3.1.
De VvE heeft in de verstekprocedure gevorderd, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
A. jegens de gebruikers
primair:
1. de vordering tot ontruiming in voorlopige voorziening (vordering 1 in incident) te bekrachtigen;
subsidiair:
2. de vordering tot verlenen van medewerking aan het ondertekenen van de gebruikersverklaring (vordering 2 in incident) te bekrachtigen;
3. de vordering tot borgstelling (vordering 3 in het incident) te bekrachtigen;
4. de gebruikers (gedaagden 2 t/m 6) te veroordelen om het appartementsrecht [straatnaam] [nummeraanduiding 4/letteraanduiding 2] te [woonplaats 1] met al degenen die zich daarin bevinden, vóór of uiterlijk binnen één week na betekening van het te wijzen vonnis, althans een door de rechtbank te bepalen termijn volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden;
meer subsidiair:
gebruikers (gedaagden 2 t/m 5) te veroordelen om:
5. aan te tonen dat zij medewerking verlenen aan het ondertekenen van een gebruikersverklaring conform artikel 24 RS (in dit vonnis ook aangeduid als MR), waarvoor zij binnen één week na betekening van het te wijzen vonnis aan de bestuurder van de VvE aangetekend een verklaring hebben toe te zenden via het postadres Postbus [postbusnummer] , [postcode 2] [vestigingsplaats] , dan wel op een door de rechtbank te bepalen wijze, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag(deel), dan wel een bedrag en/of termijn door de rechtbank te bepalen;
6. zichzelf als borg te verbinden voor de periodieke bijdragen vanaf mei 2018 en die borgstelling binnen één week na betekening van het te wijzen vonnis aan de bestuurder van de VvE aangetekend toe te zenden via het postadres Postbus [postbusnummer] , [postcode 2] [vestigingsplaats] , onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag(deel), dan wel een bedrag en/of termijn door de rechtbank te bepalen;
7. het appartementsrecht [straatnaam] [nummeraanduiding 4/letteraanduiding 2] te [woonplaats 1] met al degenen die zich daarin bevinden, vóór of uiterlijk binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis, althans een door de rechtbank te bepalen termijn volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden, indien niet wordt voldaan aan één van de vorderingen onder punt 6 t/m 8;
jegens [procesdeelnemer II]
primair:
-
de vordering tot staking van verboden gebruik in voorlopige voorziening (vordering 1 in het incident) te bekrachtigen;
-
de vordering tot betaling van het voorschot te bekrachtigen en/of [procesdeelnemer II] te veroordelen tot betaling van € 2.620,82, voor de achterstand in periodieke bijdragen tot en met mei 2018, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2018;
-
te veroordelen tot voldoening van de periodieke voorschotbijdragen en opeisbare stookkosten en/of opeisbare kosten voortvloeiend uit water- en/of elektraverbruik vanaf juni 2018, tot en met de dag der algehele voldoening, dan wel zoveel eerder als het lidmaatschap van [procesdeelnemer II] zal eindigen, inclusief alle wijzigingen en/of extra bijdragen welke worden besloten door de vergadering van eigenaren, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de opeisbaarheid;
4. de vordering tot verstrekken van gebruikersverklaring(en) (vordering 2 in incident) te bekrachtigen;
5. de vordering tot voldoen aan voorwaarden verzekeraar (vordering 3 in incident) te bekrachtigen;
6. de vordering tot betaling van een voorschot in achterstand in periodieke bijdragen (vordering 4 in incident) te bekrachtigen;
7. binnen één week, dan wel binnen een termijn door de rechtbank in goede justitie te bepalen, na betekening van het te wijzen vonnis, ervoor te zorgen dat elke activiteit op kamergewijs gebruik en/of bedrijfsmatig gebruik en/of kortstondig gebruik van een periode korter dan zes maanden wordt gestaakt en gestaakt blijft, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag(deel), dan wel een bedrag en/of termijn door de rechtbank te bepalen;
meer subsidiair:
8. van degene(n) die zijn appartementsrecht gebruiken een in duplo opgemaakte en gedagtekende ondertekende verklaring dat die betreffende gebruiker de bepalingen van het reglement, het huishoudelijk reglement en de besluiten na zal komen en die verklaring aan het bestuur binnen één week, dan wel een termijn door de rechtbank in goede justitie te bepalen, na betekening van het te wijzen vonnis aan de bestuurder van de VvE aangetekend toe te zenden via het postadres Postbus [postbusnummer] , [postcode 2] [vestigingsplaats] , dan wel op een door de rechtbank te bepalen wijze, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag(deel), dan wel een bedrag en/of termijn door de rechtbank te bepalen;
9. aan te tonen dat zijn appartementsrecht voldoet aan de aanvullende eisen van de verzekeraar conform productie 10, en dit bewijs aan het bestuur binnen één week, dan wel een in goede justitie te bepalen termijn, na betekening van het te wijzen vonnis aan de bestuurder van de VvE aangetekend toe te zenden via het postadres Postbus [postbusnummer] , [postcode 2] [vestigingsplaats] , dan wel op een door de rechtbank te bepalen wijze, onder verbeurte van een dwangsom van € 500, - per dag(deel), dan wel een door de rechtbank te bepalen bedrag en/of termijn;
10. bij niet-nakoming van één van de vorderingen onder het gevorderde onder 4 tot en met 6 [procesdeelnemer II] binnen twee weken, dan wel binnen een door de rechtbank te bepalen termijn, na betekening van het te wijzen vonnis, ervoor te zorgen dat elke activiteit op (onder)verhuur wordt gestaakt en gestaakt blijft, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag(deel), dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
jegens [procesdeelnemer II] en de gebruikers
jegens hen hoofdelijk, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-
de vordering tot voldoening van de proceskosten in het incident te bekrachtigen, dan wel toe te wijzen;
-
hen te veroordelen tot voldoening van de kosten van deze procedure, inclusief de kosten van het incident, te voldoen binnen één week na betekening van het te wijzen vonnis, dan wel door de rechtbank te bepalen termijn, en - voor het geval dat voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente daarover, en te vermeerderen met kosten van tenuitvoerlegging waaronder de eventueel te maken ontruimingskosten op vertoon van
de daartoe nodige, in dit vonnis te vermelden, bescheiden op de voet van artikel 3:299 lid 3 BW.
