De VvE vordert na eiswijziging:
Primair: [gedaagden] te veroordelen om, conform de oorspronkelijke akte en HR, de parketvloer en laminaatvloer in hun appartement te verwijderen en verwijderd te houden óf, indien zij harde vloerbedekking willen houden, in hun appartement aan hun vloerbedekking, overeenkomstig de gewijzigde akte en het aangepaste reglement, voorzieningen te treffen en/of werkzaamheden te verrichten (vervanging huidige vloerbedekking of anderszins) die ertoe leiden dat de contactgeluidisolatie-index van die vloerbedekking, ten opzichte van de kale constructievloer, met minimaal +15 dB tot +25 dB zal verbeteren, waarbij, indien [gedaagden] harde vloerbedekking zou willen handhaven, niet alleen aan de hiervoor genoemde ICO-norm zal moeten worden voldaan maar die vloerbedekking in elk geval zwevend zal moeten worden gelegd, inclusief een voldoende isolerende ondervloer, althans [gedaagden] te veroordelen om in hun appartement, aan hun vloerbedekking, voorzieningen te treffen die de rechtbank in goede justitie redelijk acht, welke voorzieningen/werkzaamheden zullen moeten aanvangen binnen drie weken na betekening van het vonnis en binnen een maand na aanvang afgerond moeten zijn, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 200,- per dag dat aan het voorgaande geen gevolg wordt gegeven.
Subsidiair: [gedaagden] te veroordelen tot het leveren van bewijs dat (alle) vloerbedekking, ook het parket, zwevend is gelegd, inclusief een deugdelijk isolerende ondervloer, door een onafhankelijk (kijk)onderzoek te laten uitvoeren door een door de rechtbank aan te wijzen deskundige, die onderzoek zal verrichten naar de wijze van leggen van het laminaat en de daaronder gelegen parketvloer en de specificaties van een en ander; en voorts, indien uit dat onderzoek zou blijken dat de vloerbedekking niet zwevend zou zijn gelegd en/of zonder een voldoende isolerende ondervloer, [gedaagden] te veroordelen conform de primaire vordering.