Faillietverklaring. Partijen werden niet gehoord, maar kregen de gelegenheid schriftelijk en telefonisch hun standpunt toe te lichten. Toestand van te hebben opgehouden te betalen, houdt geen verband met de tijdelijke corona-maatregelen.
Vonnis op grond van artikel 1 Fw (verzoek tot faillietverklaring)
d.d. 7 april 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap
EULER HERMES S.A.,
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
verzoekster,
advocaat mr. I.A. van Rooij
tegen
de besloten vennootschap
H&R Poultry Trading B.V.,
statutair gevestigd te Gemeente Utrecht ,
verweerster.
1 De procedure
1.1.
Verzoekster heeft een verzoekschrift tot faillietverklaring van verweerster op 7 januari 2020 bij de rechtbank ingediend.
1.2.
Verzoeksters en verweerster hebben bericht ontvangen dat als gevolg van de coronacrisis de verdere behandeling zou plaatsvinden zonder fysieke zitting. Partijen hebben de gelegenheid gekregen op 7 april 2020 hun standpunten (nader) schriftelijk en telefonisch te onderbouwen. Verzoekster heeft nadere stukken ingediend. Verweerster heeft niet gereageerd.
2 De beoordeling
2.1.
Nu niet is gesteld of gebleken dat het centrum van de voornaamste belangen van verweerster zich in een andere lidstaat bevindt dan die waarin de plaats van haar statutaire zetel is gelegen, gaat de rechtbank op grond van het bepaalde in artikel 3 van de EU Insolventieverordening uit van de bevoegdheid van de Nederlandse rechter.
2.2.
Uitgangspunt is dat partijen op grond van artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (“EVRM”) aanspraak hebben op een mondelinge behandeling van hun zaak. In dit geval werd het recht van partijen om in persoon te worden gehoord, beperkt. Deze beperking is in het belang van de bescherming van de volksgezondheid. Door partijen zo min mogelijk op zitting te horen, wordt immers beoogd de (verdere) verspreiding van het Coronavirus te voorkomen. Partijen zijn voorafgaand aan de beoordeling geïnformeerd over de wijze waarop zij hun zaak konden toelichten.
2.3.
Na summier onderzoek is gebleken van het bestaan van feiten en omstandigheden die aantonen dat verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Uit niets blijkt dat deze toestand het gevolg is van de tijdelijke coronamaatregelen. Ook van het vorderingsrecht van verzoekster is summierlijk gebleken.
2.4.
Het verzoek zal met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 1, 2, 4, 6, en 14 Fw worden toegewezen.
3 De beslissing
De rechtbank:
3.1.
verklaart
de besloten vennootschap
H&R Poultry Trading B.V.,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 50505041 ,
benoemt tot rechter-commissaris mr. P.A.M. Penders, lid van deze rechtbank, en stelt aan tot curator mr. L. van Dieren-Muller, advocaat te Utrecht, telefoonnummer 030-2595959,
3.3.
geeft de curator last tot het openen van de aan gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Neijt en in het openbaar uitgesproken op 7 april 2020 te 12:00 uur.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: