[gedaagden] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
in onvoorwaardelijke reconventie:
[eisers] veroordeelt de zeven ramen in zijn zijgevel die uitzicht geven op het erf van [gedaagden] , te verwijderen, althans deze volgens de eisen van artikel 5:51 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vaststaand en ondoorzichtig te maken, althans [eisers] in dit kader veroordeelt tot iedere voorziening die de rechtbank geraden voorkomt, op straffe van het verbeuren van een dwangsom ineens van € 5.000,- en € 100,- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 25.000,-,
in voorwaardelijke reconventie:
[eisers] veroordeelt de strook grond waarvan in conventie eventueel vast komt te staan dat deze geheel of gedeeltelijk door verjaring eigendom is geworden van [eisers] , bij wijze van schadevergoeding in natura terug over te dragen aan [gedaagden] , op straffe van het verbeuren van een dwangsom ineens van € 5.000,- en € 100,- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 25.000,- en bepaalt dat het vonnis in reconventie zo nodig in de plaats van de daartoe mede namens [eisers] op te maken akte van levering treedt, althans in dit kader iedere voorziening treft die de rechtbank geraden voorkomt,
in voorwaardelijke en onvoorwaardelijke reconventie:
[eisers] veroordeelt in de kosten van de procedure, met bepaling dat [eisers] daarover de wettelijke rente verschuldigd is als hij deze kosten niet binnen veertien dagen na het wijzen van het vonnis in deze zaak voldoet.