10 BESLAG
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- 2.00 STK Stoel hout (45205);
- 1.00 STK Bank 1.5 zits (45213);
- 1.00 STK Bank 2-zitsbank (45202);
- 1.00 STK Stoel fauteuil (45211);
- 1.00 STK Bank Sofa (45210);
- 1.00 STK Bank 2.5 zits (45209);
- 1.00 STK Kast hout (45208);
- 2.00 STK Stoel hout (45207);
- 2.00 STK Bank Hockers (45206);
- 2.00 STK Bed 2-persoons (45191);
- 1.00 STK Bank 1,5 zits (45214);
verbeurdverklaren.
De rechtbank overweegt dat het bewezen verklaarde feit met betrekking tot deze voorwerpen dan wel met behulp van deze voorwerpen is begaan.
12 BESLISSING
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 5 jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
- -
2.00 STK Stoel hout (45205);
- -
1.00 STK Bank 1.5 zits (45213);
- -
1.00 STK Bank 2-zitsbank (45202);
- -
1.00 STK Stoel fauteuil (45211);
- -
1.00 STK Bank Sofa (45210);
- -
1.00 STK Bank 2.5 zits (45209);
- -
1.00 STK Kast hout (45208);
- -
2.00 STK Stoel hout (45207);
- -
2.00 STK Bank Hockers (45206);
- -
2.00 STK Bed 2-persoons (45191);
- -
1.00 STK Bank 1,5 zits (45214);
- wijst af het verzoek tot opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Bos, voorzitter, mrs. N.E.M. Kranenbroek en
W.S. Ludwig, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.J. van Klompenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 maart 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
primair:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 februari 2016 tot en met 8 juli 2016 te Rotterdam en/of Almere en/of Amsterdam, althans te Nederland en/of Brazilië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet,
70,14 kilogram cocaïnepasta, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair:
een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en) op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 februari 2016 tot en met 8 juli 2016 te Rotterdam en/of Almere, althans in Nederland, en/of Brazilië tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeMiebben gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet,
70,14 kilogram cocaïnepasta, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op een of meerdere tijdstippen in of
omstreeks de periode van 13 februari 2016 tot en met 8 juli 2016 te Almere, Amsterdam en/of Rotterdam, althans in Nederland en/of in Brazilië, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door de meubels (bevattende de cocaïnepasta):
- te importeren en/of naar Nederland te laten vervoeren en/of
- zorg te dragen voor een zogeheten (verhullende) deklading en/of
- naar het (bedrijfs)pand te laten vervoeren waarvan hij, verdachte, gebruik maakte en/of
- op te slaan en/of te bewaren in het (bedrijfs)pand in gebruik bij verdachte;
meer subsidiair:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 juni 2016 tot en met 8 juli
2016 te Rotterdam en/of Almere en/of Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad 70,14 kilogram, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.