3.1.
[werkneemster] verzoekt de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
a. het ontslag op staande voet van 2 oktober 2017 te vernietigen;
b. [werkgever] te veroordelen om [werkneemster] , binnen twee dagen na dagtekening van deze beschikking, haar werkzaamheden, dan wel haar re-integratie, te laten hervatten, op straffe van een dwangsom van € 500,00, voor elke dag of een gedeelte daarvan dat [werkgever] in gebreke blijft aan de beschikking te voldoen, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom per dag;
c. [werkgever] te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging en/of de wettelijke rente over de onder b. genoemde bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening;
subsidiair
[werkgever] te veroordelen tot betaling aan [werkneemster] van:
d. een billijke vergoeding ad € 15.000,00;
e. de vergoeding wegens onregelmatige opzegging, zijnde € 9.071,32 bruto;
f. de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel buitengerechtelijke incassokosten;
g. de wettelijke rente over de onder d tot en met f genoemde bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag van de gehele betaling;
Primair en subsidiair:
Voor zover de voorlopige voorziening als verzocht bij incident geen doorgang kan vinden: [werkgever] te veroordelen tot:
h. betaling van het verschuldigde salaris van € 1.199,91 (bruto) per maand vermeerderd met alle emolumenten, waaronder vakantietoeslag, vanaf de datum waarop [werkgever] is gestopt met betaling daarvan, tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig beëindigd zal zijn, tezamen met een veroordeling tot betaling van het achterstallige salaris over de maanden juli, augustus, september en oktober 2017 van € 2.663,77 (bruto) vermeerderd met alle emolumenten, waaronder vakantietoeslag:
i. verstrekking van de salarisspecificaties, waarin de betaling van sub h. is verwerkt;
j. de wettelijke verhoging wegens vertraging over het aan [werkneemster] toekomende loon ex artikel 7:625 BW;
k. betaling van de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel buitengerechtelijke incassokosten;
l. betaling van de wettelijke rente over de onder h., i. , j. en k. genoemde bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag van de gehele betaling;
de voorlopige voorziening en in de hoofdzaak (primair en subsidiair)
m. met veroordeling van [werkgever] in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na dagtekening van deze beschikking.
Alsmede, bij wijze van voorlopige voorziening voor de duur van het geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [werkgever] te veroordelen tot betaling aan [werkneemster] van het salaris vanaf de datum dat [werkgever] is gestopt met betaling daarvan, tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig geëindigd zal zijn, alsmede betaling van het achterstallig salaris over de periode van juli tot en met oktober 2017 van € 2.633,77 (bruto) vermeerderd met alle emolumenten waaronder vakantietoeslag onder verstrekking van de juiste salarisspecificaties en de wettelijke verhoging van 50% over het aan [werkneemster] toekomende loon, en betaling van de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente.