6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van vier en een halve maand meermalen schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking. Hij heeft zich als administrateur van de [benadeelde 1] te [plaats] (thans [benadeelde 1] ) aanzienlijke geldbedragen wederrechtelijk toegeëigend. Door zijn handelen heeft hij het door de [benadeelde 1] in hem gestelde vertrouwen ernstig beschaamd. Het gaat om ernstige feiten en om een zeer fors benadelingsbedrag.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 13 oktober 2016, waaruit blijkt dat de verdachte na het plegen van de onderhavige feiten twee maal is veroordeeld.
- het psychiatrisch rapport gedateerd 30 januari 2017 van de psychiater dr. T.W.D.P. van Os. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
Er is bij onderzochte sprake van een ziekelijke stoornis te weten een bipolaire I stoornis. Daarnaast is er sprake van een stoornis in alcoholgebruik, samenhangend met een manische ontremming. Het is zeer waarschijnlijk dat er sprake was van een (hypo)manische ontremming voorafgaande en ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde, indien bewezen. Deze ziekelijke stoornis beïnvloedde onderzochte’s gedragskeuzes c.q. gedragingen ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde.
Onderzochte ontwikkelde een manische ontremming waarschijnlijk als gevolg van stressfactoren zoals de relatie die werd beëindigd, de werkzaamheden voor de [benadeelde 1] waarbij veel werk op zijn bord kwam en waarschijnlijk ook omdat hij medicatie ontrouw was. De manische ontremming ging opnieuw gepaard met een toegenomen energie en activiteit met een opgeblazen gevoel van eigenwaarde, of grandiositeit, verminderde slaapbehoefte en doelgerichte activiteiten zowel op het werk als seksueel, met activiteiten waarbij een grote kans bestaat op pijnlijke gevolgen zoals ongeremde koopwoede, seksuele onbezonnenheid of onbezonnen zakelijke investeringen.
De manische ontremming had een belangrijke doorwerking in de aan verdachte ten laste gelegde feiten, indien bewezen.
Onderzoeker adviseert onderzochte voor de hem ten laste gelegde feiten, indien bewezen, als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De belangrijkste risicofactor voor recidive is de (hypo)manische ontremming en een versterking daarvan door het daarmee samenhangende alcoholgebruik. Met name een toename van zijn sociaal isolement is ook een risicofactor. Een beschermende factor is zijn intelligentie en zijn optimisme.
Zonder behandeling blijven de risicofactoren, die van belang zijn in de hem ten laste gelegde feiten, indien bewezen, onveranderd. Een behandeling en begeleiding is noodzakelijk om de kans op herhaling zoals het hem tenlastegelegde binnen aanvaardbare grenzen te krijgen. Onderzoeker adviseert dan ook een grotendeels voorwaardelijke detentie met als voorwaarden dat onderzochte zich onder toezicht stelt van de reclassering en zich houdt aan de aanwijzingen van deze instantie en een ambulante behandeling aangaat in een forensische setting (forensische polikliniek) waarbij aandacht is voor het delict scenario, voor zijn bipolaire stoornis en tevens aandacht is voor mogelijk middelengebruik en dreigend sociaal isolement.
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 1 februari 2017 van mevr. M. Ruiter als reclasseringswerker verbonden aan de Reclassering Nederland, waarin wordt geadviseerd verdachte te veroordelen tot een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf, waarbij de volgende bijzondere voorwaarden worden geadviseerd:
- betrokkene moet zich binnen twee werkdagen na vonnis tussen 10.00 en 12.00 uur melden bij de Reclassering Nederland, locatie Nijmegen, Stieltjesstraat 1 waarna hij zich aan de aanwijzingen van de Reclassering Nederland zal houden, zo vaak en zo lang deze instelling dit nodig acht;
- betrokkene zal meewerken aan een intakeprocedure bij een (forensische) GGZ-instelling. Indien (psychiatrische) behandeling geïndiceerd wordt geacht, dan houdt betrokkene zich aan de afspraken en de aanwijzingen van de behandel instelling, zo lang als deze instelling dat nodig acht. De reclassering acht het daarbij van belang dat een medicamenteuze behandeling en/of een kortdurende klinische opname ten behoeve van crisis/stabilisatie kan plaatsvinden binnen een ambulant behandeltraject.
Met de conclusie van de psychiatrisch deskundige en de adviezen in bovengenoemde rapporten kan de rechtbank zich verenigen.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank voorts nog meegewogen dat hij, na het plegen van onderhavige feit, in een andere zaak gedurende 20 maanden in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht en uiteindelijk in die zaak in hoogste feitelijke instantie is veroordeeld tot slechts één maand gevangenisstraf. Al die tijd is de verdachte verstoken geweest van het verder opbouwen van een nieuwe toekomst, waarmee hij ten tijde van zijn arrestatie inmiddels een aanvang had gemaakt.
Ten slotte heeft de rechtbank bij het bepalen van de straf rekening gehouden met de ouderdom van het bewezenverklaarde feit.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat deze straf vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
Naast de algemene voorwaarden zullen aan deze voorwaardelijke straf de door de Reclassering Nederland en de psychiater voornoemd geadviseerde bijzondere voorwaarden worden verbonden.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van het na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.