1 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1
Primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 januari 2017 tot en met 23 januari 2017 te Haarlem, in elk geval (telkens) in Nederland,
opzettelijk een of meer hoeveelheden bankbiljetten, te weten:
-een of meer hoeveelheden vijftigeurobiljetten met een totaalwaarde van (ongeveer) 375.000,00 euro en/of
-een of meer hoeveelheden vijftigeurobiljetten met een totaalwaarde van (ongeveer) 50.000,00 euro (te weten: aangetroffen in de rugzak in de toiletruimte),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als (plaatsvervangend) teamleider en/of (productie)medewerker bij de afdeling Inspection & Packaging , in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had,
(telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Subsidiair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 januari 2017 tot en met 23 januari 2017 te Haarlem, in elk geval (telkens) in Nederland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer hoeveelheden bankbiljetten, te weten:
-een of meer hoeveelheden vijftigeurobiljetten met een totaalwaarde van (ongeveer) 375.000,00 euro en/of
-een of meer hoeveelheden vijftigeurobiljetten met een totaalwaarde van (ongeveer) 50.000,00 euro (te weten: aangetroffen in de rugzak in de toiletruimte),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Feit 2
Primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 januari 2017 tot en met 23 januari 2017 te Haarlem, in elk geval (telkens) in Nederland,
opzettelijk een of meer hoeveelheden bankbiljetten, te weten:
-een of meer hoeveelheden vijftigeurobankbiljetten met een totaalwaarde van (ongeveer) 1.575.000,00 euro,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als (plaatsvervangend) teamleider en/of (productie)medewerker bij de afdeling Inspection & Packaging , in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had,
(telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Subsidiair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 januari 2017 tot en met 23 januari 2017 te Haarlem, in elk geval (telkens) in Nederland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer hoeveelheden bankbiljetten, te weten:
-een of meer hoeveelheden vijftigeurobiljetten met een totaalwaarde van (ongeveer) 1.575.000,00 euro,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Meer Subsidiair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 januari 2017 tot en met 23 januari 2017 te Haarlem, in elk geval (telkens) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een of meer hoeveelheden bankbiljetten, te weten:
-een of meer hoeveelheden vijftigeurobiljetten met een totaalwaarde van (ongeveer) 1.575.000,00 euro,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als (plaatsvervangend) teamleider en/of (productie)medewerker bij de afdeling Inspection & Packaging ,
in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had, (telkens) wederrechtelijk zich toe te eigenen,
vier, in elk geval een of meer dozen met daarin vijftigeurobiljetten van een pallet met opgestapelde dozen vijftigeurobiljetten heeft afgehaald en/of (vervolgens) in een zogenaamde "palletbak" heeft gezet en/of de inhoud van die palletbak heeft afgedekt en/of (vervolgens) die palletbak via een sluis
heeft verplaatst naar een opslagruimte,
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
Uiterst Subsidiair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 januari 2017 tot en met 23 januari 2017 te Haarlem, in elk geval (telkens) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een of meer hoeveelheden bankbiljetten, te weten:
-een of meer hoeveelheden vijftigeurobiljetten met een totaalwaarde van (ongeveer) 1.575.000,00 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, vier, in elk geval een of meer dozen met daarin vijftigeurobiljetten van een pallet met opgestapelde dozen vijftigeurobiljetten heeft afgehaald en/of (vervolgens) in een zogenaamde "palletbak" heeft gezet en/of de inhoud van die palletbak heeft afgedekt en/of (vervolgens) die palletbak via een sluis heeft verplaatst naar een opslagruimte,
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid..
8 Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 2 primair en 2 subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 meer subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1 primair en 2 meer subsidiair bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 (zegge: zesendertig) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 6 (zegge: zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.D. Overbeek, voorzitter,
mr. P.E. van der Veen en mr. D.G.M. van den Hoogen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier J.A. Huismans,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 april 2022.
mrs. Van der Veen en Van den Hoogen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.