Abonnement sportschool. Afwijzing van de vordering wegens strijd met artikel 21 Rv (waarheidsplicht). Eiseres stelt dat zij haar verplichtingen niet heeft opgeschort, maar uit een aan gedaagde verzonden brief volgt iets anders.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Basic-Fit Nederland B.V. h.o.d.n. Basic-Fit Amsterdam Ernststraat
gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
eiseres
verder te noemen: Basic-Fit
gemachtigden: L.V. Snijder en H.J. Boswinkel
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon
1 Het procesverloop
1.1.
Basic-Fit heeft bij dagvaarding van 26 oktober 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Basic-Fit heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een mondelinge reactie heeft gegeven.
2 De feiten
2.1.
Basic-Fit exploiteert sportscholen. [gedaagde] heeft een overeenkomst (sportschoolabonnement) met Basic-Fit afgesloten. Deze overeenkomst is geëindigd.
3 De vordering
3.1.
Basic-Fit vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 77,52, vermeerderd met de wettelijke rente over € 36,74 vanaf 15 oktober 2020 tot de dag van gehele voldoening en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Basic-Fit legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] op 10 september 2019 een abonnement heeft afgesloten voor vier weken (11 november 2019 tot 9 december 2019). Omdat [gedaagde] de overeenkomst niet heeft opgezegd, is de overeenkomst verlengd voor onbepaalde tijd. De overeenkomst is per 10 januari 2020 beëindigd. Basic-Fit vordert een bedrag van € 36,74 aan niet betaalde lidmaatschapsgelden.
4 Het verweer
4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert – samengevat – aan dat hij op 10 september 2020 een familieabonnement heeft afgesloten voor zichzelf en zijn dochter (€ 38,99 per maand). Per 11 november 2019 heeft [gedaagde] het abonnement gewijzigd naar een eenpersoonsabonnement (€ 28,99 per maand). Vanaf dat moment is het misgegaan en heeft [gedaagde] een aantal onduidelijke rekeningen ontvangen met bedragen die niet klopten. [gedaagde] heeft geprobeerd telefonisch contact op te nemen met Basic-Fit en heeft uiteindelijk het abonnement opgezegd via een chatgesprek met een medewerker van Basic-Fit. De brieven van de deurwaarder zijn bezorgd op een adres waar [gedaagde] tijdelijk niet woonde. Voor [gedaagde] was het al een afgedane zaak, omdat hij zijn abonnement had opgezegd en geen toegang meer had tot de app. Basic-Fit heeft de wijziging niet goed doorgevoerd en daarom ging het van begin af aan al mis.
5 De beoordeling
5.1.
Op grond van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dient Basic-Fit de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Indien daaraan niet of niet volledig wordt voldaan, zal de kantonrechter daaraan op grond van de artikelen 22 en 139 Rv de gevolgen verbinden die geraden worden geacht.
5.2.
Basic-Fit stelt in de dagvaarding dat wanneer er sprake is van een betalingsachterstand, een lid bij het toegangspoortje een waarschuwingsbericht van Basic-Fit krijgt. Indien de achterstand wordt betwist of het lid geen betaalmiddelen bij zich heeft, wordt uit coulance evengoed toegang verleend. Er is volgens Basic-Fit dan ook nooit sprake van weigering van toegang. Deze stelling is echter in strijd met de mededeling in een brief aan de gedaagde partij van 6 december 2019, waarin onder het kopje “Toegang tot je club en automatische incasso” is vermeld:
“Zolang niet alle lidgelden zijn voldaan kan je conform onze algemene voorwaarden geen gebruik maken van onze diensten en faciliteiten, ook incasseren wij niet meer automatisch je lidgelden.”
5.3.
De verschillende stellingen en standpunten van Basic-Fit zijn niet met elkaar verenigbaar. Hiermee heeft Basic-Fit in strijd gehandeld met artikel 21 Rv, waarin is bepaald dat partijen verplicht zijn de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Indien deze verplichting niet wordt nageleefd, kan de kantonrechter hieraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht. De kantonrechter acht in dit geval afwijzing van de vordering een passende sanctie.
5.4.
De proceskosten komen voor rekening van Basic-Fit omdat zij ongelijk krijgt.
6 De beslissing
De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Basic-Fit tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: