De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.
1.2.
Bij tussenvonnis van 24 december 2019 heeft de kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld aan de hand van het ‘informatieformulier voor zaken waarin de gedaagde partij een natuurlijk persoon is’ haar vordering nader toe te lichten, wat zij bij akte van 22 januari 2020 heeft gedaan.
2 De beoordeling
2.1.
Tussen partijen is online een overeenkomst tot levering van elektriciteit en gas gesloten, een duurovereenkomst. De handelaar dient, voordat de consument aan de overeenkomst is gebonden, de in artikel 6:230m lid 1 BW genoemde informatie te verstrekken. Na het aangaan van de overeenkomst dient die informatie verstrekt te worden op papier of een andere duurzame gegevensdrager.
2.2.
De eisende partij heeft de bevestiging van de overeenkomst die zij in 2017 met de gedaagde partij heeft gesloten, de tarieven en de algemene voorwaarden ingezonden. Zij heeft gesteld dat de overeenkomst online is gesloten, waarbij de informatie van artikel 6:230m BW aan de gedaagde partij ter beschikking is gesteld.
De eisende partij kan daarvan geen schriftelijke bewijzen overleggen, anders dan enkele schermprints van haar website. De in artikel 6:230m lid 1 onder c, e, g, h en o BW bedoelde informatie staat hierop niet (volledig) vermeld.
2.3.
Het voorgaande betekent dat niet is komen vast te staan dat de in artikel 6:230m BW bedoelde informatie tijdig aan de gedaagde partij is verstrekt.
2.4.
Gelet op de jurisprudentie van het HvJ EU moet de kantonrechter aan de schending van de informatieverplichting gevolgen verbinden door passende maatregelen te nemen die de consument effectieve rechtsbescherming bieden. Die maatregelen moeten doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig zijn. Dat betekent dat de vordering niet zonder meer in zijn geheel kan worden toegewezen. Dat zou immers betekenen dat aan genoemde schending helemaal geen gevolgen worden verbonden. Anderzijds kan een algehele afwijzing van de vordering niet als ‘evenredig’ worden aangemerkt. Een en ander geeft de kantonrechter aanleiding de hoofdsom gedeeltelijk toe te wijzen. Afwijzing van 25% van de gevorderde hoofdsom acht de kantonrechter onder de gegeven omstandigheden een doeltreffende, afschrikwekkende en evenredige sanctie als hiervoor bedoeld.
2.5.
De vordering komt de kantonrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen. Dit betekent dat van de gevorderde hoofdsom van € 387,25 een bedrag van € 290,44 toewijsbaar is.
2.6.
De gedaagde partij heeft een deelbetaling van € 81,65 gedaan. De eisende partij heeft weliswaar gesteld dat deze deelbetaling is ontvangen buiten de in de 14-dagenbrief gestelde termijn, maar heeft niet aangegeven op welke datum. Gelet hierop wordt ervan uitgegaan dat de betaling binnen die termijn is ontvangen. De buitengerechtelijke kosten zijn toewijsbaar over de resterende hoofdsom, tot een bedrag van € 45,84.
2.7.
Gelet op het voorgaande is een bedrag toewijsbaar van (€ 290,44 + € 45,84 - € 81,65 =) € 254,63. De gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen zoals onder de beslissing is opgenomen. Voor toewijzing van wettelijke rente over de reeds verschenen rente is geen grondslag gesteld, zodat dit deel van de vordering zal worden afgewezen.
2.8.
De gedaagde partij wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, met dien verstande dat de kosten voor de akte voor rekening van de eisende partij blijven.
3 De beslissing
De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 254,63, te vermeerderen met wettelijke rente over dat bedrag vanaf de vervaldata van de verschillende facturen tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 85,18
griffierecht· € 121,00
salaris gemachtigde € 72,00;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: