12 BESLISSING
- verklaart het onder feit 2, feit 4, feit 5, feit 6 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 12 weken;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 4 weken, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
* zich binnen drie dagen na zijn invrijheidstelling meldt bij Reclassering Nederland op het adres Wittevrouwenkade 6 te Utrecht. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* zich behandelen door een forensische polikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij bijvoorbeeld terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
* verblijft in een instelling voor beschermd of begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
* meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen
middels begeleiding vanuit Stadsgeldbeheer of een soortgelijke instelling, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen;
* meewerkt, indien dit geïndiceerd blijkt, aan controle van het gebruik van alcohol en/ of drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
* een dagbesteding verkrijgt en behoudt;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
* op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met medeverdachte [medeverdachte] , geboortedatum [1998] te [geboorteplaats] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
Vorderingen benadeelde partijen
Feit 1 - Benadeelde partij [rechtspersoon 2] B.V.
- -
wijst de vordering van [rechtspersoon 2] B.V. toe tot een bedrag van € 385,97, bestaande uit materiële schade;
- -
veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [rechtspersoon 2] B.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2020 tot de dag van volledige betaling;
- -
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
- -
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [rechtspersoon 2] B.V. aan de Staat
€ 385,97 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2020 tot de
dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting
worden aangevuld met 7 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de
betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als
hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel
aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten
behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden
begroot op nihil;
Feit 3 - Benadeelde partij [aangever 3]
- -
wijst de vordering van [aangever 3] toe tot een bedrag van € 525,00, bestaande uit materiële schade;
- -
veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 februari 2020 tot de dag van volledige betaling;
- -
wijst de vordering van [aangever 3] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- -
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
- -
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 3] aan de Staat
€ 525,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 februari 2020 tot de
dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting
worden aangevuld met 10 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de
betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als
hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel
aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten
behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden
begroot op nihil;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 18 oktober 2018
(parketnummer 16-168332-18)opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk een
gevangenisstraf voor de duur van 1 week.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.J.B. Corbeij, voorzitter, mrs. L.C. Michon en H.J. ter Meulen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van der Beek, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 augustus 2020.
mr. H.J. ter Meulen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 25 februari 2020 te Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
een laptop en/of een laptoptas, in elk geval enig goed, dat geheel of ten
dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [aangever 1] ,
heeft/hebben weggenomen terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen
goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
Feit 2
hij op of omstreeks 20 februari 2020 te Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
een of meerdere studioflitser(s) en/of bijbehorende accessoires en/of
een tas en/of een koffer, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele
aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde,
te weten aan [aangever 2] , heeft/hebben weggenomen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen
goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
Feit 3
hij op of omstreeks 19 februari 2020 te Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
een e-reader en/of een of meerdere kledingstuk(ken) en/of een of
meerdere sleutel(s) en/of een (rug)tas, in elk geval enig goed, dat geheel
of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [aangever 3] , heeft/hebben weggenomen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen
goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
Feit 4
hij op of omstreeks 13 februari 2020 te Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
een laptop (merk HP) en/of een tablet (merk Samsung) en/of een of
meerdere usb-stick(s) en/of een tas, in elk geval enig goed, dat geheel of
ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [aangever 4] , heeft/hebben
weggenomen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen
goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
Feit 5
hij op of omstreeks 11 februari 2020 te Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
een tablet (iPad) en/of een externe HardDisk en/of een paspoort en/of
een tas, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 5]
, heeft/hebben weggenomen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen
goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
Feit 6
hij op of omstreeks 11 februari 2020 te Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
een laptop (merk HP), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan
een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te
weten aan [aangever 6] , heeft/hebben weggenomen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen
goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )