statutair gevestigd te Delft, kantoorhoudende te ‘s-Gravenhage
eiseres
verder te noemen: Innova
gemachtigde: B.E.J. Caminada
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M.G. Evers
1 Het procesverloop
1.1.
Innova heeft bij dagvaarding van 28 december 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 4 mei 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Ondanks dat zij correct voor deze zitting is opgeroepen, is Innova niet verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat [gedaagde] ter toelichting van haar standpunt naar voren heeft gebracht.
2 De feiten
2.1.
[gedaagde] heeft op 4 juli 2019 een overeenkomst met Budget Energie gesloten. De overeenkomst is ingegaan op 8 augustus 2019.
2.2.
Op 1 augustus 2019 heeft Innova [gedaagde] een e-mail gestuurd waarin zijn onder meer schrijft;
‘Bedankt dat u voor Innova Energie heeft gekozen! Wij staan graag voor uw klaar.
Uw klantnummer bij Innova Energie is: 2139613.
Hierbij stelen wij u op de hoogte van alle belangrijke punten omtrent uw energiecontract. In de bijlagen treft u uw contractbevestiging, tarieven, voorwaarden, onze kwaliteitscriteria, de aansluit- en transportovereenkomst (ATO), de voorwaarden bij de ATO en het herroepingsformulier.’
2.3.
In de bij de e-mail meegezonden contractbevestiging staat bij ‘startdatum contract’ 1 september 2019 vermeld en bij ‘einddatum contract’ 1 september 2020. Verder is in de contractbevestiging het volgende opgenomen:
Stapt u over? Wij regelen uw overstap. Bij een verhuizing naar het leveringsadres of in geval van grootverbruikaansluiting mogen wij dit helaas niet en moet u zelf het contract bij uw huidige energieleverancier opzeggen’
2.4.
In artikel 3.6. van de bij de e-mail meegezonden Contract- en productvoorwaarden particulier is het volgende bepaald:
‘(…)
3.6.
Opzegvergoeding
Heeft u een contract voor bepaalde tijd (met een vaste einddatum) en beëindigt u dit contract eerder dan de afgesproken einddatum of is het contract eerder dan de afgesproken einddatum beëindigd vanwege wanbetaling en/of fraude? Dan kunnen wij u hiervoor onderstaande opzegvergoeding in rekening brengen. Ook vervalt uw recht op eventuele aanmeldbonussen en/of (actie)kortingen en/of compensaties voor de door u gedeclareerde kosten. Deze kunnen met de eindnota worden verrekend, ook wanneer deze al als voorschotten aan u zijn uitbetaald.
De hoogte van de opzegvergoeding hangt af van het moment waarop uw contract wordt verbroken en bedraagt per product en per Aansluiting of Allocatiepunt:
Contractduur Resterende looptijd Opzegvergoeding
1 jaar < 1 jaar € 50,-
> 1 jaar < 1,5 jaar € 50,-
1,5 - 2 jaar € 75,-
2 - 2,5 jaar € 100,-
> 2,5 jaar € 125,-
(…)’
2.5.
Innova heeft [gedaagde] vanaf september 2019 maandelijks voorschotnota’s van € 195,02 toegestuurd. [gedaagde] heeft deze voorschotnota’s onbetaald gelaten.
2.6.
Vanwege het uitblijven van betalingen heeft Innova op 16 december 2019 de overeenkomst beëindigd en een eindafrekening opgesteld. In deze eindafrekening is tevens een opzegvergoeding vanwege het voortijdig eindigen van de overeenkomst opgenomen.
3 De vordering en het verweer
3.1.
Innova vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 946,05. Dit bedrag bestaat uit een hoofdsom van € 792,42, buitengerechtelijke incassokosten van € 118,86 en rente van € 34,77.
3.2.
Innova legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] via de website van een tussenpersoon een energieovereenkomst met Innova heeft afgesloten. De overeenkomst is per e-mail aan [gedaagde] bevestigd. Uit hoofde van deze overeenkomst heeft Innova energie aan [gedaagde] geleverd. [gedaagde] heeft de door Innova verstuurde facturen onbetaald gelaten, waarna Innova de overeenkomst heeft beëindigd. Innova vordert betaling van de door [gedaagde] onbetaald gelaten termijnfacturen en van de eindafrekening. Doordat [gedaagde] de facturen van Innova niet heeft betaald, is zij tevens buitengerechtelijke incassokosten en rente verschuldigd.
3.3.
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat zij geen overeenkomst met Innova heeft gesloten. [gedaagde] heeft dit wel overwogen, maar omdat Innova niet voor een spoedaansluiting kon zorgen, heeft zij uiteindelijk een overeenkomt met een andere energieleverancier gesloten. Zij is Innova daarom niets verschuldigd. Verder voert [gedaagde] nog aan dat zij het door Innova gevorderde bedrag exhorbitant hoog vindt gezien de grootte van haar woning. Ook heeft [gedaagde] haar afrekeningen onvoldoende gespecificeerd en zijn deze gebaseerd op geschatte bedragen, aangezien zij nooit meterstanden aan Innova heeft doorgegeven. De gevorderde incassokosten is [gedaagde] niet verschuldigd, omdat zij de door Innova verstuurde veertiendagenbrief niet heeft ontvangen.
4 De beoordeling
4.1.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is dat er tussen haar en Innova geen overeenkomst tot stand is gekomen. Dit verweer faalt en de kantonrechter overweegt daartoe als volgt.
4.2.
Uit de door [gedaagde] overgelegde stukken blijkt dat zij op 4 juli 2019 een overeenkomst met Budget Energie heeft gesloten. De overeenkomst waar Innova zich op beroep dateert van 1 augustus 2019. Dit betekent dat, indien vast komt te staan dat er tussen [gedaagde] en Innova een overeenkomst tot stand is gekomen, deze is gesloten nadat [gedaagde] de overeenkomst met Budget Energie heeft gesloten.
4.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Innova met de printscreens van het aanmeldproces en de aan [gedaagde] gestuurde contractbevestiging voldoende onderbouwd gesteld dat via de website van de tussenpersoon een overeenkomt tussen [gedaagde] en Innova tot stand is gekomen. Mocht het niet de bedoeling van [gedaagde] zijn geweest om een overeenkomst met Innova te sluiten, dan had het op haar weg gelegen om het herroepingsformulier, wat mee is gestuurd bij de contractbevestiging, in te vullen en aan Innova terug te sturen. Niet gesteld of gebleken is dat zij dat heeft gedaan.
4.4.
Omdat de overeenkomst tussen Innova en [gedaagde] online is gesloten, moet bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten ter bescherming van de consument worden voldaan aan wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen.1 Het is aan de kantonrechter om ambtshalve onderzoeken of uit de stellingen van de handelaar, in dit geval Innova, en de overgelegde stukken voldoende blijkt dat de handelaar de hiervoor bedoelde informatieplichten heeft nageleefd op de wijze zoals voorgeschreven2 en, bij ontkennende beantwoording, ambtshalve de in de wet aan schending van de desbetreffende verplichting verbonden sanctie toe te passen. Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit de door Innova overgelegde stukken dat zij de hiervoor bedoelde informatieplichten heeft nageleefd op de daarvoor voorgeschreven wijze.
4.5.
In de contractbevestiging die [gedaagde] heeft ontvangen, staat vermeld dat Innova bij een overstap van energieleverancier de overeenkomst bij de oude leverancier opzegt. Aangezien uit het door Innova overlegde uittreksel van het Centraal Aansluitingenregister blijkt dat er op 30 augustus 2019 een leverancierswissel heeft plaatsgevonden voor de aansluiting van [gedaagde], gaat de kantonrechter ervan uit dat Innova de overeenkomst die [gedaagde] met Budget Energie had gesloten heeft opgezegd en Innova vanaf 1 september 2019 energie is gaan leveren aan [gedaagde].
4.6.
Omdat de kantonrechter er dus vanuit gaat dat Innova vanaf 1 september 2019 energie aan [gedaagde] heeft geleverd, is [gedaagde] in beginsel gehouden om de vordering van Innova te betalen. [gedaagde] heeft de (hoogte van de) vordering echter betwist. Volgens [gedaagde] heeft Innova haar vordering onvoldoende gespecificeerd en is het gevorderde bedrag, gezien de grote van haar woning, erg hoog. Ook zouden de afrekeningen gebaseerd zijn op schattingen, omdat Innova nooit meterstanden bij [gedaagde] heeft opgenomen en zij niet over een slimme meter beschikte waarmee Innova de meterstanden kon aflezen.
4.7.
Innova heeft haar vordering onderbouwd met kopieën van de openstaande termijnfacturen en een kopie van de eindafrekening. De kantonrechter stelt vast dat op de eindafrekening meterstanden staan vermeld en dat de eindafrekening op die meterstanden is gebaseerd. Gezien de betwisting van [gedaagde] had het op de weg van Innova gelegen om toe te lichten hoe zij aan de meterstanden op de eindafrekening is gekomen. Door niet op de zitting te verschijnen heeft zij dat nagelaten. Voor het nemen van een beslissing over de juistheid van de door Innova gefactureerde bedragen acht de kantonrechter het echter van belang dat Innova alsnog toelicht hoe de eindafrekening tot stand is gekomen en hoe zij aan de meterstanden die op de eindafrekening staan vermeld, is gekomen. De zaak zal daarom worden verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door Innova.
4.8.
Indien Innova bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, dan dient zij dit in de akte te vermelden en de verhinderdata op te geven van alle partijen en van de op te roepen getuigen. De kantonrechter zal dan vervolgens een dag en uur voor een getuigenverhoor bepalen. Partijen moeten bij de getuigenverhoren rechtsgeldig vertegenwoordigd aanwezig zijn. Indien een partij zonder gegronde reden niet verschijnt, kan dit nadelige gevolgen voor die partij hebben. De kantonrechter verwacht dat het verhoor per getuige 60 minuten zal duren. Als partijen verwachten dat het verhoor van een getuige langer zal duren dan de hiervoor vermelde duur, kan dat in de te nemen akte worden vermeld.
4.9.
Alle verdere beslissingen worden aangehouden.
5 De beslissing
De kantonrechter:
5.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van donderdag 30 juni 2020 voor uitlating door Innova over hetgeen in rechtsoverweging 4.7. is overwogen;
5.2.
bepaalt dat wanneer Innova voor bewijslevering getuigen wil laten horen, uiterlijk op deze rolzitting ook het aantal en de personalia van de getuigen moeten worden opgegeven evenals de verhinderdata van beide partijen, de gemachtigden en - voor zover mogelijk - van de getuigen. Daarna zal een tijdstip voor het verhoor worden bepaald;
5.3.
bepaalt dat enig uitstel niet zal worden toegestaan;
5.4.
houdt iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
1 Artikelen 6:230m en 6:230t Burgerlijk Wetboek (BW).