Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoekster] aangevoerd dat het voetpad waarop [verzoeker] liep slechts één meter breed is en het dus geen verschil maakt of haar vader links of rechts zou hebben gelopen voor de zichtbaarheid door [verweerder 1] . Daartegen heeft [verweerders] . geen verweer gevoerd. Daarbij komt dat de rechtbank, gelet op de eindpositie van [verzoeker] na het ongeval, aannemelijk acht dat [verzoeker] voor het ongeval aan de rechterzijde van het voetpad heeft gelopen.
Voor de visualisatie is in het rapport van Baan Hofman ervan uitgegaan dat [verweerder 1] 0,5 meter vanaf de rechter zijkant van het fietspad heeft gefietst. Dit is de minimale schuwafstand die door het CROW wordt gebruikt, de afstand die fietsers gewoonlijk in acht nemen vanaf de rand van het fietspad waarop zij fietsen. De rechtbank heeft geen aanleiding af te wijken van deze ervaringsregel; daartoe is ook niets aangevoerd.
Partijen gaan beiden ervan uit dat [verweerder 1] voorafgaande aan het ongeval zo’n 20 kilometer per uur heeft gefietst.
In het rapport van Baan Hofman is voor de animatie ervan uitgegaan dat [verzoeker] voorafgaand aan het ongeval 3 kilometer per uur liep. [verzoekers] heeft gesteld dat deze snelheid reëel is gelet op de leeftijd van [verzoeker] ten tijde van het ongeval. Dit is niet betwist en daarbij komt dat [verweerder 1] in zijn verklaringen telkens aangeeft dat [verzoeker] het fietspad op is gelopen.
In het rapport van Baan Hofman wordt uitgegaan van een stopafstand van [verweerder 1] van 8,25 meter terwijl in de uitdraai van Wikipedia overgelegd als productie 13 door [verzoekers] wordt uitgegaan van een stopafstand van 8,6 meter. [verzoekers] stelt dat de stopafstand 8,7 meter is. Hoewel er inderdaad een verschil is van 35 dan wel 45 centimeter in de stopafstand, staat ook vast dat [verweerder 1] niet heeft geremd voorafgaand aan het ongeval. Daarbij komt dat [verweerders] . niet heeft betwist dat [verweerder 1] ook had kunnen uitwijken om een aanrijding te voorkomen en dat voor uitwijken minder tijd nodig is dan remmen.
Bij de beoordeling van de standpunten van partijen dient tevens te worden meegenomen dat [verweerder 1] erkend heeft ter plaatse op het fietspad zeer bekend te zijn; de ongevalslocatie bevindt zich op een afstand van 700 meter van zijn woning.