Procesverloop
Bij besluit van 21 januari 2021 heeft verweerder eiser buitengewoon verlof verleend tot 20 februari 2021. In het besluit heeft verweerder eiser tevens opgedragen de feiten en omstandigheden rond zijn rechtspositie / arbeidsverhouding niet te delen met derden, onder wie bewoners / jeugdigen uit het district, anders dan zijn raadsman of leidinggevenden (‘spreekverbod’).
Het aan eiser verleende buitengewoon verlof is bij besluit van 4 februari 2021 verlengd tot 1 maart 2021.
Met het besluit van 25 februari 2021 heeft verweerder eiser blijvend ontheven uit zijn rol als wijkagent uit het basisteam [teamnaam 1] in het district [gebied 1] en voor de duur van één jaar verplaatst naar het basisteam [teamnaam 4] in de functie van senior GGP zonder het vakgebied wijkagent.
Bij besluit van 11 augustus 2021 heeft verweerder de bezwaren van eiser ongegrond verklaard.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Bij besluit van 10 oktober 2022 heeft verweerder eiser met ingang van 26 maart 2022 tijdelijk tewerkgesteld in district [gebied 2] , team [teamnaam 2] , voor de duur van, effectief, een half jaar in de werkzaamheden behorend bij de rol van wijkagent.
Verweerder heeft naar aanleiding van het verzoek van eiser daartoe ingestemd met rechtstreeks beroep als bedoeld in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het bezwaarschrift aan de rechtbank gezonden.
De beroepen zijn tegelijkertijd behandeld op de zitting van 20 december 2022. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en [naam 5] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens waren namens verweerder aanwezig [naam 6] (leiding District [gebied 1] ), [naam 2] (voormalig teamchef van eiser), en mr. [naam 7] (jurist).
Totstandkoming van de besluiten
1.1
Eiser is sinds 2005 werkzaam als politieambtenaar. Hij was werkzaam als wijkagent in [plaats 1] en is per 3 november 2018 (naar aanleiding van zijn sollicitatie) verplaatst naar de eenheid [plaats 2] , district [gebied 1] , basisteam [teamnaam 1] . Vanaf april 2019 heeft eiser het taakaccent jeugd. In november 2019 is eiser bewust beloond vanwege de verbinding die hij met de jeugd in de wijk heeft weten te maken.
1.2
[naam 8] (inspecteur van politie basisteam [teamnaam 1] ) rapporteert op 21 december 2020 over een aantal voorvallen die vanaf het eerste kwartaal 2020 hebben plaatsgevonden en waarin eiser een rol speelt. Onder andere de volgende voorvallen, hierna samengevat weergegeven, worden daarin vermeld:
1.3
Een opmerking van het IPGA (integrale persoonsgerichte aanpak) team [teamnaam 3] ( [teamnaam 3] ) is dat eiser zich te veel met hun subjecten ( [lijst 2] ) bezighield zonder daar van tevoren afspraken over te maken. Dit komt onder meer tot uiting in een mail van 14 februari 2020 aan eiser, waarin een IPGA-teamlid aangeeft niet blij te zijn met een interventie van eiser. In maart 2020 zoekt eiser contact met een regiehouder (hulpverlener) van een subject van [teamnaam 3] , zonder dat [teamnaam 3] daarvan op de hoogte is. Het verwijt aan eiser is dat hij met zijn handelen IPGA en/of de wijkagent passeert en dat hij zijn eigen koers lijkt te varen.
1.4
Op 13 maart 2020 wordt eiser gebeld door hem bekende jongeren. Ze hebben een hotelkamer geboekt in het hotel. De jongeren zijn [lijst 1] -jongeren. In het hotel ontstaat ruzie en er worden vernielingen aangericht. Het hotel belt de politie en er wordt een eenheid (vanuit [district 1] , waar het hotel onder valt) gestuurd. Eiser gaat er ook heen, met een collega. Ter plaatse neemt eiser het over van de plaatselijke eenheid en bemiddelt tussen het hotel en de jongeren en muteert dit. Naar aanleiding van het verzoek van collega’s van IPGA (gebleken was dat bij het hotel ingecheckt was met een ID-kaart van iemand die niet aanwezig was en identiteitsfraude wordt vermoed) om een proces-verbaal van bevindingen op te maken, antwoordt hij dat hij dat liever niet doet, omdat hij wil voorkomen dat hij in de rechtbank tegenover een jongere komt te staan waarmee hij een goede band heeft. Pas na druk van de teamchef gaat eiser over tot het opmaken van een proces-verbaal.