3.6.
Na wijziging c.q. vermeerdering van eis bij akte van 7 juni 2019 vordert [procesdeelnemer II] :
I. de VvE te veroordelen tot betaling aan hem, [procesdeelnemer II] , van de door hem teveel betaalde ledenbijdrage van € 1.368,61, binnen zeven dagen na dit vonnis, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over het gehele bedrag vanaf het instellen van de tegenvordering, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dag, tot aan de dag der algehele voldoening;
II. de VvE te veroordelen om binnen een termijn van twee maanden na dagtekening van het vonnis, dan wel binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, zorg te dragen voor het laten bijblazen van de spouwmuurisolatie c.q. aanvullend laten isoleren van het appartementencomplex zodat de koudebrug wordt verholpen, en welke (herstel)werkzaamheden conform de eisen van goed en deugdelijk werk uitgevoerd dienen te worden door een in overleg met hem, [procesdeelnemer II] , te benoemen deskundige derde, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag, met een maximum van € 100.000,- indien de VvE zulks nalaat;
III. de VvE te veroordelen tot vervanging van de dubbele balkondeuren van hem, [procesdeelnemer II] , met vergelijkbare materialen en in dezelfde stijl, inclusief het schilderen van de deuren en plaatsen van het glas, en daarvoor de kosten op zich te nemen binnen één maand na het vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- bij overtreding en
€ 100,00 voor elke dag dat de overtreding voortduurt;
IV. de VvE te veroordelen om binnen een termijn van een maand na dagtekening van het vonnis, dan wel binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, zorg te dragen voor het schilderen van het zolder(berg)raam van hem, [procesdeelnemer II] , en welke werkzaamheden conform de eisen van goed en deugdelijk werk uitgevoerd dienen te worden door een in overleg met hem, [procesdeelnemer II] , te benoemen deskundige derde, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag, met een maximum van
€100,000,- indien de VvE zulks nalaat;
V. (bij wijziging van eis ingetrokken);
VI. te verklaren voor recht dat de VvE aansprakelijk is voor de door hem, [procesdeelnemer II] , geleden en nog te lijden schade als gevolg van de tussen hem en zijn huurder [bedrijfsnaam 2] gesloten en daarna vernietigde huurovereenkomst en de VvE te veroordelen tot betaling aan hem, [procesdeelnemer II] , van primair € 1.865,50 dan wel subsidiair €1.650,- per maand, te vermeerderen met de contractueel overeengekomen indexering, ten titel van schadevergoeding wegens het mislopen van huurpenningen, althans een bedrag door de
rechtbank in goede justitie te bepalen, te rekenen vanaf 1 november 2018 tot aan het tijdstip waarop hij, [procesdeelnemer II] , het gehuurde onder (minimaal) dezelfde voorwaarden aan een derde heeft verhuurd;
VII. de VvE te veroordelen tot het overleggen van de financiële boekhouding c.q. de volledige set kasstukken over de jaren 2016 en 2017 en de jaren daaropvolgend, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag, met een maximum van € 100.000,- indien de VvE zulks nalaat;
VIII. (bij wijziging van eis ingetrokken);
IX. de VvE te veroordelen tot betaling aan [procesdeelnemer II] van het 96/1102de deel van alle onder I. en VI. genoemde vorderingen;
X. te verklaren voor recht dat hij, [procesdeelnemer II] , bevoegd is de vordering van de VvE op hem - na aftrek van de door hem betwiste posten - te verrekenen met de onder I., VI. en IX. genoemde vorderingen, en de VvE te veroordelen tot betaling, na de verrekening, aan hem, [procesdeelnemer II] , binnen zeven dagen na het vonnis, althans tot een bedrag als door de rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over het gehele bedrag vanaf het instellen van de tegenvordering, althans vanaf een dag als door de rechtbank in goede justitie te bepalen, tot aan de dag der algehele voldoening;
XI. de VvE te veroordelen tot betaling aan hem, [procesdeelnemer II] , van de door hem geleden schade vanwege de hogere stookkosten van € 473,11 per jaar vanaf 2009 tot aan het bijblazen van de spouwmuurisolatie zoals gevorderd onder II,
XII. de VvE te veroordelen tot betaling aan [procesdeelnemer II] van de door hem geleden schade vanwege de nu voor zijn rekening genomen kosten voor de noodreparatie en het herstel van de enkele balkondeur van € 635,25 (= € 150,- exclusief 21% btw voor de noodreparatie plus de kosten voor het herstel van € 375,- exclusief 21% btw / Offerte [bedrijfsnaam 5] van 31 december 2018), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2019 tot aan de dag der algehele betaling.