1 Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Zaaksdossier Croft
Feit 1 (Zaaksdossier Croft)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 05 december 2017 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een of meer geautomatiseerd(e) werk(en), te weten
een of meer e-mailaccounts (van een ander dan hem, verdachte te weten: van 24 aangevers, genoemd in een tabel op pag. 24 t/m 27 van het eindproces-verbaal), die zich bevonden op server(s) van, onder andere, Microsoft (Livemail en/of Hotmail) en/of Ziggo (Ziggomail) en/of Tele2),
(telkens) is binnengedrongen
- met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of,
- door het aannemen van een valse hoedanigheid;
en hij vervolgens (telkens)(aldaar)
de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevond voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) (met een door phishing verkregen wachtwoord), zich toegang verschaft tot dit/deze e-mailaccount(s) van een of meer bovengenoemde ander(en) dan hem, verdachte, waarna hij, verdachte, de e-mailberichten van dat/die e-mailaccount(s) automatisch heeft doorgestuurd naar een of meer door hem, verdachte, aangemaakte en/of beheerde e-mailadres(sen);
Feit 2 (Zaaksdossier Croft)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 05 december 2017 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) opzettelijk en wederrechtelijk, gegevens, te weten:
een of meer inkomende e-mailberichten die door middel van een geautomatiseerd werk en/of door middel van telecommunicatie waren opgeslagen, werden verwerkt en/of werden
overgedragen, te weten:
(in) een of meer e-mailaccount(s) (te weten: van 24 aangevers, genoemd in een tabel op pag. 24 t/m 27 van het eindproces- verbaal), welke zich bevond(en) op servers/computers van Microsoft (Livemail en/of hotmail) en/of Ziggo en/of Tele2) of een deel daarvan,
(telkens) heeft veranderd, gewist, onbruikbaar en/of ontoegankelijk heeft gemaakt
(meermalen) aan gegevens, te weten:
een of meer inkomende e-mailberichten die door middel van een geautomatiseerd werk en/of door middel van telecommunicatie waren opgeslagen, werden verwerkt en/of werden overgedragen, te weten:
(in) een of meer e-mailaccount(s)
(te weten: van 24 aangevers, genoemd in een tabel op pag. 24 t/m 27 van het eindproces-verbaal),(welke zich bevond(en) op servers/computers van Microsoft (Livemail en/of hotmail) en/of Ziggo en/of Tele2) of een deel daarvan,
andere gegevens, heeft toegevoegd, door in een of meer bovengenoemde e-mailaccounts aanpassingen te doen die erin bestonden dat die e-mail(s) (telkens) werd(en) doorgestuurd naar een ander (door hem, verdachte, aangemaakt en/of beheerd) e-mailaccount;
Feit 3 (Zaaksdossier Croft)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juli 2017 tot en met 05
december 2017 te ’s-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een of meer geautomatiseerd(e) werk(en), te weten een/of meer online klantaccounts van webwinkel(s) Wehkamp B.V. en/of Bol.com B.V. (te weten: van 24 aangevers, genoemd in een tabel op pag. 24 t/m 27 van het eindproces-verbaal),
(welke zich bevonden op de website(s) en/of webserver(s) van Wehkamp B.V. en/of Bol.com B.V.),
(telkens) is binnengedrongen
- met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of,
- door het aannemen van een valse hoedanigheid;
immers heeft hij, verdachte, (telkens) (met een door phishing verkregen wachtwoord), zich
toegang verschaft tot dit/deze online klantaccount(s) van een of meer bovengenoemde
ander(en) dan hem, verdachte;
Feit 4 (Zaaksdossier Croft)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juli 2017 tot en met 05
december 2017 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,(meermalen)
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het (telkens) aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
Wehkamp B.V. en/of Bol.com B.V. heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
een of meer (dure) goederen,
door (telkens) gebruik te maken van inlognamen en wachtwoorden van klanten van genoemde bedrijven (welke door phishing waren verkregen), en zich op die wijze voor te doen als legitieme klant, en/of (vervolgens) in te loggen op de (online klantaccounts van de) website(s) van genoemde bedrijven, en/of (vervolgens) de afleveradressen en/of de mailadressen behorende bij de betreffende klanten te wijzigen, en/of (vervolgens) diverse (dure) goederen te bestellen;
Feit 5 (Zaaksdossier Croft)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juli 2017 tot en met 05
december 2017 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) voorwerpen, te weten goederen die besteld waren bij onder andere Wehkamp B.V.
