De huidige stand van het stakingsrecht als uiteengezet in de arresten van HR 31 oktober 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3077, FNV c.s./Enerco) en HR 19 juni 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1687, Amsta/FNV) kan, voor zover in dit geding van belang, als volgt worden omschreven.
(1) Artikel 6, aanhef en onder 4, ESH erkent het recht van werknemers en werkgevers op collectief optreden in gevallen van belangengeschillen, met inbegrip van het stakingsrecht, behoudens verplichtingen uit hoofde van reeds eerder gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten.
(2) Dit recht strekt tot het waarborgen van de doeltreffende uitoefening van het recht op collectief onderhandelen.
(3) Een werknemersorganisatie is in beginsel vrij in de keuze van middelen om haar onderhandelingsdoel te bereiken. Of (nog) sprake is van een collectieve actie in de sub (1) genoemde zin wordt vooral bepaald door het antwoord op de vraag of de actie redelijkerwijs kan bijdragen tot de doeltreffende uitoefening van het recht op collectief onderhandelen.
(4) Indien de organisatoren van een collectieve actie aannemelijk maken dat dit het geval is, valt de actie onder het bereik van artikel 6, aanhef en onder 4, ESH en moet deze in beginsel worden aangemerkt als een rechtmatige uitoefening van het sociale grondrecht op collectieve actie.
(5) Het ligt dan op de weg van degene die eist dat de uitoefening van het recht op collectieve actie in het concrete geval wordt beperkt of uitgesloten, om aannemelijk te maken dat deze beperking of uitsluiting gerechtvaardigd is.
(6) Dit laatste is slechts het geval indien beperkingen aan het recht op collectieve actie maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk zijn.
(7) Bij de beantwoording van de vraag of dat het geval is, dient de rechter alle omstandigheden mee te wegen, in het bijzonder de aard en duur van de actie, de verhouding tussen de actie en het daarmee nagestreefde doel, de daardoor veroorzaakte schade aan de belangen van de werkgever of derden en de aard van die belangen en die schade.
(8) In dat verband kan ook (onder omstandigheden zelfs beslissende) betekenis toekomen aan het antwoord op de vraag of de in de rechtspraak aanvaarde processuele spelregels voor de uitoefening van het recht op collectief optreden zijn nageleefd.