2.3.
Op 25 januari 2022 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor recht verklaard dat de rechten die [eiseres] en haar afstammelingen aan het testament van erflater zouden kunnen ontlenen met betrekking tot de erfstelling en een legaat zijn vervallen. De Hoge Raad heeft op 22 februari 2023 het cassatieberoep van [eiseres] tegen dit arrest verworpen. Als gevolg hiervan is [gedaagde sub 2] de enige erfgenaam van erflater.
2.5.
[eiseres] heeft op 28 december 1999 een bedrag van (toen nog) NLG 660.000 van erflater geleend (hierna: de ‘leningsovereenkomst’) voor de verkrijging van aandelen in het geplaatste kapitaal van [bedrijf] B.V. (hierna: de ‘BV’). De lening en de aandelenoverdracht zijn vastgelegd in een notariële akte. Ook zijn in deze akte pandrechten op de aandelen van [eiseres] gevestigd tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van [eiseres] uit hoofde van de leningsovereenkomst. Over de leningsovereenkomst staat verder in de akte, voor zover van belang:
“V. Voorwaarden Geldlening
(…)
1.
Looptijd
De geldlening is - tenzij deze wordt verlengd - verstrekt voor een tijdsduur, die eindigt op eenendertig december negentienhonderd tweeduizend tien.
Indien in enig kalenderjaar door de vennootschap géén dividend wordt uitgekeerd, wordt de looptijd van de lening met één kalenderjaar verlengd.
2.
Rente
Vanaf heden is over de hoofdsom respectievelijk het restant daarvan een rente verschuldigd berekend naar het percentage van de fiscale invorderingsrente per één januari van het lopende jaar, te voldoen in jaarlijkse termijnen bij achteraf betaling per ultimo december van elk jaar, voor het eerst op eenendertig december negentienhonderd negenennegentig over het sedert heden verstreken tijdvak.
Telkenjare zal per de eerste januari de rente worden aangepast voor het komende kalenderjaar aan het alsdan geldende percentage van de fiscale invorderingsrente.
3.
Aflossing
Aflossing van de hoofdsom dient te geschieden middels de door de vennootschap op de aandelen uit te keren dividenden doch uiterlijk bij het einde van de looptijd, zulks behoudens hetgeen hiervoor onder 1 is bepaald.
4.
Opzegging
De hoofdsom is – behoudens de hierna sub 5. bepaalde gevallen van opeisbaarheid – niet opeisbaar vóór de hiervoor vermelde einddatum van de lening en na die datum te allen tijde.
5.
Opeisbaarheid
De hoofdsom is direct opeisbaar en dient met de lopende en de eventueel achterstallige rente te worden betaald:
a. bij niet nakoming door de schuldenaar van enige verplichting uit deze overeenkomst van geldlening indien niet binnen acht (8) dagen na ingebrekestelling de betrokken verplichting alsnog is nagekomen;
b. bij beslag op een goed van de schuldenaar, bij faillissement of surséance van de schuldenaar of aanvrage daartoe, en in alle andere gevallen waarin hij het vrije beheer over een of meer van zijn goederen verliest, alsmede bij zijn overlijden;
c. bij vervreemding door de schuldenaar van de bij deze akte overgedragen aandelen.”