Taxi Zeewijck vordert -samengevat en na wijziging van eis- dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
A. primair Achmea en [gedaagde] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 6.973,85 bestaande uit reparatiekosten ad € 5.164,00 exclusief BTW en inkomstenderving ad € 1.809,85 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2015, althans vanaf een door de rechtbank te bepalen datum, tot de dag der algehele voldoening;
subsidiair Achmea veroordeelt om uiterlijk 14 dagen na betekening van het vonnis de schaderegeling met een door eisers aan te wijzen contra-expert af te ronden en
de daaruit voortvloeiende schadevergoeding aan eisers uit te keren, op
straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,--, althans een door de rechtbank te bepalen dwangsom, voor elke dag of deel daarvan dat Achmea niet aan het gevorderde voldoet;
Achmea veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de registraties ten name van eisers ongedaan te maken en ongedaan gemaakt te houden, door over te gaan tot het indienen van een daartoe strekkend schriftelijk verzoek aan het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit van het Verbond van Verzekeraars en aan de Stichting CIS te Zeist, en voorts alle medewerking te verlenen om de ongedaanmaking van de genoemde registraties te realiseren, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom ten bedrage van € 500,--, voor elke dag of deel daarvan, dat Achmea met de nakoming van dit gebod, al dan niet gedeeltelijk, in gebreke blijft;
Achmea veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis over te gaan tot het ongedaan maken en ongedaan gemaakt houden van de registraties ten name van eisers en de heer [naam 1] in het Incidentenregister van Achmea, evenals het per gelijke post verzenden van een bevestiging van voornoemde ongedaanmaking aan eisers en de heer [naam 1] , zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom ten bedrage van € 500,-- voor elke dag of deel daarvan, dat Centraal Beheer (de rechtbank begrijpt : Achmea) met de nakoming van dit gebod, al dan niet gedeeltelijk, in gebreke blijft;
Achmea gebiedt om de beëindiging van de tussen Achmea en de heer [eiser] afgesloten woongarantverzekering met polisnummer 41582971 en de verkeersverzekering met polisnummer 107502990 binnen twee dagen na betekening van het te wijzen vonnis ongedaan te maken, met de bepaling dat de heer [eiser] geen premie is verschuldigd over de periode vanaf de aanvankelijke beëindiging van de verzekeringen (respectievelijk 1 november 2016 en 1 augustus 2016) tot aan de dag der ongedaanmaking, en zulks schriftelijk aan de heer [eiser] te bevestigen, zulks op straffe van een dwangsom;
Achmea en [gedaagde] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 723,69 althans een door de rechtbank te bepalen bedrag;
Achmea en [gedaagde] hoofdelijk veroordeelt in de kosten van het geding, vermeerderd met de wettelijke rente indien de voldoening niet binnen 14 dagen na dagtekening van het onderhavige vonnis heeft plaatsgevonden;
Achmea en [gedaagde] hoofdelijk veroordeelt in de nakosten van het geding;
Achmea gebiedt om de beëindiging van de tussen Achmea en de heer [naam 1] afgesloten woongarantverzekering met polisnummer 41278885 binnen twee dagen na betekening van het onderhavige vonnis ongedaan te maken met de bepaling dat de heer [naam 1] geen premie is verschuldigd over de periode vanaf de aanvankelijke beëindiging van de verzekering tot aan de dag der ongedaanmaking en zulks aan [naam 1] te bevestigen, zulks op straffe van een dwangsom.