Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBNHO:2016:526

Rechtbank Noord-Holland
15-01-2016
02-02-2016
4641314 AO VERZ 15-227
Civiel recht
Bodemzaak,Op tegenspraak

Incident. PostNL heeft rechtmatig belang bij afgifte van de door haar gevraagde bescheiden uit de administratie van de pakketbezorger.

Rechtspraak.nl
AR 2016/281
JAR 2016/27
AR-Updates.nl 2016-0048
VAAN-AR-Updates.nl 2016-0048

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht

Sectie Kanton - locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 4641314 AO VERZ 15-227

Uitspraakdatum: 15 januari 2016

Beschikking in de zaak van:

[naam] , handelend onder de naam [X] ,

zaakdoende te [Plaats] ,

verzoekende partij,

verder te noemen: [de pakketbezorger] ,

gemachtigde: mr. E.D. van Tellingen

tegen

de besloten vennootschap POSTNL PAKKETTEN BENELUX B.V.

gevestigd te Hoofddorp,

verwerende partij,

verder te noemen: PostNL,

gemachtigden: prof. mr. J.M. van Slooten en mr. A.M. Merks.

1 Het procesverloop in de hoofdzaak en het kort geding

in de hoofdzaak en het kort geding

1.1.

Verwezen wordt naar de volgende stukken:

- het verzoekschrift van 27 november 2015 ex artikel 7:681 BW strekkende tot een verklaring voor recht dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst, door betaling van loon met wettelijke verhoging, en wedertewerkstelling; tevens houdende een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv;

- het verweerschrift van PostNL van 16 december 2015.

1.2.

De behandeling van de hoofdzaak en het kort geding zijn ter zitting van
23 december 2015 aangehouden, in afwachting van de uitkomst van na te noemen incident.

in het incident ex artikel 843a Rv

1.3.

Op 22 december 2015 heeft PostNL een nader verweerschrift tevens houdende zelfstandig tegenverzoek ex artikel 843a Rv ingediend. Het incident is ter zitting van
23 december 2015 behandeld en PostNL heeft daarbij haar eis gewijzigd. De gemachtigde van PostNL heeft een pleitnota overgelegd en de griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten verder nog naar voren hebben gebracht.

2 De feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd betwist, staan tussen partijen de volgende feiten vast.

2.1.

Koninklijke PostNL B.V. is op grond van artikel 84 Postwet 2009 met ingang van
1 april 2009 aangewezen als verlener van universele postdienst in Nederland. Zij is op grond van de Postwet onder meer verplicht pakketvervoer te verzorgen. PostNL is de vennootschap die daarvoor zorg draagt. PostNL maakt voor deze pakketverzorging gedeeltelijk gebruik van de diensten van zelfstandige pakketbezorgers (hierna ook wel subcontracters genoemd). In totaal gaat het in Nederland om ongeveer 1100 subcontractors. PostNL heeft daartoe met deze subcontractors overeenkomsten gesloten. De subcontractors zijn hetzij zelfstandige zonder personeel (ZZP-er), hetzij zelfstandige met werkend personeel (ZMP-er), hetzij zelfstandige met een zelfstandige (ZMZ-er).

2.2.

[de pakketbezorger] , geboren op [datum] , drijft sinds 16 september 2010 de eenmanszaak [X] . Op 15 juli 2011 heeft [de pakketbezorger] een Vervoersovereenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten met PostNL ingaande per 18 juli 2011. Op 12 december 2013 heeft de belastingdienst een VAR/WUO verklaring afgegeven aan [de pakketbezorger] voor het jaar 2014. Hij behoort tot de hiervoor genoemde groep ZZP-ers. Laatstelijk reed [de pakketbezorger] voor PostNL vanuit het depot Opmeer de route [(de route)] .

2.3.

Partijen zijn zes weken voorafgaand aan de Vervoersovereenkomst (zie hierna) een Precontract overeengekomen. Tijdens dit contract maakte [de pakketbezorger] gebruik van een huurbus.

2.4.

In de Vervoersovereenkomst (hierna: “de overeenkomst”) die op 15 juli 2011 tussen PostNL en [de pakketbezorger] is gesloten is het volgende bepaald:

“(…) De Vervoerder een zelfstandige zonder personeel is, hetgeen betekent dat hij met één bus rijdt en geen werknemers in dienst heeft;

(…)

De Vervoerder voert vervoersopdrachten uit in opdracht van PostNL, waarbij nadere (technische) eisen gesteld kunnen worden aan de voertuigen van Vervoerder in verband met de processen van PostNL en eisen t.a.v. duurzaamheid (…). Daarnaast stelt PostNL eisen t.a.v. representatie van de Vervoerder en diens voertuigen.
(…)

De Overeenkomst kan door één van beide Partijen schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand.
(…)

Toepasselijkheid van boek 7 BW (met name de agentuurovereenkomst en de arbeidsovereenkomst) sluiten Partijen hierbij uit.

(…)

De Vervoerder ontvangt voor het verrichten van Vervoersopdrachten een vergoeding voor de nader overeen te komen vervoersopdrachten, zoals nader omschreven in de Bijlage.

Elke Partij heeft het recht om een voorstel te doen tot aanpassing van de overeengekomen vergoedingen.

(…)

Indien de Vervoerder om wat voor reden dan ook de Vervoersopdrachten niet kan verrichten, is de Vervoerder verplicht om zelf voor vervanging zorg te dragen. Vervoerder is derhalve niet verplicht om de werkzaamheden zelf uit te voeren. Voor de op deze wijze geregelde vervanger van Vervoerder gelden dezelfde voorwaarden zoals die van toepassing zijn op Vervoerder. (…)

Indien de Vervoerder op structurele basis een vervangende vervoerder zoekt voor de uitvoering van de Vervoersopdrachten, zal PostNL met deze vervangende vervoerder een separate vervoersovereenkomst sluiten.

(…)

De Vervoerder dient ervoor te zorgen dat hij ervan op de hoogte is dat PostNL het recht heeft te allen tijde en zonder voorafgaande kennisgeving actie te ondernemen om diefstal te voorkomen, in het bijzonder in de vorm van inspectie van de voertuigen van de Vervoerder (inclusief chauffeurscabine en geladen goederen) en de persoonlijke bezittingen van de Vervoerder.

(…)

De Vervoerder zal gedurende de duur van de Overeenkomst en één jaar na beëindiging geen contact zoeken met een klant van PostNL voor het uitvoeren van Vervoersopdrachten of enig andere soortgelijke vervoersdienst.

(…)

De Vervoerder is verantwoordelijk voor afdracht van alle belastingen en sociale premies (…) Claims voortvloeiend uit het niet voldoen aan deze verplichting kunnen niet op PostNL worden verhaald.

2.5.

In de Vervoersovereenkomst zijn partijen de toepasselijkheid van Algemene Voorwaarden (hierna AV) overeengekomen. In de AV staat onder meer opgenomen:

“(…) Servicekaders: het geheel van dienstverleningsvoorwaarden (producten) dat PostNL is overeengekomen met haar klanten

(…)

Uitvoering van de Vervoersopdrachten

3.1.

Vervoerder voert de Vervoersopdrachten uit conform de door PostNL verstrekte specificaties en instructies die voortvloeien uit de Servicekaders. Deze instructies zijn terug te vinden op www.subconet.nl, de site waartoe elke Vervoerder toegang heeft.

(…)

Betaling

4.1.

PostNL stelt een digitale factuur op (self billing) op basis van de uitgevoerde Vervoersopdrachten. Tenzij Vervoerder deze betwist, wordt dit bedrag uitbetaald, twee weken na de wekelijkse vaststelling van de uitgevoerde Vervoersopdrachten.

(…)

Verzekering

9.1.

De Vervoerder garandeert te zijn verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid en aansprakelijkheid voor verlies, schade of vertraging van Zendingen of Lading (…)

9.2.

Op eerste verzoek van PostNL zal de vervoerder polissen en polisaanhangsels aan PostNL ter beschikking stellen, (…)

Wijziging voorwaarden

10.1.

PostNL heeft het recht deze voorwaarden te wijzigen en/of aan te vullen. Tenzij anders bepaald of overeengekomen zijn wijzigingen en aanvullingen tot nader order van toepassing op alle Vervoersovereenkomsten die op en na de door PostNL bekend gemaakte datum van invoering van de wijzigingen en/of aanvullingen tot stand komen. (…)”.

2.6.

In de Bijlagen bij de overeenkomst wordt de route omschreven met daarin een aantal vaste postcodegebieden, vaste dagen en een Tariefindicatie gebaseerd op deze route met daarin het aantal stops en het stoptarief. Deze Bijlage wordt telkens wanneer er iets wijzigt in de route, of bij tariefswijziging, opnieuw getekend door zowel PostNL als de subcontractor.

Voorts is in de Bijlage bepaald:

(…) Gedurende de tijdstippen dat de Vervoerder zich daadwerkelijk bezig houdt met de uitvoering van de vervoersovereenkomst is te allen tijde duidelijk dat de Vervoerder in opdracht van PostNL handelt, o.a. door(dat):

  • -

    het voertuig dat wordt ingezet voldoet aan alle wagenparkvoorwaarden zoals vermeld op www.subconet.nl

  • -

    zich op representatieve wijze te presenteren bij de klant door o.a. het herkenbaar dragen van kleding die voldoet aan de huisstijl van PostNL (te bestellen via www.subconet.nl)

  • -

    dat het voertuig wit en representatief is

  • -

    PostNL kan de opdracht verstrekken om het voertuig te voorzien van een sticker. (…)

  • -

    de uiting van de naam van de Vervoerder is uitsluitend aangebracht op de voorportieren, welke maximaal 60 x 60 cm groot is.(…)”.

2.7.

In het onderhavige geval waren partijen aanvankelijk overeengekomen dat [de pakketbezorger] de route [(de route)] reed vanuit de vestiging Alkmaar tegen een stoptarief van € 1,25. Het laatst overeengekomen stoptarief was € 1,30 per stop en een producttoeslag per afgeleverd pakket van € 0,16. De producttoeslag kan door PostNL eenzijdig worden aangepast.

2.8.

[de pakketbezorger] heeft zich in de periode januari 2013 tot en met november 2014 voor 22 % van zijn ritten laten vervangen.

2.9.

Over het jaar 2014 (t/m november) heeft [de pakketbezorger] een omzet gegenereerd van
€ 45.000,-, ex btw.

[de pakketbezorger] heeft feitelijk vanaf 24 november 2014 geen werkzaamheden meer verricht voor PostNL vanwege rugklachten. Hij heeft geen vervanger ingezet. De laatste factuur voor de door [de pakketbezorger] verrichte werkzaamheden is gedateerd op 25 november 2014. Na betaling van deze factuur door PostNL hebben er geen betalingen meer plaatsgevonden.

Sinds 24 november 2014 heeft [de pakketbezorger] voor zijn levensonderhoud aanspraak gemaakt op een bijzondere bijstandsuitkering en later op een reguliere bijstandsuitkering.

Op 26 november 2014 heeft PostNL [de pakketbezorger] in gebreke gesteld wegens het niet-naleven van de vervoersovereenkomst omdat hij niet voor een vervanger had gezorgd.

2.10.

Een belangrijk deel van de zelfstandige pakketbezorgers heeft zich georganiseerd in de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Subco Partners (hierna: Subco). Op enig moment heeft de FNV zich de belangen van de subcontractors aangetrokken. Naar aanleiding van onvrede en onder druk van negatieve perspublicaties en de politiek, heeft PostNL met Subco in de loop van 2015 onderhandeld met als resultaat een akkoord onder de naam “Duurzaam Bezorgmodel”. Dit model houdt kort gezegd in dat de zelfstandige pakketbezorgers, zijnde ZZP-ers, kunnen kiezen uit de volgende opties:

- zij kunnen in dienst treden als bezorger, mits er geen dispuut is met PostNL; hun bus wordt dan overgenomen door PostNL;

- zij kunnen er ook voor kiezen om met een 10 % hogere vergoeding door te gaan als zelfstandig ondernemer.

Dit akkoord bleek uiteindelijk onvoldoende steun te krijgen in de achterban van Subco/FNV. Niettemin heeft PostNL al haar subcontractors die als ZZP-ers werkzaam zijn, uitgenodigd voor een gesprek en daarin het aanbod gedaan om in loondienst te treden op de in het akkoord geformuleerde voorwaarden. Slechts een klein gedeelte (genoemd worden percentages van 5-15 %) heeft dit aanbod aangenomen.

2.11.

Op 14 juli 2015 heeft een kort geding plaatsgevonden bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland tussen PostNL enerzijds en Subco en een zelfstandige pakketbezorger anderzijds. Tijdens de behandeling zijn nadere afspraken gemaakt tussen partijen, waarop Post NL haar vorderingen heeft ingetrokken.

2.12.

Op 15 juli en 20 juli 2015 heeft een blokkade plaatsgevonden van het depot in Opmeer (het depot van waaruit [de pakketbezorger] tot november 2014 zijn werkzaamheden verrichtte).

2.13.

De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden Nederland, locatie Utrecht, heeft bij uitspraak van 20 juli 2015 – samengevat – de vorderingen van PostNL strekkende tot een verbod aan [A] (voorzitter Subco) om door te gaan met het organiseren/oproepen tot enige vorm van collectieve actie toegewezen.

2.14.

[de pakketbezorger] behoort tot een groep van subcontractors met wie de overeenkomst is opgezegd omdat hij niet tijdig vóór 1 januari 2016 kon voldoen aan de eisen om te kunnen beschikken over een Eurovergunning. Deze is vanaf 1 januari 2016 vereist om de werkzaamheden voor PostNL te kunnen verrichten.

Omdat eind september 2015 bleek dat [de pakketbezorger] niet vóór 1 januari 2016 zou kunnen beschikken over een Eurovergunning, heeft PostNL op 30 september 2015 (derhalve met een opzegtermijn van drie maanden) de overeenkomst met ingang van 1 januari 2016 opgezegd.

2.15.

Bij brief van 7 oktober 2015 heeft een voormalige gemachtigde van [de pakketbezorger] zich tot PostNL gewend en daarbij – samengevat – zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. PostNL heeft op 12 november 2015 op die brief gereageerd en aangegeven dat PostNL het vertrouwen in de verdere samenwerking met [de pakketbezorger] is verloren doordat hij niet voor vervanging heeft zorggedragen, ook niet nadat zij hem hierop had aangesproken en dat hij daarom geen aanspraak kan maken op een aanbod conform het Duurzaam Bezorgmodel noch op voortzetting van de vervoersovereenkomst na het alsnog behalen van de Eurovergunning.

2.16.

[de pakketbezorger] heeft zijn bus begin 2015 verkocht en op 15 juni 2015 de opheffing van zijn onderneming ingeschreven in het handelsregister.

3 Het verzoek en het verweer

3.1.

[de pakketbezorger] verzoekt de kantonrechter - samengevat weergegeven -:

in de hoofdzaak

A. Primair:

a. voor recht te verklaren dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst;

b. de opzegging van de arbeidsovereenkomst dan wel het gegeven ontslag te vernietigen;

c. toelating tot de werkvloer te bevelen op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag;

d. veroordeling tot doorbetaling van het verschuldigde salaris gelijk aan het CAO salaris van een pakketbezorger in vaste dienst bij PostNL, althans gelijk aan de gemiddelde wekelijkse vergoeding die [de pakketbezorger] ontvangt van PostNL, vanaf 30 september 2015, althans vanaf 31 december 2015 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd;

e. betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;

f. betaling van buitengerechtelijke incassokosten;

g. betaling van wettelijke rente over het sub b, c en d gevorderde;

B. Subsidiair:

h. voor het geval ingevolge enige andere rechterlijke beslissing of op andere wijze zal komen vast te staan dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen partijen, de opzegging van de arbeidsovereenkomst dan wel het gegeven ontslag te vernietigen;

i-m. veroordeling van PostNL tot het hiervoor onder A sub c tot en met g. omschreven primair gevorderde;


in het kort geding

om een voorlopige voorziening voor de duur van onderhavige procedure,

n. PostNL te bevelen [de pakketbezorger] toe te laten tot de werkvloer op straffe van een dwangsom van
€ 500,- per dag;

o. PostNL te veroordelen tot doorbetaling van het verschuldigde salaris gelijk aan het CAO salaris van een pakketbezorger in vaste dienst bij PostNL, althans gelijk aan de gemiddelde wekelijkse vergoeding die [de pakketbezorger] ontvangt van PostNL, vanaf 30 september 2015, althans vanaf 31 december 2015 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst zal zijn beëindigd;

p. betaling van de wettelijke verhoging;

q. betaling van de buitengerechtelijke incassokosten;

r. betaling van wettelijke rente.

3.2.

Aan dit verzoek legt [de pakketbezorger] ten grondslag – kort weergegeven – dat de rechtsverhouding tussen hem en PostNL moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst en dat de opzegging daarvan op grond van artikel 7:681 BW jo artikel 7:671 BW vernietigbaar is. Er is, aldus [de pakketbezorger] , geen sprake van een ontslag op staande voet, instemming met het ontslag of een vergunning van UWV Werkbedrijf.

3.3.

PostNL verweert zich tegen het verzoek. Op haar verweren zal hierna nader worden in gegaan. PostNL heeft geen voorwaardelijk tegenverzoek tot ontbinding ingediend.

in het incident ex artikel 843a Rv

3.4.

PostNL heeft een zelfstandige tegenvordering ingediend, strekkende tot overlegging van stukken waaruit – samengevat – meer informatie blijkt aangaande het ondernemerschap van [de pakketbezorger] gedurende de periode juli 2011 tot heden.

3.5.

Jolstjan heeft in het incident verweer gevoerd en – samengevat – aangevoerd dat PostNL geen belang heeft bij haar verzoeken in het incident omdat de waarde van de gevraagde informatie beperkt zou zijn. Voorts heeft [de pakketbezorger] aangevoerd dat hij niet gehouden kan worden om stukken over te leggen van vóór de overeenkomst met PostNL en tenslotte heeft [de pakketbezorger] aangevoerd dat PostNL het incident te laat heeft opgeworpen en dat dit in strijd komt met een goede procesorde.

4 De beoordeling

in het incident ex artikel 843a Rv

4.1.

PostNL heeft bij e-mail van 21 december 2015 aan de gemachtigde van [de pakketbezorger] gevraagd om nadere informatie aangaande – samengevat - de volgende vragen:

  1. Wanneer is [de pakketbezorger] zijn onderneming gestart?

  2. Wat deed [de pakketbezorger] vóór de start van deze onderneming?

  3. Heeft [de pakketbezorger] vanaf de start van zijn onderneming tot op heden alleen voor PostNL werkzaamheden verricht of ook voor andere opdrachtgevers?

  4. Heeft [de pakketbezorger] zijn bus in eigendom of op basis van (operational) lease en beschikte hij al over een bus voordat hij met PostNL contracteerde en zo ja, op welke basis?

  5. Heeft [de pakketbezorger] een pre-contract gesloten met PostNL en had hij toen al een bus, en zo ja, op welke basis?

  6. Heeft [de pakketbezorger] werkzaamheden voor andere subco’s verricht?

  7. Heeft [de pakketbezorger] zich laten vervangen en met welke reden?

  8. Heeft [de pakketbezorger] de inkomsten die hij voor de door de vervanger verrichte rit voor

100 % door betaald of heeft hij daarop een bedrag ingehouden?

9. Heeft [de pakketbezorger] wel eens een arbeidsovereenkomst gesloten met een vervanger?

10. Heeft [de pakketbezorger] voorgesteld aan PostNL om ook voor een andere vervoerder te rijden en zo ja, wanneer en aan wie?

11. Heeft [de pakketbezorger] wel eens aan PostNL voorgesteld om bij haar (PostNL) in dienst te treden en zo ja, wanneer en aan wie?

4.2.

PostNL heeft aan haar verzoek ex artikel 843a Rv ten grondslag gelegd dat zij een rechtmatig belang heeft bij kennisname van bescheiden die antwoord geven op bovengenoemde vragen, gelet op het door deze rechtbank in de uitspraken van 18 december 2015 ontwikkelde toetsingskader ter beoordeling van de vraag of sprake is van een dienstverband.

4.3.

Het verweer van [de pakketbezorger] dat het incident door PostNL te laat zou zijn opgeworpen en/of dat dit in strijd komt met een goede procesorde wordt gepasseerd. Gelet op het feit dat (pas) op 18 december 2015 duidelijk kon zijn voor PostNL hoe het toetsingskader van deze rechtbank er precies uit kwam te zien, had zij niet eerder dit incident kunnen opwerpen. Hierbij zij opgemerkt dat de gemachtigde van [de pakketbezorger] noch in het verzoekschrift, noch ter zitting zijn stellingen heeft geïndividualiseerd en toegespitst op [de pakketbezorger] . Uit eerder genoemde uitspraken van 18 december 2015 en de nadien door andere kantonrechters gewezen beschikkingen blijkt duidelijk dat alle omstandigheden van het (individuele) geval bepalend zijn. Aan de stelplicht van de eisers kunnen en moeten nu dan ook hogere eisen worden gesteld.

4.4

[de pakketbezorger] heeft niet geantwoord op de onder 4.1 bedoelde e-mail van de gemachtigde van PostNL en heeft ter zitting slechts ten dele en niet onderbouwd geantwoord op de gestelde vragen. Aldus heeft PostNL nog steeds belang bij de door haar gevraagde informatie.

4.5.

In artikel 843a Wetboek van Rechtsvordering is het volgende bepaald:

“Artikel 843a Rv

  1. Hij die daarbij rechtmatig belang heeft, kan op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft.(…)

  2. De rechter bepaalt zo nodig de wijze waarop inzage, afschrift of uittreksel zal worden verschaft. (…)”

4.6.

De kantonrechter is van oordeel dat PostNL een rechtmatig belang heeft bij afgifte van de door haar gevraagde bescheiden uit de administratie van [de pakketbezorger] over de jaren 2011 tot en met 2015, die antwoord kunnen geven op de hierboven onder 1 tot en met 11 genoemde vragen. Deze antwoorden heeft zij immers nodig om zich adequaat te kunnen verweren tegen de stellingen van [de pakketbezorger] in deze procedure, inhoudende dat sprake is van een dienstverband.

De “rechtsbetrekking” is die tussen Jolstjan en PostNL, en de bescheiden waarvan afgifte wordt gevraagd, ook die welke uitsluitend de onderneming van [de pakketbezorger] en zijn eventuele andere opdrachtgevers betreffen, raken aan (de kwalificatie van) deze rechtsbetrekking.

Partijen hebben ter zitting besproken dat onder “bescheiden” in elk geval begrepen kunnen worden de jaarstukken, de winst- en verliesrekeningen en de IB- en BTW aangiften over deze periode. Daarnaast heeft PostNL naar het oordeel van de kantonrechter ook een gerechtvaardigd belang bij de door haar gevraagde afgifte van of inzage in de overeenkomsten die [de pakketbezorger] gedurende deze periode had met verzekeraars, met geldlening verstrekkers, zijn vervangers en eventuele andere opdrachtgevers.

4.7.

PostNL heeft zich bereid verklaard tot betaling van € 200,-- exclusief BTW aan de boekhouder als tegemoetkoming in de kosten die gemoeid zijn met het ter beschikking stellen van deze stukken.

4.8.

Hoewel het petitum van de incidentele vordering niet heel duidelijk is geformuleerd

begrijpt de kantonrechter dat bedoeld is een verzoek te doen tot afgifte van, of het verkrijgen van inzage in, (in elk geval) de jaarstukken, de winst- en verliesrekeningen en de IB- en BTW aangiften van [de pakketbezorger] over de periode 2011 tot en met 2015, en daarnaast afgifte van of inzage in de overeenkomsten die [de pakketbezorger] gedurende deze periode had met verzekeraars, met geldlening verstrekkers, zijn vervangers en eventuele andere opdrachtgevers.

Dit verzoek van PostNL ex artikel 843a Rv zal dan ook worden toegewezen zoals hierna gemeld.

4.9.

De kosten in het incident zullen, als zijnde zeer verweven met de hoofdzaak, worden gecompenseerd.

5 De beslissing

De kantonrechter:

in de hoofdzaak en het kort geding

5.1.

verzoekt partijen en hun gemachtigden om uiterlijk op 29 januari 2016 hun verhinderdata op te geven voor (voortzetting van) de mondelinge behandeling;

5.2.

houdt elke verdere beslissing aan;

in het incident ex artikel 843 Rv

5.3.

gelast [de pakketbezorger] jegens (de gemachtigde van) PostNL tot afgifte van of inzage in de volgende stukken over de periode 2011 tot en met 2015:

-de jaarstukken;

-de winst- en verliesrekeningen;

-de IB- en BTW aangiftes;

-overeenkomsten die [de pakketbezorger] gedurende deze periode had met verzekeraars, met geldlening verstrekkers, met zijn vervangers en met eventuele andere opdrachtgevers.

5.4.

bepaalt dat [de pakketbezorger] deze informatie uiterlijk op 29 januari 2016 dient te verstrekken;

5.5.

compenseert de kosten in het incident;

5.6.

wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.

Deze beschikking is gewezen door mr. T.S. Pieters, kantonrechter en op 15 januari 2016 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.