RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 597991 \ VV EXPL 13-75
datum uitspraak: 13 mei 2013
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
inzake
[eiser]
te [adres]
eisende partij
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. M.L. Winters
tegen
1. [gedaagde]
te [adres]
hierna te noemen [gedaagde]
gedaagde partij
procederende in persoon
2. de stichting Stichting Borgstaete
te Velsen-Noord
hierna te noemen Borgstaete
gedaagde partij
gemachtigde mr. E.J.G. Ros
De procedure
[eiser] heeft [gedaagde] en Borgstaete op 12 april 2013 gedagvaard. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 april 2013, waarbij [eiser] haar vordering heeft vermeerderd. [gedaagde] en Borgstaete hebben ter zitting mondeling verweer gevoerd. Partijen hebben nog stukken in het geding gebracht.
De feiten
a. [eiser] is op 1 augustus 2010 bij [gedaagde] in dienst getreden in de functie van zorgverlener tegen een bruto salaris van € 25,00 per uur voor huishouding, € 25,00 per uur voor verpleging en € 25,00 voor persoonlijke verzorging, alles voor een variabel aantal uren.
b. Op 1 mei 2011 hebben partijen een nieuwe arbeidsovereenkomst ondertekend. [eiser] is vanaf die datum 3 dagen per week gaan werken tegen een dagloon en met een minimum van 20 uren per week.
c. Vanaf november 2012 heeft [gedaagde] de salarisbetaling stopgezet.
d. [eiser] is sedert 24 december 212 arbeidsongeschikt.
e. Na aanmaning en dagvaarding in kort geding heeft [gedaagde] alsnog het salaris over november 2012 en december 2012 aan [eiser] betaald.
De vordering
[eiser] vordert, na vermeerdering van haar eis, dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
Vervangende toestemming zal afgeven, voor het ondertekenen van de tussen partijen opgestelde arbeidsovereenkomst, onder de financiële voorwaarden zoals onder punt 12 van de dagvaarding omschreven, met dien verstande dat het door de kantonrechter als voorzieningenrechter te wijzen vonnis heeft te gelden als ondertekening van [gedaagde], tevens inhoudende de goedkeuring, die de kantonrechter voorafgaand moet afgeven aan dit soort vermogensrechtelijke rechtshandelingen.
Subsidiair
[gedaagde] zal bevelen, binnen 24 uur na het vonnis, zijn onmiddellijke medewerking te verlenen aan het ondertekenen van de nieuwe arbeidsovereenkomst met daarin opgenomen de berekeningen conform productie 8, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag(deel), of een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, met een maximum tot € 10.000,00, dat [gedaagde] zijn medewerking zal blijven weigeren.
Daarnaast vordert [eiser] veroordeling van [gedaagde] om binnen één maand na het vonnis over te gaan tot het verstrekken van correcte salarisstroken/jaaropgaven met juiste specificaties over de jaren 2011 en 2012, één en ander op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat [eiser] nalatig blijft aan deze vordering te voldoen, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, bij niet betalen op straffe van toepassing van lijfsdwang als bedoeld in artikel 585 e.v. Rv.
Ten slotte vordert [eiser] hoofdelijke veroordeling van [gedaagde] en Borgstaete in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de deze kosten.
[eiser] stelt daartoe het volgende.
Tussen partijen is overeenstemming bereikt dat [gedaagde] het loon zal moeten doorbetalen tijdens de ziekte van [eiser]. De Sociale Verzekeringbank (SVB) stelt voor het doorbetalen tijdens ziekte de voorwaarde dat partijen een maandloon en niet een dagloon in de arbeidsovereenkomst opnemen.
Op initiatief van [eiser] heeft de SVB een omrekening gemaakt van het dagloon naar een maandloon. Het totale nettosalaris van € 1.909,60 resulteert in een bruto maandloon van € 2.696,79.
[gedaagde] weigert zijn handtekening onder de nieuwe arbeidsovereenkomst te zetten.
Het salaris over de maanden februari 2013 en maart 2013 is niet betaald door [gedaagde].
[eiser] vordert primair vervangende toestemming voor het ondertekenen van het contract.
Subsidiair vordert zij de veroordeling van [gedaagde] om zijn medewerking te verlenen.
Nu [eiser] wederom bijna twee maanden zonder enige bron van inkomsten zit en voor de derde maal niet aan haar huurverplichtingen kan voldoen is deze kwestie bij uitstek spoedeisend.
Met betrekking tot de verlangde afgifte van salarisspecificaties heeft [eiser] gesteld dat zij deze nodig heeft voor een juiste aangifte Inkomstenbelasting.
Het verweer
[gedaagde] en Borgstaete betwisten de vordering. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
1. Vooropgesteld wordt dat een voorlopige voorziening zoals gevraagd alleen kan worden toegewezen als in dit geding aan de hand van de thans bekende feiten en omstandigheden de verwachting gewettigd is dat in een eventueel tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een soortgelijke vordering van [eiser] tot een toewijzing daarvan zal leiden. De kantonrechter is voorshands, op grond van de thans voorliggende gegevens, van oordeel dat dit deels het geval is.
2. De primaire vordering is niet toewijsbaar, omdat toewijzing daarvan een constitutieve uitspraak zou inhouden, hetgeen in het kader van dit geding niet mogelijk is.
3. Ter zitting van 29 april 2013 is een e-mail bericht van 29 april 2013 van de SVB in het geding gebracht met daarin opgenomen een berekening van het bruto maandsalaris dat ten behoeve van [eiser] in de door partijen te ondertekenen arbeidsovereenkomst moet worden opgenomen.
4. [gedaagde] en [eiser] hebben op basis van dat e-mail bericht ter zitting overeenstemming bereikt over de formulering van de arbeidsovereenkomst. De subsidiaire vordering zal conform die overeenstemming worden toegewezen. Gelet op die bereikte overeenstemming acht de kantonrechter een dwangsom niet nodig.
5. Gebleken is dat partijen er in het verleden ten onrechte niet vanuit zijn gegaan dat sprake was van een arbeidsovereenkomst. [eiser] heeft de door haar gewerkte uren telkens aan [gedaagde] gefactureerd, die op zijn beurt de gefactureerde bedragen heeft voldaan. Niet voldoende gebleken is op welke wijze [gedaagde] thans nog in staat zou kunnen worden geacht de verlangde salarisspecificaties te verstrekken. [eiser] beschikt zelf over kopieën van haar facturen die door [gedaagde] zijn voldaan, zodat zij deze bij haar aangifte Inkomstenbelasting zal moeten gebruiken. Dit deel van de gevraagde voorzieningen zal daarom niet kunnen worden toegewezen.
6. Nu partijen gedeeltelijk overeenstemming hebben bereikt en de gevraagde voorzieningen voor het overige moeten worden geweigerd, zullen de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Beslissing
De kantonrechter:
Beveelt [gedaagde] binnen 24 uur na het vonnis zijn onmiddellijke medewerking te verlenen aan het ondertekenen van de nieuwe arbeidsovereenkomst met daarin opgenomen de berekeningen conform het e-mail bericht van de SVB van 29 april 2013.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Weigert de meer of anders gevorderde voorlopige voorzieningen.
Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde uitspraakdatum.
Coll.