3.1.
[werknemer] vordert na vermindering van eis dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Pro-Face veroordeelt tot:
-
Betaling van de achterstallige bruto compensatietoeslag ten bedrage van € 4.505,- bruto per maand tot aan 1 september 2021, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
-
Betaling van het maandelijkse leasebudget ten bedrage van € 1.110,90 bruto tot aan 1 september 2021, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
En Pro-Face op te dragen om binnen 14 dagen na de beëindiging van het dienstverband met [werknemer] per 1 september 2021 een correcte en volledige eindafrekening en een correcte en volledige transitievergoeding aan eiser te betalen, bestaande uit:
3. De uitbetaling van niet genoten 229,33 verlofuren, danwel indien [werknemer] nog verlofuren zal opnemen: de 229,33 verlofuren met de aantoonbaar door [werknemer] opgenomen verlofuren daarop in mindering gebracht;
4. De pro-rata bonus (STIP) over 2021, op reguliere en dezelfde wijze gecalculeerd zoals dat in de voorafgaande 5 jaren is gedaan door Pro-Face, dus derhalve uitgaande van een goede beoordeling, thans door eiser geraamd op € 14.870 bruto;
5. De correcte en volledige transitievergoeding, met inbegrip van het salaris van [werknemer] , het vakantiegeld, de compensatietoeslag en het leasebudget en de gemiddelde bonus, thans door eiser gecalculeerd op € 108.705,43 bruto.
Subsidiair heeft [werknemer] betaling gevorderd van de hiervoor onder sub 1 en 2 genoemde vorderingen. Daarbij heeft [werknemer] verzocht om Pro-Face op te dragen om binnen 14 dagen na de beëindiging van het dienstverband met [werknemer] per 1 september 2021 een correcte en volledige eindafrekening en een correcte en volledige transitievergoeding aan hem te betalen waarbij Pro-Face naast het reguliere salaris, de vakantietoeslag, de gemiddelde bonus over 2018, 2019 en 2020 ook de compensatietoeslag, het leasebudget als componenten voor de transitievergoeding dient mee te tellen en tevens de niet genoten verlofdagen aan [werknemer] uit te betalen alsmede een pro-rata STIP bonus over 2021, op gebruikelijke en reguliere wijze te calculeren.
Dit alles met veroordeling van Pro-Face tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 5.851,56 en de proceskosten.
3.2.
Aan zijn vordering legt [werknemer] ten grondslag dat Pro-Face gehouden is tot nakoming van haar betalingsverplichtingen voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomst. [werknemer] heeft er geen vertrouwen in dat Pro-Face conform haar toezeggingen zal handelen. Verder heeft Pro-Face aangekondigd dat zij de resterende niet-genoten verlofdagen niet aan [werknemer] zal uitbetalen en zal aanmerken als ‘genoten’. Hiertoe kan zij niet eenzijdig besluiten. Ten slotte heeft Pro-Face aangekondigd [werknemer] over 2021 geen (pro rata) bonus te betalen en zal zij een te lage transitievergoeding aan [werknemer] uitbetalen. Op grond van proceseconomische redenen verzoekt [werknemer] de kantonrechter om zich reeds thans uit te laten over voornoemde (niet-genoten verlofuren, bonus en transitievergoeding) nog niet opeisbare vorderingen.