Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBNHO:2016:1663

Rechtbank Noord-Holland
29-02-2016
07-03-2016
4849066 / AO VERZ 16-9
Civiel recht
Rekestprocedure

Wwz. Pro forma ontbinding

Rechtspraak.nl
AR 2016/662
AR-Updates.nl 2016-0240
VAAN-AR-Updates.nl 2016-0240

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht

Sectie Kanton - locatie Zaanstad

Zaaknr./rolnr.: 4849066 / AO VERZ 16-9

Uitspraakdatum: 29 februari 2016

Beschikking in de zaak van:

de stichting Stichting Agora

gevestigd te Zaandam

verzoekende partij

verder te noemen: De Stichting

gemachtigde: mr. A.H.M. van Bavel

tegen

[naam]

wonende te [woonplaats]

verwerende partij

verder te noemen: [de werknemer]

gemachtigde: mr. J.L. Aarts

1 Het procesverloop

1.1.

De Stichting heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [de werknemer] heeft een verweerschrift ingediend.

2 De beoordeling

2.1.

De Stichting verzoekt de arbeidsovereenkomst met [de werknemer] te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW). Aan dit verzoek legt De Stichting ten grondslag dat sprake is van – kort gezegd – ongeschiktheid van [de werknemer] tot het verrichten van de bedongen arbeid, anders dan ten gevolge van ziekte of gebreken van [de werknemer] . Herplaatsing van [de werknemer] is niet meer mogelijk.

2.2.

[de werknemer] heeft erkend dat zij niet meer in staat is om op de juiste wijze invulling en uitvoering aan haar functie te geven en dat zij ongeschikt is voor haar functie. Ook [de werknemer] ziet geen mogelijkheden meer voor herplaatsing.

2.3.

Nu [de werknemer] heeft erkend dat zij ongeschikt is voor haar functie, partijen het erover eens zijn dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet reëel is en herplaatsing van [de werknemer] niet meer mogelijk moet worden geacht, zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbinden. Gelet op de standpunten van partijen is immers sprake van een redelijke grond voor ontbinding als bedoeld in artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW, in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel d, BW, en is er geen mogelijkheid tot herplaatsing van [de werknemer] .

2.4.

Partijen zijn het erover eens dat sprake is van een opzegtermijn van drie maanden. Daarvan uitgaande zal de arbeidsovereenkomst met toepassing van artikel 7:671b lid 8, onderdeel a, BW worden ontbonden met ingang van 1 juni 2016.

2.5.

Nu aan de ontbinding geen vergoeding wordt verbonden, hoeft De Stichting geen gelegenheid te krijgen het verzoek in te trekken.

2.6.

Gezien de uitkomst van de zaak is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1.

ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 juni 2016;

3.2.

bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;

3.3.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter en op 29 februari 2016 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.