5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
in de periode van 20 december 2017 tot en met 22 december 2017 te [woonplaats] , tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededader opzettelijk wederrechtelijk
- die [slachtoffer] gedurende bovengenoemde periode tegen zijn zin in een woning
en de daarbij behorende kelderbox gelegen aan de [adres] vastgehouden en
- die [slachtoffer] geslagen met een stofzuigerslang op zijn linker bovenbeen en linker onderarm (toen die [slachtoffer] voornoemde woning wilde verlaten) en
- meermalen de polsen/handen van die [slachtoffer] achter zijn rug aan elkaar vast gebonden en
- de polsen/handen van die [slachtoffer] voor zijn lichaam aan elkaar vast gebonden en
- de enkels van die [slachtoffer] aan elkaar vast gebonden en
- een laken, althans een stoffen voorwerp over het gezicht/hoofd van die [slachtoffer] gedaan en
- tegen die [slachtoffer] gezegd, terwijl die [slachtoffer] niets zag, dat er nog een persoon in de woning aanwezig was die [slachtoffer] iets aan zou doen wanneer die [slachtoffer] een verdachte beweging zou maken en
- tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij op zijn buik moest gaan liggen en 15 minuten moest wachten nadat zij de woning hadden verlaten;
2.
op tijdstippen in de periode van 20 december 2017 tot en met 22 december 2017 te Woerden, tezamen en in vereniging met een ander, (telkens) met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van (een) bankpas(sen) en een mobiele telefoon, toebehorende aan die [slachtoffer] en tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten één of meer pincode(s) en inloggegevens voor internetbankieren, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en zijn mededader:
- die [slachtoffer] gedurende bovengenoemde periode tegen zijn zin in een woning en de daarbij behorende kelderbox gelegen aan de [adres] hebben vastgehouden en
- die [slachtoffer] geslagen met een stofzuigerslang op zijn linker bovenbeen en linker onderarm en
- meermalen de polsen/handen van die [slachtoffer] achter zijn rug aan elkaar vast hebben gebonden en
- de polsen/handen van die [slachtoffer] voor zijn lichaam aan elkaar vast hebben gebonden en
- de enkels van die [slachtoffer] aan elkaar vast hebben gebonden en
- een laken, althans een stoffen voorwerp over het gezicht/hoofd van die [slachtoffer] hebben gedaan en
- een mes tegen de keel van die [slachtoffer] heeft gehouden en daarbij tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: “En ik wil nu de codes hebben” en
- aan die [slachtoffer] hebben gevraagd om zijn Googleaccount-gegevens en pincode en inloggegevens voor internetbankieren af te geven en
- tegen die [slachtoffer] hebben gezegd dat hij naar de ING-bank moest bellen om de blokkade van zijn pinpas ongedaan te maken;
3.
op tijdstippen in de periode van 20 december 2017 tot en met 22 december 2017 te Woerden en Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere geldbedragen van in totaal 9902,87 euro, toebehorende aan [slachtoffer] , waarbij verdachte en zijn mededader zich telkens die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten pinpas(sen) van die [slachtoffer] en daarbij behorende pincode(s) en codes om mee te internetbankieren die zijn verzonden naar de telefoon van die [slachtoffer] en inloggegevens van die [slachtoffer] voor internetbankieren;
4.
op 20 december 2017 te Woerden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet een mes heeft gestoken in de borst(streek), zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
5.
