3.1.
[verzoekster] verzoekt om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
1. het gegeven ontslag op staande voet op 20 mei 2022 te vernietigen;
2. te gelasten dat [verzoekster] te werk gesteld wordt in haar bedongen functie van
[functie] met alle daarbij behorende taken binnen uiterlijk twee dagen na datum van deze beschikking op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of deel daarvan als [verweerster] ook na de betekening van deze beschikking in gebreke blijft aan een veroordeling te voldoen;
3. [verweerster] te veroordelen tot betaling, binnen twee dagen na deze beschikking, aan [verzoekster] van € 1.995,85 bruto per vier weken, te vermeerderen met de vakantietoeslag en overige emolumenten, alsmede al het overige dat [verweerster] uit hoofde van de arbeidsovereenkomst, collectieve arbeidsovereenkomst, wet of andere regeling verschuldigd is of nog zal zijn, op de gebruikelijke wijze en tijdstippen, over en na 20 mei 2022, zolang de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet rechtsgeldig geëindigd is, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% ex artikel 7:625 BW vanaf de dag van opeisbaarheid van iedere termijn en vermeerderd met de verhogingen waarop op grond van de wet en/of (collectieve) arbeidsovereenkomst aanspraak bestaat.
4. te gelasten dat [verweerster] zal overgaan tot rehabilitatie van [verzoekster] door plaatsing van een bericht op de mededelingenborden of het intranet van [verweerster] met de tekst zoals genoemd in onderdeel 33 van het verzoekschrift.
Subsidiair
[verweerster] te veroordelen aan [verzoekster] te betalen:
5. een billijke vergoeding van € 56.043,60 bruto, te betalen onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
6. een bedrag gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren conform artikel 7:672 lid 11 BW, zijnde een bedrag van € 2.335,15 bruto, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
7. de transitievergoeding van € 3.593,18 bruto, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
Meer subsidiair
voor het geval de arbeidsovereenkomst is geëindigd door het ontslag op staande voet:
8. [verweerster] te veroordelen aan [verzoekster] te betalen de transitievergoeding van € 3.593,18 bruto;
Primair, subsidiair en meer subsidiair
[verweerster] te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van:
9. € 875,- (excl. BTW) voor buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel buitengerechtelijke incassokosten;
10. de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening;
11. de proceskosten.