5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 21 februari 2016, te Cabauw, gemeente Lopik, als verkeersdeelnemer, namelijk als
bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken] ), daarmede rijdende over de weg, de Lopikerweg West, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend, te rijden
- na het door hem, verdachte, (voorafgaand) gebruik van amfetamine en
- met - afgezien van hem, verdachte - drie passagiers, in de door hem, verdachte, bestuurde
auto en
- met een snelheid van 61 km/u, alwaar een snelheid van 30 km/u is toegestaan en
- met achterbanden voorzien van onvoldoende profiel, te weten met een profiel tussen 0 en
1,5 mm, waar op grond van artikel 5.2.27 onder punt 4 van de Regeling Voertuigen een
profiel van ten minste 1,6 mm is voorgeschreven en
- terwijl het wegdek nat was en terwijl het donker was en (vervolgens)
- een bocht naar rechts niet tijdig op te merken en
- ( daarbij) de spoorkracht van zijn, verdachtes, voertuig kwijt te raken en
- de controle over zijn voertuig te verliezen, ten gevolge waarvan zijn, verdachtes, voertuig
uitbrak en verdachtes voertuig (vervolgens) ondersteboven in de naast de weg gelegen sloot
is geraakt, waardoor een ander, namelijk medepassagier van die auto,
genaamd [slachtoffer] , werd gedood,
- terwijl hij, verdachte, het voertuig bestuurde terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed
van een stof, te weten een concentratie van 0,25 mg/l amfetamine in zijn, verdachtes,
bloed, waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan
de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden
geacht, als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 en
- terwijl het feit is veroorzaakt doordat hij, verdachte, de krachtens de Wegenverkeerswet
1994 vastgestelde ter plaatse maximaal toegestane snelheid van 30 km/u in ernstige mate
heeft overschreden, te weten dat hij met 61 km/u en eens zo snel als toegestaan reed.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
12 BESLISSING
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 8 maanden;
- bepaalt dat een gedeelte van deze straf, te weten 4 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarden dat verdachte
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het
nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
zich binnen 5 dagen na de datum onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij de Reclassering Nederland op het adres Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht. Hierna moet verdachte zich gedurende de proeftijd blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
zich ambulant zal laten behandelen voor zijn middelengebruik in combinatie met zijn slaapproblemen en medicatiegebruik bij Inforsa of een soortgelijke ambulante forensische zorginstelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven. Verdachte wordt hierbij verplicht mee te werken aan de afname van urinecontroles;
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- ontzegt verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2
jaren;
- beveelt dat een gedeelte van deze straf, te weten 1 jaar, niet zal worden ten uitvoer
gelegd, tenzij verdachte de hierna te vermelden algemene voorwaarde niet heeft
nageleefd.
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarden dat verdachte
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende, mevrouw [C] , van de personenauto, merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken] ;
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, [naam benadeelde partij] , van een bedrag van € 500,- (zegge vijfhonderd euro);
- -
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2016 tot de dag van volledige betaling;
- -
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam benadeelde partij] aan de Staat
€500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2016 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 10 dagen hechtenis;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Perrick, voorzitter, mrs. I.J.B. Corbeij en J. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Lindeman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 september 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat hij:
primair
op of omstreeks 21 februari 2016, te Cabauw, gemeente Lopik, althans in het arrondissement Midden-Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken] ), daarmede rijdende over de weg, de Lopikerweg West, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, te rijden
- na het door hem, verdachte, (voorafgaand) gebruik van amfetamine en/of alcohol en/of
- met - afgezien van hem, verdachte - drie passagiers, in de door hem, verdachte, bestuurde auto en/of
- met een snelheid van 61 km/u, alwaar een snelheid van 30 km/u is toegestaan, althans met een snelheid die aanmerkelijk boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid lag en/of
- met achterbanden voorzien van onvoldoende profiel, te weten met een profiel tussen 0 en 1,5 mm, waar op grond van artikel 5.2.27 onder punt 4 van de Regeling Voertuigen een profiel van ten minste 1,6 mm is voorgeschreven en/of
- terwijl het wegdek nat was en/of
- terwijl het donker was en/of (vervolgens)
- een bocht naar rechts niet en/of niet tijdig op te merken en/of
- ( daarbij) de spoorkracht van zijn, verdachtes, voertuig kwijt te raken en/of
- de controle over zijn voertuig te verliezen, ten gevolge waarvan zijn, verdachtes, voertuig uitbrak en/of verdachtes voertuig (vervolgens) ondersteboven in de naast de weg gelegen sloot, althans in het water, is geraakt, waardoor een ander, namelijk medepassagier van die auto, genaamd [slachtoffer] , werd gedood
- terwijl hij, verdachte, het voertuig bestuurde terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten een concentratie van 0,25 mg/l amfetamine in zijn, verdachtes, bloed, waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht, als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 en/of
- terwijl het feit is veroorzaakt en/of mede veroorzaakt doordat hij, verdachte, de krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde ter plaatse maximaal toegestane snelheid van 30 km/u in ernstige mate heeft overschreden, te weten dat hij met 61 km/u en/of eens zo snel als toegestaan reed;
art 8 lid 1 Wegenverkeerswet 1994
art 175 lid 1 onder a jo lid 3 Wegenverkeerswet 1994
art 6 Wegenverkeerswet 1994
subsidiair
op of omstreeks 21 februari 2016, te Cabauw, gemeente Lopik, althans in het arrondissement Midden-Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken] ), heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Lopikerweg West,
- na het door hem, verdachte, (voorafgaand) gebruik van amfetamine (te weten een concentratie van 0,25 mg/l amfetamine in zijn, verdachtes, bloed) en/of alcohol en/of
- met - afgezien van hem, verdachte - drie passagiers, in de door hem, verdachte, bestuurde auto en/of
- met een snelheid van 61 km/u, alwaar een snelheid van 30 km/u is toegestaan, althans met een snelheid die aanmerkelijk boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid lag en/of
- met achterbanden voorzien van onvoldoende profiel, te weten met een profiel tussen 0 en 1,5 mm, waar op grond van artikel 5.2.27 onder punt 4 van de Regeling Voertuigen een profiel van ten minste 1,6 mm is voorgeschreven en/of
- terwijl het wegdek nat was en/of
- terwijl het donker was en/of (vervolgens)
- een bocht naar rechts niet en/of niet tijdig op te merken en/of
- ( daarbij) de spoorkracht van zijn, verdachtes, voertuig kwijt te raken en/of
- de controle over zijn voertuig te verliezen, ten gevolge waarvan zijn, verdachtes, voertuig uitbrak en/of verdachtes voertuig (vervolgens) ondersteboven in de naast de weg gelegen sloot, althans in het water, is geraakt,
door welke gedraging(en) gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon
worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon
worden gehinderd.
art 5 Wegenverkeerswet 1994