gaat hier derhalve niet om kosten die de ouders pro se, maar om kosten die zij qualitate qua, in hun hoedanigheid van ouder van de minderjarige en ten behoeve van de minderjarige hebben gemaakt.
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1. bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 750,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 750,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf
8 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 15 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 1] , in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 2. bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 750,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 750,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf
8 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 15 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 2] , in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 3. bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 1.286,60 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 711,60 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 575,- vanaf 1 augustus 2017, tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 3] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.286,60, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 711,60 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 575,- vanaf 1 augustus 2017, tot de dag van volledige betaling.
Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 22 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 3] , in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van het onder 4. ten laste gelegde.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 4. bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 750,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 juni 2017 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 4] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 750,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 juni 2017 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 15 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 4] , in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 5. bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 2.047,86 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 1.297,86 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 750,- vanaf 1 februari 2017, tot de dag van volledige betaling.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van de vordering, ziende op de reis- en parkeerkosten die in het geval van een hoger beroep zullen worden gemaakt, nu niet is gebleken dat de gestelde schade reeds door verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan dat deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 5] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.047,86 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 1.297,86 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 750,- vanaf 1 februari 2017, tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 30 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 5] , in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 6. bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 3.084,60 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 2.334,60 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 750,- vanaf 20 juni 2017, tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 6] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.084,60 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 2.334,60 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 750,- vanaf 20 juni 2017, tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 40 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 6] , in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van het onder 7. ten laste gelegde.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 7. bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 635,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 385,- vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 250,- vanaf 6 januari 2017, tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 7] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 635,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 385,- vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 250,- vanaf 6 januari 2017, tot de dag van volledige betaling.
Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 12 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 7] , in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van het onder 8. ten laste gelegde
De rechtbank zal de benadeelde partij, de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 8] ,
niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte van het onder 8. ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Ten aanzien van het onder 1., 2., 3., 4., 5., 6. en 7. ten laste gelegde
De rechtbank wijst af de vorderingen tot het opleggen van een contactverbod met de slachtoffers en de gezinnen van de slachtoffers en tot het opleggen van een locatiegebod voor de gemeente De Bilt nu deze verboden verdachte reeds in het kader van de strafoplegging zijn opgelegd.
11 BESLISSING
- verklaart het onder 8. ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1., 2., 3., 4., 5., 6. en 7. ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5. is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6. is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 20 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde:
- -
verdachte pleegt geen strafbare feiten;
- -
verdachte zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking verlenen aan het nemen van één of meerdere vingerafdrukken en/of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- -
verdachte zal zijn medewerking verlenen aan het verstrekken van een pasfoto en het verstrekken van informatie zoals bedoeld in het kader van het landelijke opsporingsbeleid ten aanzien van tbs-gestelden;
- -
verdachte stelt zich onder toezicht van de reclassering en houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden. Verdachte zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor de reclassering, zijn behandelaren en zijn begeleiders;
- -
verdachte werkt mee aan het convenant tussen reclassering en politie, dat onder meer inhoudt dat hij door de wijkagent bezocht kan worden in zijn huis of omgeving;
- -
verdachte zal zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland begeven;
- -
verdachte zal niet van adres wijzigen c.q. verhuizen zonder overleg met en toestemming van de reclassering. Overnachtingen op een ander adres dan zijn vaste verblijfplaats worden vooraf met de reclassering besproken;
- -
verdachte verschaft de reclassering zicht op de voortgang van zijn behandeling en begeleiding en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;
- -
verdachte heeft op geen enkele wijze contact met de slachtoffers en hun gezinnen in onderhavige zaak, tenzij anders besloten, nader te bepalen door de reclassering en/of andere instanties. Hij houdt zich aan de aanwijzingen die door deze instanties aan hem worden gegeven;
- -