en/of Bol.com B.V., heeft overgedragen en/of omgezet en/of van die voorwerpen gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat die voorwerpen geheel of
gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,
en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
Zaaksdossier Donkey Kong
Feit 6 (zaaksdossier Donkey Kong)
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01 april 2018 tot en met 04 juli 2018 te ’s-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het (telkens) aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een of meer (te weten: 42) ABNAMRO-klant(en) (genoemd in een tabel op pag. 1033 t/m 1035 van het eindproces-verbaal) heeft/hebben bewogen tot het ter beschikking stellen van
gegeven(s), te weten,
de (inlog)gegevens (te weten gebruikersnaam en/of wachtwoord) en/of code(s) en
responsecodes van/voor het internetbankieren van/bij de ABNAMRO door (telkens)
- gebruik te maken van de bedrijfsnaam en/of het (bijbehorende) (bedrijfs) logo van de ABNAMRO bank (en zich op die wijze voor te doen als dat bedrijf/die bank) en/of
- via de chatfunctionaliteit van Marktplaats en/of e-mail (een) bericht(en) te sturen,
- dat verdachte en/of zijn mededaders de vraagprijs en verzendkosten wilde betalen voor het hetgeen aangever(s) op de website www.marktplaats.nl te koop aanbo(o)d(en), en/of
- (vervolgens) te vragen of aangever(s) – ter verificatie van hun identiteit – een bedrag van 1 cent over kon(den) maken en/of
- vervolgens) in die chat / e-mail te vragen om op een (hyper)link (naar een website) te klikken en/of deze (hyper)link te openen om verder te gaan
en/of
- (vervolgens) op de website, die met (het klikken op) de (hyper)link wordt geopend, te vragen in te loggen met de (inlog)gegeven(s) voor internetbankieren van de ABN-AMRO bank (te weten de gebruikersnaam en/of het wachtwoord) en/of
- (vervolgens) op die website te vragen om codes en responsecodes van de ABN-AMRO bank (te weten de gebruikersnaam en/of het wachtwoord) en/of
- (vervolgens) na invoering van die codes een foutmelding te geven / aan te geven dat er een storing was.
waardoor die ABNAMRO-klant(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
Feit 7 (zaaksdossier Donkey Kong)
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01 april 2018 tot en met 04 juli 2018 te ’s-
Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
meermalen, opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een of meer geautomatiseerd werk (en), te weten:
de computer(s) en/of server(s) van de (beveiligde) internetbankieren omgeving van/bij de
ABN-AMRO Bank, althans in een deel daarvan,
(telkens) is binnengedrongen,
- met behulp van valse signalen of een valse sleutel, te weten: de (inlog)gegevens voor het
internetbankieren, de gebruikersnaam en/of het wachtwoord) en/of,
- door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten: zijnde een of meer (te weten: 42)
geautoriseerde ABN-AMRO-klant(en) (genoemd in een tabel op pag. 1033 t/m 1035 van het
eindproces-verbaal);
immers heeft hij, verdachte, (telkens) (met een door phishing verkregen wachtwoord), zich
toegang verschaft tot dit/deze computer(s) en/of server(s) van de (beveiligde) internetbankieren omgeving van/bij de ABN-AMRO Bank;
Feit 8 (zaaksdossier Donkey Kong)
Primair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01 april 2018 tot en met 04 juli 2018 te ’s-
Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
één of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
een of meer (te weten: 42) ABN-AMRO-klant(en) en/of ABN-AMRO bank N.V. genoemd in een tabel op pag. 1033 t/m 1035 van het eindproces-verbaal), in elk geval aan een ander of ander(en) dan aan verdachte,
waarbij verdachte (telkens) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of
het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse
sleutel, te weten door (telkens)
- zich (met een via phishing verkregen wachtwoord/code) toegang te verschaffen tot en/of in te loggen op de (internet)bankrekening(en) van voornoemde ABN-AMRO-klanten en/of
(vervolgens)
- een of meer geldbedrag(en) over te maken van de bankrekening(en) van voornoemde ABN-AMRO-klanten naar (bank)rekeningen van een of meer derde(n);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01 april 2018 tot en met 04 juli 2018 te ’s-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
(telkens)
ABN-AMRO Bank heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een of meer geldbedrag (en) (met een geschatte waarde van in totaal € 49.192,41 ), in elk geval een of meer goed (eren) / geldbedrag(en) ,
door (telkens)
- gebruik te maken van de (gephishte) (inlog)gegeven(s) van een of meer ABN-AMRO-klant(en) voor/van de (beveiligde) internetbankieren omgeving van/bij de ABN-AMRO bank (zijnde de gebruikersnaam en/of het wachtwoord) en/of
- ( vervolgens) in te loggen op/in die (beveiligde) internetbankieren omgeving van/bij
ABN-AMRO Bank en/of
- ( vervolgens) in/op die (beveiligde) internetbankieren omgeving van/bij de ABN-AMRO bank een of meer transactie(s) in te voeren en/of
- ( vervolgens) deze transactie(s) te autoriseren met een/of meer (respons) code(s) (en
zich aldus voor te doen als geautoriseerde ABN-AMRO-klant(en)),
waardoor die ABN-AMRO bank (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
Zaaksdossier Metroid
Feit 9 (zaaksdossier Metroid)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 te 's-Hertogenbosch en/of Maastricht en/of Elst (Gelderland), gemeente Overbetuwe en/of Medemblik en/of elders in Nederland,
(meermalen) opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een of meer geautomatiseerd(e) werk(en), te weten een dropbox-account van [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] (dat zich bevond op de computer(s) / server(s) van Dropbox),
(telkens) is binnengedrongen
a. door het doorbreken van een beveiliging en/of,
b. door een technische ingreep en/of,
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of,
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid;
en hij vervolgens (telkens) (aldaar)
de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevond oor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) (met een door phishing verkregen wachtwoord), zich
toegang verschaft tot dit dropboxaccount(s) van een of meer ander(en) dan hem, verdachte,
waarna hij, verdachte, een (privé) filmpje en/of foto (’s) (uit dat dropboxaccount) heeft gedownload en /of opgeslagen;
Feit 10 (zaaksdossier Metroid)
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 te ’s-Hertogenbosch en/of Maastricht en/of Elst (Gelderland), gemeente Overbetuwe en/of Medemblik en/of elders in Nederland,
(meermalen)
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich
wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad en/of bedreiging met smaadschrift en/of bedreiging met openbaar maken van een geheim
[slachtoffer] en/of [slachtoffer 2]
te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] / [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
die [slachtoffer]
door middel van een of meer zogenaamde “messenger-berichten” en/of (concept) emailberichten heeft gedreigd persoonlijke data (van haar en/of [slachtoffer 2] ) openbaar te maken op internet, tenzij die [slachtoffer] / [slachtoffer 2] 4.000 bitcoins zou overmaken naar hem, verdachte, en/of
(vervolgens) en filmpje van haar, [slachtoffer] , op de website www.dumpert.nl heeft geplaatst en/of
(vervolgens) ie [slachtoffer] oor middel van een of meer zogenaamde “whats app-berichten” en/of (concept) emailberichten heeft gedreigd (opnieuw) een filmpje ( zijnde een sexueel getint filmpje) van aar openbaar te maken op internet (op de website www.dumpert.nl), alsmede al haar persoonlijke gegevens (zoals haar adres, telefoonnummer en geboortedatum), tenzij die [slachtoffer] EURO 350,- zou overmaken naar hem, verdachte,
en/of
(vervolgens)
die [slachtoffer] / [slachtoffer 2]
door middel van een of meer zogenaamde “whats app-berichten” heeft gedreigd (opnieuw) een filmpje ( zijnde een filmpje waarop zij topless was te zien) van haar openbaar te maken op internet tenzij die [slachtoffer] / [slachtoffer 2] EURO 300,- in bitcoin zou overmaken naar hem, verdachte,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 11 (zaaksdossier Metroid)
Primair:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 te ’s-Hertogenbosch en/of Maastricht en/of Elst (Gelderland), gemeente Overbetuwe en/of Medemblik en/of elders in Nederland,
opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] door middel van het verspreiden en/of openlijk tentoonstellen van een (privé) video (waarop die [slachtoffer] schaars gekleed te zien is),
de eer en/of de goede naam van die [slachtoffer] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaald(e) feit(en), met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door die (privé) video te verzenden en/of te (doen) uploaden en/of en/of voor derden zichtbaar te maken en/of (openbaar) te (doen) publiceren op de website “www.dumpert.nl” en/of (hierbij) de tekst geplaatst, te weten: [tekst filmpje] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 te ’s-Hertogenbosch en/of Maastricht en/of Elst (Gelderland), gemeente Overbetuwe en/of Medemblik en/of elders in Nederland,
opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer]
in het openbaar bij afbeelding heeft beledigd, door een (privé) video (waarop die [slachtoffer] schaars gekleed te zien is) te verspreiden en/of aan te bieden, door die (privé) video te verzenden en/of te (doen) uploaden en/of en/of voor derden zichtbaar te maken en/of (openbaar) te (doen) publiceren op de website www.dumpert.nl;
8 Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
In de onderhavige zaak zijn door veertien (14) benadeelde partijen vorderingen tot schadevergoeding ingediend. De vorderingen zullen in het navolgende per zaaksdossier worden besproken.
Zaaksdossier Croft
[benadeelde 4]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 279,00 ingediend tegen verdachte wegens de materiële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit de kosten van drie gesprekken met een coach.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering te matigen tot een bedrag van € 93,00, nu alleen een nota ter hoogte van dit bedrag is overgelegd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 93,00 rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening. Voor het overige acht de rechtbank de vordering niet-ontvankelijk, nu deze niet is onderbouwd. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
[benadeelde 6]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 6] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 200,00 ingediend tegen verdachte wegens de immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen, nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook geheel worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 11]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 11] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 700,00 ingediend tegen verdachte wegens de immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen nu de onderbouwing de vordering niet kan dragen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten en dat de vordering voldoende is onderbouwd. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting billijk voor. De vordering zal dan ook geheel worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 16]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 16] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 185,25 ingediend tegen verdachte wegens de materiële en immateriële schade die hij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 85,25 materiële schade voor het resetten van de laptop en uit € 100,00 immateriële schade.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering ten aanzien van de materiële schade toe te wijzen en de vordering ten aanzien van de immateriële schade niet-ontvankelijk te verklaren, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering ten aanzien van de immateriële schade af te wijzen, nu deze onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten en voldoende is onderbouwd. De rechtbank zal de vordering in zoverre dan ook tot het bedrag van € 85,25 toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank acht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering tot vergoeding van de immateriële schade, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
[benadeelde 19]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 19] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 5.000,00 ingediend tegen verdachte wegens de immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 500,00.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen, nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting billijk voor tot een bedrag van € 500,00. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering wordt voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
Zaaksdossier Donkey Kong
[benadeelde 65]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 65] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3.446,00 ingediend tegen verdachte wegens de materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het onder 8 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 2.696,00 materiële schade, zijnde het bedrag dat ABN AMRO van zijn rekening heeft afgeschreven en de eigen bijdrage voor de Raad voor Rechtsbijstand in het geschil met ABN AMRO, en € 750,00 immateriële schade.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen, nu de benadeelde partij medeverdachte is in onderhavig onderzoek.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank om dezelfde reden verzocht de vordering af te wijzen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, nu de vordering is ingediend door een benadeelde partij die in onderhavig onderzoek als medeverdachte wordt aangemerkt. Een goede beoordeling van de vordering vergt derhalve nader onderzoek naar onder meer de vraag of en zo ja, in hoeverre, sprake is van eigen schuld van de zijde van de benadeelde partij.
De benadeelde partij is daarom niet-ontvankelijk in zijn vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
[benadeelde 33]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 33] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.250,00 ingediend tegen verdachte wegens de materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 6 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 250,00 materiële schade, zijnde het bedrag dat verdachte van haar rekening heeft weggenomen, en € 1.000,00 immateriële schade.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering ten aanzien van de materiële schade af te wijzen, nu deze schade reeds door de ABN AMRO is vergoed, en om de vordering ten aanzien van de immateriële schade te matigen tot een bedrag van € 500,00.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de gehele vordering af te wijzen, nu de materiële schade reeds is vergoed en de immateriële schade onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 6 en 8 bewezen verklaarde feiten. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van de materiële schade af, nu deze schade blijkens het dossier reeds door de ABN AMRO is vergoed. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting billijk voor tot een bedrag van € 500,00. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering wordt voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
