2 De feiten
2.1.
Hyde Park is blijkens het overgelegde uittreksel uit het handelsregister bij de Kamer van Koophandel een ’financiële holding; beheer- en financieringsmaatschappij’. Handelsnamen van Hyde Park zijn Hyde Park Hoofddorp, Hyde Park Oost, Hyde Park Zuid, Hyde Park West en Hyde Park Noord (hierna: de Hyde Park Handelsnamen).
2.2.
Hyde Park houdt zich thans (feitelijk) bezig met de herontwikkeling van de kantorenlocatie Beukenhorst-West in Hoofddorp in een modern stedelijk woon-werkgebied met 3.000 tot 4.000 woningen, voorzieningen en horeca. Hyde Park heeft deze (nog te ontwikkelen) stadswijk ‘Hyde Park’ genoemd.
2.3.
Hyde Park beschikt daarnaast over de domeinnamen www.hydeparkishere.nl en www.bouwenaanhydepark.nl. Op de via die domeinnaam aangeboden website is, voor zover van belang, onder meer het volgende opgenomen:
“Hyde Park is dé nieuwe stadswijk met hoofdstedelijke allure op een steenworp afstand van Amsterdam. Hyde Park is groen en levendig, en ligt op een ideale centrale locatie in Metropool Amsterdam. Koop- en huurwoningen voor diverse doelgroepen, designarchitectuur, riante balkons en dakterrassen en veel aandacht voor de publieke ruimte maken Hyde Park tot een bijzonder aangename plek om te wonen.”
“Binnenkort opent Hyde Park house. Ervaar hier hoe het is om in Hyde Park te wonen. Waant u in de wereld van betaalbare luxe en het plezier van zorgeloos wonen.”
“Wonen in Hyde Park staat voor zorgeloos leven. Hier moet u vooral genieten. Wilt u dat uw boodschappen thuis voor u klaar staan of dat uw kleren worden opgehaald en gestoomd? Dit wordt allemaal geregeld met Premium Wonen, waardoor u nog meer kunt genieten van het leven in Hyde Park.”
2.4.
Hyde Park is daarnaast houdster van de volgende vijf merkregistraties (hierna: de Merkrechten van Hyde Park), ingeschreven voor waren en diensten in de klassen 35, 36, 37 en 42.
Kl 35 Reclame; beheer van commerciële zaken; zakelijke administratie; administratieve diensten; beheer van gegevensbestanden met betrekking tot verkoop, huur en verhuur van bedrijfsruimten en woningen, alsmede inzake het onderhoud van bedrijfsruimten, woningen en inzake woningbouw, -verbetering en renovatie; gegevensverzameling in een centraal bestand; verkooppromotie; publiciteit en commerciële zaken; het verstrekken van commercieel-zakelijke informatie; marktbewerking, -onderzoek en analyse; verspreiding van reclamemateriaal; organisatie van evenementen voor commercieel- zakelijke doeleinden.
Kl 36 Verzekeringen; financiële zaken; monetaire zaken; makelaardij in onroerende goederen; verhuur van kantoorpanden; verhuur van appartementen en studio's; beheer van onroerende goederen; incasso van huurgelden; kapitaalinvestering; taxatie van onroerende goederen; sponsoring; woningbureaus; bemiddelen bij het huren en verhuren van onroerend goed en onroerende zaken; verhuur van onroerend goed en onroerende zaken; beheer, verkrijging en vervreemding van onroerende zaken; financiële advisering en informatie met betrekking tot onroerende goederen; financiële planning omtrent projectontwikkeling; advisering op het gebied van investeringen in vastgoed; financiële informatieverstrekking met betrekking tot onroerend goed en de onroerendgoedmarkt; woningbemiddeling.
Kl 37 Bouw, constructie en sloop; bouw-, reparatie- en installatiewerkzaamheden aan onroerende zaken; bouw en constructie van onroerend goed; realisatie van bouwwerken; aannemerij; verstrekken van bouwkundige informatie; beheer [supervisie] van bouwkundige projecten; bouwadvies, ook in het kader van projectontwikkeling; coördinatie van bouwwerkzaamheden; oprichten van woongebieden; projectontwikkeling [bouw]; slopen van gebouwen; woningbouw; timmerwerk; renovatie van gebouwen; technische advisering op het gebied van nieuwbouw, onderhoud en renovatie; advisering voor bouw en constructie.
Kl 42 Wetenschappelijke en technologische diensten op het gebied van onroerend goed; opstellen van bouwplannen in het kader van projectontwikkeling inzake de bouw van onroerende goederen en in het kader van het geven van bouwtechnische adviezen; planning voor bouw en constructie; diensten van architecten en ingenieurs op bouwkundig gebied; technische advisering op het gebied van stadsontwikkeling en ruimtelijke ordening; ontwerpen van woningen; advisering op het gebied van civiele bouwkunde; stedenbouwkundige planning; technisch onderzoek op het gebied van infrastructuur, alsmede evaluatie van de resultaten hiervan.
a. het Beneluxwoord/beeldmerk dat op 28 juli 2017 is gedeponeerd en op 2 november 2017 onder het inschrijfnummer 1019664. Een afbeelding van het merk wordt hieronder weergegeven:
b. het Beneluxwoord/beeldmerk dat op 21 december 2018 is gedeponeerd en op 9 april 2019 onder het inschrijfnummer 1387510. Een afbeelding van het merk wordt hieronder weergegeven:
c. het Beneluxwoord/beeldmerk dat op 21 december 2018 is gedeponeerd en op 9 april 2019 onder het inschrijfnummer 1387511. Een afbeelding van het merk wordt hieronder weergegeven:
d. het Beneluxwoord/beeldmerk dat op 21 december 2018 is gedeponeerd en op 9 april 2019 onder het inschrijfnummer 1387514. Een afbeelding van het merk wordt hieronder weergegeven:
e. het Beneluxwoord/beeldmerk dat op 21 december 2018 is gedeponeerd en op 9 april 2019 onder het inschrijfnummer 1387512. Een afbeelding van het merk wordt hieronder weergegeven:
2.5.
HPH is een bedrijf dat zich blijkens het overgelegde uittreksel uit het handelsregister bij de Kamer van Koophandel bezighoudt met de volgende activiteiten; verhuur van overige woonruimte, verhuur van onroerend goed, afwerking van vloeren en wanden en interieurreiniging van gebouwen. Handelsnamen van HPH zijn: ‘Hyde Park Residence’, ‘HPH Exploitatie B.V. i.o.’, ‘Hyde Park Long Stay, Short Stay & Extended Stay’, ‘Hyde Park Serviced apartments’, ‘Hyde Park Business Suites’, ‘Hyde Park Executieve appartments’. Domeinnamen van HPH zijn: ‘www.’hydeparkhotel.nl’ geregistreerd op 27 januari 2018 en ‘www.hydeparkresidence.nl’ geregistreerd op 11 maart 2019. HPH is gevestigd in Hoofddorp in het gebied waarbinnen Hyde Park de nieuwe stadswijk ‘Hyde Park’ heeft geprojecteerd.
2.6.
Op de website www.hydeparkresidence.nl wordt de handelsnaam van HPH onder meer als volgt weergegeven:
2.7.
HPH prijst haar locatie op de website www.hydeparkresidence.nl als volgt aan:
2.8.
Hyde Park heeft HPH bij brief van 3 mei 2019 gesommeerd om elke inbreuk op de merkenrechten en handelsnaamrechten van Hyde Park te staken en gestaakt te houden en om de domeinnaamen hydeparkhotel.nl en hydeparkresidence.nl in te trekken, een en ander op straffe van een dwangsom.
2.9.
HPH heeft bij brief van haar advocaat van 21 mei 2019 gereageerd op de sommatie van Hyde Park, waarbij zij het standpunt heeft ingenomen dat zij geen inbreuk maakt op de merkenrechten en handelsnaamrechten van Hyde Park.