verdachte zal zich niet bevinden in de gemeente De Bilt, tenzij anders besloten, nader te bepalen door de reclassering en/of andere instanties. Hij houdt zich aan de aanwijzingen die door deze instanties aan hem worden gegeven;
- -
verdachte zal geen contact (laten) leggen met minderjarigen. Hij houdt zich aan de aanwijzingen die door de reclassering, zijn behandelaren en zijn begeleiders aan hem worden gegeven;
- -
verdachte werkt mee aan een klinische behandeling in een door NIFP-IFZ nog nader te bepalen instelling, zulks ter beoordeling van NIFP-IFZ, en zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven;
- -
verdachte werkt na zijn klinische behandelopname mee aan een Ambulant Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) bij een nader te indiceren klinische behandelsetting, ook als dit betekent een time-out opname van maximaal veertien weken per kalenderjaar;
- -
verdachte werkt mee aan behandel- en begeleidingstrajecten betreffende resocialisatie en nazorg, overeenkomstig de te geven aanwijzingen door de reclassering. Ook als dit inhoudt een forensisch ambulante (deeltijd) behandeling bij een nader te bepalen forensische polikliniek;
- -
verdachte laat zich na zijn klinische behandeling opnemen in een RIBW indien dit door de behandelaars en/of reclassering nodig wordt geacht en/of ambulant begeleiden in een door de reclassering goedgekeurde en geschikt bevonden woonplek;
- -
verdachte zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding;
- -
verdachte geeft inzage in zijn financiën en werkt, indien nodig, mee aan een passend financieel begeleidingstraject;
- -
verdachte geeft openheid over het aangaan en onderhouden van (partner)relaties. Hij werkt mee aan de opbouw van een steunend sociaal netwerk en verleent toestemming tot contactopname met een nieuwe relatie;
- -
verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van gedragingen die zijn gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen terwijl het daarop uitgeoefende toezicht mede kan bestaan uit controles van digitale gegevensdragers. Verdachte is tijdens de gesprekken met de reclassering open over hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
- -
Verdachte houdt zich aan de afspraken omtrent middelengebruik die hij met zijn behandelaar en/of de reclassering maakt en laat zich hier indien nodig op controleren via urine- en blaascontroles.
Benadeelde partij
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde
- -
wijst de vordering van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 750,-;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 1] aan de Staat € 750,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 15 dagen hechtenis;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde
- -
wijst de vordering van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 750,-;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 2] aan de Staat € 750,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
8 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
15 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde
- -
wijst de vordering van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 1.286,60;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de wettelijk vertegenwoordiger van
[slachtoffer 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 711,60 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 575,- vanaf 1 augustus 2017, tot de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 3] aan de Staat € 1.286,60 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 711,60 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 575,- vanaf 1 augustus 2017, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 22 dagen hechtenis;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Ten aanzien van het onder 4. ten laste gelegde
- -
wijst de vordering van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 750,-;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de wettelijk vertegenwoordiger van
[slachtoffer 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
1 juni 2017 tot de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 4] aan de Staat € 750,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 15 dagen hechtenis;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde
- -
wijst de vordering van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 5] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 2.047,86;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 1.297,86 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 750,- vanaf
1 februari 2017, tot de dag van volledige betaling;
- -
verklaart de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 5] in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 5] aan de Staat € 2.047,86 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 1.297,86 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 750,- vanaf 1 februari 2017, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 30 dagen hechtenis;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde
- -
wijst de vordering van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 6] toe tot een bedrag van € 3.084,60;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de wettelijk vertegenwoordiger van
[slachtoffer 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 2.334,60 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 750,- vanaf 20 juni 2017, tot de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 6] aan de Staat € 3.084,60 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 2.334,60 vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 750,- vanaf 20 juni 2017, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 40 dagen hechtenis;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Ten aanzien van het onder 7. ten laste gelegde
- -
wijst de vordering van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 7] toe tot een bedrag van € 635,-;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de wettelijk vertegenwoordiger van
[slachtoffer 7] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 385,- vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 250,- vanaf 6 januari 2017, tot de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 7] aan de Staat € 635,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 385,- vanaf 1 mei 2018 en over het bedrag van € 250,- vanaf 6 januari 2017, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 12 dagen hechtenis;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Ten aanzien van het onder 8. ten laste gelegde
- -
verklaart de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 8] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- -
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Ten aanzien van het onder 1., 2., 3., 4., 5., 6. en 7. ten laste gelegde
- wijst af de vorderingen tot het opleggen van een contactverbod met de slachtoffers en de gezinnen van de slachtoffers en tot het opleggen van een locatiegebod voor de gemeente De Bilt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. van den Boogaard, voorzitter, mrs. K.J. Veenstra en
H.F. Koenis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Kruijswijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 mei 2018.
