[verzoeker] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, primair het aan hem gegeven ontslag op staande voet te vernietigen, [verweerder] te veroordelen hem toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden en tot doorbetaling van loon vanaf 16 oktober 2017, één en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging en met vergoeding van de advocaatkosten van [verzoeker] .
Subsidiair verzoekt [verzoeker] voor recht te verklaren dat [verweerder] de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig en zonder dringende reden heeft opgezegd, met veroordeling van [verweerder] tot betaling van een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, een transitievergoeding en vergoeding van de advocaatkosten van [verzoeker] .
Meer subsidiair verzoekt [verzoeker] veroordeling van [verweerder] tot betaling van een transitievergoeding en een vergoeding voor immateriële schade. Primair, subsidiair en meer subsidiair met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
[verzoeker] verzoekt eveneens om op de voet van artikel 223 Rv voor de duur van de procedure een voorlopige voorziening te treffen, kort samengevat daarin bestaande dat [verweerder] wordt veroordeeld tot doorbetaling van loon en toelating van [verzoeker] op de werkplek.
Hoewel [verzoeker] aanvankelijk eveneens vernietiging van het tussen partijen overeengekomen concurrentie- en relatiebeding had verzocht, heeft hij dit verzoek ter zitting ingetrokken nadat [verweerder] had verklaard hem niet aan die bedingen te zullen houden.