Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[werknemer]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. Kroezen
tegen
InterExped B.V.
gevestigd te Schiphol
gedaagde
verder te noemen: InterExped
niet verschenen
1 Het procesverloop
1.1.
[werknemer] heeft InterExped op 8 juni 2020 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 juni 2020. InterExped is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen InterExped is verstek verleend.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat [werknemer] ter toelichting van zijn standpunt, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren heeft gebracht.
2 De beoordeling
2.1.
[werknemer] vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening InterExped veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 3097,59 bruto, bestaande uit achterstallig salaris over de periode december 2019 (€ 2.017,60 bruto) en de eindafrekening (€ 1.079,99 bruto). Daarnaast vordert [werknemer] dat de kantonrechter InterExped bij wijze van voorlopige voorziening veroordeelt tot betaling van de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, en om InterExped te veroordelen in de kosten van dit geding.
2.2.
Hij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat hij op 18 maart 2019 in dienst is getreden bij InterExped en zijn arbeidsovereenkomst per 31 december 2019 heeft opgezegd. Ondanks dat hij InterExped heeft aangesproken en gesommeerd om het salaris over periode 13 (2 tot en met 29 december 2019) en de eindafrekening te betalen, is InterExped niet tot betaling overgegaan.
2.3.
Ter zitting heeft [werknemer] toegelicht dat het spoedeisende belang bij deze vordering is gelegen in het moeten terugbetalen van leningen bij onder andere familie en kennissen en zijn schuld bij de belastingdienst die moet worden betaald. [werknemer] heeft verder toegelicht momenteel een financieel gat te hebben wat hij had verwacht te dichten met het gevorderde salaris.
2.4.
De kantonrechter zal de vorderingen toewijzen, nu [werknemer] het spoedeisende belang bij die vorderingen aannemelijk heeft gemaakt en de vorderingen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
2.5.
De proceskosten komen voor rekening van InterExped, omdat zij ongelijk krijgt.
3 De beslissing
De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt InterExped tot betaling aan [werknemer] van € 3.097,59 bruto te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de data van opeisbaarheid van de betreffende loontermijnen tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt InterExped tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [werknemer] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 106,47
griffierecht € 236,00
salaris gemachtigde € 480,00 ;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de gevorderde voorziening voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: