2 en 3 oktober 2019
Op 2 en 3 oktober moesten we alweer bijstorten, omdat onze marge weer dramatisch daalde. Dit keer
ging het om een bedrag van 7000 euro, weer om te voorkomen dat we alles kwijt zouden zijn. Ook de Swap kosten van de NASDAQ en alle andere trades liepen op, tot in de duizenden euro’s. We hadden meerdere keren uitleg gevraagd over de swapkosten, waarom deze berekend werden en waarom deze bedragen bij iedere trade anders waren. We kregen hier weinig uitleg over.
Alle trades die we hadden gedaan waren op advies van [naam 1] . En alles bleek daarna in tegenoverstelde richting te gaan, nl. grote verliezen in plaats van winsten. [naam 1] begon zich langzaam terug te trekken. Ze belde op onverwachte momenten of juist niet op afgesproken tijden. Op een gegeven moment vertelde [naam 1] dat zij zwanger was en voor onderzoek naar het ziekenhuis moest. Een collega van haar, [naam 2] , zou het overnemen en ons gaan begeleiden. Wij zouden aan haar een zeer ervaren en deskundige begeleider hebben.
We hadden veel geld in allerlei trades staan. Hoewel we bijna iedere dag wel door [naam 1] werden gebeld was er nu volkomen radiostilte. We wisten niet wat we moesten doen, voelden ons volkomen in paniek. We hadden slapeloze nachten en onze uren buiten werktijd zaten we gespannen te kijken of we iets
konden af sluiten al was het maar met een beetje verlies. De verliezen liepen echter steeds meer op en
alleen de Swapkosten van de Nasdaq bedroegen al bijna 5000 euro, bovenop alle verliezen die we al
hadden. We wilden er mee stoppen, maar wisten niet meer hoe. Stoppen betekende alles kwijt zijn. We durven er met niemand over te praten, we schamen ons diep en zijn heel bang.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Geluidsopname: Gesprek met [naam 2] 9-10-2019
[naam 2] vindt dat we moeten handelen om onze swapkosten eruit te krijgen. Ze vindt dat we niet
iedere dag naar Nasdaq moeten kijken. Zij zegt dat zij ons nooit een volledig Nasdaq contract had
geadviseerd, zij vindt dat je hier minimaal 100.000,- voor moet investeren en het is alleen bestemd
voor mensen met een VIP-account.
[naam 2] spreekt zich ook tegen door te zeggen dat het een handelsrekening is en dat je dagelijks moet handelen.
Zij adviseert om een valuta trade te doen op GBP.
Ze spreekt wel over winst, maar niet over verlies. Als het over verlies gaat, zegt ze dat het geen verlies is, maar slechts een getal dat in de min staat.
(9’45) Het wordt duidelijk dat we na 3 weken nog heel veel basiskennis missen, die nodig is om te handelen en ons door [naam 1] niet is uitgelegd.
(13’45) [naam 2] adviseert ons om in valuta paren van het GBP te handelen. We vertrouwen het niet
en besluiten slechts met de helft van de door [naam 2] geadviseerde valutaparen te handelen. We
willen er echt van af en zoeken een manier om zonder dat al ons geld verdwijnt te kunnen stoppen.
We hopen, tegen beter weten in, dat er nog wat te redden valt.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Geluidsopname: Gesprek met [naam 2] 10-10-2019
We hebben een verlies op de GBP. De handel heeft iets anders gedaan dan verwacht. Namelijk de
koers was in precies de tegenovergestelde richting gegaan dan het advies van [naam 2] . Tot nu toe is
dat met elk advies van Investous zo gegaan. Wij geven aan dat we niet weten hoe we moeten
handelen (10’30).
(13’33) We hebben via [naam 2] een afspraak gemaakt met de grote baas van de Nederlandse markt, [naam 3] . Hij bepaalt volgens [naam 2] wat we kunnen doen met de swapkosten, het gaat over overbruggen, terugbetalen van swapkosten, en alle mogelijkheden die daar omheen zitten, die hij zal bespreken [met, toevoeging rechtbank] ons. (15’50) [naam 3] of zoiets dergelijks).
(17’40) [naam 2] zegt dat de koers niet slechter kan als dit en dat het tij snel zal keren.
We vragen [naam 2] waarom ze ons met [naam 3] in contact wil brengen. En wat haar ideeën hierbij zijn. Zij legt uit dat er bijvoorbeeld een Swap freeze ingesteld kan worden, zodat de Swapkosten voor bijvoorbeeld 14 dagen bevriezen of dat wij de Swapkosten terugkrijgen aan het einde van de maand.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
11 oktober 2019
[naam 2] bood ons aan om een extra gesprek te hebben met haar leidinggevende. Of hij iets kon doen
ten aanzien van de Swapkosten. We werden op 11 oktober gebeld door ene [naam 3] over
de Swapkosten (bandopname 11-10-2019). Hij wilde kijken naar de mogelijkheden van ons account. Hij zag dat we 37.000 hadden gestort en dat we het over de Swapkosten wilden hebben en liet ons het
verhaal vertellen. Wij legden uit dat we beginnend waren en niet echt begeleid zijn. We wisten niet hoe Swapkosten werkten, dat dit zo zou oplopen. En dat alles kelderde in een weekend. We vertelden dat we niet veel contact hebben gehad met [naam 2] en onze zakenrekening hebben moeten plunderen, omdat we alles anders kwijt zouden zijn. Alle adviezen van [naam 2] leverden een tegengesteld resultaat op. nl. heel veel verlies. We vertelden dat we lange tijd in [het, toevoeging rechtbank] ongewisse zijn gebleven en ondertussen veel Swapkosten hadden gemaakt, omdat we gewoon niet wisten hoe alles werkte.
Tijdens het gesprek probeerde hij ons over te halen nog 15.000 meer te storten, werden we weer onder
druk gezet, en wilde [naam 3] er een VIP-account van maken met een ”win/win situatie”. Wij vertelden dat
we dit geld niet meer hadden en dat we het eerst over onterechte Swapkosten wilden hebben, waar we
onvoldoende over geïnformeerd waren. [naam 3] beloofde ons vervolgens na het weekend terug te bellen
met een voorstel. We hebben [naam 3] nooit meer gesproken.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Geluidsopname: Gesprek met [naam 3] 11-10-2019
[naam 3] wil de mogelijkheden van ons account bekijken. Vragen van de Swapkosten beantwoorden.
Wij geven aan dat we lerende zijn en vaak onthand, dat we onvoldoende zijn getraind. Op advies van [naam 1] hebben we bepaalde trades gedaan en vervolgens veel verlies geleden. Aangegeven dat we onze zakenrekening hebben moeten plunderen. Daarna hebben we op advies van [naam 2] valuta
paren geopend. Deze staan ook weer in het verlies. De swapkosten nemen alleen maar toe. We zijn
lange tijd in ongewisse (6’05) geweest en ondertussen hebben we veel kosten gemaakt met de swapkosten. Als we het wel hadden geweten, hadden we er mogelijk anders op geanticipeerd.
(7’25) [naam 3] vertelt: [naam 2] heeft een team analisten achter haar zitten, die hij ( [naam 3] ) persoonlijk heeft samengesteld.
(9’05- ) [naam 3] vindt het een hele goede actie van [naam 1] en [naam 2] om ons over de drempel heen te
trekken om ervoor te zorgen dat jullie uiteindelijk meer geld hebben gestort, want ik kan concluderen
dat het resultaat heel positief is. Want als je de Nasdaq nu zou afsluiten, wat ik wellicht zou willen
aanraden, omdat je ook wel eens afscheid zou willen nemen van bepaalde posities, zeker als je met
die swapkosten zit. Hadden zij jullie niet over de drempel heen getrokken dan was wellicht het hele
account kwijt geweest. Want de Nasdaq is helemaal bijgetrokken, dat is de kracht van de Marge. Ik
ben blij dat ik ze zo heb opgevoed en dat ze het op die manier hebben uitgevoerd en dat kan soms
misschien…….
(Het maakt ons erg boos hoe hij hierover praat, en hoe hij ons wegzet, als domme mensen die gered
zijn door Investous. .. Hoe durven ze... maar we laten dit niet merken)
(13’00) We zijn amateur psychologen, aldus [naam 3] . [naam 3] geeft ons de les....
(15’30) Wij geven aan dat wij niet willen leren op de harde manier. We geven ook aan dat we
noodgedwongen geld uit ons bedrijf hebben moeten inleggen om niet alles kwijt te raken.
(16’45) Ons is heel veel niet gezegd (uitgelegd) Als we het hadden geweten hadden we anders
gehandeld.
(17’25) Wij kunnen iets betekenen in de Swapkosten maar dat gaat niet de oplossing zijn, aldus [naam 3] .
Vervolgens gaat hij uitgebreid uitleggen wat de swapkosten zijn en hoe de hoogte van de swapkosten
worden bepaald. Het is een vaag verhaal, totaal niet transparant Alleen als we VIP worden zijn de
Swapkosten lager, aldus [naam 3] .
(25’25-27’44 ) Wederom aangegeven dat we niet de vaardigheden bezitten die bij zo’n account horen
om te kunnen handelen. We zijn er niet echt in getraind.
[naam 3] zegt dat hij het snapt wat wij bedoelen.
Het is niet zo dat wij iets hebben gewild of hebben gedwongen.
(29’30) Als het aan ons ligt maken jullie van de 6000 in twee weken 60.000 euro zegt hij nog.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
[naam 2] belt niet of nauwelijks, Op een gegeven moment wisten we de Nasdaq positief af te sluiten en
dit was het moment voor [naam 2] om ons aan te raden met valutaparen met GBP’s te gaan handelen,
want dit zou enorme winsten opleveren.
Zij vond dat we 7 x deze valutaparen moesten kopen. We zouden dan in korte tijd onze Swapkosten
terug kunnen verdienen. Wij wilden minder risico nemen en openden slechts de helft. Dit zorgt wederom voor grote verliezen en er gebeurt weer in tegenstelling tot wat [naam 2] ons heeft geadviseerd.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Geluidsopname: Gesprek met [naam 2] (16-10-2019)
[naam 2] zegt na onze verliezen, dat het nu eenmaal zo gaat en dat het uiteindelijk vooral om de
Swapkosten gaat. We geven wederom aan dat [naam 3] zou nadenken over het compenseren van de
Swapkosten en ons daarover zou terugbellen. (4’00) Hij heeft ons niet gebeld zoals beloofd.
[naam 2] adviseert ons om [de] te gaan handelen op de tegengestelde richting van GPB. (5’30) en zes
contracten GFB moeten kopen om te verkopen, omdat de koers moet zakken. Dat we koop en
verkoopcontracten op dezelfde valutaparen moeten nemen, zodat we ergens kunnen afsluiten zonder
verlies.
We geven meermalen aan dat we het ons niet kunnen veroorloven. Dat we onze belastingen moeten
betalen. [naam 2] vraagt hoeveel we nodig hebben.
Daarnaast is er van alles aan de hand morgen zegt [naam 2] . Ze vraagt ons de economische
kalender op de site van Investous te openen. Ze vraagt hoe laat we naar bed gaan.
(9’00) Ze adviseert ons mee te doen met de Australische dollar, omdat er een economisch rapport zou
komen over de werkgelegenheid. De verwachting is dat het rapport positief is en wat op gaat leveren.
(13’40) [naam 2] legt uit dat het heel belangrijk is voor ons om te begrijpen dat de GBP de andere
kant op is gegaan, maar we helemaal niks zijn kwijtgeraakt volgens [naam 2] . Alleen de swapkosten,
maar daar gaan we het niet over hebben, vindt [naam 2] . Je hebt -25.000 min, maar het draait wel
weer om. Het zijn minnen, dat geeft niet. De SWAP kosten moet je sowieso terugverdienen. Je moet
met een account bezig zijn, als je de vrije marge hebt en het je kunt permitteren en dit soort rapporten
uitkomen, je het allergrootste (zoals nu de AUD) moet meepakken. Aldus [naam 2] . Een druk om weer
te gaan investeren en handelen.
(17’00) We geven aan dat we slechts met 1000,- euro wilden handelen en nu inmiddels 37.000 euro
erin hebben zitten met enorme verliezen, zodat we geen geld meer kunnen opnemen, omdat we
27.000 in de min staan. [naam 2] legt uit dat dit veiligheid is voor ons.... We moeten geduld hebben,
dus het draait wel weer. En het is voor ons nieuw zegt ze nog.
Het geïnvesteerde geld is vele malen meer dan we gewild hebben, en dat moet terug, omdat het van
de zaak is en we willen geen problemen met de accountant en de belastingdienst leggen we uit aan
[naam 2] . We moeten ook rekeningen betalen, maar we kunnen nu niet bij het geld. Ons is beloofd
dat we het na het weekend weer op konden nemen, maar door het negatieve saldo kan dit niet.
Wat voor bedrag heb je nodig als opname vraagt [naam 2] , wat heb je nodig voor de belasting. Wij
noemen 20.000 euro. Wanneer heb je dat nodig vraagt [naam 2] . Een deel aan het eind van de maand
en een deel aan het einde van het jaar antwoordden wij.
Wij: Het geld van de zaak was een noodgreep omdat we anders alles kwijt waren geweest. Het is
zeker een bedrag van 20.000 geweest
[naam 2] : Het is niet de bedoeling dat jullie in paniek gaan zitten. Het gaat mij erom...
Wij: We zijn niet in paniek... We moeten geld terug hebben voor de zaak.
[naam 2] : Ik begrijp dat allemaal. Geld maakt geld…. met 1000 euro handelen…. . daar win je niks mee.
Dit is accountmanaging, en ik zit ook naar de Swapkosten te kijken. Heeft wat langer open gestaan.
Moeilijk om te vertellen als jullie in de min hebben gestaan.
[naam 2] : Het kan wel eens duren. Beste wat we kunnen hebben is geduld. Want dat het beweegt is
Zeker. Ik zat voor jullie ook al aan olie te denken.
Wij: Wat raad je ons dan aan? Valuta of olie?
[naam 2] : Allebei, nl. verspreiden. GBP, je weet wat er gebeurd is... morgen rapport... het gaat even
duren tot hij weer terug is de GBP. Maar dan gaan we met Australië handelen op basis van het
positieve rapport. Als je daar op in kunt stappen, dan gaan we het niet eens meer over swap kosten
hebben (zoveel winst zou het zogenaamd opleveren).
[naam 2] noemt veilig handelen met Australië...
[naam 2] : Meeste mensen willen 1 contract openen. 1 contract olie = 1000 dollar op en neer.... Mogen
jullie van mij niet openen. Maar je kunt wel 0,10 olie openen op olie, kun je kijken welk effect olie
heeft. Dan heb je het over een handelsrekening die bezig is.
(…)
[naam 2] : Op dit moment is Australische Dollar erg interessant, legt ze weer uit. Koopcontracten met
AUD aan de voorkant.
[naam 2] zegt dat ze het even gaat uitrekenen, zodat we veilig blijven.
Wij: We hebben een margeniveau wat we niet onder de 300% willen. Niet er onder komen. Ook al
wordt 200% genoemd, wij willen minimaal 300% omdat we geen risico willen nemen.
Er wordt wat gerekend door ons.
[naam 2] zegt dat het gemakkelijker wordt. Om en nabij 300% marge.
[naam 2] : Je marge is totale bedrag op open posities. Hartstikke goed marge niveau. Veilig handelen
is tussen 200-300% (...).
Daarna geeft [naam 2] gedetailleerd advies om te handelen met AUD met 4000 euro.
(34’) En 4 posities met 4 lots. Maakt niet uit welke je pakt volgens [naam 2] .
[naam 2] : We gaan eerst de Swapkosten overbruggen. Morgen afsluiten met AUD en een profit
maken zonder Swap kosten. ... Doe het om 00.02 adviseert [naam 2] .
Als we aangeven dat we toch moesten handelen met GBP zegt [naam 2] dat we eerst met de AUD
moeten handelen en de GBP morgen zullen bespreken.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
17 oktober 2019
De volgende dag echter zijn we bijna al ons geld kwijtgeraakt. [naam 2] belt niet op de afgesproken tijd.
In een korte periode van 16 september tot 17 oktober zijn wij 35.500 euro van de 37.000 euro verloren.”
3.21.
Op vrijdag 25 oktober 2019 heeft een e-mailwisseling plaatsgevonden tussen [eiser 1] c.s. en [naam 2] , senior account manager van F1 Markets, waarbij de rechtbank begrijpt dat (sommige van) de e-mails vanwege het tijdsverschil tussen Nederland en Cyprus kennelijk 1 uur eerder zijn verstuurd dan hieronder vermeld:
e-mail van [eiser 1] c.s. aan [naam 2] om 1:17 PM
“Hallo [naam 2] ,
Gisteren heb ik een mailtje gestuurd om een afspraak in te plannen.
Mogelijk heb je dit over het hoofd gezien.
Wanneer en hoe laat kunnen we afspreken?
(…)”
e-mail van [naam 2] aan [eiser 1] c.s. 12:21
“Hallo Samen.
Ik was gisteren een dagje vrij en was net bezig een retour mailtje te tikken.
Ik heb Maandag middag een plekje vrij om 17:00uur. Ik hoor graag of dit voor jullie uitkomt.
(…)”
e-mail van [eiser 1] c.s. aan [naam 2] om 2:29 PM
“Het zou prettiger zijn als we vandaag kunnen afspreken.
Het beetje geld wat we er nog in hebben zitten, wordt opgeslokt door swaps.
Wat kan jij (kunnen jullie) nog voor ons betekenen?
We horen graag van je.”
e-mail van [naam 2] aan [eiser 1] c.s. 2:48 PM
“Ik heb een plekje vrij gemaakt om 15:00uur vanmiddag.
(…)”
e-mail van [naam 2] aan [eiser 1] c.s. 14:07
“Excuses, ik heb Cyprus tijd in de mail staan (moet 2uur zijn Nl tijd).
Ik heb zojuist gebeld. Helaas kreeg ik de voicemail.
Vanmiddag zit ik de hele dag vol geboekt. Ik heb nu nog een half uur de tijd om te bellen. Ik hoor graag of het uitkomt.”
e-mail van [eiser 1] c.s. aan [naam 2] om 03:58 PM
“Ik kom nu net thuis en zie deze mail.
Het zal wel aan mij liggen, maar ik krijg sterk het gevoel dat je ons probeert te vermijden.
[naam 1] was niet altijd even accuraat in de afspraken. [naam 3] die niet terugbelt en nog steeds niet heeft teruggebeld.”
3.22.
Het relaas van [eiser 1] c.s. gaat als volgt verder:
“25 oktober 2019
Op 25 oktober worden we weer door [naam 2] gebeld. Voor haar blijkbaar een moment om ons weer
over te halen om geld bij te storten.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Geluidsopname: Gesprek met [naam 2] (25-10-2019)
Een stopout (In een keer al je inleg kwijt) Ja dat is nu eenmaal zo! [naam 2] praat eroverheen. Gejuich
op de achtergrond. Hoe was jullie vakantie vraagt [naam 2] . Wij antwoorden dat we al ons geld zijn kwijt geraakt en dat dit een stempel op de vakantie heeft gedrukt. Er staat nu nog 1500 euro … van de
37.000 .. … op de achtergrond horen we weer veel gejuich..
[naam 2] is stil...
Wij leggen uit dat we expres de marge hoog hebben gehouden... het dubbele van wat er geadviseerd
is door [naam 2] , omdat we geen risico wilden lopen, en toch zijn we alles kwijtgeraakt. Terwijl onze
marge volgens [naam 2] hartstikke veilig was.
Nogmaals... is een onvoorzien rapport van GBP geweest, reageert [naam 2] , alsof het om een kopje
koffie gaat.
[naam 2] vertelt ons hoe goed het weer goed gaat met de GBP, en stapt over ons verlies heen, dat wij
alles kwijt zijn. Weer enorm gejuich op de achtergrond... ze reageert op het gejuich op de
achtergrond... vertelt dat het zo goed gaat ……. Terwijl wij helemaal stuk zijn van ons verlies.
Wij vertellen dat het voor ons heel veel geld is, dat we ons toekomstperspectief kwijt zijn.... weer
gejuich op de achtergrond. “Wat nu” vragen wij aan [naam 2]
: Sowieso.. “met stock out. (in 1 keer verlies van al je geld).. er moeten dingen op zijn plaats
gezet worden. Terug naar het begin en op langzame manier weer oppakken, gaan we met zijn drieën
handelen, niet met onze analisten en dan gaan we het verlies terugverdienen., Ik wil er alles aan doen
om daaraan te werken. Ik wil heel even kijken, momentje….”
[naam 2] : “Ik ga even ... niet [naam 3] , dat is onze analist, ik stap naar mijn baas.. spreken jullie Engels,
misschien wil hij even aan de telefoon komen hoe we dit het beste aan kunnen pakken..
[naam 2] : De baas wil met ons in gesprek, dat gaat nu niet lukken. Ik kan als accountmanager niets
beloven. Jullie hebben een VIP-account nodig voor de Swapkosten... zonder dat er geld bij gestort
wordt kan er weinig gedaan worden. We kunnen dan weer naar evenementen kijken en met kleine
contracten werken.. en het verlies terug verdienen.
Wij: Wij leggen uit dat we het al eerder aan [naam 3] hebben uitgelegd, ook nooit meer teruggebeld, maar
heeft ons ook niet op de hoogte gebracht.
Er volgt een gesprek over de Swaps. Wij willen dat de Swapkosten er af gaan.
(25’) [naam 2] praat weer over bijstorten. Veel woorden …….
Wij: We leggen uit dat we in een paar minuten probeerden geld bij te storten, ging niet snel genoeg,
en toen waren we alles kwijt.
[naam 2] wil weten wat nu eigenlijk de bedoeling is. Want een andere strategie kost geld.
Wij: We willen Swapkosten terug.
[naam 2] : Meen je dat nu echt 966 euro terug hebben aan Swapkosten... dat ga ik toch niet aan mijn
baas vertellen...
[naam 2] zegt dat ze met haar baas in gesprek gaat op maandag en ook met ook [naam 3] .. en dan
vraagt ze of we nog vertrouwen hebben. [naam 2] wil ons bijstaan. Ze begrijpt het ook wel...
[naam 2] vertelt erbij dat het niet om emoties gaat en dat het haar baas niks interesseert wat de
emoties zijn en dat het hem alleen over cijfers gaat. Het zou een logisch gesprek worden.
En dan gaan we samen kijken wat we hieraan doen kunnen en wat de volgende stap kan zijn.
Er wordt een afspraak gemaakt op maandag 28 oktober vanaf 17.00 uur. Nederlandse tijd.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
25-10-2019
In plaats van maandag 28 oktober 2019 belt de baas van [naam 2] nog dezelfde dag, vlak na ons
gesprek met [naam 2] over het grote verlies van ons geld. Haar leidinggevende bleek ene [naam 4] , een
Engelssprekende agressieve salesmeneer die ons “guys” noemde. Ook hij wilde ons alleen maar
overhalen om meer geld te storten. Om een tegemoetkoming in de Swapkosten te krijgen moest je
namelijk een VIP-account hebben. Normaal gesproken moet je dan 50.000 euro storten, maar in ons
geval was hij bereid om ons de Vip-account “privilege” te geven als we nog eens 32.000 euro zouden
storten. Dit moest wel onmiddellijk, zodat we meteen konden handelen en daarmee onze verliezen
konden terugwinnen. Natuurlijk wilden we dit niet. Hij vroeg hoeveel geld we nog hadden. Wij zeiden:
“Nothing”! Hij hing boos op en zei tot maandag. We hebben nooit meer iets van hem gehoord. (…)
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Geluidsopname: Gesprek met de baas van [naam 2] , genaamd [naam 4] ( 25-10-2019)
[naam 4] : You lost 35000 euro and have 1500 in 189 in your equity.
I want to give you from the company a swap-free account for the first three days. (hij wil ons in het
weekend geen swapkosten berekenen. (2’41) It is very easy to recover this account. Just to follow one
opportunity. And that is the Nasdaq.
[naam 4] legt uit dat we eerder maar 1000,- swapkosten zouden hebben gehad als we een VIP
account hadden gehad. Why don’t you have no VIP-account he asked.
We: Because of the money and because we are not trained to trade.
[naam 4] : (4’56) Okay, I want to take you guys under my wings. Regarding the circumstances you have
to fund the account with 32.000 euros, that’s all we need….. Because than we can open positions on
Nasdaq, Dow Jones and my favorite: Gold. Than we can…..
We geven aan dat we al een platina account hebben en dat dit ons was geadviseerd, zodat we minder
risico’s zouden lopen.
[naam 4] blijft herhalen dat we met 32.000 euro inleg slecht 4200 risico lopen met het handelen.
[naam 4] zet ons onder druk om per direct 32.000 euro over te maken omdat dit het momentum is om
te handelen. Als we zeggen dat we hier het weekend over willen nadenken. Zegt hij dat we niet de tijd
hebben om na te denken, omdat we maandag het account kwijt kunnen zijn. (11’50) (op 8 dec. staat
ons account nog steeds op 45,- euro)]
Wij: We don’t have the money.
[naam 4] zet ons verder onder druk en zegt: “How much money do you have!” “Nothing, all our money
is gone”
Hij blijft ons verder onder druk zetten “What is the maximum you can put right now.” “Nothing” zeggen
wij.
Dan zegt [naam 4] “Now you understand why you pay swaps before” I give you an offer and you say
no, and you exactly get what you trying to prevent. (Met andere woorden het was allemaal onze eigen
schuld.)
Hij vraagt wat we met onze account willen doen. Hierop zeggen wij dat we op dit moment even niets
willen. Vervolgens zegt [hij, toevoeging rechtbank] ik bel maandag en verbreekt de verbinding.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Op 25 oktober in de avond waren we al ons geld dat we hadden ingelegd kwijt, een totaal van 37.000
euro. Er staat nu nog een saldo van 44,43 euro (8-12-2019).
3.23.
F1 Markets heeft [eiser 1] kosten in rekening gebracht over de gedane trades. F1 Markets noemt deze kosten swapkosten.
3.24.
[eiser 1] c.s. hebben in de periode van 16 september 2019 tot en met 3 oktober 2019 trades verricht op het online handelsplatform van F1 Markets [eiser 1] c.s. en hebben de volgende bedragen bij F1 Markets ingelegd:
- op 16 september 2019 € 1.000,-
- op 19 september 2019 € 5.000,-
- op 24 september 2019 € 1.000,-
- op 25 september 2019 € 15.000,-
- op 26 september 2019 € 8.000,-
- op 2 oktober 2019 € 5.000,-
- op 2 oktober 2019 € 1.000,-
- op 3 oktober 2019 € 1.000,-.
------------------------------------
Totaal € 37.000,-
3.25.
De eerste serie trades, voortvloeiend uit de storting van € 1.000,- op 16 september augustus 2019, had een leverage van 1:30. De trades voortvloeiend uit de overige stortingen, alle gedaan nadat het account van [eiser 1] was omgezet in een professioneel account, hadden een leverage van 1:400.
3.26.
Op 25 oktober 2019 stond er nog € 44,43 op de klantenrekening van [eiser 1] . Nadien hebben er geen trades meer plaatsgevonden.
3.27.
F1 Markets heeft de historische informatie over de trades van [eiser 1] na de beëindiging van de relatie ontoegankelijk voor hem gemaakt.
3.28.
F1 Markets heeft naar eigen zeggen alle telefoongesprekken met [eiser 1] c.s. opgenomen en beschikt naar eigen zeggen nog steeds over deze opnames. Bij conclusie van repliek hebben [eiser 1] c.s. een op artikel 13 van de klantovereenkomst gebaseerd verzoek gedaan aan F1 Markets om deze opnames aan [eiser 1] c.s. beschikbaar te stellen. Aan dit verzoek heeft F1 Markets niet voldaan.
3.29.
[eiser 1] c.s. hebben - na daartoe op 16 januari 2020 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank verkregen verlof - ten laste van F1 Markets Europees conservatoir bankbeslag gelegd als bedoeld in Verordening EU 655/2014.
3.30.
De Britse Financial Conduct Authority (hierna: FCA) heeft bij besluit van 28 mei 2020 F1 Markets verboden om nog langer in het Verenigd Koninkrijk actief te zijn. In dit besluit (waarin FCA wordt aangeduid als “the Authority” en F1 Markets als “the Firm”) stelt de FCA daartoe onder meer het volgende:
5 De beoordeling
Deze rechtbank is bevoegd
5.1.
In het vonnis in incident van 16 september 2020 heeft de rechtbank zich bevoegd verklaard om kennis te nemen van deze zaak.
Nederlands recht is het toepasselijk recht
5.2.
De vorderingen van [eiser 1] c.s. hebben verschillende grondslagen: oneerlijke handelspraktijken, onrechtmatige daad, en wanprestatie. De rechtbank zal hierna het toepasselijk recht op de vorderingen op grond van oneerlijke handelspraktijken vaststellen, omdat dat de kern van het geschil en van het primair gevorderde is en die grondslag bij de inhoudelijke beoordeling van de vorderingen daarom ook als eerste moet worden behandeld.
Een oneerlijke handelspraktijk is een bijzondere vorm van onrechtmatige daad, hoewel het leerstuk van de oneerlijke handelspraktijk ook, door de aan oneerlijke handelspraktijken verbonden sanctie in artikel 6:193j lid 3 BW, in rechtsreeks verband staat met het overeenkomstenrecht. Dat betekent dat aan de hand van de Verordening (EG) nr. 864/2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II) moet worden bepaald welk recht op de (grondslag van de) vordering van toepassing is.
5.3.
In artikel 4 lid 1 Rome II is bepaald dat op een onrechtmatige daad in beginsel het recht van toepassing is van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich voordoen. Bepalend is dus waar de door de [eiser 1] c.s. gestelde directe schade concreet is ingetreden.
5.4.
[eiser 1] c.s. stellen dat zij de schade hebben geleden in Nederland, nu het geïnvesteerde en verloren vermogen zich op Nederlandse bankrekeningen bevond. F1 Markets daarentegen stelt dat de schade zich heeft voorgedaan op Cyprus, omdat zich daar de klantenrekening van [eiser 1] bevond, de (volgens [eiser 1] c.s. wellicht niet reële) trades daar plaatsvonden en het call center van F1 Markets zich daar bevond.
5.5.
Het Hof van Justitie EU heeft – in het kader van de internationale bevoegdheid van de nationale rechter op grond van artikel 7 lid 2 Brussel I bis – een aantal arresten gewezen over de plaats waar de schade is ingetreden. Deze arresten zijn naar het oordeel van de rechtbank ook van belang voor het bepalen van het toepasselijk recht aan de hand van artikel 4 lid 1 Rome II, omdat in beide verordeningen het begrip “het recht van het land waar de schade zich voordoet” wordt gehanteerd en verschillende uitleg van dit unierechtelijke begrip met het oog op de effectiviteit van het unierecht en de rechtszekerheid zoveel mogelijk vermeden moet worden.
5.6.
In het arrest Kronhofer1 heeft het Hof van Justitie EU over de plaats van het schadebrengende feit geoordeeld dat het enkele feit dat de benadeelde financiële gevolgen ondervindt op de plaats waar zich het centrum van zijn vermogen bevindt, niet rechtvaardigt dat de gerechten van de woonplaats van de benadeelde bevoegd zijn wanneer zowel de schadebrengende gebeurtenis als het intreden van de schade zich op het grondgebied van een andere lidstaat (in het geval van het arrest Kronhofer: andere lidstaten) voordoen. De plaats waar de schade is ingetreden was in dit geval de plaats waar de beleggingsrekening van betrokkene was geopend waarnaar deze de bedragen had overgemaakt die vervolgens zijn geïnvesteerd en waar de financiële verliezen zijn geleden. De beleggingsrekening was geopend bij de vennootschap (gevestigd in een andere lidstaat) die de bedragen heeft geïnvesteerd.
5.7.
In het arrest Kolassa2 heeft het Hof van Justitie EU geoordeeld dat de gerechten van de woonplaats van de benadeelde bevoegd zijn wanneer de schade zich rechtstreeks voordoet op de bankrekening van die benadeelde bij een in het rechtsgebied van die gerechten gevestigde bank. Het ging om certificaten waarin de benadeelde een bedrag had geïnvesteerd en die waardeloos waren geworden als gevolg van het beheer van de fondsen waarin het geld uit de uitgifte van die certificaten was geïnvesteerd.
5.8.
In het arrest Universal Music3 heeft het Hof van Justitie EU geoordeeld dat zonder bijkomende omstandigheden de plaats waar de bankrekening van de benadeelde zich bevindt geen relevant aanknopingspunt is voor het lokaliseren van de financiële schade, indien het verlies van vermogensbestanddelen, waarmee de schade is ingetreden, heeft
plaatsgevonden in een ander land. Uitsluitend in het geval waarin andere bijzondere omstandigheden er eveneens toe bijdragen bevoegdheid toe te kennen aan het gerecht van de plaats waar zuiver financiële schade is ingetreden, zou zulke schade kunnen rechtvaardigen dat de benadeelde zijn zaak bij dit gerecht aanbrengt.
5.9.
De rechtbank overweegt dat het in dit geschil gaat om zuiver financiële schade die door [eiser 1] c.s. zou zijn geleden als gevolg van de beweerdelijk oneerlijke handelspraktijken van het op Cyprus gevestigde F1 Markets. Die financiële schade is naar het oordeel van de rechtbank geleden in Nederland. [eiser 1] c.s. stellen immers dat zij door de oneerlijke handelspraktijken van F1 Markets zijn bewogen om via hun account bij F1 Markets steeds meer geld in te leggen. Zonder de oneerlijke handelspraktijken zouden zij dat geld niet vanaf hun bankrekeningen in Nederland naar F1 Markets hebben overgemaakt en dus ook niet hebben verloren. Dat betekent dat de financiële schade zich voordoet op de bankrekeningen die [eiser 1] c.s. aanhouden bij in Nederland gevestigde banken. Daarnaast wijzen de volgende bijkomende omstandigheden naar Nederland:
- -
F1 Markets richtte zich in de periode dat [eiser 1] c.s. bij F1 Markets terecht kwamen met sponsoring van een Nederlandse voetbalclub en haar Nederlandstalige website specifiek op Nederlandse beleggers;
- -
[eiser 1] c.s. zijn via een Nederlandstalig Twitterbericht van een bekende Nederlander op de website van F1 Markets terecht gekomen;
- -
De contracten en algemene voorwaarden waarnaar op de website van F1 Markets wordt verwezen zijn in de Nederlandse taal opgesteld.
- -
[eiser 1] c.s. zijn in Nederland woonachtig en hebben daar hun investeringsbeslissingen genomen;
- -
[eiser 1] c.s. hebben veel telefonische contacten gehad met in Nederland woonachtige en/of Nederlands sprekende accountmanagers. Een aantal van hen belde vanaf Nederlandse telefoonnummers.
De zich in Nederland bevindende bankrekeningen waarop zuiver financiële schade is ingetreden in combinatie met de hiervoor genoemde specifieke omstandigheden die ook naar Nederland wijzen maakt dat het gerechtvaardigd is de vordering op grond van oneerlijke handelspraktijken naar Nederlands recht te beoordelen.
5.10.
Dat F1 Markets zelf op Cyprus is gevestigd, daar een call center heeft, sommige medewerkers (zoals [naam 2] ) daar kennelijk werkzaam zijn en het online ‘platform’ en de door F1 Markets ten behoeve van [eiser 1] c.s. geopende klantenrekening zich ook daar bevinden is in de gegeven omstandigheden onvoldoende om een kennelijk nauwere band met Cyprus aan te nemen als bedoeld in artikel 4 lid 3 Rome II. De rechtbank zal op de vordering van [eiser 1] c.s. dus Nederlands recht toepassen.
[eiser 2] niet-ontvankelijk
5.11.
F1 Markets betoogt dat [eiser 2] niet-ontvankelijk is in de vorderingen, ook als die zijn ingesteld uit hoofde van oneerlijke handelspraktijken, omdat zij geen partij is bij de onderliggende tussen [eiser 1] en F1 Markets gesloten overeenkomst.
5.12.
[eiser 1] c.s. stellen zich op het standpunt dat [eiser 2] wel ontvankelijk is. Weliswaar is zij formeel geen contractspartij, maar [eiser 1] en [eiser 2] hebben samen besloten de overeenkomst met F1 Markets aan te gaan, zij hebben alle telefoongesprekken met medewerkers van F1 Markets gezamenlijk gevoerd, hebben alle investerings-beslissingen gezamenlijk genomen en hebben de investeringen vervolgens gedaan vanaf hun gezamenlijke bankrekeningen.
5.13.
De rechtbank is van oordeel dat [eiser 2] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de ingestelde vorderingen, ook in de vorderingen met als grondslag onrechtmatige daad.
Tussen partijen bestaat geen discussie over het feit dat [eiser 2] geen partij is bij de overeenkomst met F1 Markets. Voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op niet-nakoming van de overeenkomst door F1 Markets kan [eiser 2] die vorderingen dan ook niet instellen. Maar ook de vorderingen met als grondslag oneerlijke handelspraktijken zijn onlosmakelijk verbonden met de overeenkomst. Het standpunt van [eiser 1] c.s. is immers dat zij door oneerlijke handelspraktijken tot die overeenkomst (en de daaropvolgende afzonderlijke CFD-contracten) zijn bewogen en zij vorderen die overeenkomst(en) te vernietigen en ongedaan te maken door het terugbetalen van de inleg. Die vorderingen kan [eiser 2] naar het oordeel van de rechtbank, nu zij geen partij is bij de overeenkomst, dus bij gebrek aan belang evenmin instellen.
Ook voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op het standpunt dat F1 Markets onrechtmatig heeft gehandeld door in strijd te handelen met het AFM-besluit is [eiser 2] niet-ontvankelijk. Dit (gestelde) onrechtmatig handelen bestond namelijk hierin dat F1 Markets haar contractspartner, [eiser 1] , liet handelen in CFD’s met een te hoge leverage.
Dat [eiser 2] en [eiser 1] de beleggingen – zoals ter zitting is gezegd – hebben beleefd als een gezamenlijke activiteit en alle beslissingen gezamenlijk hebben genomen vindt de rechtbank gezien de feitelijke gang van zaken begrijpelijk, maar maakt een en ander (in juridisch opzicht) niet anders.
AFM-besluit van 19 april 2019 is toepasselijk
5.14.
Tussen partijen is in geschil of het AFM-besluit, dat handel in CFD’s met een leverage hoger dan 1:30 ten aanzien van retailcliënten verbiedt, zich uitstrekt tot de diensten van F1 Markets.
5.15.
Volgens F1 Markets is dat niet het geval. Zij betoogt dat de Wet financieel toezicht (Wft), waarop het AFM-besluit volgens haar gegrond is, niet op F1 Markets van toepassing is. F1 Markets valt als buitenlandse aanbieder van beleggingsdiensten zonder bijkantoor of vestiging in Nederland buiten de territoriale reikwijdte van artikel 4:1 Wft en bovendien vallen de financiële diensten die F1 Markets aanbiedt onder de uitzondering van artikel 1:16 Wft, aldus F1 Markets.
5.16.
Dit verweer van F1 Markets slaagt niet. In de toelichting op het AFM-besluit staat onder 3.5 expliciet dat het besluit van toepassing is op aanbieders van CFD’s met een zetel in Nederland en op aanbieders van CFD’s met een zetel in een andere lidstaat die CFD’s aanbieden aan Nederlandse retailcliënten. Op grond van artikel 42 Markets in Financial Instruments Regulation (MiFIR)4 komt de AFM de bevoegdheid toe om in het kader van productinterventie in Nederland het op de markt brengen, verspreiden of verkopen van bepaalde financiële instrumenten te verbieden of te beperken. CFD’s kwalificeren als een financieel instrument als bedoeld in bijlage I, Deel c sub 9 van MiFID II. Op basis van de MiFIR mocht de AFM dus het in het AFM-besluit opgenomen verbod op handel in CFD’s met een leverage hoger dan 1:30 ten aanzien van retailcliënten uitvaardigen en geldt dat verbod ook voor beleggingsondernemingen met een zetel in een andere lidstaat die in Nederland beleggingsdiensten verlenen. In het AFM-besluit wordt deze grondslag ook genoemd. De rechtbank hoeft bij deze stand van zaken niet in te gaan op de vraag of de Wft van toepassing is op de dienstverlening van F1 Markets.
5.17.
Het AFM-besluit is dus ook van toepassing op de diensten van F1 Markets in Nederland, zodat het haar vanaf 19 april 2019, de datum van inwerkingtreding van het besluit, verboden was om in Nederland CFD’s met een leverage hoger dan 1:30 aan retailcliënten aan te bieden en te verkopen. Overigens was dit op grond van het gelijkluidende besluit van de European Securities and Marketing Authority (ESMA) vanaf 2 juni 2018 ook al het geval5. Een maatregel van ESMA is immers op alle marktdeelnemers binnen de Europese Unie van toepassing.
De stellingen van partijen over de vraag of F1 Markets oneerlijke handelspraktijken heeft toegepast
5.18.
Primair vordert van [eiser 1] onder I een verklaring voor recht dat de overeenkomst buitengerechtelijk is vernietigd, althans vernietiging van de overeenkomst op grond van artikel 6:193j lid 3 BW.
5.19.
Volgens [eiser 1] zijn zowel de (initiële) klantovereenkomst als de later gesloten individuele CFD’s tot stand gekomen en uitgevoerd met gebruikmaking van oneerlijke handelspraktijken door F1 Markets, zoals bedoeld in artikel 6:193a e.v. BW. Hij voert daartoe aan dat F1 Markets zich zowel aan misleidende als aan agressieve handelspraktijken heeft schuldig gemaakt.
5.20.
Misleidende handelspraktijken als bedoeld in artikel 6:193b lid 3 onder a BW zijn volgens [eiser 1] onder meer toegepast bij het werven van nieuwe cliënten. F1 Markets heeft volgens [eiser 1] misleidende wervingstactieken gebruikt door op grote schaal nepadvertenties van bekende Nederlanders te gebruiken. In deze advertenties werden valse beloften gedaan. Via doorklikken op deze advertenties komen potentiële cliënten op de website van F1 Markets terecht. Een woordvoerder van F1 Markets heeft deze werkwijze tegenover NRC Handelsblad erkend. Ook [eiser 1] is via een nepadvertentie (het Twitterbericht waarin Jort Kelder figureerde) op de website van F1 Markets terecht gekomen. Een andere vorm van misleiding zit volgens [eiser 1] in misleidende positieve reviews. F1 Markets stuurt satelliet-websites aan die via positieve reviews bevestigen dat F1 Markets betrouwbaar is. Deze nepreviews, geplaatst door eigen medewerkers van F1 Markets, drukken betrouwbare review sites weg en ontnemen potentiële cliënten de mogelijkheid zich objectief te informeren. Ook heeft F1 Markets volgens [eiser 1] kosten gemanipuleerd en willekeurig vastgesteld, [eiser 1] steeds verteld dat hij moest bijstorten om de dekking te verbeteren en zijn posities niet te verliezen en druk op hem uitgeoefend om steeds meer geld in te leggen. Ook dit is misleidend geweest door het verstrekken van onjuiste, onvolledige of onduidelijke informatie, aldus [eiser 1] .
5.21.
Agressieve handelspraktijken als bedoeld in artikel 6:193b lid 3 onder b BW, bestonden volgens [eiser 1] uit de herhaalde telefoontjes door F1 Markets en het daarbij zaaien van verwarring en uitoefenen van druk om steeds meer geld in te leggen. De upgrade naar een professional account gebeurde geheel op initiatief van F1 Markets. F1 Markets instrueerde [eiser 1] hierbij gedetailleerd wat hij moest doen. Verder begeleidde F1 Markets [eiser 1] bij het doen van de trades steeds intensief en adviseerde F1 Markets [eiser 1] hoe te handelen. De adviezen van F1 Markets waren er slechts op gericht dat [eiser 1] zoveel mogelijk geld zou inleggen en om vervolgens dit geld te laten verdwijnen, zonder dat [eiser 1] enig zicht had op de achterliggende beleggingsmarkt. Er moet van uit worden gegaan dat er geen reële beleggingsproducten zijn verhandeld, maar dat er slechts schijntransacties met behulp van voorgeprogrammeerde algoritmes hebben plaatsgevonden, aldus [eiser 1] .
5.22.
Dat sprake is geweest van oneerlijke handelspraktijken, blijkt volgens [eiser 1] ook uit de omstandigheid dat F1 Markets de beleggingsgeschiedenis van [eiser 1] op enig moment voor hem ontoegankelijk heeft gemaakt. Hierdoor is het niet meer mogelijk te onderzoeken of de afwikkeling van de trades wel of niet gelinkt kan worden aan de echte koersontwikkelingen in het betreffende tijdvakken. Dit versterkt het vermoeden dat de uitkomst van de trades door (medewerkers van) F1 Markets wordt bepaald en niet door een koppeling met onderliggende koersen.
5.23.
F1 Markets stelt zich primair op het standpunt dat de wettelijke regeling inzake oneerlijke handelspraktijken niet van toepassing is, omdat [eiser 1] niet als consument maar bedrijfsmatig heeft gehandeld. Subsidiair ontkent F1 Markets dat sprake is geweest van oneerlijke handelspraktijken. Zij voert daartoe in de eerste plaats aan dat [eiser 1] zijn betoog niet (nader) heeft onderbouwd. Hij volstaat volgens F1 Markets met de enkele mededeling dat sprake is van misleidende tactieken of valse identiteiten zonder deze op enige wijze nader te duiden. Bovendien staat in de dagvaarding op verschillende plaatsen de naam [naam 5] , een andere klant van F1 Markets die ook wordt bijgestaan door de advocaat van [eiser 1] c.s. Mogelijk is er volgens F1 Markets sprake van persoonsverwisseling.
5.24.
Daarnaast heeft [eiser 1] volgens F1 Markets geen van de op de zwarte lijst van artikel 6:193g en 6:163i BW genoemde verboden gedragingen gesteld. Hij beroept zich alleen maar op de open norm van oneerlijke handelspraktijken.
5.25.
F1 Markets betwist dat zij zich bij de werving van klanten van nepadvertenties heeft bediend. NRC Handelsblad heeft daar wel geschreven, maar F1 Markets heeft NRC Handelsblad daarop laten weten dat haar publicatie onjuist is. Ook de advocaat van [eiser 1] heeft zich publiekelijk onjuist uitgelaten over nepadvertenties van F1 Markets en is daarover door F1 Markets aangeschreven. Verder is de aan [eiser 1] bij het aangaan van de overeenkomst verstrekte informatie volgens F1 Markets steeds juist, volledig en duidelijk geweest. [eiser 1] heeft bovendien volgens F1 Markets zelf het initiatief genomen om in CFD's te gaan handelen, om een professional account aan te vragen en hij heeft zelf alle daarvoor benodigde stappen doorlopen. Uit het door hem ingevulde geschiktheidsonderzoek bleek dat [eiser 1] een ervaren belegger was, die over ruime financiële middelen beschikte.
5.26.
F1 Markets ontkent druk op [eiser 1] te hebben uitgeoefend bij het doen van trades in CFD's. Uit de klantovereenkomst blijkt dat sprake is van een ‘execution only’-overeenkomst. Het is beleid bij F1 Markets dat de klant F1 Markets belt en niet andersom. Alleen als de klant zelf daarom verzoekt, wordt hij door een medewerker van F1 Markets gebeld. Uit de e-mails tussen [eiser 1] en [naam 2] van 25 oktober 2019 blijkt ook dat [eiser 1] van de zijde van F1 Markets nooit enige druk heeft ervaren bij het doen van de beleggingen op het online handelsplatform van F1 Markets en dat hij bij voortduring juist zelf heeft gevraagd om overleg. Verder zijn de door [eiser 1] gedane trades reële beleggingen en geen schijntransacties. Dit volgt ook uit het door F1 Markets overgelegde transactieoverzicht en het feit dat F1 Markets onder toezicht staat van CySEC. Ook wordt het bevestigd door de verklaring van een auditor. [eiser 1] kon zijn handelsgeschiedenis ook op elk gewenst moment op zijn account inzien of opvragen via de klantenservice of een accountmanager en deze is niet verwijderd, aldus F1 Markets. Dat F1 Markets slechts erop uit zou zijn geweest om gelden van [eiser 1] binnen te hengelen, blijkt uit niets. F1 Markets heeft ook geen kosten gemanipuleerd. De kosten zijn steeds transparant weergegeven op de website van F1 Markets. Evenmin heeft F1 Markets [eiser 1] medegedeeld dat hij moest bijstorten om zijn dekking te verbeteren in plaats van zijn verlies te nemen. Gezien het verloop van de door [eiser 1] gedane transacties, heeft F1 Markets een aantal keren een margin call verricht waarbij zij aan [eiser 1] heeft laten weten dat zijn rekeningsaldo te laag was om een positie open te houden. [eiser 1] had toen steeds kunnen stoppen, maar koos er zelf voor om geld bij te storten, waarmee hij het risico nam dat zijn verlies groter kon worden.
5.27.
Nu geen sprake is geweest van oneerlijke handelspraktijken van F1 Markets, is voor (buitengerechtelijke) vernietiging van de overeenkomst en terugbetaling van de gedane inleg volgens F1 Markets geen plaats. Indien F1 Markets toch gehouden zou zijn tot enige terugbetaling van de inleg aan [eiser 1] , dan kan dit volgens haar maximaal een bedrag van € 36.000,- zijn, omdat de eerste serie trades (waarvoor € 1.000,- is ingelegd) is verricht met een hoe dan ook niet verboden leverage van 1:30, zodat dit bedrag sowieso niet voor vergoeding in aanmerking kan komen.
Wettelijk kader oneerlijke handelspraktijken (afdeling 6:3:3A BW) en [eiser 1] heeft gehandeld als consument
5.28.
De regeling inzake oneerlijke handelspraktijken in het BW vormt de implementatie van de Europese richtlijn oneerlijke handelspraktijken (nr. 2005/29/EG) van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en is dus alleen van toepassing op overeenkomsten tussen ondernemingen en consumenten. F1 Markets betwist dat [eiser 1] in zijn verhouding tot F1 Markets als consument heeft gehandeld.
5.29.
Artikel 6:193a lid 1 sub a BW definieert de consument als een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. De rechtbank is van oordeel dat [eiser 1] als een consument in de zin van deze bepaling heeft gehandeld. De rechtbank verwijst naar hetgeen in het tussenvonnis van 16 september 2020 (r.o.’s 4.11 en 4.12) is overwogen en waaruit volgt dat [eiser 1] in zijn onderlinge verhouding met F1 Markets als consument moet worden aangemerkt. De rechtbank ziet geen aanleiding daarop terug te komen. In dit verband benadrukt de rechtbank dat, zoals hieronder aan de orde zal komen, uit de feitelijke gang van zaken is gebleken dat (ook) bij de upgrade van het retailaccount naar het professionele account ontoelaatbare druk op [eiser 1] is uitgeoefend. Deze aanvraag biedt daarom geen steun voor de stelling dat [eiser 1] niet als consument heeft gehandeld.
[eiser 1] kan dus tegenover F1 Markets bescherming ontlenen aan de wettelijke regeling inzake oneerlijke handelspraktijken.
5.30.
Artikel 6:193b lid 1 BW bepaalt dat een handelaar onrechtmatig handelt indien hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is. Het begrip handelspraktijk is in artikel 6:193a lid 1 sub b BW omschreven als iedere handeling, omissie, gedraging, voorstelling van zaken of commerciële communicatie, met inbegrip van reclame en marketing, van een handelaar, die rechtstreeks verband houdt met de verkoopbevordering, verkoop of levering van een product aan consumenten.
Op grond van artikel 6:193 b lid 2 BW is een handelspraktijk oneerlijk indien een handelaar handelt: a. in strijd met de vereisten van professionele toewijding, en b. het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.
Artikel 6:193b lid 3 BW bepaalt dat een handelspraktijk in het bijzonder oneerlijk is indien een handelaar:
a. een misleidende handelspraktijk verricht als bedoeld in de artikelen 6:193c tot en met 6:193g BW;
b. een agressieve handelspraktijk verricht als bedoeld in de artikelen 6:193h en 6:193i BW.
5.31.
Artikel 6:193c lid 1 BW bepaalt dat een handelspraktijk misleidend is indien informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde consument misleidt of kan misleiden, al dan niet door de algemene presentatie van de informatie. Het artikel geeft vervolgens een aantal voorbeelden van misleidende informatie. Het gaat om handelspraktijken waarbij de handelaar foutieve informatie verstrekt - niet gebaseerd op de waarheid - of informatie verstrekt die door de wijze van presentatie, hoewel feitelijk gezien correct, op een of andere manier de consument bedriegt. Beslissend is of de (onjuiste) informatie de gemiddelde consument er toe kan brengen om een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen.
5.32.
Artikel 6:193h BW bepaalt dat een handelspraktijk in haar feitelijke context, al haar kenmerken en omstandigheden in aanmerking genomen, agressief is indien door intimidatie, dwang, waaronder het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk wordt beperkt of kan worden beperkt waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.
5.33.
Op grond van artikel 6:193j sub 3 BW is een overeenkomst die als gevolg van een oneerlijke handelspraktijk tot stand is gekomen, vernietigbaar. Deze bepaling ziet op alle oneerlijke handelspraktijken die jegens de consument zijn verricht en waardoor er een overeenkomst is gesloten, maar niet (ook) op oneerlijke handelspraktijken die jegens de consument zijn verricht nadat een overeenkomst is gesloten. Voor deze situaties blijven andere rechtsmiddelen openstaan, zoals een vordering tot schadevergoeding. De consument kan op grond van artikel 3:50 en 3:51 BW de overeenkomst via een buitengerechtelijke, schriftelijke verklaring respectievelijk een vordering tot vernietiging bij de rechter vernietigen.
De vordering van [eiser 1] tot vernietiging van de overeenkomst is toewijsbaar
5.34.
[eiser 1] heeft in de dagvaarding een vernietigingsverklaring uitgebracht en daarmee de vernietiging van de overeenkomst met F1 Markets ingeroepen. De rechtbank begrijpt de stellingen van [eiser 1] beschouwd in hun onderling verband en samenhang zo dat de vernietiging zowel betrekking heeft op de klantovereenkomst als op de upgrade naar een professioneel account als op de verschillende afgesloten trades, oftewel de CFD’s. Deze verschillende overeenkomsten zullen hierna – zowel gezamenlijk als individueel – ook ‘de overeenkomst’ genoemd worden. Een geslaagde vernietiging van de overeenkomst leidt tot een vordering tot terugbetaling van de inleg op grond van onverschuldigde betaling (6:203 BW).
5.35.
Het beroep van [eiser 1] op vernietiging van de overeenkomst slaagt omdat F1 Markets zich zowel bij de totstandkoming van de klantovereenkomst als bij de upgrade van het retail account van [eiser 1] naar een professioneel account als bij de totstandkoming van de trades schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken.
De rechtbank heeft dit oordeel grotendeels gebaseerd op de uitvoerige en gedetailleerde gespreksverslagen van [eiser 1] zoals hiervoor weergegeven. Die gespreksverslagen zijn door F1 Markets, die haar inhoudelijke verweer stoelt op haar schriftelijke uitlatingen en stukken, niet weersproken. Voor zover F1 Markets in algemene termen heeft betwist dat een en ander is gegaan op de manier zoals door [eiser 1] in het persoonlijk relaas uiteengezet, had het, mede gelet op artikel 6:193j BW, op de weg van F1 Markets gelegen om bijvoorbeeld de opnames van de telefoongesprekken met [eiser 1] in het geding te brengen. Dit heeft zij tot dusverre - ondanks een verzoek daartoe van [eiser 1] - geweigerd. De gevolgen van die keuze komen voor rekening van F1 Markets.
Bovendien heeft F1 Markets op de mondelinge behandeling verschillende vragen die de rechtbank had naar aanleiding van de gespreksverslagen niet kunnen (of willen) beantwoorden.
De inhoud van de gespreksverslagen wordt daarom als vaststaand aangenomen. De rechtbank zal hieronder nader toelichten hoe zij tot haar oordeel is gekomen.
De vorderingen zijn voldoende onderbouwd
5.36.
De rechtbank passeert het verweer dat de vorderingen moeten worden afgewezen omdat deze onvoldoende onderbouwd zouden zijn. In het persoonlijk relaas van [eiser 1] c.s. zijn de vorderingen juist uitgebreid feitelijk onderbouwd. Het is duidelijk op welke concrete feiten en omstandigheden de vorderingen gebaseerd zijn.
5.37.
De rechtbank passeert ook het verweer dat er mogelijk sprake zou zijn van een persoonsverwisseling. Weliswaar is in de dagvaarding op verschillende plaatsen de naam [naam 5] is genoemd, maar het moet ook voor F1 Markets op grond van de overige test en inhoud van de dagvaarding, waaronder het persoonlijk relaas van [eiser 1] c.s., steeds duidelijk zijn geweest dat hier [eiser 1] c.s. bedoeld is.
Gebruik van nepadvertenties bij de werving van klanten is een misleidende handelspraktijk en is ingezet door F1 Markets
5.38.
Als door [eiser 1] niet dan wel onvoldoende weersproken gesteld, gaat de rechtbank ervan uit dat [eiser 1] op de website van F1 Markets is uitgekomen na doorklikken via een nepbericht op Twitter waarin stond dat Jort Kelder veel geld had verdiend met investeringen. De misleiding van [eiser 1] als consument door F1 Markets is hier al begonnen. Vast staat dat het hier om nepadvertenties ging, die niet de instemming van Jort Kelder had. F1 Markets heeft het gebruik van deze nepadvertenties ook erkend tegenover NRC Handelsblad in het hiervoor in 3.11 (deels) geciteerde artikel. De rechtbank heeft geen reden om aan te nemen dat de daar weergegeven bewoordingen van de woordvoerder van F1 Markets over het gebruik van nepadvertenties onjuist zouden zijn. Het enkele feit dat F1 Markets NRC Handelsblad over de (vermeende) onjuistheid van het artikel heeft aangeschreven, is daarvoor onvoldoende. F1 Markets heeft aan deze actie, toen rectificatie uitbleef, voor zover uit het dossier blijkt ook geen vervolg meer gegeven. Illustratief in dit verband is voor de rechtbank dat de Britse toezichthouder FCA in het persbericht bij het besluit waarbij zij F1 Markets van de Britse financiële markt heeft verbannen (zie rechtsoverwegingen 3.30 en 3.30), opmerkt:
"F1 Markets used social media and webpages carrying fake endorsements from celebrities to entice consumers into the scams involving CFDs."
Deze uitlating van FCA heeft F1 Markets in deze procedure niet gemotiveerd betwist.
5.39.
Het gegeven dat er wellicht andere bedrijven achter de nepadvertenties zouden zitten, zoals F1 Markets heeft aangevoerd, doet er niet aan af dat F1 Markets kennelijk gebruik heeft gemaakt van deze nepadvertenties en dus van de diensten van deze bedrijven. Als onbetwist staat immers vast dat [eiser 1] na doorklikken op zo’n nepadvertentie op een website van F1 Markets is terecht gekomen. Met het gebruik van de Nederlandse nepadvertenties heeft F1 Markets potentiële klanten op de Nederlandse markt geworven, daarbij de (valse) indruk wekkende dat de in de nepadvertenties figurerende bekende Nederlanders geld hadden verdiend met de beleggingsproducten van F1 Markets. Of op de website van F1 Markets een pop-up is verschenen waarin expliciet stond dat F1 Markets haar diensten niet promoot via positieve beoordelingen van bekende mensen kan in het midden blijven. Zo’n pop-up kan er immers niet aan afdoen dat de misleiding van [eiser 1] al had plaatsgevonden op het moment dat hij op de website van F1 Markets terecht kwam.
5.40.
De eerste registratie van [eiser 1] bij F1 Markets, op 15 september 2019, is dus onder invloed van misleidende handelspraktijken (de suggestie dat Jort Kelder met investeringen bij F1 Markets veel geld had verdiend) tot stand gekomen.
5.41.
Nu [eiser 1] in zijn persoonlijk relaas niet vermeldt dat hij mede door misleidende positieve reviews bij F1 Markets terecht is gekomen kan de vraag of F1 Markets misleidende positieve reviews op internet heeft geplaatst in het midden blijven.
Misleidende en agressieve handelspraktijken bij het aangaan van de klantovereenkomst en bij de upgrade naar een professioneel account
5.42.
De rechtbank stelt vast dat F1 Markets [eiser 1] ook na diens online registratie op 15 september 2019 heeft misleid en op ongepaste wijze heeft beïnvloed. De dag na zijn eerste registratie werd [eiser 1] , terwijl hij bezig was met het invullen van een voor het voltooien van de registratie benodigde vragenlijst, achtereenvolgens gebeld door twee Engelssprekende medewerkers van F1 Markets. Deze medewerkers haalden [eiser 1] over om niet te beginnen met een inleg € 250,-, zoals [eiser 1] – desgevraagd – van plan was, maar van € 1.000,-, omdat hij anders geen Nederlandstalige begeleiding zou krijgen. F1 Markets heeft [eiser 1] er dus meteen op 16 september 2019 toe gebracht een besluit over een transactie, de eerste inleg van € 1.000,-, te nemen dat hij anders niet had genomen. Bovendien heeft F1 Markets meteen al op 16 september 2019 tegen [eiser 1] gezegd dat hij (Nederlandstalige) begeleiding zou kunnen krijgen bij het doen van beleggingen. Als de website van F1 Markets werkelijk een “execution only” platform is, is ook deze mededeling misleidend. In ieder geval zijn de schriftelijke mededelingen van F1 Markets aan [eiser 1] dat er alleen sprake zou zijn van execution only in het licht van deze uitlatingen van twee medewerkers van F1 Markets onbegrijpelijk geworden. Bovendien getuigt deze mededeling van ongepaste beïnvloeding, zodat deze ook is aan te merken als agressieve handelspraktijk.
5.43.
Vervolgens heeft F1 Markets [eiser 1] na zijn registratie als retailklant en het doen van een eerste inleg van € 1.000,- al snel de optie voor een upgrade naar een professioneel account aangeboden. Voor een professioneel account geldt niet een maximum leverage van 1:30 zoals bij een retail acount, maar de véél hogere - en daarmee veel risicovollere - leverage van maximaal 1:400. Ook dit aanbod is naar het oordeel van de rechtbank misleidend, in het bijzonder over de rechten die [eiser 1] als consument had, nu het F1 Markets op grond van het AFM-besluit van 19 april 2019 (en het identieke besluit van ESMA) niet was toegestaan aan niet-professionele beleggers zoals [eiser 1] CFD's met een leverage hoger dan 1:30 aan te bieden. Op grond van de anti-ontduikingsbepaling van artikel 3 van het AFM-besluit mocht de status van [eiser 1] als niet-professionele belegger niet worden opgewaardeerd naar die van professionele belegger.
5.44.
Verder heeft F1 Markets – zo blijkt uit het persoonlijk relaas van [eiser 1] – [eiser 1] strak begeleid en op ongepaste en misleidende wijze beïnvloed bij het invullen van de vragenlijst voor een professioneel account. De medewerkster van F1 Markets, die zich voorstelde als [naam 1] , heeft [eiser 1] immers overgehaald de vragen niet naar waarheid in te vullen en heeft hem daarbij ‘gecorrigeerd’. In de vragenlijst en het verzoek om een upgrade naar een professioneel account heeft [eiser 1] , samengevat, verklaard dat hij een ervaren belegger is die al eerder in CFD's heeft gehandeld, met een leverage van meer dan 1:30 heeft belegd, elk kwartaal 20 transacties in CFD's heeft gedaan, dat hij minimaal een jaar in de financiële sector heeft gewerkt en dat hij een financiële portfolio heeft van meer dan € 500.000,-. De rechtbank stelt vast dat [eiser 1] in dit geding uitdrukkelijk en gemotiveerd heeft ontkend dat deze informatie juist is. Op haar beurt heeft F1 Markets geen enkele informatie in het geding gebracht die de juistheid van de inhoud van genoemde documenten onderbouwt. Uit het persoonlijk relaas van [eiser 1] maakt de rechtbank op dat [naam 1] [eiser 1] tot het invullen van deze onjuiste antwoorden heeft gebracht door hem bij het doorlopen van de vragenlijst ervan te overtuigen dat de in de schriftelijke uitlatingen van F1 Markets vermelde risico’s alleen golden voor retailbeleggers die met slechts € 250,- investeerden. Zij heeft tegen [eiser 1] c.s. dat ze hem frequent zou begeleiden bij en trainen in het beleggen; met een zogenaamd pro account zou [eiser 1] volgens [naam 1] gevrijwaard zijn van het hoge risico op verlies. Ook met deze uitlatingen over het verliesrisico heeft F1 Markets [eiser 1] naar het oordeel van de rechtbank misleid en ongepast beïnvloed. Vast staat immers dat de financiële risico's van beleggingen in CFD's met hogere leverages, zeker wanneer die een leverage tot maximaal 1:400 kunnen hebben, veel meer risicovol zijn dan de (ook al risicovolle) beleggingen in CFD’s met leverages van maximaal 1:30.
5.45.
Dat het systeem van F1 Markets zo is ingericht dat een retailklant pas na het doorlopen van een aantal stappen een professioneel account kan krijgen en dat [eiser 1] de aanvraag voor een upgrade naar een professioneel account zelf heeft ondertekend doet aan het bovenstaande niet af. [eiser 1] is immers enkel en alleen door misleidende en agressieve handelspraktijken aangezet tot het doorlopen van de procedure en het aanvragen van het professionele account. Door de manier waarop een en ander is gegaan kan aan het geschiktheidsonderzoek (de audit trail) geen waarde worden toegekend. Ook aan de schriftelijke waarschuwingen van F1 Markets dat er een hoog risico bestaat op verlies kan gelet op de uitlatingen van de medewerkster van F1 Markets, die [eiser 1] immers op verschillende momenten op het hart heeft gedrukt dat de risico’s laag zouden zijn als [eiser 1] maar genoeg geld inlegde, geen waarde worden toegekend. Onbetwist staat vast dat [eiser 1] voordat hij in contact kwam met de [naam 1] maximaal € 1.000 wilde inleggen.
5.46.
F1 Markets heeft de upgrade naar het professionele account geïnitieerd door [eiser 1] na het toekennen van een retailaccount telefonisch te benaderen en te instrueren hoe hij de vragenlijst moest invullen. Niet is gebleken dat F1 Markets zich er daarbij van heeft vergewist dat [eiser 1] voldoende begreep waar hij mee bezig was, terwijl [eiser 1] een paar keer duidelijk heeft gezegd dat hij geen ervaring had met beleggen en geen hoge risico’s wilde lopen. Dit klemt te meer nu het bij CFD's om complexe en risicovolle beleggingsproducten gaat.
5.47.
De conclusie uit het bovenstaande is dat de raamovereenkomst en de upgrade naar het professionele account onder invloed van oneerlijke handelspraktijken (zowel misleidende als agressieve handelspraktijken) tot stand zijn gekomen en dat F1 Markets zich in het kader van de upgrade van [eiser 1] naar een professioneel account willens en wetens heeft bediend van documenten die inhoudelijk niet waarheidsgetrouw zijn. Uit het bovenstaande blijkt immers dat zowel het vragenformulier (zie 3.16) als het verzoek om als professionele klant te worden behandeld (zie 3.18) door [eiser 1] op initiatief en onder strakke begeleiding van F1 Markets zijn ingevuld, waarbij er door F1 Markets met gebruikmaking van onjuiste informatie ontoelaatbare druk is uitgeoefend.
Ook bij het uitvoeren van de overeenkomst en het tot stand komen van de CFD’s heeft F1 Markets oneerlijke handelspraktijken toegepast
5.48.
De rechtbank is van oordeel dat F1 Markets zich ook bij de uitvoering van de overeenkomst en de door [eiser 1] gesloten CFD’s (oftewel uitgevoerde trades), die als afzonderlijke overeenkomsten moeten worden beschouwd, schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken jegens [eiser 1] . De rechtbank overweegt daarover als volgt.
5.49.
Bij de uitvoering van de overeenkomst was er, anders dan F1 Markets stelt, geen sprake was van een execution only verhouding tussen F1 Markets en [eiser 1] bij het doen van de beleggingen in CFD's. Zoals hiervoor al aan de orde kwam beloofde [naam 1] op 17 en 19 september 2019 training en begeleiding in ruil voor extra inleg. Op 19 september 2019 begeleidde [naam 1] [eiser 1] bij het plaatsen van een eerste trade en adviseerde zij gedetailleerd hoe [eiser 1] moest handelen. Ook daarna, vanaf 24 september tot 2 en 3 oktober 2019, heeft [naam 1] [eiser 1] veelvuldig geadviseerd bij het doen van beleggingen. Het patroon dat de rechtbank hierbij ontwaart is dat [eiser 1] telkens werd overgehaald om bij te storten, ofwel met het (‘buitenkansje’) argument dat hij dan een nog beter account (aangeduid als platinum account of VIP-account) kon krijgen ofwel met het argument dat anders alle inleg verloren zou zijn. Alle (bij)stortingen die [eiser 1] heeft gedaan deed hij op basis van de concrete adviezen van F1 Markets.
5.50.
Ook vanaf 9 oktober 2019, wanneer een medewerkster die zich voorstelde als [naam 2] de begeleiding van [eiser 1] over neemt, zet het hiervoor beschreven patroon zich voort. Ook [naam 2] geeft [eiser 1] gedetailleerde adviezen, voornamelijk om de inmiddels opgelopen swapkosten terug te verdienen. Wanneer de zorgen bij [eiser 1] over deze swapkosten oplopen brengt [naam 2] [eiser 1] in contact met een andere medewerker van F1 Markets, volgens [naam 2] ‘de grote baas van de Nederlandse markt’, [naam 3] . Ook [naam 3] geeft concrete adviezen en biedt een VIP-account aan tegen bijstorting van een extra bedrag. Op een later moment, wanneer de zorgen van [eiser 1] over de verloren inleg toenemen brengt [naam 2] [eiser 1] in contact met weer een andere grote baas, een Engelssprekende meneer die zich voorstelt als [naam 4] . Ook hij geeft concreet advies en biedt een VIP-account aan tegen bijstorting van een extra bedrag.
5.51.
Uit het persoonlijk relaas van [eiser 1] blijkt dat het initiatief tot de telefoongesprekken in de meeste gevallen van F1 Markets kwam niet van [eiser 1] . Dat [eiser 1] aan het eind van de rit, op 25 oktober 2019, zelf contact zocht met [naam 2] , doet aan dit algemene patroon, waarbij het initiatief van F1 Markets uitging, niet aan af. Ook komt uit het persoonlijk relaas naar voren dat [eiser 1] in verwarring is gebracht door F1 Markets en dat hij onder druk is gezet om bij te storten of bepaalde trades te doen. De rechtbank kan zich voorstellen dat de adviezen die [eiser 1] van F1 Markets kreeg voor [eiser 1] onduidelijk waren. Verder vindt de rechtbank het opvallend dat [naam 3] eerst wordt voorgesteld als ‘de grote baas van de Nederlandse markt’ en later als ‘onze analist’. F1 Markets heeft hier op de mondelinge behandeling geen duidelijkheid over kunnen geven; volgens F1 Markets was [naam 3] account manager. Ook op de vraag hoe het zit met het ‘team analisten’ dat [naam 2] volgens [naam 3] achter zich had en dat hij zelf had samengesteld, kon F1 Markets geen duidelijk antwoord geven.
5.52.
Uit het bovenstaande blijkt dat F1 Markets zich ook bij het uitvoeren van de overeenkomst en het laten afsluiten van CFD’s door [eiser 1] heeft bediend van agressieve handelspraktijken jegens [eiser 1] als bedoeld in artikel 6:193h BW in samenhang gelezen met artikel 6:193 h lid 2 sub c BW en artikel 6:193i onder c BW. F1 Markets heeft [eiser 1] immers beïnvloed en bewogen tot het doen van extra beleggingen en bijstortingen toen de verliezen en swapkosten opliepen en het voor F1 Markets duidelijk was dat dit voor [eiser 1] een ernstige tegenslag was die zijn beoordelingsvermogen beperkte. Ook heeft F1 Markets bij het geven van advies over de beleggingen van [eiser 1] er bij [eiser 1] per telefoon hardnekkig en ongewenst op aangedrongen om (de door F1 Markets voorgestane) beleggingen in CFD's te doen. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank ongepaste druk op [eiser 1] als consument uitgeoefend. Dat [eiser 1] – in paniek vanwege de grote verliezen – in oktober 2019 een aantal keer zelf om een gesprek heeft verzocht, zoals blijkt uit de e-mail correspondentie met [naam 2] van 25 oktober 2019, maakt dat zoals gezegd niet anders. Overigens gebeurde dit pas enkele weken nadat [eiser 1] zijn laatste inleg had gedaan en na de laatste trades.
Swapkosten waren niet transparant en handelsgeschiedenis is niet meer te achterhalen
5.53.
Behalve dat F1 Markets oneerlijke handelspraktijken heeft toegepast door [eiser 1] herhaaldelijk onder druk te zetten om extra geld in te leggen om begeleiding te krijgen of om de dekking te verbeteren in plaats van zijn verlies op de betreffende CFD's te nemen, waarna [eiser 1] dienovereenkomstig heeft gehandeld, heeft F1 Markets bij herhaling hoge kosten (de swapkosten) aan [eiser 1] in rekening gebracht in verband met diens beleggingen in CFD's. Weliswaar heeft F1 Markets gesteld dat de in rekening te brengen kosten transparant op haar website zouden zijn vermeld, maar zonder enige nadere toelichting hierop van de zijde van F1 Markets, die ontbreekt en die gelet op de hoogte van deze kosten te meer voor de hand had gelegen, kan niet worden vastgesteld dat de aan [eiser 1] in rekening gebrachte kosten gerechtvaardigd waren.
5.54.
Ten slotte stelt de rechtbank vast dat F1 Markets aan het eind toen [eiser 1] € 37.000,- had verloren en geen geld meer over had om verder te beleggen de handelshistorie van [eiser 1] ontoegankelijk voor hem heeft gemaakt. F1 Markets heeft weliswaar bij conclusie van antwoord een document overgelegd over de handelsgeschiedenis van [eiser 1] , maar de rechtbank constateert met [eiser 1] dat dit overzicht geen duidelijkheid geeft over de door [eiser 1] gedane beleggingen. Het had - wederom: mede gelet op artikel 6:193j BW - op de weg van F1 Markets gelegen dit nader te onderbouwen. Dit heeft zij, ondanks de gemotiveerde betwisting door [eiser 1] , niet gedaan.
5.55.
Ook bij het in rekening brengen van swapkosten en het ontoegankelijk maken van de handelsgeschiedenis van [eiser 1] is dus sprake geweest van oneerlijke handelspraktijken door F1 Markets.
Het antwoord op de vraag of er al of niet sprake is geweest van reële beleggingen kan in het midden blijven
5.56.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, kan de rechtbank in het midden laten of, zoals [eiser 1] betoogt en F1 Markets heeft betwist, er geen sprake is geweest van reële beleggingen en/of door F1 Markets gemanipuleerde algoritmes.
De rechtbank vernietigt de overeenkomst op grond van artikel 6:163j lid 3 BW
5.57.
Niet duidelijk is of de vernietigingsverklaring van [eiser 1] in de dagvaarding mede betrekking heeft op de CFD’s. Daarom zal de rechtbank de door [eiser 1] (subsidiair) gevorderde vernietiging van de overeenkomst, waaronder, zoals hiervoor overwogen zowel de klantovereenkomst als de upgrade naar een professioneel account als de CFD’s worden begrepen, op grond van artikel 6:163j sub 3 BW toewijzen.
Het gevolg van de vernietiging is dat F1 Markets de hele inleg moet terugbetalen
5.58.
Nu de door [eiser 1] gevorderde vernietiging van de overeenkomst zal worden toegewezen en vernietiging terugwerkende kracht heeft, heeft F1 Markets de betalingen van [eiser 1] zonder rechtsgrond ontvangen en is F1 Markets gehouden om aan [eiser 1] zijn inleg, als onverschuldigd betaald, terug te betalen. Vast staat dat [eiser 1] een bedrag van in totaal € 37.000,- bij F1 Markets heeft ingelegd. F1 Markets moet dat bedrag aan [eiser 1] terugbetalen. De vordering tot terugbetaling is dus toewijsbaar.
5.59.
De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van F1 Markets dat de eerste inleg van € 1.000,-, van 16 september 2019 niet hoeft te worden terugbetaald omdat [eiser 1] toen nog een retail account met een leverage van 1:30 had. Zoals hiervoor is overwogen zijn ook de eerste registratie van [eiser 1] bij F1 Markets en de (initiële) klantovereenkomst immers onder invloed van misleidende handelspraktijken tot stand gekomen en wordt daarom ook de gehele klantovereenkomst vernietigd. Alles wat onder de klantovereenkomst is betaald is dus onverschuldigd betaald. Daarom is ook niet relevant dat [eiser 1] voor zichzelf had besloten maximaal € 1.000,- in te leggen; ook dat besluit nam hij nadat hij al misleid was door de oneerlijke handelspraktijken van F1 Markets (de suggestie dat Jort Kelder met investeringen bij F1 Markets veel geld had verdiend).
Nu gesteld noch gebleken is dat [eiser 1] enig deel van zijn inleg heeft teruggekregen moet F1 Markets de hele inleg van [eiser 1] terugbetalen.
5.60.
De gevorderde wettelijke rente is op grond van artikel 6:119 BW verschuldigd over de periode van verzuim. Ingeval van onverschuldigde betaling van een geldsom, zoals hier aan de orde is, raakt de schuldenaar al in verzuim (dus zonder voorafgaande ingebrekestelling) wanneer hij het goed te kwader trouw heeft aangenomen, zo volgt uit artikel 6:205 BW. Van kwade trouw is sprake indien degene die een prestatie ontvangt, weet of vermoedt dat deze onverschuldigd is. Een 'behoren te weten' is onvoldoende om kwade trouw aan te kunnen nemen.
In het licht van al hetgeen hiervoor is overwogen, oordeelt de rechtbank dat F1 Markets de gelden van [eiser 1] in ontvangst heeft genomen, wetende dat deze nooit aan haar betaald mochten worden, zodat sprake was van kwade trouw van F1 Markets. Dit betekent dat de rente is gaan lopen vanaf de dag van betaling van de ingelegde gelden. Nu [eiser 1] om praktische redenen voor alle terug te betalen inleggelden is uitgegaan van de datum van de laatste betaling, zal de rechtbank deze datum, 3 oktober 2019, als ingangsdatum van de rentevordering nemen. De gevorderde rentevordering is dus toewijsbaar vanaf 3 oktober 2019. In het petitum staat 2 oktober 2019. De rechtbank beschouwt dat als kennelijke verschrijving.
Vervallen zekerheidstelling
5.61.
[eiser 1] c.s. hebben in verband met het door hen ten laste van F1 Markets gelegde Europese bankbeslag € 4.000,- zekerheid gesteld zoals vereist in artikel 12 de EU-verordening 655/2014 betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken (hierna: de Verordening). Volgens [eiser 1] c.s. dient die zekerheid geen doel meer, omdat F1 Markets in deze procedure niet stelt dat zij schade heeft geleden als gevolg van het beslag en zij ook geen opheffing van het beslag of schadevergoeding wegens onterecht beslag vordert. [eiser 1] c.s. doen daarom een beroep op de uitzondering genoemd in laatste alinea van het eerste lid van artikel 12 van de
Verordening.
5.62.
F1 Markets voert verweer. Zij wijst erop dat de hoofdregel van artikel 12 van de Verordening is dat er zekerheid moet worden gesteld en dat zij op een later moment in een separate procedure nog steeds schadevergoeding kan vorderen.
Artikel 12 van de Verordening bepaalt het volgende over de zekerheidstelling:
“ Zekerheidstelling door de schuldeiser
1. Voordat het gerecht, in het geval dat de schuldeiser nog geen rechterlijke beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte heeft verkregen, een bevel tot conservatoir beslag uitvaardigt, verlangt het dat de schuldeiser zekerheid stelt ten belope van een bedrag dat volstaat om misbruik te voorkomen van de procedure waarin deze verordening voorziet en de door de schuldenaar als gevolg van het bevel geleden schade te vergoeden, voor zover de schuldeiser overeenkomstig artikel 13 aansprakelijk is voor die schade.
Het gerecht kan bij wijze van uitzondering van de in de eerste alinea vermelde regel afwijken indien het de in die alinea vermelde zekerheidstelling in het licht van de omstandigheden niet passend acht.
2. Indien de schuldeiser reeds een rechterlijke beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte heeft verkregen, kan het gerecht, alvorens het bevel uit te vaardigen, van de schuldeiser verlangen dat hij een zekerheid in de zin van lid 1, eerste alinea, stelt, indien het dat in de omstandigheden van het geval noodzakelijk en passend acht.
(…)”.
5.64.
Over aansprakelijkheid van de beslaglegger staat in artikel 13 van de Verordening het volgende:
“Aansprakelijkheid van de schuldeiser
1. De schuldeiser is aansprakelijk voor iedere schade die de schuldenaar door het bevel tot conservatoir beslag lijdt en die te wijten is aan de schuldeiser. De bewijslast rust op de schuldenaar.
(…)
3. Niettegenstaande lid 1 kunnen de lidstaten in hun nationaal recht andere gronden of vormen van aansprakelijkheid of regels over de bewijslast handhaven of opnemen. Alle andere dan de in de leden 1 en 2 bedoelde aspecten van de aansprakelijkheid jegens de schuldeiser vallen onder het nationale recht.
4. De aansprakelijkheid van de schuldeiser wordt beheerst door het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging.
(…)”.
5.65.
Artikel 12 ziet op zekerheidstelling bij het uitvaardigen van het bevel tot conservatoir beslag. De rechtbank ziet aanleiding het artikel ook toe te passen op het verzoek van [eiser 1] c.s. tot het ontheffen van de zekerheidstelling en dus aan de hand van de maatstaven van de Verordening te beoordelen of de zekerheidsstelling op dit moment in de procedure nog moet worden gehandhaafd. De rechtbank acht het gerechtvaardigd rekening te houden met gewijzigde omstandigheden, in dit geval: het verkrijgen van een rechterlijke uitspraak door [eiser 1] c.s. Anders dan beide partijen doen, zal de rechtbank het tweede lid, dat immers is geschreven voor het geval dat er al wel een rechterlijke uitspraak ligt, toepassen en niet het eerste lid. Met dit vonnis beschikken [eiser 1] c.s. immers over een (toewijzende) rechtelijke beslissing. Het tweede lid bepaalt dat de rechtbank zekerheidstelling kan verlangen als zij dat noodzakelijk en passend acht, terwijl volgens het eerste lid, in het geval er nog geen rechterlijke uitspraak ligt, zekerheid gesteld moet worden, tenzij de rechtbank dat in het licht van de omstandigheden niet passend acht. Zodra er een rechterlijke uitspraak ligt is het uitgangspunt dus dat geen zekerheid hoeft te worden gesteld.
5.66.
Voor de vraag wanneer het in de situatie van het tweede lid toch noodzakelijk en passend is om zekerheidstelling te verlangen kan aansluiting worden gezocht bij wat de toelichting op de Verordening hierover vermeldt in overweging 18:
“In zaken waarin de schuldeiser reeds een rechterlijke beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte heeft verkregen, is het aan het gerecht te bepalen of er zekerheid dient te worden gesteld. Het stellen van een zekerheid kan, behalve in de genoemde uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld passend zijn indien de rechterlijke beslissing waarvan de tenuitvoerlegging door het bevel tot conservatoir beslag moet worden gewaarborgd, nog niet uitvoerbaar is of alleen voorlopig uitvoerbaar is hangende een hoger beroep.”
5.67.
Gelet op dit vonnis, waarin de geldvordering waarvoor [eiser 1] c.s. beslag hebben gelegd wordt toegewezen, zou volgens het tweede lid van artikel 12 van de Verordening in beginsel geen zekerheid gesteld te worden in het geval [eiser 1] c.s. verlof tot het leggen van beslag had gevraagd na het wijzen van dit vonnis. Omstandigheden die dat toch noodzakelijk en passend maken doen zich niet voor. Weliswaar staat zolang het vonnis niet onherroepelijk is nog niet definitief vast dat het beslag rechtmatig is gelegd en dat [eiser 1] c.s. naar het recht van Cyprus niet aansprakelijkheid zijn voor schade, maar vooralsnog moet daar wel vanuit worden gegaan. Bovendien heeft F1 Markets niet gesteld dat zij schade lijdt als gevolg van het beslag. De slotsom is dan ook dat [eiser 1] c.s. zullen worden ontheven van hun verplichting om zekerheid te stellen.
5.68.
[eiser 1] vordert F1 Markets te veroordelen tot betaling van de kosten van het conservatoire Europese bankbeslag. In de conclusie van repliek staat dat niet langer de werkelijk gemaakte beslagkosten worden gevorderd nu de dienstverlening van het Cypriotische Ministery of Justice and Public Order (MJPO) kosteloos is. De rechtbank begrijpt daaruit dat thans vergoeding van de beslagkosten volgens de gebruikelijke liquidatietarieven wordt gevorderd. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 721,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 721,00). Het voor het beslagrekest verschuldigde griffierecht is verrekend met het griffierecht in de hoofdzaak. Nu de dienstverlening het MJPO bij het aldaar leggen van het Europese bankbeslag kosteloos is geweest, zijn er geen te vergoeden verschotten.
5.69.
F1 Markets zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser 1] worden begroot op:
- dagvaarding € 100,89
- griffierecht 937,00
- salaris advocaat 2.523,50 (3,5 punten × tarief € 721,00 )
Totaal € 3.561,39
5.70.
Het verzoek van [eiser 1] om een Europese Executoriale Titel (EET) af te geven zal worden afgewezen. De verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen is, zoals uit de titel blijkt, bedoeld voor niet-betwiste schuldvorderingen. F1 Markets heeft de vordering van [eiser 1] tot betaling van € 37.000,- wel betwist. Voor dat geval is de EET niet bedoeld.