KCS heeft van die film- en audio-opname een transcript opgesteld. Voor zover relevant staat in dat transcript het volgende:
“De receptioniste: Die worden uitgekozen en die blijven
[werknemer] : Sterker nog, er zitten nu nog 22 en 16 moeten eruit
De huismeester: 16 moeten eruit ja
De receptioniste: 16 moeten er, maar weet je wat ik niet begrijp? Waarom is onze afdeling 100% bij ons alleen is iedereen boventallig. Verder bij KCS niemand is toch een beetje raar?
[werknemer] : Ja dat is een keuze die is gemaakt door met name (…), en dat heeft gevolgen voor de ander… keuze is arbitrair
De huismeester: Dat sowieso, weet je, maar ik ben geen opgever dus euh. He je bent lekker.
[werknemer] : [kantonrechter: voornaam receptioniste], listen listen listen
De receptioniste: We gaan het zien welke vacatures er komen, maar ik ga sowieso solliciteren. Ik hoef maar drie dagen te werken dus euh.
De huismeester: Maar er zijn er heel veel die VVR aangevraagd hebben. [voornaam werknemer] mag niks zeggen, maar het zijn er heel veel (…)
[werknemer] : Ik heb een vraag aan jou
De receptioniste: Ja?
[werknemer] : Hoe gaat het met Knabbel en Babbel
De receptioniste: Weet ik niet, ik heb spijt. Ik heb gister privéles gekregen
De huismeester: Nee je had gister reünie zei je net
De receptioniste: Ja, maar dat was gisterenavond maar dit was gisterenmiddag had ik privéles
[werknemer] : Maar [kantonrechter: voornaam receptioniste] dat vraag ik niet, ik vraag hoe het met Knabbel en Babbel is
De receptioniste: Goed?
[werknemer] : Ja? Babbel heeft een beetje, die moet een beetje lucht
De huismeester: Moet jij niet euh, calls doen?
[werknemer] : Ja, hoe laat is het?
De receptioniste: Een uur heb jij die calls he? (…)
[werknemer] : Is het een uur?
De receptioniste: Dan moet je gaan
[werknemer] : He kut, ik wil even Knabbel en Babbelen. Kan ik even Knabbel en Babbelen?
De receptioniste: Nee je moet naar je dinges gaan
[werknemer] : Je effes, als hij [kantonrechter: de huismeester] (… voor de deur staat) effe snel
De receptioniste: Neen, ik wil het niet
[werknemer] : Oke
De receptioniste: [kantonrechter: voornaam huismeester] is hier
[werknemer] : Ja nou (…) Dat is mijn redding
De huismeester: Ik heb dat hele lichaam van jou gezien
[werknemer] : Dat is nota bene mijn redding (…) ja onze redding
De receptioniste: En dan hoop je straks ook onze redding bent
[werknemer] : Ja nou
De huismeester: Ja
[werknemer] : Dan moet ik even naast je zitten
De huismeester: Ja, dat wordt een lastig verhaal dan he (…) Ik zal niet kijken
[werknemer] : Je kan wel kijken, ik vind het wel lekker, hmm zo lekker. Heerlijk. Ik wil wel zoenen.”