3 Het geschil
3.1.
Hyde Park vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
A. HPH te gebieden om binnen vijf dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis iedere inbreuk op de Hyde Park Handelsnamen en/of iedere inbreuk op Hyde Park-merken en/of ieder onrechtmatig handelen jegens Hyde Park te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen maar niet beperkt tot het staken en gestaakt houden van:
a. het gebruik van de handelsnamen Hyde Park, Hyde Park Long Stay, Short Stay & Extended Stay, Hyde Park Residence, Hyde Park Serviced appartments, Hyde Park Business suites, Hyde Park Executive appartments;
b. de tekens Hyde Park, Hyde Park Long Stay, Short Stay & Extended Stay, Hyde Park Residence, Hyde Park Serviced appartments, Hyde Park Business suites, Hyde Park Executive appartments en het (…) logo; en
c. de domeinnamen hydeparkhotel.nl en hydeparkresidence.nl;
B. binnen dezelfde termijn HPH te gebieden om aan Hyde Park om niet over te dragen de domeinnamen hydeparkhotel.nl en hydeparkresidence.nl, althans daartoe aan ISDN de noodzakelijke en onherroepelijk instructies geeft;
C. te bepalen dat HPH voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat HPH handelt in strijd met het onder A en/of B. bepaalde gebod, aan Hyde Park een onmiddellijk opeisbare dwangsom verbeurt van EUR 10.000,- (tienduizend euro) per dag, met een maximum van EUR 250.000,- (tweehonderdvijffigduizend euro);
D. HPH te veroordelen tot betaling van de volledige kosten van dit geding, bestaande uit de volledige door Hyde Park gemaakte kosten die nader zullen worden gespecificeerd, waaronder het salaris en de verschotten van de advocaat, tot op heden begroot op minimaal EUR 7.500,-, ter vergoeding van de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die Hyde Park heeft gemaakt, zulks op grond van het bepaalde in artikel 1019h Rv, te vermeerderen met de nakosten en in het geval van betekening van dit vonnis de kosten van de betekening, onder bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen veertien dagen na de dag waarop het vonnis is gewezen aan Hyde Park zullen zijn voldaan, daarover vanaf de veertiende dag wettelijke rente verschuldigd is;
E. te bepalen dat de termijn voor het instellen van de eis in hoofdzaak als bedoeld in artikel
1019i Rv zal zijn zes maanden na datum van het in deze zaak te wijzen vonnis.
3.2.
Hyde Park legt, samengevat en voor zover van belang, het volgende aan haar vordering ten grondslag.
Met het voeren van genoemde handelsnamen en het gebruiken van de genoemde domeinnamen handelt HPH in strijd met de handelsnaamrechten (artikel 5 Handelsnaamwet; hierna Hnw) en (subsidiair) in strijd met de merkrechten van Hyde Park. Bovendien handelt HPH (meer subsidiair) onrechtmatig door het gebruik van de handelsnamen, de domeinnamen en het teken ‘Hyde Park’ voor haar onderneming. Hiermee profiteert HPH immers niet alleen op ongeoorloofde wijze van de reputatie en goodwill van Hyde Park maar zaait HPH ook verwarring, waardoor Hyde Park in een negatief daglicht komt te staan bij derden. Er is dan ook sprake van bijkomende omstandigheden die meebrengen dat het gebruik van de genoemde handelsnamen door HPH onzorgvuldig is, zeker gezien de wijze waarop dit door HPH wordt gedaan, bijvoorbeeld door hoe zij haar locatie aanprijst. Dit is als onrechtmatig te kwalificeren op grond van artikel 6:162 BW.
3.3.
HPH voert, samengevat en voor zover van belang, het volgende verweer.
Het spoedeisend belang van Hyde Park bij haar vordering ontbreekt.
Van inbreuk op de handelsnaamrechten van Hyde Park door HPH is geen sprake nu gevaar voor verwarring niet is te duchten. Daarbij is het van belang is dat partijen zich bezig houden met verschillende takken van dienstverlening; een projectontwikkelaar versus een hotelaanbieder met long stay plekken. Ook de logo’s van partijen met daarin de handelsnaam zijn niet gelijkend. Van belang is verder dat de nieuw te realiseren stadwijk waarin partijen zijn gevestigd ‘Hyde Park’ heet en ook reeds als stadswijk ‘Hyde Park’ bekend staat. Het is logisch is dat je in een stadswijk die ‘Hyde Park’ heet ook ‘Hyde Park Hotel/Residence’ hebt, aldus HPH.
Van inbreuk op de Merkrechten van Hyde Park is ook geen sprake. De merken van Hyde Park zijn allereerst niet toelaatbaar/geldig en daarnaast biedt HPH geen soortgelijke waren en diensten aan als Hyde Park onder de door haar gebruikte handelsnamen. De door HPH gebezigde handelsnamen zijn ook niet zodanig overeenstemmend met de merkenrechten van Hyde Park dat sprake is van (mogelijke) verwarring.
HPH betwist ten slotte dat zij onrechtmatig handelt jegens Hyde Park door het gebruik van haar handelsnamen. De handelsnamen van Hyde Park zijn immers vergelijkbaar met namen als ‘Vondelpark Hotel’, ‘Hotel Atlas Vondelpark’ en ‘Conscious Hotel Vondelpark’, allemaal gevestigd rond het Vondelpark in Amsterdam. Je kunt de namen van (bekende) parken of stadswijken niet claimen. Hyde Park profiteert ook niet van de reputatie en goodwill van Hyde Park en Hyde Park wordt niet in een negatief daglicht gesteld doordat zij wordt geassocieerd met HPH.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4 De beoordeling
Spoedeisend belang en bevoegdheid
4.1.
Voorop gesteld wordt dat bij een (beweerde) inbreuk op een IE-recht het spoedeisende belang in die zin is gegeven, dat iedere dag dat de inbreuk voortduurt tot (meer) schade aan de zijde van de rechthebbenden kan leiden.
4.2.
De voorzieningenrechter van deze rechtbank is bevoegd van dit geschil kennis te nemen nu HPH is gevestigd in Hoofddorp.
4.3.
Voor toewijzing van de vordering van Hyde Park in kort geding dient voorshands voldoende aannemelijk te zijn dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat sprake is van een inbreuk op de handelsnamen en/of merkrechten van Hyde Park, dan wel van onrechtmatig handelen door HPH jegens Hyde Park.
4.4.
Ingevolge artikel 5 van de Handelsnaamwet is het verboden een handelsnaam te voeren die, vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen is te duchten.
4.5.
Voordat de voorzieningenrechter toekomt aan de vraag of beide namen zodanig veel op elkaar lijken dat vrees voor verwarring bestaat, moet eerst de vraag beantwoord worden of aan de handelsnamen van Hyde Park, te weten Hyde Park met de achtervoegsels ‘Hoofddorp’, ‘Oost’, ‘Zuid’, ‘West’, ‘Noord’, op grond van de Handelsnaamwet bescherming toekomt. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat HPH heeft opgemerkt, dat het logisch is dat er in een stadswijk met de naam ‘Hyde Park’ ook een hotel is dat ‘Hyde Park Hotel/ Residence’ heet. HPH heeft daarbij tevens gewezen op handelsnamen van ondernemingen die vergelijkbaar zijn aan de hare zoals ‘Vondelpark Hotel’, ‘Hotel Atlas Vondelpark’ ‘Conscious Hotel Vondelpark’, allemaal gevestigd rond het Vondelpark in Amsterdam en waarvan de handelsnaam ook verwijst naar de locatie waar het hotel is gevestigd. De rechtbank begrijpt dit verweer aldus dat HPH zich erop beroept dat louter beschrijvende (bestanddelen) van handelsnamen niet kunnen worden geclaimd door Hyde Park (het zogenaamde ‘Freihaltebedürfnis’).
4.6.
In zijn arrest van 11 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3554 (Artiestenverloning) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het in beginsel voor een ieder mogelijk moet zijn zich van een aanduiding te bedienen die beschrijvend is voor zijn diensten of producten en dat het gebruik van een dergelijke aanduiding, ook als dit gevaar voor verwarring veroorzaakt, alleen onrechtmatig is indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen. De voorzieningenrechter is zich ervan bewust dat genoemd arrest over een domeinnaam en niet een handelsnaam gaat. De voorzieningenrechter ziet echter - gezien de aard van het onderhavige geding - geen aanleiding om te wachten op de beantwoording van de door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juni 2019 in verband hiermee aan de Hoge Raad gestelde prejudiciële vragen (ECLI:NL:GHARL:2019:5012), maar sluit zich aan bij het in Parfumswinkel-arrest door het Gerechtshof Den Haag ingenomen standpunt (Gerechtshof Den Haag 19 september 2017, GHDA:2017:2622) inhoudende dat de regel uit het Artiestenverloning-arrest ook moet worden toegepast bij de beoordeling van een gestelde handelsnaaminbreuk.
4.7.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de keuze van Hyde Park om de naam van de te ontwikkelen stadswijk ‘Hyde Park’ onderdeel te laten uitmaken van haar handelsnamen, tot gevolg heeft dat zij zich er in beginsel niet tegen kan verzetten dat die naam ook wordt gebruikt door anderen in hun handelsnaam. Aannemelijk is dat HPH met de keuze om haar in handelsnaam (en domeinnamen) aan te sluiten bij de naam Hyde Park anticipeert op de nog in te burgeren naam voor die stadswijk. Voldoende aannemelijk is geworden dat de door Hyde Park aan de nieuw te bouwen stadswijk gegeven naam ‘Hyde Park’ inmiddels algemeen wordt gebruikt om de wijk aan te duiden in berichtgeving van zowel de gemeente als de project-ontwikkelaar en dat deze dientengevolge ook in andere berichtgeving wordt overgenomen. Daarmee is de aanduiding ‘Hyde Park’ beschrijvend geworden voor de locatie, waar zowel Hyde Park en HPH hun diensten aanbieden. Het is in het algemeen belang dat beschrijvende woorden, zoals de aard van de desbetreffende onderneming of zoals in dit geval een geografische aanduiding (de naam van een stad, plaats, buurt of stadswijk), niet (kunnen) worden gemonopoliseerd. In beginsel staat het dan ook eenieder vrij woorden die beschrijvend zijn voor zijn of haar diensten, in het maatschappelijk verkeer als zodanig te gebruiken.
Aan het voorgaande kan niet afdoen dat Hyde Park als projectontwikkelaar die naam heeft bedacht.
4.8.
Inbreuk op artikel 5 Hnw is voorshands dan ook niet aannemelijk. De vordering voor zover gegrond op artikel 5 Hnw zal daarom worden afgewezen. Op de vraag of het gebruik van de aanduiding Hyde Park wegens bijkomende omstandigheden onrechtmatig is wordt hieronder (4.18 e.v.) ingegaan.
4.9.
Met betrekking tot de door HPH gebruikte domeinnamen www.hydeparkresidence.nl en www.hydeparkhotel.nl overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Het recht op een domeinnaam is niet wettelijk geregeld. De Handelsnaamwet bevat dienaangaande geen bepalingen. Het gebruik van domeinnamen, die zodanig lijken op een andere domeinnaam en/of op een handelsnaam (indien aannemelijk is dit gebruik ook als handelsnaamgebruik is op te vatten) dat vrees voor verwarring bestaat, kan echter onrechtmatig zijn. Ook wat dit betreft blijkt dat HPH zich bedient van beschrijvende domeinnamen, zodat gelet op het voornoemde arrest van de Hoge Raad het gebruik van dergelijke aanduidingen, ook indien gevaar voor verwarring bestaat, alleen onrechtmatig is indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen. Daarover in 4.18 e.v. meer.
4.10.
Vast staat dat de Merkenrechten van Hyde Park zijn ingeschreven. HPH’s meest verstrekkende verweer is dat de betrokken merken van Hyde Park niet geldig zouden zijn omdat de naam ‘Hyde Park’ en de achtervoegsels ‘Oost’, ‘Zuid’, ‘West’, ‘Noord’, kunnen worden gezien als algemeen ongeschikt om een merknaam op te vestigen voor wat voor waren dan ook. De voorzieningenrechter volgt HPH daarin niet. Van tekens, die niet zodanig in het register weergegeven kunnen worden dat de bescherming duidelijk en nauwkeurig is vast te stellen, kan immers niet worden gesproken en in zijn algemeenheid kan niet worden gezegd dat inschrijving niet mogelijk is omdat het een ‘bekende naam’ zou zijn en registratie daarvan tot gevolg zou hebben dat deze niet meer is te gebruiken, zoals HPH stelt. Niet gesteld of gebleken is voorts dat de Merkrechten van Hyde Park (in hun totaliteit bezien) op andere gronden niet geldig zouden zijn.
4.11.
Artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE geeft de merkhouder het recht om op grond van zijn uitsluitend recht iedere derde die zonder zijn toestemming hiertoe gebruik maakt, het gebruik van een teken te verbieden wanneer dat teken gelijk is aan of overeenstemt met het merk en in het economisch verkeer wordt gebruikt voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten, indien daardoor bij het publiek verwarring kan ontstaan, inhoudende het gevaar van associatie met het merk.
4.12.
Voor een geslaagd beroep op bovengenoemd artikel is vereist dat merk en teken met elkaar overeenstemmen. Van overeenstemming tussen het merk en het teken is sprake indien zij, globaal beoordeeld, naar de totaalindruk die zij maken, visueel, auditief of begripsmatig zodanige gelijkenis vertonen (daarbij onder meer rekening houdend met hun onderscheidende en dominerende bestanddelen) dat daardoor de mogelijkheid bestaat dat het relevante publiek (waaronder is te verstaan de gemiddelde geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument) waren voorzien van het teken verwart met waren van de merkhouder (directe verwarring), dan wel de indruk wordt gewekt dat enig economisch verband bestaat tussen beiden (indirecte verwarring). Daarbij dienen alle relevante omstandigheden in aanmerking te worden genomen, waaronder de onderscheidingskracht - niet louter beschrijvend - en bekendheid van het merk. Of sprake is van verwarringsgevaar dient globaal te worden beoordeeld volgens de totaalindruk die het teken en het merk bij de gemiddelde consument van de betrokken waren achterlaat, met inachtneming van alle relevante factoren en omstandigheden van het geval, waaronder in ieder geval de onderlinge samenhang tussen de overeenstemming van het merk en het teken, de soortgelijkheid van de waren en het onderscheidend vermogen van het merk
4.13.
HPH heeft betwist dat Hyde Park en HPH soortgelijke waren en diensten aanbieden en voorts dat er sprake zal zijn van (mogelijke) verwarring bij het publiek. De rechtbank begrijpt voorts de verdere de standpunten van HPH aldus dat zij beoogt zich te verzetten tegen het ‘claimen’ door Hyde Park van de naam voor de nieuw te realiseren stadswijk ‘Hyde Park’.
4.14.
De voorzieningenrechter constateert allereerst dat er puur wat betreft klassen waarvoor Hyde Park haar merken heeft ingeschreven, met name waar het de klasse 36 betreft, sprake is van een zekere overlap van de door partijen aangeboden waren en diensten. Beide partijen houden zich naar hun eigen stellingen immers (onder meer) bezig met de verhuur van onroerend goed en woonruimte.
4.15.
Voorshands overweegt de voorzieningenrechter echter dat er een gerede kans is dat de bodemrechter niet tot merkinbreuk zal concluderen. Daartoe is het volgende redengevend.
4.16.
Tussen de merkrechten van Hyde Park en de handelsnaam en het logo van HPH bestaat te weinig gelijkenis om aan te nemen dat hier sprake is van een inbreuk als bedoeld in artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE. De logo’s zijn qua kleurstelling en vormgeving alsmede wat betreft de gebruikte lettertypes volledig anders zijn. Hyde Park maakt gebruik van cursief gedrukte hoofdletters, waarbij zij het element ‘Hyde Park’ verticaal uitschrijft met daaronder de (kleiner en minder prominent geschreven) achtervoegsels ‘A new hub for living & leisure’, Oost’, ‘Zuid’, ‘West’ en ‘Noord’. HPH schrijft op haar beurt in haar logo het element ‘Hyde Park’ eveneens in hoofdletters maar anders dan Hyde Park niet verticaal maar horizontaal, niet cursief en (volledig in afwijking van de Merkrechten van Hyde Park) onder een (in lijnen getekende) hoofdletter ‘H’ met daaronder in kleine letters het achtervoegsel ‘residence’. Van belang hierbij is dat aan het element ‘Hyde Park’ weinig onderscheidend vermogen wordt toegekend, nu dit in casu beschrijvend is voor de (nieuw te realiseren) stadswijk waarin beide partijen hun activiteiten ontplooien. Ten slotte stemmen de tekens voor het overige zowel auditief, visueel als begripsmatig niet met elkaar overeen.
4.17.
Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter bovendien dat naar zijn voorlopig oordeel, bij gebruik van dergelijke (louter) beschrijvende termen, een beroep op een geldige reden gerechtvaardigd zijn in de zin van artikel 2.23 lid 1 BVIE. Ook om die reden kan voorshands niet tot merkinbreuk worden geconcludeerd.
Onrechtmatig handelen - bijkomende omstandigheden
4.18.
Als bijkomende omstandigheid heeft Hyde Park in aanvulling op de reeds besproken feiten en omstandigheden (en voor zover derhalve thans nog van belang) enkel verwezen naar de gelijkende wijze waarop partijen op hun websites hun locaties aanprijzen (vgl. r.o. 2.3 en 2.7). Daarnaast stelt Hyde Park dat zij aanmaningen van leveranciers/aannemers van Hyde Park ontvangt voor door HPH onbetaald gelaten facturen. Hierdoor stelt HPH Hyde Park in een negatief daglicht, aldus Hyde Park.
4.19.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter vertoont de wijze van aanprijzing van de locatie weliswaar - wat de eerste indruk daarvan betreft - enige overeenstemming, echter nader bezien heeft HPH naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende afstand genomen. Hiertoe overweegt de voorzieningenrechter dat het een niet unieke manier is om de afstand van een locatie tot populaire bestemmingen weer te geven, dat de gekozen plaatsnamen/locatieaanduidingen gedeeltelijk in een verschillende volgorde zijn weergegeven op niet gelijkende foto’s/afbeeldingen met bovendien een geheel andere kleurstelling. Daarnaast is ervoor gekozen om (deels) andere plaatsnamen/locatieaanduidingen te gebruiken, net als (deels) andere tijdsduren.
4.20.
Dat Hyde Park voorts in een negatief daglicht zou komen in verband met aanmaningen die zij ontvangt doordat HPH facturen onbetaald laat, is door HPH betwist en door Hyde Park niet met stukken of anderszins onderbouwd. De rechtbank gaat daarom aan die stelling van Hyde Park voorbij. Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat de door Hyde Park bedoelde misverstanden, voor zover al aanwezig, eenvoudig te pareren zijn en dat niet aannemelijk is dat deze schadelijk zijn voor de respectieve ondernemingen.
4.21.
In het licht van het hiervoor overwogene zal de stelling dat sprake is van onrechtmatig handelen van HPH daarom worden verworpen.
4.22.
Hyde Park zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat HPH geen veroordeling van Hyde Park in de volledige proceskosten heeft gevorderd op voet van artikel 1019h, worden de kosten aan de zijde van HPH worden begroot op:
- griffierecht € 914,00
- salaris advocaat € 543,00
Totaal € 1.457,00