De vrouw vordert na vermindering van haar eis:
I. de verdeling als opgenomen in de akte van huwelijkse voorwaarden van 1 juli 2002 te vernietigen;
II. te bepalen dat de man op straffe van een dwangsom een volledige beschrijving in het geding brengt van het vermogen per 14 april 1999, dan wel per 2 juli 2002 alsmede per peildatum 5 december 2017 alsmede alle bewijsstukken waaruit de waarde van die bestanddelen op voornoemde data blijkt;
III. te bepalen dat indien en voor zover de man niet geheel aan het onder I. verzochte voldoet, hij de waarde van de betreffende goederen geheel aan de vrouw verbeurt;
IV. te bepalen dat de man op straffe van een dwangsom alle informatie in het geding brengt over de waarde van de aandelen die de man in zijn vennootschappen houdt, waaronder doch niet uitsluitend alle jaarrekeningen met toelichting over de jaren 2013 t/m 2019 met alle achterliggende stukken over de omzet, grootboekmutaties, contracten en leningen, de voorlopige cijfers 2020, alsmede van de getaxeerde waarde van het tot het vermogen van de vennootschap behorend onroerend goed, en voorts de jaarrekeningen met betrekking tot de VOF van partijen over de jaren 2010 t/m 2014;
V. de wijze van verdeling/verrekening op grond van de huwelijkse voorwaarden vast te stellen aan de hand van de daartoe op grond van II en IV gevraagde door de man aan te leveren stukken, in die zin dat de vrouw daaruit toekomt de helft van de waarde daarvan;
VI. te bepalen dat de man op straffe van een dwangsom alle informatie verschaft over het al dan niet verpand zijn van de polis [polisnummer] en in verband met welke schuld;
VII. ten aanzien van de polis [polisnummer] te bepalen dat, voor het geval komt vast te staan dat deze polis niet aan enige lening is verpand, de aanspraken uit deze polis voor de helft aan de vrouw toekomen en, voor het geval dat wel sprake is van verpanding van de polis, te bepalen dat de man de rechthebbende op de polis zal zijn onder gehoudenheid aan de vrouw te voldoen de helft van de waarde van de polis tot het moment dat de vrouw de premies heeft voldaan;
VIII. te bepalen dat de man op straffe van een dwangsom alle informatie verschaft over het ontstaan, de tenaamstelling, de aard en het verloop van de hoogte van de schuld bij ABN AMRO met nummer [...] ;
IX. te bepalen dat de schuld bij ABN AMRO met nummer [...] geheel voor rekening van de man komt en hij gehouden is dit bedrag aan de bank dan wel aan de vrouw te voldoen;
X. te bepalen dat de man de vrouw binnen vier weken na de datum van het te wijzen vonnis uit de hoofdelijkheid ontslaat met betrekking tot de hypothecaire lening bij het Nationaal Restauratiefonds, dat alle verplichtingen die daaruit voortvloeien voor rekening van de man komen en dat de man de vrouw ter zake vrijwaart en daarbij dat de vrouw ter zake van elk bedrag dat voornoemde schuldeisers via haar incasseren voor dat bedrag een voortdurend regresrecht op de man heeft;
XI. aan de vordering onder X een dwangsom te verbinden van € 5.000,00 voor iedere dag dat de man niet volledig aan zijn verplichtingen voldoet;
XII. te bepalen dat indien en voor zover de vorderingen van de vrouw onder I. en V. niet toewijsbaar zijn, de man gehouden is aan de vrouw te voldoen bij wijze van schadevergoeding uit onrechtmatig handelen, het bedrag gelijk zij zou (hebben) ontvangen als ware er geen verdeling als opgenomen in de verdelingsakte bij huwelijkse voorwaarden;
XIII. de man te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten.