1 Ontstaan en loop van het geding
1.1.1.1. (13/1882) Verweerder heeft met dagtekening 31 december 2002 aan eiser een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (ib/pvv) 1990 opgelegd tot een te betalen bedrag van in totaal € 28.009.
1.1.1.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift vermeld dat hij de motivering van het bezwaar nog niet kon opstellen in verband met diverse juridische procedures. Op 14 februari 2003 heeft de gemachtigde verklaard in te stemmen met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.1.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht de gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.2.1. (13/1894) Eiser heeft geen aangifte gedaan voor de vermogensbelasting (vb) 1991. Verweerder heeft met dagtekening 31 december 2002 aan eiser een navorderingsaanslag vermogensbelasting 1991 opgelegd tot een te betalen bedrag van in totaal € 4.430.
1.1.2.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift vermeld dat hij de motivering van het bezwaar nog niet kon opstellen in verband met diverse juridische procedures. Op 14 februari 2003 heeft de gemachtigde verklaard in te stemmen met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.2.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht de gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.3.1. (13/1979) Verweerder heeft met dagtekening 31 mei 2003 aan eiser een navorderingsaanslag ib/pvv 1991 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 29.238. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 11.041 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van ƒ 29.238. De rechtbank zal in deze uitspraak steeds het woord boete hanteren, ook voor de jaren waarin de Algemene wet inzake rijksbelastingen nog sprak van een verhoging van de verschuldigde belasting.
1.1.3.2. De gemachtigde heeft op 4 juli 2003 pro-forma bezwaar gemaakt. Verweerder heeft op 11 augustus 2003 uitstel verleend voor het motiveren van het bezwaar.
1.1.3.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht de gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de navorderingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd en de boete verminderd tot ƒ 23.390.
1.1.4.1. (13/1987) Verweerder heeft met dagtekening 31 mei 2003 aan eiser een navorderingsaanslag vb 1992 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 3.624. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 1.362 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van ƒ 3.624.
1.1.4.2. De gemachtigde heeft op 4 juli 2003 pro-forma bezwaar gemaakt. Verweerder heeft op 11 augustus 2003 uitstel verleend voor het motiveren van het bezwaar.
1.1.4.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht de gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de navorderingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd en de boete verminderd tot ƒ 2.899.
1.1.5.1. (13/1980) Verweerder heeft met dagtekening 31 mei 2003 aan eiser een navorderingsaanslag ib/pvv 1992 opgelegd met een te betalen belastingbedrag van ƒ 33.367. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 10.615 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van ƒ 33.367.
1.1.5.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 4 juli 2003 pro-forma bezwaar gemaakt. Verweerder heeft op 11 augustus 2003 uitstel verleend voor het motiveren van het bezwaar.
1.1.5.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht de gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de navorderingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd en de boete verminderd tot ƒ 26.693.
1.1.6.1. (13/1988) Verweerder heeft met dagtekening 31 mei 2003 aan eiser een navorderingsaanslag vb 1993 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 3.746. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 1.187 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van ƒ 3.746.
1.1.6.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 4 juli 2003 pro-forma bezwaar gemaakt. Verweerder heeft op 11 augustus 2003 uitstel verleend voor het motiveren van het bezwaar.
1.1.6.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht de gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de navorderingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd en de boete verminderd tot ƒ 2.247.
1.1.7.1. (13/1981) Verweerder heeft met dagtekening 31 mei 2003 aan eiser een navorderingsaanslag ib/pvv 1993 opgelegd met een te betalen belastingbedrag van ƒ 30.147. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 8.073 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van ƒ 30.147.
1.1.7.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 4 juli 2003 pro-forma bezwaar gemaakt. Verweerder heeft op 11 augustus 2003 uitstel verleend voor het motiveren van het bezwaar.
1.1.7.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht de gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de navorderingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd en de boete verminderd tot ƒ 24.117.
1.1.8.1. (13/1989) Verweerder heeft met dagtekening 31 mei 2003 aan eiser een navorderingsaanslag vb 1994 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 3.804. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 1.015 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van ƒ 3.804.
1.1.8.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 4 juli 2003 pro-forma bezwaar gemaakt. Verweerder heeft op 11 augustus 2003 uitstel verleend voor het motiveren van het bezwaar.
1.1.8.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht de gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de aanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd en de boete verminderd tot ƒ 3.043.
1.1.9.1. (13/1883) Verweerder heeft met dagtekening 30 december 2006 aan eiser een navorderingsaanslag ib/pvv 1994 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 21.455. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 7.855 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.9.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 9 januari 2007 bezwaar gemaakt. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.9.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 nadere gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.10.1. (13/1895) Verweerder heeft met dagtekening 30 december 2006 aan eiser een navorderingsaanslag vb 1995 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 5.416. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 1.982 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.10.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 9 januari 2007 bezwaar gemaakt. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.10.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht nadere gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 nadere gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.11.1. (13/1884) Verweerder heeft met dagtekening 29 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag ib/pvv 1995 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 25.545. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 10.706 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.11.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 pro-forma bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.11.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.12.1. (13/1896) Verweerder heeft met dagtekening 6 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag vb 1996 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 5.609. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 2.156 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.12.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.12.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.13.1. (13/1885) Verweerder heeft met dagtekening 29 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag ib/pvv 1996 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 29.851. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 10.600 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.13.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.13.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.14.1. (13/1897) Verweerder heeft met dagtekening 6 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag vb 1997 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 5.802. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 2.060 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.14.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.14.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.15.1. (13/1886) Verweerder heeft met dagtekening 29 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag ib/pvv 1997 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 30.883. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 9.934 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.15.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.15.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.16.1. (13/1898) Verweerder heeft met dagtekening 29 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag vb 1998 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 4.492. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 1.449 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.16.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.16.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.17.1. (13/1888) Verweerder heeft met dagtekening 29 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag ib/pvv 1998 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 20.350. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 5.980 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.17.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.17.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.18.1. (13/1899) Verweerder heeft met dagtekening 29 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag vb 1999 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 4.736. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 1.391 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.18.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.18.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.19.1. (13/1889) Verweerder heeft met dagtekening 29 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag ib/pvv 1999 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 26.848. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 8.691 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.19.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.19.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.20.1. (13/1900) Verweerder heeft met dagtekening 29 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag vb 2000 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 4.904. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 1.239 heffingsrente in rekening gebracht.
1.1.20.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.20.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.21.1. (13/1982) Verweerder heeft met dagtekening 29 september 2007 aan eiser een navorderingsaanslag ib/pvv 2000 opgelegd tot een te betalen belastingbedrag van ƒ 41.755. Daarnaast heeft hij bij beschikking ƒ 7.038 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van ƒ 33.163.
1.1.21.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 5 november 2007 bezwaar gemaakt en daarbij verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering alsmede verklaard dat hij akkoord gaat met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar totdat beslist zou zijn in lopende procedures van andere partijen. Op 27 november 2007 heeft de gemachtigde nogmaals ingestemd met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar.
1.1.21.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de navorderingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd en de boete verminderd tot ƒ 26.530.
1.1.21.4. Bij ambtshalve beschikkingen van 6 september 2013 heeft verweerder de navorderingsaanslagen ib/pvv over de jaren 1994 tot en met 2000 en de navorderingsaanslagen vermogensbelasting voor de jaren 1995 tot en met 2000, genoemd onder 1.1.9.1 tot en met 1.1.21.1, alsmede de daarmee samenhangende heffingsrentebeschikkingen en boeten vernietigd.
1.1.22.1. (13/1983) Verweerder heeft met dagtekening 22 oktober 2004 aan eiser een aanslag ib/pvv 2001 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 76.947 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 23.818. Daarnaast heeft hij bij beschikking € 3.383 heffingsrente in rekening gebracht en een verzuimboete opgelegd van € 340.
1.1.22.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 9 november 2004 (gemotiveerd) bezwaar gemaakt. De gemachtigde heeft op 8 december 2004 gereageerd op vragen van verweerder.
1.1.22.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 nadere gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 61.988 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 11.909. Hij heeft de heffingsrente verminderd tot € 2.376 en de boete gehandhaafd.
1.1.23.1. (13/1984) Verweerder heeft met dagtekening 10 juni 2005 aan eiser een aanslag ib/pvv 2002 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 102.272 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 27.595. Daarnaast heeft hij bij beschikking € 4.393 heffingsrente in rekening gebracht en een verzuimboete opgelegd van € 567.
1.1.23.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 23 juni 2005 (gemotiveerd) bezwaar gemaakt. [A] heeft in een stuk van 30 juni 2005 namens eiser ook bezwaar gemaakt.
1.1.23.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 nadere gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.700 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 13.797. Hij heeft de heffingsrente verminderd tot € 556 en de boete gehandhaafd.
1.1.24.1. (13/1985) Verweerder heeft met dagtekening 30 november 2006 aan eiser een aanslag ib/pvv 2003 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.101 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 40.588. Daarnaast heeft hij bij beschikking € 1.639 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 8.700.
1.1.24.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 14 december 2006 (gemotiveerd) bezwaar gemaakt en daarin verklaard akkoord te gaan met het aanhouden van de behandeling van het bezwaar in verband met diverse lopende procedures.
1.1.24.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.101 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 26.088. Hij heeft de heffingsrente verminderd tot € 1.116 en de boete tot € 3.480.
1.1.25.1. (13/1986) Verweerder heeft met dagtekening 31 oktober 2007 aan eiser een aanslag ib/pvv 2004 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.428 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 40.947. Daarnaast heeft hij bij beschikking € 1.139 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 9.016.
1.1.25.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 10 december 2007 bezwaar gemaakt en daarin verzocht om uitstel van de motivering in verband met diverse lopende procedures alsmede verklaard om die reden akkoord te gaan met het aanhouden van het bezwaar.
1.1.25.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2013 de aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.428 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 25.665. Hij heeft de heffingsrente verminderd tot € 578 en de boete tot € 3.667.
1.1.26.1. (13/1890) Verweerder heeft met dagtekening 29 augustus 2008 aan eiser een aanslag ib/pvv 2005 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.432 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 26.890. Daarnaast heeft hij bij beschikking € 788 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 4.741.
1.1.26.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 7 oktober 2008 bezwaar gemaakt en daarin verzocht om uitstel van de motivering in verband met diverse lopende procedures alsmede verklaard om die reden akkoord te gaan met het aanhouden van de behandeling het bezwaar.
1.1.26.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.27.1. (13/1891) Verweerder heeft met dagtekening 29 mei 2009 aan eiser een aanslag ib/pvv 2006 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.978 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 20.905. Daarnaast heeft hij bij beschikkingen € 419 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 2.810.
1.1.27.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 2 juli 2009 bezwaar gemaakt en daarin verzocht om uitstel van de motivering in verband met diverse lopende procedures alsmede verklaard om die reden akkoord te gaan met het aanhouden van het bezwaar.
1.1.27.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.28.1. (13/1892) Verweerder heeft met dagtekening 23 april 2010 aan eiser een aanslag ib/pvv 2007 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.432 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 10.672. Daarnaast heeft hij bij beschikking € 355 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 2.913.
1.1.28.2. De gemachtigde heeft in zijn bezwaarschrift van 26 mei en zijn brief van 17 juni 2010 bezwaar gemaakt en daarin verzocht om uitstel van de motivering in verband met diverse lopende procedures alsmede verklaard om die reden akkoord te gaan met het aanhouden van het bezwaar.
1.1.28.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.1.29.1. (13/1893) Verweerder heeft met dagtekening 27 mei 2011 aan eiser een aanslag ib/pvv 2008 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.066 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 10.199. Daarnaast heeft hij bij beschikking € 240 heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 3.035.
1.1.29.2. De gemachtigde heeft, naar verweerder heeft verklaard, tijdig bezwaar gemaakt. Het bezwaarschrift behoort niet tot de gedingstukken.
1.1.29.3. Op 1 februari 2013 heeft verweerder de gemachtigde verzocht gronden van het bezwaar toe te sturen. De gemachtigde heeft op 27 februari 2013 gronden aangevoerd. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2013 het bezwaar afgewezen.
1.2.
Eiser heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.
1.3.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 februari 2014. De gemachtigde is ter zitting verschenen. Namens verweerder is verschenen mr. T.V. van der Veen, bijgestaan door een collega. De zaken zijn ter zitting gelijktijdig behandeld met de zaken met betrekking tot de ten aanzien van eiser en van zijn echtgenote genomen informatiebeschikkingen voor de jaren 2009 en 2010 en de aan de echtgenote opgelegde aanslagen.