11 BESLISSING
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het in rubriek 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 50 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 25 dagen hechtenis;
- -
wijst de vordering van [aangever] toe tot een bedrag van € 2.486,20, zijnde een vergoeding voor materiële schade;
- -
verklaart [aangever] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangever] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 1.463,20 vanaf 8 maart 2018 en over het bedrag van € 1.023,00 vanaf 9 maart 2018, tot de dag van volledige betaling;
- -
wijst de gevorderde hoofdelijke veroordeling af;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever] aan de Staat € 2.486,20 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 1.463,20 vanaf 8 maart 2018 en over het bedrag van € 1.023,00 vanaf 9 maart 2018, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 34 dagen gijzeling;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [aangever] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door [aangever] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.S. Terporten-Hop, voorzitter, mrs. R.B. Eigeman en
H. den Haan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Campmans, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 juni 2020.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
primair:
hij, op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Hilversum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meermalen (telkens) van een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 2486,20, althans enig geldbedrag, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 2486,20, althans enig geldbedrag, was, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 2486,20, althans enig geldbedrag,
voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf,
hij, op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Hilversum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meermalen (telkens) van een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 2486,20, althans enig geldbedrag, heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovengenoemd geldbedrag, gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
subsidiair:
een of meer onbekend gebleven personen, op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Hilversum, althans in Nederland, tezamen in vereniging, althans alleen, een of meermalen (telkens) van een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 2486,20, althans enig geldbedrag,
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal)
€ 2486,20, althans enig geldbedrag, was, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal) € 2486,20, althans enig geldbedrag, voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl deze onbekend gebleven personen (telkens) wisten, althans redelijkerwijs moesten vermoeden dat dat voorwerp geheel of
gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Hilversum, althans in Nederland, een of meerdere malen (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die een of meer onbekend gebleven personen, (telkens) (toegang tot) zijn bankrekening en/of pinpas en/of pincode mee te geven en/of ter beschikking te stellen, en/of een of meer onbekend gebleven personen, op een of meerdere
tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Hilversum, althans in Nederland, tezamen in vereniging, althans alleen, een of meermalen (telkens) van een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen van (in totaal)
€ 2486,20, althans enig geldbedrag, heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovengenoemd geldbedrag, gebruik heeft/hebben
gemaakt, terwijl deze onbekend gebleven personen (telkens) wisten, althans
redelijkerwijs moesten vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die een of meer onbekend gebleven personen, (telkens) (toegang tot) zijn bankrekening en/of pinpas en/of pincode mee te geven en/of ter beschikking te stellen.