De beoordeling
In de ontnemingsrapportage is het wederrechtelijk voordeel berekend aan de hand van de hoofdsom van de door [betrokkene] afgesloten hypothecaire geldlening (€ 165.000,-) en de door hem in de periode van 1 november 2006 tot en met 31 december 2018 verschuldigde rentebedragen uitgaande van een rentepercentage van 4,72%, zijnde de gemiddelde hypotheekrente in 2006 voor een hypotheek met een rentevaste periode van meer dan tien jaar (€ 92.113,60). Op het aldus verkregen totaalbedrag van € 257.113,60 zijn de drie aflossingen die [betrokkene] heeft gedaan en de noodzakelijke kosten voor het opmaken en laten registreren van de hypotheekakte, te weten € 195.369,- respectievelijk € 800,-, in mindering gebracht. Volgens de ontnemingsrapportage bedraagt het wederrechtelijk verkregen voordeel dan € 60.944,60, zijnde de door [betrokkene] bespaarde kosten door het aangaan van de hypothecaire geldlening bij [vennootschap]
De rechtbank is echter van oordeel dat het op geld waardeerbare wederrechtelijk voordeel voor [betrokkene] erin heeft bestaan dat hij in 2006 een hypothecaire geldlening heeft afgesloten tegen een voordeliger dan wel een lager rentepercentage dan het rentepercentage dat [betrokkene] destijds bij een reguliere financiële instelling voor hypothecaire leningen met een rentevaste periode van meer dan 10 jaar verschuldigd zou zijn geweest, zoals in het strafvonnis is bewezen verklaard. Het voordeel bestaat in dat geval uit het verschil tussen de rente die over het geleende geldbedrag zou moeten worden betaald indien [betrokkene] de lening bij een reguliere geldverstrekker zou hebben afgesloten en de rente die [betrokkene] daadwerkelijk heeft betaald.
Voor de bepaling van het rentepercentage voor de door [betrokkene] op 1 november 2016 afgesloten hypothecaire geldlening bij [vennootschap] indien hij deze bij een reguliere financiële instelling zou hebben afgesloten, sluit de rechtbank aan bij het rentepercentage voor de hypothecaire geldlening die [betrokkene] op gelijke datum bij Bouwfonds Hypotheken heeft afgesloten. [betrokkene] heeft ter zitting verklaard dat voor laatstgenoemde hypotheek een rentepercentage van 4,55% gold.
Aldus bestond het wederrechtelijk verkregen voordeel voor [betrokkene] uit een bedrag ter grootte van (4,55% - 2% =) 2,55% van de uitstaande hoofdsom. Aan de hand van dat uitgangspunt zal de rechtbank hierna de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel schatten.
5.3.1
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
26 oktober 2006 tot en met 10 december 2013
Op 26 oktober 2006 heeft [betrokkene] een geldleningsovereenkomst ter hoogte van € 165.000,- met [vennootschap] gesloten4. In de periode van 26 oktober 2006 tot en met 10 december 2013 bedroeg de hoofdsom aldus € 165.000,-. Het door [betrokkene] in deze periode verkregen voordeel bedraagt daarom (€ 165.000 * 2,55% =) € 4.207,50 voor een geheel jaar. De periode omvat in totaal 2.603 dagen. Dit betekent dat het totale voordeel in deze periode een bedrag van (€ 4.207,50 / 365 * 2.603 =) € 30.005,81 bedraagt.
11 december 2013 tot en met 27 december 2016
Op 10 december 2013 heeft [betrokkene] een bedrag van € 100.000,- afgelost5. In de periode van 11 december 2013 tot en met 27 december 2016 bedroeg de hoofdsom aldus (€ 165.000,- - € 100.000,- =) € 65.000,-. Het door [betrokkene] in deze periode verkregen voordeel bedraagt daarom (€ 65.000,- * 2,55% =) € 1.657,50 voor een geheel jaar. De periode omvat in totaal 1.113 dagen. Dit betekent dat het totale voordeel in deze periode een bedrag van (€ 1.657,50 / 365 * 1.113 =) € 5.054,23 bedraagt.
28 december 2016 tot en met 27 december 2017
Op 27 december 2016 heeft [betrokkene] een bedrag van € 33.969,- afgelost6. In de periode van 28 december 2016 tot en met 27 december 2017 bedroeg de hoofdsom aldus (€ 65.000,- - € 33.969,- =) € 31.031. Het door [betrokkene] in deze periode verkregen voordeel bedraagt daarom (€ 31.031,- * 2,55% =) € 791,29 voor een geheel jaar. De periode omvat 365 dagen, dus precies een jaar. Dit betekent dat het totale voordeel in deze periode een bedrag van € 791,29 bedraagt.
28 december 2017 tot en met 29 maart 2018
Op 27 december 2017 heeft [betrokkene] een bedrag van € 21.200,- afgelost7. In de periode van 28 december 2017 tot en met 29 maart 2018 (de dag van volledige aflossing) bedroeg de hoofdsom aldus (€ 31.031,- - € 21.200,- =) € 9.831,-. Het door [betrokkene] in deze periode verkregen voordeel bedraagt daarom (€ 9.831,- * 2,55% =) € 250,69 voor een geheel jaar. De periode omvat echter in totaal 92 dagen. Dit betekent dat het totale voordeel in deze periode een bedrag van (€ 250,69 / 365 * 92 =) € 63,18 bedraagt.
Op basis van het voorgaande bedraagt het door [betrokkene] verkregen voordeel een bedrag van in totaal (€ 30.005,81 + € 5.054,23 + € 791,29 + € 63,18 =) € 35.914,51.