op tijdstippen in de periode van 2 december 2017 tot en met 4 december 2017 te Woerden, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen van in totaal 2000 euro, toebehorende aan [slachtoffer] , waarbij verdachte zich (telkens) die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een pinpas van die [slachtoffer] en de daarbij behorende pincode.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
12 BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 5 (vijf) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
IPad;
- -
wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 8.479,-;
- -
veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer] van een bedrag van
€ 6.479,- , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2017 tot de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van een bedrag van € 2.000,- , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 december 2017 tot de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 6.479,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 67 dagen hechtenis;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat
€ 2.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 december 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 30 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Perrick, voorzitter,
mrs. J.G. van Ommeren en J.A. Spee, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.S. Wijkstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 juli 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 20 december 2017 tot en met 22 december 2017 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s) opzettelijk wederrechtelijk
- die [slachtoffer] gedurende bovengenoemde periode tegen zijn zin in een woning
en/of de daarbij behorende kelderbox gelegen aan de [adres]
(vast)gehouden en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans éénmaal, geslagen met een knuppel/stofzuigerslang, althans een stomp voorwerp op zijn linkerbovenbeen en/of linkeronderarm, althans het lichaam (toen die [slachtoffer] voornoemde woning wilde verlaten) en/of
- meermalen, althans éénmaal, de polsen/handen van die [slachtoffer] achter zijn rug
aan elkaar vast gebonden en/of
- meermalen, althans éénmaal, de polsen/handen van die [slachtoffer] voor zijn
lichaam aan elkaar vast gebonden en/of
- meermalen, althans éénmaal, de enkels van die [slachtoffer] aan elkaar vast
gebonden en/of
- meermalen, althans éénmaal een laken, althans een stoffen voorwerp over het
gezicht/hoofd van die [slachtoffer] gedaan en/of
- tegen die [slachtoffer] gezegd, terwijl die [slachtoffer] niets zag, dat er nog een persoon in de woning aanwezig was die [slachtoffer] iets aan zou doen wanneer die [slachtoffer] een verdachte beweging zou maken en/of
- meermalen, althans éénmaal, tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij op zijn buik moest gaan liggen en 15 minuten moest wachten nadat hij/zij de woning had(den) verlaten;
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 december
2017 tot en met 22 december 2017 te [woonplaats] , althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft
gedwongen tot de afgifte van (een) bankpas(sen) en/of een mobiele telefoon, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten één of meer pincode(s) en/of inloggegevens voor internetbankieren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders:
- die [slachtoffer] gedurende bovengenoemde periode tegen zijn zin in een woning
en/of de daarbij behorende kelderbox gelegen aan de [adres]
heeft/hebben vastgehouden en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans éénmaal, geslagen met een knuppel/stofzuigerslang, althans een stomp voorwerp op zijn linkerbovenbeen en/of linkeronderarm, althans het lichaam en/of
- meermalen, althans éénmaal, de polsen/handen van die [slachtoffer] achter zijn rug
aan elkaar vast heeft/hebben gebonden en/of
- meermalen, althans éénmaal, de polsen/handen van die [slachtoffer] voor zijn
lichaam aan elkaar vast heeft/hebben gebonden en/of
- meermalen, althans éénmaal, de enkels van die [slachtoffer] aan elkaar vast
heeft/hebben gebonden en/of
- meermalen, althans éénmaal een laken, althans een stoffen voorwerp over het
gezicht/hoofd van die [slachtoffer] heeft/hebben gedaan en/of
- een mes tegen de keel van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: “En ik wil nu de codes hebben” en/of
- aan die [slachtoffer] heeft/hebben gevraagd om zijn Googleaccount-gegevens en/of pincode en/of inloggegevens voor internetbankieren af te geven en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat hij naar de ING-bank moest bellen
om de blokkade van zijn pinpas ongedaan te maken;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 december 2017 tot en met 22 december 2017 te Woerden en/of Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 9902,87 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geldbedrag(en) (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten pinpas(sen) van die [slachtoffer] en/of
daarbij behorende pincode(s) en/of codes om mee te internetbankieren die zijn
verzonden naar de telefoon van die [slachtoffer] en/of inloggegevens van die [slachtoffer] voor internetbankieren;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 20 december 2017 te Woerden, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet
een mes, althans een scherp en/of puntig (steek)voorwerp, heeft gestoken in de
borst(streek), zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 december 2017
tot en met 4 december 2017 te Woerden, althans in het arrondissement Midden-
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
één of meer geldbedrag(en) van in totaal 2000 euro, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of die/dat weg te nemen geldbedrag(en) (telkens) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een
pinpas van die [slachtoffer] en/of de daarbij behorende pincode;