gemachtigde: gerechtsdeurwaarder K.W.A. van der Meer
tegen
Univé Noord-Holland Advies B.V.
gevestigd te Heerhugowaard
gedaagde, eiseres in het incident
verder te noemen: Univé
gemachtigde: mr. S. de Zwart
1 Het procesverloop
1.1.
Poorter heeft bij dagvaarding van 26 mei 2020 een vordering tegen Univé ingesteld. Univé heeft een incidentele conclusie genomen waarin een vordering uit hoofde van artikel 843a Rv is ingesteld en heeft geantwoord in de hoofdzaak. Poorter heeft schriftelijk gereageerd in het incident.
2 De beoordeling van het incident
2.1.
Univé is door Poorter aansprakelijk gesteld als assurantietussenpersoon op de grond dat Univé zonder ruggespraak met Poorter een aanvraagformulier voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor haar werknemer(s) onjuist heeft ingevuld, waardoor de verzekeraar bij wie de verzekering tot stand is gekomen, Goudse Schadeverzekeringen N.V. uitkering heeft geweigerd toen een werknemer van Poorter arbeidsongeschikt werd. Poorter heeft in verband hiermee eerst Goudse Schadeverzekeringen N.V. in kort geding aangesproken tot betaling, maar deze vordering is afgewezen (ECLI:NL:RBDHA:2019:12059).
2.2.
Univé vordert in dit geding dat Poorter het volledige procesdossier uit bedoelde kort geding procedure tegen Goudse Schadeverzekeringen N.V. in het geding brengt op grond van artikel 843a Rv dan wel artikel 22 Rv. Deze vordering is toewijsbaar. Dit procesdossier bestaat uit bescheiden bij het afschrift waarvan Univé een rechtmatig belang heeft, omdat het zowel in de procedure tegen Goudse Schadeverzekeringen N.V. als Univé gaat om de vraag welke informatie Poorter bij de aanvraag van de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft verstrekt. In deze procedure kan daarom ook van belang zijn welke standpunten Poorter hierover heeft ingenomen en welke gegevens Poorter en Goudse Schadeverzekeringen N.V. hebben overgelegd in de eerder bedoelde kortgedingprocedure. De vordering zal derhalve worden toegewezen.
2.3.
De proceskosten in het incident komen voor rekening Poorter, omdat hij ongelijk krijgt.
3 De beslissing
De kantonrechter:
in het incident
3.1.
veroordeelt Poorter tot het verschaffen aan Univé van het volledige procesdossier in de zaak met nummer 8031711 CV EXPL 19-4223 (van de kort geding procedure, waarvan het vonnis is gepubliceerd onder ECLI:NL:RBDHA:2019:12059 binnen 14 dagen na heden;
3.2.
veroordeelt Poorter in de kosten van het incident die de kantonrechter tot en met vandaag vaststelt op € 480,- aan salaris van de gemachtigde van Univé;
3.3.
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 4 november 2020, alwaar Univé zich bij akte mag uitlaten over genoemd procesdossier, waarna Poorter een antwoordakte mag nemen;
Dit vonnis is gewezen door M. Flipse en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: