5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1 in de periode van [2016] tot en met 18 mei 2020 te [plaatsnaam] , haar echtgenoot, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] meermalen
met kracht te slaan en stompen (met beide vuisten) in en/of tegen het gezicht en schouder en armen en benen en met één en/of beide handen bij de keel te grijpen en die keel vast te pakken en die keel vast te houden gedurende enkele seconden en te steken en te snijden in het (boven)lichaam met glas en te slaan met een (dweil)stok tegen de/een arm(en), een been en te krabben over het gehele lichaam en te trappen en schoppen tegen de benen/een been en aan de haren te trekken en te duwen en te trekken en een salontafel tegen de benen te duwen en die salontafel tegen zijn ( [slachtoffer 2] ’s) lichaam om te gooien;
feit 2 in de periode van 1 april 2020 tot en met 18 mei 2020 te [plaatsnaam] , [slachtoffer 1] , een kind over wie zij het gezag uitoefende, heeft mishandeld door meermalen:
- die [slachtoffer 1] op harde wijze aan beide/een arm(en) (mee) te trekken en
- aan haar (linker)arm omhoog te tillen en
- te knijpen en
- een (salon)tafel tegen de benen althans het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] aan te duwen en die (salon)tafel om te gooien tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en door meermalen:
- die [slachtoffer 2] te bedreigen in het bijzijn van [slachtoffer 1] en
- te schreeuwen tegen die [slachtoffer 1] en
- [slachtoffer 2] te mishandelen terwijl deze [slachtoffer 1] op schoot dan wel in de nabije omgeving van die [slachtoffer 2] zat/was door die [slachtoffer 2] te slaan (met een voorwerp), schoppen, stompen, krabben, trappen, aan de haren te trekken, waardoor die [slachtoffer 1] (uit angst) heeft geschreeuwd, gegild en gehuild,
waardoor die [slachtoffer 1] pijn en letsel heeft bekomen en/of een hevige onlust veroorzakende geestelijke gewaarwording bij haar is veroorzaakt;
Feit 3 in de periode 1 november 2019 tot en met 18 mei 2020 te [plaatsnaam] ,
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door
- een mes uit de keukenlade te pakken en dreigend de woorden toe te voegen ‘ik ga je echt doodmaken en neersteken’ en door daarbij stekende bewegingen te maken en door het mes op het lichaam van [slachtoffer 2] te richten en door het mes (ter hoogte van de borst van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] ) door een deur heen te steken terwijl die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] aan de andere zijde van de deur stond, en
- dreigend de woorden toe te voegen “Ik prik je ogen eruit” en “Ik zal je ogen laten springen”, en
- te schreeuwen “Ga naar buiten, opstaan naar buiten, kom opstaan’ en daarbij dreigend een kruk op te tillen en voor die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] te gaan staan;
Feit 4 in de periode van 1 april 2020 tot en met 18 mei 2020 te [plaatsnaam] ,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door dreigend de woorden toe te voegen: “En jij, als jij de deur uit gaat dan trek ik jou kop eraf” en “Als je naar buiten gaat, dan prik ik je ogen eruit” en “Als je naar buiten gaat haal ik je ogen eruit”;
Feit 5 op 13 augustus 2020 te [plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een minderjarige, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [2017] ), waarvan de vader is genaamd [slachtoffer 2] , en waarvan zij, verdachte, de moeder is, en die beiden het ouderlijk gezag uitoefenen, heeft onttrokken aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende, terwijl die minderjarige beneden de twaalf jaren oud was, immers heeft verdachte in voornoemde plaats op voornoemde datum tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [slachtoffer 1] meegenomen uit de speeltuin aan de [straatnaam] en hebben zij, verdachte, en haar mededader daarmee opzettelijk in strijd gehandeld met aan de beschikking van 28 juli 2020 van de rechtbank Midden-Nederland betreffende voorlopige voorzieningen in de zaak [slachtoffer 2] (hierna mede te noemen de man) tegen [verdachte] , verdachte, waarin is bepaald dat het minderjarige kind van partijen, [slachtoffer 1] , met onmiddellijke ingang aan de man zal worden toevertrouwd,
deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, waarvan zij, verdachte, op de hoogte was waardoor die [slachtoffer 1] werd onttrokken aan het wettig gezag, hetwelk die vader mede over die [slachtoffer 1] uitoefende;
Feit 6 zij in de periode van 29 mei 2020 t/m 30 mei 2020 te [plaatsnaam] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, als degene aan wie door of namens de burgemeester met toepassing van de Wet Tijdelijk huisverbod een huisverbod was gegeven, derhalve als uithuisgeplaatste, in strijd met dat huisverbod contact heeft opgenomen met de in dat huisverbod genoemde persoon, te weten met [slachtoffer 2] .
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
11 BESLISSING
- verklaart het onder 1, als eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde (poging zware mishandeling) niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, als tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde (mishandeling) en het onder 2, 3, 4, 5 primair en 6 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast;
- als algemene voorwaarden gelden dat:
* verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen volgend op het onherroepelijk worden van het vonnis bij [instelling 2] op het adres [adres] te [plaatsnaam] meldt. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte meewerkt aan het verkrijgen van (verdiepings)diagnostiek en zich laat behandelen door [instelling 3] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 3 (drie) jaren, inhoudende dat verdachte:
* zich onthoudt van direct of indirect contact met [slachtoffer 2] , geboren op [1979] , en [slachtoffer 1] , geboren op [2017] , met uitzondering van contact tussen partijen met toestemming van [instelling 1] , of een soortgelijke instelling, op de door deze instelling bepaalde wijze, in samenspraak met de reclassering, indien en voor zover dat contact in het kader van de hulpverlening en/of een eventuele omgangsregeling met [slachtoffer 1] noodzakelijk is;
* zich niet ophoudt binnen een straal van 50 meter rondom het adres [adres] alsmede het gebied dat omgeven/omsloten wordt door de straten [straatnaam] , [straatnaam] , [straatnaam] en [straatnaam] , allen gelegen te [plaatsnaam] ;
- beveelt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 7 (zeven) dagen, met een totale duur van vervangende hechtenis van ten hoogste 6 (zes) maanden;
- toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
vordering [slachtoffer 2]
- -
wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 3.000,-;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2020 tot de dag van de algehele voldoening;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 40 dagen gijzeling;
- -
bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
vordering [slachtoffer 1]
- -
wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 3.000,-;
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2020 tot de dag van de algehele voldoening;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 40 dagen gijzeling;
- -
bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.G.C. Bij de Vaate, voorzitter, mrs. H.F. Koenis en N.M.H. van Ek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Troostheide, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 september 2021.
Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [2016] tot en met 18 mei 2020 te Utrecht, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] meermalen althans eenmaal met kracht heeft geslagen en/of gestompt (met beide vuisten) in en/of tegen het gezicht, althans het hoofd en/of die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] heeft gewurgd, althans met één en/of beide handen bij de keel heeft gegrepen en/of die keel heeft vastgepakt en/of tegen die keel heeft aangeduwd en/of die keel heeft vastgehouden gedurende twee althans enkele seconden en/of heeft gestoken en/of gesneden in het bovenlichaam met (een) glas(scherf) en/of een mes althans met een scherp voorwerp, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [2016] tot en met 18 mei 2020 te Utrecht, althans in Nederland haar echtgenoot althans levensgezel, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] meermalen althans eenmaal
- met kracht te slaan en/of stompen (met beide vuisten) in en/of tegen het gezicht, althans het hoofd en/of schouder, en/of armen en/of benen, althans tegen het lichaam en/of
- te wurgen, althans met één en/of beide handen bij de keel te grijpen en/of die keel vast te pakken en/of tegen die keel aan te duwen en/of die keel vast te houden gedurende twee althans enkele seconden en/of
- te steken en/of te snijden in het (boven)lichaam met (een) glas(scherf) en/of een mes althans met een scherp voorwerp en/of
- te slaan met een (dweil)stok en/of afstandsbediening althans met enig voorwerp tegen de/een arm(en), de/een benen/been, althans het lichaam en/of
- te krabben over het gehele lichaam en/of
- te trappen en/of schoppen tegen de benen/een been, althans tegen het lichaam en/of
- te knijpen en/of
- aan de haren te trekken en/of
- te duwen en/of te trekken en/of
- een (salon)tafel tegen de benen althans het lichaam te duwen en/of die (salon)tafel tegen zijn ( [slachtoffer 2] ’s) lichaam om te gooien;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 18 mei 2020 te Utrecht, althans in Nederland een kind over wie zij het gezag uitoefende, [slachtoffer 1] , heeft mishandeld althans opzettelijk de gezondheid van die [slachtoffer 1] heeft benadeeld door (in
aanwezigheid van [slachtoffer 2] ) meermalen, althans éénmaaldie [slachtoffer 1]
- ( op harde wijze) aan beide/een arm(en) (mee) te trekken en/of
- bij de benen/een been te pakken en hard aan die [slachtoffer 1] te trekken en/of
- aan haar (linker)arm om hoog te tillen en/of
- te knijpen en/of
- te slaan met een (dweil)stok althans een voorwerp en/of
- een (salon)tafel tegen de benen althans het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] aan te duwen en/of die (salon)tafel om te gooien tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of door meermalen, althans éénmaal
- die [slachtoffer 2] te bedreigen in het bijzijn van [slachtoffer 1] en/of
- te schreeuwen tegen die [slachtoffer 1] en/of
- haar man [slachtoffer 2] te mishandelen terwijl deze [slachtoffer 1] op schoot dan wel in de nabije omgeving van die [slachtoffer 2] zat/was door die [slachtoffer 2] te slaan (met een voorwerp), schoppen, stompen, krabben, trappen, steken en/of snijden met een scherp voorwerp, aan de haren te trekken, te knijpen en/of te wurgen waardoor die [slachtoffer 1] (uit angst) heeft
geschreeuwd, gegild en/of gehuild,
waardoor die [slachtoffer 1] pijn en/of letsel heeft bekomen en/of een hevige onlust veroorzakende lichamelijke en/of geestelijke gewaarwording bij haar is veroorzaakt;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 november 2019 tot en met 18 mei 2020 te Utrecht, althans in Nederland [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door:
- een mes uit de (keuken)lade te pakken en dreigend de woorden toe te voegen ‘ik ga je echt doodmaken en neersteken’ althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of door daarbij stekende bewegingen te maken en/of door het mes (op het lichaam van ) [slachtoffer 2] te richten en/of door het mes meermalen althans éénmaal (ter hoogte van de borst van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] ) door een deur heen te steken terwijl die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] aan de andere zijde van de deur stond en/of
- dreigend de woorden toe te voegen “Ik prik je ogen eruit” en/of “Ik zal je ogen laten springen” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- te schreeuwen “Ga naar buiten, opstaan naar buiten, kom opstaan’ en daarbij dreigend een kruk op te tillen en voor die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] te gaan staan en/of
- met een dweilstok prikkende bewegingen te maken richting die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] ;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 18 mei 2020 te Utrecht, althans in Nederland [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door:
- dreigend een dweilstok te heffen in de richting van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] en/of
- trappende bewegingen te maken richting het onderlijf van [slachtoffer 2] en daarbij dreigend de woorden toe te voegen “Geef dat meisje hier, dan ga je zien wat ik met je moeder ga doen” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- met een dweilstok prikkende bewegingen te maken richting die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] en/of
- meermalen althans éénmaal dreigend de woorden toe te voegen: “En jij, als jij de deur uit gaat dan trek ik jou kop eraf” en/of “Als je naar buiten gaat, dan prik ik je ogen eruit” en/of “Als je naar buiten gaat haal ik je ogen eruit” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
5
zij op of omstreeks 13 augustus 2020 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een minderjarige, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [2017] ), waarvan de vader is genaamd [slachtoffer 2] , en waarvan zij, verdachte, de moeder is, en die beiden het ouderlijk gezag uitoefenen, die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt, heeft onttrokken en/of onttrokken gehouden aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende, terwijl die minderjarige beneden de twaalf jaren oud was,
immers heeft verdachte in voornoemde plaats op voornoemde datum tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] meegenomen/weggevoerd uit het (speel)parkje/de speeltuin aan de [straatnaam] en heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) daarmee opzettelijk in strijd gehandeld met/nagelaten uitvoering te geven aan de beschikking van 28 juli 2020 van de rechtbank Midden-Nederland betreffende voorlopige voorzieningen in de zaak [slachtoffer 2] (hierna
mede te noemen de man) tegen [verdachte] , verdachte, waarin:
- is bepaald dat het minderjarige kind van partijen, [slachtoffer 1] , met onmiddellijke ingang aan de man zal worden toevertrouwd,
- deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, waarvan zij, verdachte, en/of haar mededader(s) in ieder geval op en sedert 28 juli 2020 op de hoogte was/waren, waardoor de uitoefening van dat gezag door vader onmogelijk was geworden en/of waardoor die [slachtoffer 1] werd onttrokken aan het wettig gezag, hetwelk die vader mede over die [slachtoffer 1] uitoefende;
( art 279 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 279 lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 13 augustus 2020 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk een minderjarige, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [2017] ), waarvan de vader is genaamd [slachtoffer 2] , en waarvan zij, verdachte, de moeder is, en die beiden het ouderlijk gezag uitoefenen, die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt,
te onttrekken en/of onttrokken te houden aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende, terwijl die minderjarige beneden de twaalf jaren oud was,
(door opzettelijk in strijd te handelen/na te laten uitvoering te geven aan de beschikking van 28 juli 2020 van de rechtbank MiddenNederland betreffende voorlopige voorzieningen in de zaak [slachtoffer 2] (hierna mede te noemen de man) tegen [verdachte] , verdachte, waarin:
- is bepaald dat het minderjarige kind van partijen, [slachtoffer 1] , met onmiddellijke ingang aan de man zal worden toevertrouwd,
- deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, waarvan zij, verdachte, in ieder geval op en sedert 28 juli 2020 op de hoogte was)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] heeft/hebben meegenomen/weggevoerd uit het (speel)parkje/de speeltuin aan de [straatnaam] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 279 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 279 lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
6
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 mei 2020 t/m 30 mei 2020 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden Nederland, als degene aan wie door of namens de burgemeester met toepassing van de Wet Tijdelijk huisverbod een huisverbod was gegeven, derhalve als uithuisgeplaatste, in strijd met dat huisverbod de in dit verbod genoemde woning, gelegen aan de [adres] , heeft betreden en/of zich in en/of in nabijheid van die woning heeft opgehouden en/of (direct althans indirect) contact heeft opgenomen met één of meer van de in dat huisverbod genoemde personen te weten met [slachtoffer 2] ;
( art 11 lid 1 Wet tijdelijk huisverbod )