Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBMNE:2021:5412

Rechtbank Midden-Nederland
05-11-2021
08-11-2021
529555 / HA RK 21-275
Personen- en familierecht
Verschoning

Verschoningsverzoek gegrond. Rechter staat niet vrij de zaak te behandelen omdat zij kennelijk regelmatige contacten heeft in haar vrije tijd met de advocaat van één van de partijen.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

Beslissing

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

VERSCHONINGSKAMER

Zaaknummer/rekestnummer: 529555 / HA RK 21-275

Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van verschoningszaken van 5 november 2021

op het verzoek in de zin van artikel 40 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv) van:

Mr. G.L.M. Urbanus,

rechter,

verder te noemen: verzoekster.

1 De procedure

1.1.

De verschoningskamer heeft op 25 oktober 2021 het verzoek tot verschoning van verzoekster ontvangen in de zaak met zaaknummer 16/524980 / FA RK 21-1549. Deze zaak betreft een echtscheidingsprocedure (hierna: de hoofdzaak).

1.2.

Er heeft geen mondelinge behandeling van het verzoek tot verschoning plaatsgevonden. De uitspraak is bepaald voor vandaag.

2 Het verschoningsverzoek

2.1.

Verzoekster heeft het volgende ten grondslag gelegd aan haar verschoningsverzoek. Verzoekster acht zich niet vrij de hoofdzaak verder te behandelen. Eén van de partijen wordt bijgestaan door mr. L.J.W. Govers. Mr. Govers en verzoekster zijn allebei vrijwilliger bij dezelfde buurtbemiddelingsorganisatie. In dat kader hebben zij in hun vrije tijd met elkaar te maken. Verzoekster vindt het daarom onwenselijk dat zij als rechter en advocaat in dezelfde zaak betrokken zijn.

3 De beoordeling

3.1.

Artikel 40 Rv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen, kan verzoeken zich te mogen verschonen op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 36 Rv. Artikel 36 Rv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

3.2.

Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de vrees dat daarvan sprake is objectief gerechtvaardigd is.

3.3.

Van de schijn van partijdigheid kan, geheel los van de persoonlijke instelling van de betrokken rechter, ook sprake zijn indien bepaalde feiten of omstandigheden grond geven te vrezen dat het een rechter in dat specifieke geval aan onpartijdigheid ontbreekt. In dat geval dient de rechter zich van een beslissing van de hoofdzaak te onthouden. Rechtzoekenden moeten immers vertrouwen kunnen stellen in het rechterlijk apparaat. Daarom valt onder omstandigheden ook rekening te houden met de uiterlijke schijn van partijdigheid of vooringenomenheid.

3.4.

Uit het verzoek van verzoekster blijkt dat zij kennelijk regelmatige contacten heeft met mr. Govers, de advocaat van één van de partijen. Dit is een zodanige omstandigheid dat zij zich niet meer voldoende vrij voelt om in de hoofdzaak op te treden dan wel te beslissen. De verschoningskamer ziet hierin, in aanmerking genomen de motivering van het verzoek, een genoegzame grond voor verschoning. Verzoekster heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de schijn kan bestaan dat het haar aan onpartijdigheid zal ontbreken. Het verzoek zal daarom gegrond worden verklaard.

4 De beslissing

De verschoningskamer:

4.1.

verklaart het verzoek tot verschoning gegrond;

4.2.

draagt de griffier van de verschoningskamer op deze beslissing toe te zenden aan verzoeker, betrokken partijen in de hoofdprocedure, alsmede de president van deze rechtbank.

Deze beslissing is gegeven door mr. D.J. van Maanen, voorzitter, en mr. A. van Dijk en mr. M.E. Heinemann, als leden van de verschoningskamer, bijgestaan door mr. F.G.T. Russcher-Jansen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2021.

de griffier de voorzitter

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.