[benadeelde 35]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 35] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 55,00 ingediend tegen verdachte wegens de materiële schade die zij als gevolg van de onder 6 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit de kosten van softwareherstel van haar mobiele telefoon.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 55,00 rechtstreeks voortvloeit uit de onder 6 en 8 bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook (geheel) worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 41]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 41] heeft een vordering tot schadevergoeding van – zoals door de officier van justitie op zitting nader is toegelicht – € 1.000,00 ingediend tegen verdachte wegens de immateriële schade die zij als gevolg van de onder 6 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 500,00.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de immateriële schade geen standpunt ingenomen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 6 en 8 bewezen verklaarde feiten. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting billijk voor tot een bedrag van € 500,00. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering wordt voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij kan de vordering voor dit deel desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
[benadeelde 47]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 47] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 500,00 ingediend tegen verdachte wegens de immateriële schade die zij als gevolg van de onder 6 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen, nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 6 en 8 bewezen verklaarde feiten. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook geheel worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 66]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 66] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 21,95 ingediend tegen verdachte wegens de materiële schade die hij als gevolg van het onder 6 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit een door hem via Marktplaats geleverde, maar niet betaalde hartslagmeter.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, nu dit feit niet ten laste is gelegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft afwijzing van de vordering verzocht, nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
Nu oplichting van de benadeelde partij ten aanzien van de hartslagmeter niet ten laste is gelegd, is er geen sprake van rechtstreekse schade, zodat de benadeelde partij om die reden niet kan worden ontvangen in zijn vordering. Hij kan de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
ABN AMRO
De vordering
De benadeelde partij ABN AMRO heeft een vordering tot schadevergoeding van € 62.117,41 ingediend tegen verdachte wegens de materiële schade die zij als gevolg van de onder 7 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit de schadeloosstelling van de ABN AMRO-klanten van de door verdachte overgeboekte bedragen en de kosten van onderzoeksuren.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
Primair heeft de raadsman de rechtbank verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren nu behandeling van de vordering, gelet op de hoogte en complexiteit ervan, een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Subsidiair heeft de raadsman afwijzing van de vordering verzocht, nu deze onvoldoende is onderbouwd. Meer subsidiair heeft de raadsman matiging van het gevorderde bedrag aan onderzoeksuren verzocht, nu deze onvoldoende zijn gespecificeerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 59.617,41 rechtstreeks voortvloeit uit de onder 7 en 8 bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. Voor het overige deel (€ 2.500,00) wijst de rechtbank de vordering af, nu de ABN AMRO blijkens een door de benadeelde partij [benadeelde 65] overgelegd bankafschrift een aan die [benadeelde 65] onrechtmatig overgemaakt bedrag van € 2.500,00 reeds heeft teruggeboekt ten laste van die [benadeelde 65] . Deze schade heeft ABN AMRO derhalve niet geleden.
Zaaksdossier Metroid
[slachtoffer]
De vordering
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 21.933,02 ingediend tegen verdachte wegens de materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 9, 10 en 11 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 11.933,02 materiële schade en € 10.000,00 immateriële schade. Ook heeft [slachtoffer] vergoeding verzocht van de proceskosten die zij in het kader van de indiening van onderhavige vordering heeft gemaakt en nog zal maken, bestaande uit een bedrag van € 4.042,25.
De gestelde materiële schade bestaat blijkens het schadeonderbouwingsformulier uit:
1. Reiskosten ten behoeve van:
- het doen van aangiften en gesprekken met de politie op 17 januari 2017, 18 januari 2017, 28 januari 2017, 22 februari 2017, 24 augustus 2017 en 20 augustus 2018 (€ 54,15);
- gesprekken met mr. R.P. de Vries bij Van Till Advocaten op 16 januari 2017 en 8 februari 2017 (€ 61,60);
- een gesprek met mr. R.P. de Vries bij De Vries & Kasem Advocaten op 24 oktober 2017 (€ 24,32);
- het bijwonen van de zitting van de rechtbank Amsterdam in de zaak tegen [naam] op 20 december 2017 (€ 23,34);
- het bezoeken van een psycholoog (€ 59,50)
2. Advocaatkosten 2017
Dit betreffen blijkens de toelichting gemaakte kosten met betrekking tot onder meer de advisering van de benadeelde partij ten aanzien van de opsporing van verdachte, het nemen van beschermingsmaatregelen en het voeren van een civiele procedure tegen [naam] , mede teneinde de beelden van de website Dumpert.nl verwijderd te krijgen (€ 7.604,53).
3. Kosten onderzoeksbureau (€ 2.296,58)
4. Gederfde inkomsten als gevolg van het opnemen van vrije dagen (€ 1.809,00)
Met betrekking tot de hoogte van de gevorderde immateriële schade heeft de raadsman onder meer gewezen op een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 10 augustus 2011 in de zogenaamde ‘Majesteit’-zaak (ECLI:NL:RBAMS:2011:BT1877).
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
Primair heeft de raadsman de rechtbank verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren nu behandeling van de vordering, gelet op de hoogte en complexiteit ervan, een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Subsidiair heeft de raadsman ten aanzien van de materiële schade afwijzing van de ‘advocaatkosten 2017’ en de ‘kosten onderzoeksbureau’ verzocht en matiging van de reiskosten en kosten wegens gederfde inkomsten. De raadsman heeft hiertoe het volgende aangevoerd.
De ‘advocaatkosten 2017’ betreffen blijkens de toelichting onder meer advocaatkosten die zijn gemaakt in het kader van de civiele procedure tegen [naam] . Deze kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat deze onvoldoende verband houden met onderhavige strafzaak. Daarnaast is niet inzichtelijk gemaakt welk deel van de gevorderde advocaatkosten betrekking heeft op de civiele procedure, zodat om die reden de gehele vordering die op deze kosten betrekking heeft dient te worden afgewezen.
Ook de gevorderde ‘kosten onderzoeksbureau’ dienen te worden afgewezen, nu deze kosten blijkens het vonnis van de civiele rechter in de procedure tegen [naam] reeds door [naam] zijn vergoed, althans in het door [naam] aan [slachtoffer] betaalde bedrag van € 4.566,95 moeten worden geacht te zijn begrepen (vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 februari 2018).
De gevorderde reiskosten alsmede de gestelde kosten wegens gederfd inkomen dienen te worden gematigd, nu de reiskosten niet zijn onderbouwd en ten aanzien van de gederfde inkomsten de noodzaak tot het opnemen van vrije dagen onvoldoende is onderbouwd, met uitzondering van de dagen dat [slachtoffer] aantoonbaar op het politiebureau is geweest.
Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsman subsidiair verzocht de vordering te matigen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat uit de brief van de psycholoog blijkt dat het trauma van [slachtoffer] vooral is gelegen in de plaatsing van het filmpje op Dumpert.nl. De civiele rechter heeft in voornoemd vonnis reeds bepaald dat [naam] voor deze schade aansprakelijk kan worden gesteld. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat het bij psychologische schade dient te gaan om aan de hand van objectieve maatstaven vast te stellen psychische schade. Gevoelens van angst, schrik, onzekerheid en nervositeit vallen hier niet onder.
De raadsman heeft tot slot verzocht te bepalen dat een eventueel op te leggen schadevergoedingsmaatregel in delen kan worden voldaan.
Oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de materiele schade die [slachtoffer] heeft geleden toewijsbaar is zoals hieronder weergegeven:
1. Reiskosten
- in verband met het doen van aangiften en gesprekken met de politie op 17 januari 2017, 18 januari 2017, 28 januari 2017, 22 februari 2017, 24 augustus 2017 en 20 augustus 2018, zijnde een totaalbedrag van € 54,15;
- in verband met gesprekken met mr. R.P. de Vries bij Van Till Advocaten op 16 januari 2017, zijnde een totaalbedrag van € 30,80;
- in verband met een gesprek met mr. R.P. de Vries bij De Vries & Kasem Advocaten op 24 oktober 2017, zijnde een bedrag van € 24,32, en
- in verband met het bezoeken van een psycholoog (€ 59,50).
De rechtbank zal de vordering die ziet op de gemaakte reiskosten derhalve toewijzen tot een (totaal)bedrag van € 168,77.
2. Advocaatkosten 2017
De gevorderde advocaatkosten over het jaar 2017, ten bedrage van € 7.604,53, houden blijkens de onderbouwing van dit gedeelte van de vordering en de bijgevoegde nota’s verband met de procedure die [slachtoffer] tegen [naam] (de exploitant van Dumpert.nl) heeft gevoerd voor de kantonrechter. In deze procedure is op 2 februari 2018 een vonnis gewezen, waarin de kantonrechter de plaatsing van het filmpje van [slachtoffer] door [naam] onrechtmatig heeft geoordeeld en de proceskosten heeft gecompenseerd, in die zin dat elke partij de eigen kosten diende te dragen. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de in die procedure gemaakte advocaatkosten in deze strafzaak tegen verdachte niet (alsnog) als materiële schade worden opgevoerd. Deze kosten staan in onvoldoende rechtstreeks verband met hetgeen bewezen wordt verklaard om voor toewijzing in aanmerking te komen.
3. Kosten onderzoeksbureau
De rechtbank wijst af de vordering tot vergoeding van de kosten van het ingeschakelde onderzoeksbureau [naam onderzoeksbureau] , nu deze kosten blijkens het vonnis van de kantonrechter van 2 februari 2018 geacht moeten worden te zijn begrepen in het bedrag van
€ 4.566,95 dat [naam] reeds aan [slachtoffer] heeft betaald.
4. Gederfde inkomsten
De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van de gederfde inkomsten wegens het opnemen van verlof geheel toewijzen tot het bedrag van € 1.809,00, nu deze vordering voldoende is onderbouwd.
Immateriële schade
Op de vaststelling van de immateriële schade is (net als bij de materiële schade) het civiele recht van toepassing. Artikel 6:106 Burgerlijk Wetboek bepaalt dat immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt indien:
a. de aansprakelijke persoon het oogmerk had dergelijke schade toe te brengen, en
b. de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast.
Deze schadevergoeding wordt vastgesteld naar billijkheid, zodat rekening kan worden gehouden met de omstandigheden van het geval.
In gevallen dat seksueel getint privé-beeldmateriaal zonder toestemming door middel van hacking wordt verkregen en vervolgens publiekelijk openbaar wordt gemaakt, behoeft het naar het oordeel van de rechtbank geen uitleg dat de privacy van de benadeelde is aangetast.
Daarnaast heeft verdachte er in onderhavige zaak blijk van gegeven het oogmerk te hebben gehad psychische schade aan die [slachtoffer] toe te brengen door zijn herhaalde dreigingen het beeldmateriaal op internet te plaatsen als [slachtoffer] en [slachtoffer 2] hem geen bitcoins en/of geld zouden betalen.
Dit handelen van verdachte heeft, zo volgt ook uit de ter zitting voorgelezen verklaring van [slachtoffer] , een enorme psychische impact op [slachtoffer] en haar omgeving gehad, vanwege de vergaande inbreuk op haar privacy, de schaamtegevoelens ten opzichte van degenen die het beeldmateriaal onder ogen hebben gekregen en de voortdurende angst dat dit in de toekomst mogelijk (opnieuw) te zien zal zijn op internet. Hoewel in beginsel zal moeten vaststaan dat de benadeelde geestelijk letsel van min of meer ernstige aard heeft opgelopen, is naar het oordeel van de rechtbank voor het toekennen van een vergoeding voor immateriële schade niet vereist dat (aantoonbaar) sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Met de door [slachtoffer] ter zitting gegeven toelichting en de door haar overgelegde schriftelijke verklaringen van psycholoog [naam psycholoog] , is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd dat als gevolg van verdachtes handelen deze psychische schade is ontstaan.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat een substantiële immateriële schadevergoeding op zijn plaats is. Bij het bepalen van de hoogte van het bedrag heeft de rechtbank acht geslagen op bedragen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn toegekend en heeft de rechtbank ook in aanmerking genomen dat het gewraakte filmpje, anders dan in bijvoorbeeld de ‘Majesteit’-zaak, eenmaal en relatief kort online heeft gestaan en tot op heden niet is gebleken dat dit verder is verspreid. Alles afwegende komt vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van € 6.000,00 billijk voor. De vordering tot vergoeding van de immateriële schade zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen.
Proceskosten
Naar het oordeel van de rechtbank komen de opgevoerde proceskosten enkel in aanmerking voor vergoeding volgens het liquidatietarief. Aansluiting wordt gezocht bij het in Nederlandse civiele procedures voor kosten van rechtsbijstand gebruikelijke liquidatietarief voor kantonzaken geldend vanaf 1 januari 2019. Daarbij wordt de hoogte van het te vergoeden bedrag gebaseerd op het (totale) bedrag dat ter zake van materiële en immateriële schade wordt gevorderd, ongeacht of dat bedrag voor toewijzing vatbaar is. Het salaris wordt berekend aan de hand van een puntenstelsel, waarbij voor het opstellen en indienen van een voegingsformulier één punt wordt gehanteerd en voor de aanwezigheid op de zitting ook één punt wordt toegekend. De benadeelde partij vordert schadevergoeding van in totaal
€ 21.933,02 . Voor bedragen tussen € 20.000,= en € 40.000,= wordt per punt een salaris toegekend van € 360,= . De rechtbank zal een bedrag van € 720,= toekennen ter zake van kosten voor rechtsbijstand en zal het meer gevorderde afwijzen.
Dit geldt ook voor de ‘nog te verwachten juridische kosten’ waarvoor een bedrag van
€ 1.996,50 is gevorderd. Deze toekomstige kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Conclusie
De rechtbank wijst toe de vordering van [slachtoffer] tot vergoeding van de materiële schade tot een bedrag van € 1.977,77 en van de immateriële schade tot een bedrag van € 6.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening. Tevens wijst de rechtbank toe de vordering van [slachtoffer] tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 720,-.
De vordering wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. [slachtoffer] kan dit deel van de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanhangig maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet geen aanleiding termijnbetalingen te bepalen, zoals door de verdediging is verzocht. Op dit vlak kan verdachte te zijner tijd desgewenst in overleg treden met het CJIB.
[slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.329,14 ingediend tegen verdachte wegens de materiële en immateriële schade die hij als gevolg van de onder 9, 10 en 11 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 54,14 materiële schade, bestaande uit reiskosten ten behoeve van een gesprek met mr. R.P. de Vries op 16 januari 2017 en de zitting bij de rechtbank Amsterdam in de civiele procedure tegen [naam] , en € 1.275,00 immateriële schade.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van €30,80 rechtstreeks voortvloeit uit de onder 9, 10 en 11 bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen. Voor het overige acht de rechtbank de vordering niet-ontvankelijk, nu deze kosten onvoldoende verband houden met onderhavige strafzaak.
Voorts komt de rechtbank vergoeding van de immateriële schade gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting tot een bedrag van € 750,00 billijk voor. De vordering tot vergoeding van de immateriële schade zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen.
[slachtoffer 2] kan de overige gedeelten van zijn vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanhangig maken.
De materiele en immateriële schadevergoeding dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
Schadevergoedingsmaatregel en voorlopige hechtenis
De rechtbank zal aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van de toe te wijzen bedragen ten behoeve van genoemde benadeelde partijen. De proceskostenvergoeding valt hier niet onder. De vervangende hechtenis zal worden gemaximeerd op één jaar (art. 60a juncto 24c lid 3 Sr) en zal verhoudingsgewijs over de verschillende op te leggen schadevergoedingsmaatregelen worden verdeeld.
10 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van DERTIG (30) maanden en
beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot tien (10) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie (3) jaren;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich dient te melden op afspraken bij Reclassering Nederland op het adres: Eekbrouwersweg 6, 5233 VG in ’s-Hertogenbosch , zo vaak en zolang de reclassering dat noodzakelijk vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren.
- inzicht dient te geven in zijn computergedrag en internetgedrag, zo frequent en zo lang de reclassering dit noodzakelijk wacht, waarbij hij dient mee te werken aan gesprekken over zijn beweegredenen hieromtrent;
- zich dient te onthouden van gedrag dat plaatsvindt in een digitale omgeving waarin over oplichting dan wel frauduleuze zaken wordt gecommuniceerd in het bijzonder Telegram en het Darkweb;
- transparant dient te zijn omtrent het zoeken naar werk en sollicitaties, waarbij de reclassering indien er risicogedrag wordt geconstateerd, contact mag opnemen met zijn (toekomstige) werkgever, zo frequent en zolang de reclassering dit nodig acht;
- dient mee te werken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan de schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, waarbij verdachte de reclassering inzicht geeft in zijn financiën en schulden;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] zo lang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht, waarbij de politie toeziet op de handhaving van dit contactverbod;
geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
1. stk LAPTOP (omschrijving: Lenovo)
1. stk LAPTOP (omschrijving: HP)
1. stk Externe HD (omschrijving: Samsung)
1. stk GSM (omschrijving GSM);
Vorderingen benadeelde partijen
Zaaksdossier Croft
[benadeelde 4]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 93,-, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 4] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 4] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 93,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 6]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 200,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 6] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 6] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 200,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 11]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 700,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 11] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 11] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 700,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
[benadeelde 16]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 85,25, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 16] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 16] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 85,25, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 19]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 500,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 19] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 19] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 500,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
Zaaksdossier Donkey Kong
[benadeelde 65]
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
[benadeelde 33]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 500,-, als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 33] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
wijst af het gevorderde met betrekking tot de vergoeding van de materiële schade;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 33] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 500,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 35]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 55,- bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 35] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 35] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 55,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 41]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 500,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 41] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 41] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 500,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 47]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 500,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 47] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 47] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 500,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 66]
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
ABN AMRO
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij ABN AMRO geleden schade tot een bedrag van € 59.617,41, bestaande uit vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan ABN AMRO, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
wijst af het meer of anders gevorderde;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer ABN AMRO de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 59.617,14, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 246 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
Zaaksdossier Metroid
[slachtoffer]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 7.977,77 bestaande uit € 1.977,77 als vergoeding voor de materiële en € 6.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op € 720,-, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 7.977,77, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 58 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[slachtoffer 2]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 780,80, bestaande uit € 30,80 als vergoeding voor de materiële en € 750,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 780,80, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 12 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.S. Lamboo, voorzitter,
mr. C.O. Markenstein en mr. E.M. van Poecke, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.C.M. Martens, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 januari 2019.