mr. K.J. Veenstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met
8 augustus 2017 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2011, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- zijn geslachtsdeel door die [slachtoffer 1] heeft laten vastpakken en/of aanraken en/of betasten en/of die [slachtoffer 1] met haar hand aftrekbewegingen heeft laten maken en/of
- die [slachtoffer 1] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel en/of billen heeft laten slaan en/of schoppen en/of
- zich heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer 1] ;
(art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met
8 augustus 2017 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2012, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- zijn geslachtsdeel door die [slachtoffer 2] heeft laten vastpakken en/of aanraken en/of betasten en/of die [slachtoffer 2] met haar hand aftrekbewegingen heeft laten maken en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel en/of billen heeft laten slaan en/of schoppen en/of
- zich heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer 2] ;
(art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2016 tot en met
8 augustus 2017 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2007, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- die [slachtoffer 3] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten schoppen en/of
- zijn lichaam (over de kleding heen) door die [slachtoffer 3] heeft laten aanraken en/of betasten;
(art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van het onder 4. ten laste gelegde
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met
8 augustus 2017 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum] 2010, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- zijn geslachtsdeel door die [slachtoffer 4] heeft laten vastpakken en/of aanraken en/of betasten en/of die [slachtoffer 4] met haar hand aftrekbewegingen heeft laten maken en/of
- die [slachtoffer 4] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten slaan en/of schoppen en/of in zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten knijpen en/of
- die [slachtoffer 4] heeft gevraagd zijn, verdachtes, geslachtsdeel in haar mond te nemen en/of
- zich heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer 4] ;
(art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met
8 augustus 2017 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum] 2008, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- die [slachtoffer 5] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten slaan en/of schoppen en/of in zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten knijpen en/of
- zich heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer 5] ;
(art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met
8 augustus 2017 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum] 2008, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
die [slachtoffer 6] heeft gevraagd/opgedragen om zich, terwijl hij, verdachte, op zijn rug op een tafel lag, met haar billen en/of haar schaamstreek op zijn, verdachtes, (met kleding bedekte) geslachtsdeel te laten vallen;
(art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van het onder 7. ten laste gelegde
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 2016 tot en met 8 augustus 2017 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum] 2008, hierin bestaande dat hij, verdachte, zakelijk weergegeven:
- die [slachtoffer 7] tegen zijn, verdachtes, geslachtsdeel heeft laten slaan en/of schoppen en/of
- die [slachtoffer 7] heeft gevraagd/opgedragen, terwijl hij, verdachte, op zijn rug op een tafel lag, over zijn, verdachtes, geslachtsdeel te lopen en/of op zijn, verdachtes, geslachtsdeel te gaan staan en/of op zijn, verdachtes, geslachtsdeel te stampen;
(art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van het onder 8. ten laste gelegde
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2016 tot en met 8 augustus 2017 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden-Nederland, zich opzettelijk oneerbaar op een niet openbare plaats, te weten op de BSO, gelegen aan de [adres] te [vestigingsplaats] , met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden, terwijl [slachtoffer 8] (geboren op [geboortedatum] 2010), daarbij haars ondanks tegenwoordig was.
(art 239 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht)