11 BESLISSING
- verklaart het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 primair en 2 primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het in rubriek 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 80 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 40 dagen hechtenis;
Benadeelde partij [benadeelde 3]
- -
verklaart [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- -
veroordeelt [benadeelde 3] in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 2]
- -
wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 3.097,40, zijnde een vergoeding voor materiële schade;
- -
verklaart [benadeelde 2] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- -
veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 1.027,00 vanaf
8 maart 2018 en over het bedrag van € 2.070,40 vanaf 9 maart 2018, tot de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat
€ 3.097,40 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van
€ 1.027,00 vanaf 8 maart 2018 en over het bedrag van € 2.070,40 vanaf 9 maart 2018, tot de dag van volledige betaling;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde 2] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde 2] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 1]
- -
wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 2.167,85, zijnde een vergoeding voor materiële schade;
- -
verklaart [benadeelde 1] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 2.167,85 vanaf 5 februari 2018 tot de dag van volledige betaling;
- -
wijst de gevorderde hoofdelijke veroordeling af;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 2.167,85 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.167,85 vanaf 5 februari 2018 tot de dag van volledige betaling;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde 1] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde 1] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter tevens kinderrechter, mrs. H. den Haan en D.S. Terporten-Hop, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Campmans, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 juni 2020.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1 primair:
hij, op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Almere en/of Hilversum en/of Bussum en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meermalen (telkens) van een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 1324,77, (middels de bankrekening van [E] ) en/of € 1245,25 (middels de bankrekening van [naam] ) en/of € 1852,15 (middels de bankrekening van [medeverdachte 2] ) en/of € 2167,85 (middels de bankrekening van [A] ), althans enig
geldbedrag, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 1324,77 en/of € 1245,25 en/of € 1852,15 en/of € 2167,85, althans enig
geldbedrag, was, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 1324,77 en/of € 1245,25 en/of € 1852,15 en/of € 2167,85, althans enig geldbedrag, voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij en/of zijn mededaders wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf,
en/of
hij, op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Almere en/of Hilversum en/of Bussum en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meermalen (telkens) van een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 1324,77, (middels de bankrekening van [E] ) en/of € 1245,25 (middels de bankrekening van [naam] ) en/of € 1852,15 (middels de bankrekening van [medeverdachte 2] ) en/of € 2167,85 (middels de bankrekening van [A] ), althans enig
geldbedrag, heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovengenoemde geldbedragen, gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
1 subsidiair:
een of meer onbekend gebleven personen, op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Almere en/of Hilversum en/of Bussum en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen in vereniging, althans alleen,
een of meermalen (telkens) van een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 1324,77, (middels de bankrekening van [E] ) en/of € 1245,25 (middels de bankrekening van [naam] ) en/of € 1852,15 (middels de bankrekening van [medeverdachte 2] ) en/of € 2167,85 (middels de bankrekening van [A] ), althans enig
geldbedrag, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 1324,77, (middels de bankrekening van [E] ) en/of € 1245,25
(middels de bankrekening van [naam] ) en/of € 1852,15 (middels de bankrekening van [medeverdachte 2] ) en/of € 2167,85 (middels de bankrekening van [A] ), althans enig geldbedrag, althans enig geldbedrag, was, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 1324,77 en/of € 1245,25 en/of € 1852,15 en/of € 2167,85, althans enig geldbedrag, voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl deze onbekend gebleven personen (telkens) wisten, althans redelijkerwijs moesten vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Almere en/of
Hilversum en/of Bussum en/of Amsterdam, althans in Nederland, een of meerdere malen (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door (telkens) zelf en/of een of meer onbekend gebleven personen geldbedragen te (laten) pinnen/betalen en/of op te (laten) nemen met de bankpas(sen) van [E] en/of [naam] en/of [medeverdachte 2] en/of [A] , althans met een bankpas welke niet op naam staat van verdachte,
en/of
een of meer onbekend gebleven personen, op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Almere en/of Hilversum en/of Bussum en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen in vereniging, althans alleen,
een of meermalen (telkens) van een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 1324,77, (middels de bankrekening van [E] ) en/of € 1245,25 (middels de bankrekening van [naam] ) en/of € 1852,15 (middels de bankrekening van [medeverdachte 2] ) en/of € 2167,85 (middels de bankrekening van [A] ), althans enig
geldbedrag, heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovengenoemde geldbedragen, gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl deze onbekend gebleven personen (telkens) wisten, althans redelijkerwijs moesten vermoeden dat dat
voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door (telkens) zelf en/of een of meer onbekend gebleven personen geldbedragen te (laten) pinnen/betalen en/of op te (laten) nemen met de bankpas(sen) van [E] en/of [naam] en/of [medeverdachte 2] en/of [A] , althans met een bankpas welke niet op naam staat van verdachte;
2 primair:
hij, op of omstreeks 9 maart 2018 te Hilversum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een pet, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van een voorwerp, te weten een pet gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest
vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
2 subsidiair:
hij, op of omstreeks 9 maart 2018, te Hilversum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een pet, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf.