Tot de stukken van het geding behoort tevens een psychiatrisch rapport van het[F] B.V. opgemaakt op 19 december 2010 door [G], psychiater. In dit rapport is - voor zover van belang - vermeld:
“(…)
Anamnese
(…)
Betrokkene werkt ondanks zijn klachten. Hij voelt zich verantwoordelijk voor de zaak, die hij mede heeft opgezet, maar vooral voelt hij zich verantwoordelijk voor andere werknemers. ‘Als ik loslaat, hebben straks acht andere gezinnen ook geen werk’. Hij merkt dat hij zich er toe moet zetten om te gaan werken, maar hij put er ook voldoening uit.
(…)
10 juni 2010 meldt betrokkene zich ziek. Zijn klachten (voor de duidelijkheid: vermoeidheid, concentratie- en geheugenproblemen, onzekerheid, het onvermogen om dingen af te maken, kortaf zijn, woedeaanvallen en slapeloosheid) zijn op dat moment op zijn ergst, vertelt hij.
Betrokkene blijft na zijn ziekmelding op 10 juni 2010 een aantal weken thuis, maar hervat via e mail toch geleidelijk aan zijn werk. Zijn huisarts, tevens huisarts van zijn ouders, neemt contact met hem op: ‘Zullen we eens praten?’ Als de huisarts dit niet gedaan zou hebben dan zou betrokkene geen medische hulp gezocht hebben. Hij voelt zich immers niet ziek.
(…)
Descriptieve conclusie
(…)
Op basis van de anamnese en het psychiatrisch onderzoek kom ik tot de conclusie dat er sprake is van een matig ernstige, deels gemaskeerde, depressie bij een man die in korte tijd veel ellende heeft meegemaakt (overlijden broer en vader, levensbedreigende ziekte vrouw), die de neiging heeft zijn klachten weg te wuiven of als minder ernstig te presenteren dan ze daadwerkelijk zijn onder het motto ‘niet zeuren, maar doorgaan’. De depressieve stoornis is waarschijnlijk al sinds december 2009 aanwezig en was op het tijdstip van ziekmelden (10-06-10) op zijn ergst (mogelijk was er sprake van ernstige depressie). (…) De symptomen zijn nu (09-12-10) in ernst afgenomen, maar nog wel volop aanwezig (getuige de score van 18 punten bij de HRSD, zie uitleg bij het psychiatrisch onderzoek).
(…)
Vraag 2: Acht u betrokkene hierdoor belemmerd in zijn functioneren? Zo ja, welke beperkingen moeten op basis van uw bevindingen betrokken worden opgelegd? Wilt u deze beperkingen zo uitvoerig mogelijk omschrijven ten dienste van onze arbeidsdeskundige?
Antwoord 2:
Ja. Er zijn zeker beperkingen door de depressieve stoornis. Betrokkene heeft moeite zich te concentreren en moeite dingen af te maken. Ook vergeet hij dingen. Deze cognitieve klachten maken dat hij moeite kan hebben zich op een zakelijk gesprek te concentreren, een offerte op te maken, beslissingen te nemen of planen te maken.
Ook zijn conflictoplossende vermogens zijn minder dan wanneer hij gezond zou zijn. Hij loopt het risico fouten te maken in het contact met klanten. Hij heeft problemen met in- en doorslapen, waardoor hij overdag minder energiek is en er minder werk uit zijn handen komt.
Verder is hij nu verminderd in staat emotioneel belastend of leidinggevend werk te doen, aangezien hij sneller geagiteerd reageert en moeilijker kan omgaan met spanning en druk. Het werken onder deadlines of hoge werkdruk is gecontraindiceerd, aangezien dit een risico op terugval vergroot.
(…)”