Straatroof [district 2] ( [district 2] )
1.5
Eiser herkent de verdachte van camerabeelden en gaat naar de districtsrecherche. Eiser stelt voor het met een STOP-gesprek op te lossen (dus niet strafrechtelijk). Hij krijgt het dossier mee. De volgende dag gaat hij naar de verdachte toe, deze bekent en ze maken afspraken. Een collega van [district 2] mailt eiser hierna en spreekt zijn verbazing erover uit dat eiser al handelt nog voordat zij hebben kunnen reageren op zijn mails waarin hij de samenwerking zoekt. Er vindt vervolgens een gesprek plaats tussen eiser en twee collega’s van [district 2] . Daarin wordt hem opgedragen het dossier over te dragen aan [district 2] , omdat zij zelf hun afwegingen willen maken. Eiser heeft daarna contact met de Officier van Justitie, eerst over een andere zaak, maar daarna ook over deze straatroof. De handelwijze van eiser roept irritatie op bij [district 2] . Het dossier wordt pas na inmenging van [naam 10] aan [district 2] overgedragen. [district 2] heeft uiteindelijk de desbetreffende jongeren ontboden op het bureau. Die komen uiteindelijk niet, omdat eiser ze zou hebben geadviseerd niet te gaan.
1.6
Zonder dat de leiding daarvan goed op de hoogte was, is eiser in privétijd gestart met sporten met jongeren (rolmodellen). Daarnaast sport hij privé in [gebied 1] , waar hij soms ook jongeren uit [gebied 1] tegenkomt. Op 30 september 2020 heeft een gesprek plaatsgevonden naar aanleiding hiervan. Eiser wordt er daarbij onder meer op gewezen dat hij nooit expliciet besproken heeft dat hij met jongeren aan het sporten is en dat dit een stelselmatig karakter had of zou krijgen. Ook is hem in dit verband gewezen op de risico’s van rolvermenging en de noodzaak van scheiding werk en privé.
1.7
Op 26 november 2020 wordt het FLEX-team ingezet voor een bromfiets- / scootercontrole. Een jongere stopte niet maar ging er vandoor. De jongere werd vervolgens gedwongen te stoppen waarbij hij een aanrijding veroorzaakte. Hij wilde zich niet bekend maken en verzette zich tegen aanhouding. Andere hem bekende jongeren gingen zich ermee bemoeien. Eiser werd vrijwel direct daarna benaderd door de jongeren. Ze stuurden hem ook filmpjes door. Eiser heeft daarop contact gezocht met de operationeel coördinator (OPCO) en ook zijn ongenoegen geuit. Vervolgens heeft eiser (via verschillende wegen) geprobeerd de scooter aan de jongere te laten teruggeven.
1.8
Naar aanleiding van de casus straatroof [district 2] , waarbij tussen eiser en collega’s van het basisteam [district 2] geen overeenstemming bestond over de manier waarop / door wie de zaak moest worden afgedaan, heeft [naam 1] (teamchef) eiser op 18 maart 2020 een mail gestuurd. In deze mail schrijft [naam 1] dat de mail pittig is, en vermoedelijk bij hem binnen zal komen, dat ze gehoopt had hier niet te komen maar geen andere mogelijkheid ziet en dat zij aankoerst op een langdurige succesvolle samenwerking met eiser, maar dat er wel bijgestuurd moet worden. Met betrekking tot de casus straatroof wijst [naam 1] erop dat eiser op de afspraken die met de collega’s van [district 2] zijn gemaakt terugkomt en dat het voor de leiding nodig is geweest te interveniëren om de plooien weer glad te strijken.
[naam 1] constateert dat eiser het moeilijk vindt om de grens te zien en te respecteren. Zij ziet te veel conflict. [naam 1] schrijft dat eiser een sterke opvatting en mening heeft over hoe dingen aangepakt zouden moeten worden maar dat hij daardoor veel ruimte neemt ten koste van een ander. Volgens [naam 1] checkt eiser onvoldoende of hij nog in verbinding is. Als eiser wordt teruggefloten is hij verbaasd, boos en stelt hij toestemming te hebben. Daarbij kan eiser, aldus [naam 1] , respectloos worden naar collega’s of leidinggevenden, het kost veel tijd om eiser dan weer op het goede spoor te zetten en te houden. [naam 1] geeft verder aan dat het voornemen is eiser vrijgesteld wijkagent te maken, maar dat zij daarbij wel huivert, en daarom een proefperiode van een half jaar instelt.
1.9
Op 22 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen eiser, [naam 2] (teamchef) en [naam 3] (Operationeel specialist A). Bij de start van het gesprek heeft [naam 2] eiser verteld dat de leiding het fundament onder zijn functioneren ziet verdwijnen en dat de leiding te druk bezig is om het fundament/draagvlak te voorzien van nieuwe bewapening. In het vervolg van het gesprek wordt getracht eiser tot zelfreflectie aan te zetten. Aan het eind van het gesprek wordt aan eiser meegedeeld dat er nog geen uitsluitsel gegeven kan worden over zijn toekomstige rol binnen het team omdat dat mede afhankelijk zal zijn van de zelfreflectie die eiser in een volgend gesprek laat zien. In het gespreksverslag staan een aantal concrete vragen geformuleerd waarmee eiser aan de slag zou moeten gaan, onder meer met betrekking tot het verbeteren van de arbeidsrelatie met de collega’s van IPGA en [district 2] , hoe hij de zaak straatroof gaat afhandelen en hoe hij interne polarisatie gaat voorkomen.
1.10
Op 30 april 2020 vindt een vervolggesprek plaats. In het gespreksverslag staat dat [naam 2] start met het schetsen van het probleem en de zorg die bestaat over het functioneren van eiser. Daarbij wordt de verstoorde samenwerking en verstoorde arbeidsrelatie met collega’s van [district 2] en IPGA aangehaald. Ook wordt, naar aanleiding van een aantal voorbeelden waarin het handelen van eiser niet leidt tot het opmaken van een proces-verbaal waar dat wel wordt verwacht, de zorg uitgesproken over de relatie van eiser met de jeugd. Eiser lijkt te veel rollen te willen vervullen, namelijk van broer, jongerenwerker, vertrouwenspersoon, CIE-medewerker en wijkagent. Benadrukt wordt dat eiser bovenal de rol van politieman zal moeten vervullen en dat er dus nooit discussie zou moeten kunnen ontstaan over wat hij relateert in een proces-verbaal.
1.11
Op 14 mei 2020 vindt opnieuw een gesprek met eiser plaats, waarbij zijn belangenbehartiger aanwezig was. In het gespreksverslag is onder meer vermeld dat de nog te ontwikkelen competenties aan de orde zijn geweest. Het gaat daarbij om samenwerken, sociale vaardigheden, organisatiebewustzijn en coachbaar/zelfreflectie. Er wordt een coachingstraject afgesproken, waarin reflectie tot uitdrukking zal moeten komen. Operationeel expert [naam 4] zal eiser coachen.
1.12
Eiser heeft naar aanleiding van de gespreksverslagen opmerkingen gemaakt en aanvullingen gegeven. Eiser geeft daarin blijk van een andere visie op de gebeurtenissen en op zijn functioneren. Eiser heeft de gespreksverslagen niet getekend, ook niet voor gezien.
1.13
[naam 4] concludeert in zijn verslag van de coaching van 16 december 2020 dat hij ervan overtuigd is geraakt dat eiser zijn manier van werken niet zal en kan aanpassen en dat de genoemde verbeterpunten / competenties niet voldoende zullen verbeteren.
1.14
Op 14 januari 2021 ontstaat bij [locatie] een conflict tussen eiser en het FLEX-team. Het FLEX-team is opgeroepen naar aanleiding van klachten van de gastheren van [locatie] over rondhangende jongeren die zich niet aan de coronamaatregelen houden. Eiser is daar ook aanwezig en gaat volgens het FLEX-team op geïrriteerde toon tegen hen tekeer, dat ze niet zouden mogen controleren en zouden moeten stoppen met de heksenjacht. De OPCO van het FLEX-team is ook ter plekke gekomen en heeft getracht met eiser de situatie te bespreken. Eiser stond daar echter niet voor open en is weggelopen.
Terug op het bureau is eiser ontstemd en geëmotioneerd. Hij doet zijn verhaal ten overstaan van veel collega’s, hetgeen tot verbolgenheid en verbazing leidt. [naam 9] (OPCO [teamnaam 1] ) heeft daarop de collega’s opgedragen het onderwerp te laten rusten. Volgens [naam 9] heeft eiser bijgedragen aan onnodige polarisatie tussen FLEX en basisteam [teamnaam 1] .
Buitengewoon verlof en spreekverbod
2. Op 15 januari 2021 heeft de (toenmalig) teamchef eiser meegedeeld dat hem met ingang van 15 januari 2021 buitengewoon verlof in het belang van de dienst wordt verleend. In de schriftelijke toelichting in het besluit van 21 januari 2021 is als reden daarvoor vermeld dat er sinds maart 2020 verscheidene malen met eiser gesproken is over zijn houding en gedrag in zijn rol als wijkagent jeugd en de negatieve signalen die daarover van verscheidene partijen (zowel intern als extern) zijn ontvangen. Vermeld is ook dat eiser daarin tot op dat moment geen / onvoldoende verandering heeft weten te brengen, ondanks pogingen vanuit de leiding eiser daarbij te coachen. Dat heeft ertoe geleid dat de werkverhoudingen flink onder druk zijn komen te staan, het draagvlak bij de leidinggevenden weg is en er zorg is over het functioneren van eiser. Een nieuw incident op 14 januari 2021 noopte ertoe, zo staat in het besluit, eiser buitengewoon verlof te verlenen.
3. In het besluit van 21 januari 2021 heeft verweerder eiser aanvullend een ‘spreekverbod’ opgelegd. Verweerder heeft hiertoe besloten nadat in de media berichten zijn verschenen over de rechtspositie van eiser als politieambtenaar in relatie tot district [gebied 1] en waarin vermoedelijke oorzaken van de ontstane situatie worden genoemd. Als reden voor het ‘spreekverbod’ worden vervolgens de interne en externe onrust en de hieruit voortvloeiende negatieve uitstraling op de politieorganisatie en het risico van een rolconflict genoemd.
4. Op 4 februari 2021 heeft verweerder eiser zijn voorgenomen verplaatsingsbesluit gestuurd. Als redenen voor de verplaatsing worden genoemd:
- functioneren: vanaf eind 2019 komen signalen binnen waarbij kritiek wordt geuit op de solistische werkwijze, de moeizame samenwerking, het passeren van gemaakte afspraken/collega’s en het ontstaan van een mogelijk rolconflict in zijn handelen als politieambtenaar en als privépersoon. Deze signalen blijven aanhouden in de loop van 2020 ondanks dat eiser daarop is aangesproken.
-coaching: eind maart 2020 is besloten tot een coachingstraject. Het doel was eiser tot zelfreflectie en ontwikkeling aan te zetten en eiser eigenaarschap/verantwoording voor zijn handelen te laten pakken. Dat is niet gelukt. Eiser blijft de oorzaak van de verscheidene conflicten/meldingen buiten zichzelf leggen. Eind 2020 is het draagvlak bij de leidinggevenden verdwenen.
Verweerder geeft aan voornemens te zijn eiser blijvend te ontheffen van zijn rol als wijkagent uit het district [gebied 1] . Verder is verweerder voornemens eiser met ingang van 1 maart 2021 tijdelijk voor de duur van een jaar te verplaatsen naar basisteam [teamnaam 4] in de functie van senior GGP, zonder het vakgebied wijkagent.
5. Eiser heeft zijn zienswijze naar aanleiding van het voorgenomen besluit kenbaar gemaakt. Eiser stelt daarin onder meer dat hij juist goed functioneert in zijn rol als wijkagent jeugd, maar dat anderen het conflict met hem zoeken.
6. Verweerder heeft vervolgens het besluit van 25 februari 2021 genomen.
7. Het bestreden besluit berust, zo staat erin vermeld, op het standpunt dat het dienstbelang de verplaatsing vordert. Eisers houding en gedrag, met name de manier van omgaan van eiser met jeugd die tevens onder de aanpak van andere teams viel, en het ontbreken van zelfreflectie heeft ertoe geleid dat het vertrouwen in eiser is geschonden. De leiding heeft getracht eisers gedrag bij te sturen/te ontwikkelen, maar er is geen verbetering opgetreden. Daardoor is de noodzaak ontstaan eiser te verplaatsen. Deze noodzaak ontstond ook doordat andere teamchefs zich afvroegen of zijn werkwijze gangbaar was binnen het team van eiser. Verder nam eiser onvoldoende afstand van de jongeren in de [buurt] . Verweerder acht het dienstbelang zwaarder wegen dan de persoonlijke belangen van eiser, te meer omdat hem wel de kans wordt geboden terug te keren in de rol van wijkagent.
Standpunten eiser
8.1
Eiser voert aan dat hem ten onrechte verweten wordt dat zijn werkwijze oorzaak is van de conflicten en dat hij geen zelfreflectie heeft laten zien. Eiser werkte volgens het plan dat hij had opgesteld (het groeidocument), de plannen van aanpak van de gemeente, werkwijzen binnen het district en samen met de daarin genoemde interne en externe betrokkenen. Eiser voert verder aan dat hij steeds iedereen in zijn omgeving heeft meegenomen in zijn werkwijze en/of plannen. Tijdens het uitvoeren van zijn opdrachten liep eiser aan tegen een paar collega’s van andere teams (IPGA en FLEX) die het niet eens waren met wat hij deed. Met al de andere teams werkte hij, zo stelt hij, naar tevredenheid van een ieder samen.
8.2
Bij de casus straatroof [district 2] had eiser de contacten met verdachten, justitie en de recherche, maar wilde [district 2] de zaak op hun manier oplossen. Hun aanpak heeft er volgens eiser toe geleid dat de zaak niet is opgelost. Met betrekking tot de casus waarbij eiser, een rechercheur en een collega van IPGA een brommer wilden teruggeven aan een jongere die daarmee gepakt was door het FLEX-team, stelt eiser dat hij werd gesteund door zijn leidinggevende die het zou oplossen, maar dat alles toch bij eiser werd neergelegd. In de casus [locatie] van 14 januari 2021 had eiser de opdracht om met een collega de jeugd in kaart te brengen die daar steeds voor overlast zorgde. Het FLEX-team had, zo zeggen zij, de opdracht om hard op te treden tegen deze jeugd. Terwijl eiser en een collega in gesprek waren en contact maakten, joegen collega’s van het FLEX-team deze jongeren op, sloten ze hen in en gaven hen bekeuringen. Volgens eiser hadden in deze situaties verschillende collega’s, afdelingen en teams allemaal andere doelen, belangen en opdrachten. Eiser is van mening dat het probleem zit bij de teamleiding en de districtsleiding die daar iets heeft laten liggen en niet bij hem.
8.3
Eiser betwist verder dat hij zou zijn gewaarschuwd over zijn houding en gedrag en het ontbreken van zelfreflectie. Eiser had dingen anders kunnen doen, maar volgens eiser gaat verweerder voorbij aan het feit dat leidinggevenden en collega’s van andere teams fouten gemaakt kunnen hebben of dingen anders hadden kunnen doen.
Eiser voert verder aan dat verweerder onduidelijk is en een wisselende koers vaart.
Eerst werd aangegeven dat het draagvlak onder de collega’s in [gebied 1] (van andere teams, niet het eigen team volgens de leidinggevende) was weggevallen en dat dat de reden was dat eiser niet kon terugkomen, korte tijd later werd gesteld dat de eigen teamchefs geen vertrouwen meer hebben in eiser. Daarna werd aangegeven dat het te solistisch werken het probleem was. Even later gaf men aan dat de vier ontwikkelpunten het probleem waren en nog even later werd aangedragen dat eiser te goed om zou gaan met de jeugd en geen zelfreflectie zou kunnen tonen. Volgens eiser schuift verweerder hem ten onrechte de schuld in de schoenen.
8.4
Eiser voert verder aan dat hem niet duidelijk is over welke acties het gaat waar verweerder schrijft dat de leiding te veel en te vaak werd verrast door acties van eiser en dat die vervolgens gerepareerd moesten worden door anderen.
8.5
Dat omgang met de jeugd een ontwikkelpunt was, wordt volgens eiser eerst in de beslissing op bezwaar gezegd, daarvoor was dit nooit een probleem en werd dit juist gekoesterd.
8.6
Het verwijt dat eiser geen zelfreflectie toont en anderen niet meeneemt, staat haaks op de bijna vijftig reacties van collega’s en ketenpartners die het tegenovergestelde ervaren. Eiser organiseerde (integrale) wijkoverstijgende acties en werd door de teamleiding als voorbeeld genoemd als het ging om gezamenlijke groepsaanpak en het nieuwe wijkagenten werken.
8.7
Eiser betwist dat het aan zijn houding ligt dat het coachingstraject niet goed is verlopen. Hij heeft de uitnodigingen van [naam 4] niet afgeslagen; [naam 4] hield zich niet aan de gemaakte afspraken en kwam steeds op gedane zaken en punten terug.
Volgens eiser kan niet gesteld worden dat mediation geen uitkomst had kunnen bieden nu dat niet is geprobeerd. Dat er twee keer gepoogd is een reset te doen is niet juist. Er heeft eenmaal een gewoon gesprek plaatsgevonden en een keer een resetgesprek. Tijdens dat gesprek is afgesproken de koers te wijzigen. Dat zou ook worden doorgesproken met [naam 4] , die vanaf dat moment eiser zou coachen als ieder andere collega, als chef zou aansturen en aanspreken waar nodig. [naam 4] deed dat echter niet en ging door op de voor het gesprek ingeslagen weg.
8.8
Met betrekking tot het aspect contact met de jeugd voert eiser aan dat van een wijkagent wordt verwacht dat die ook hulp verleent. Eiser is in staat verbinding met de jeugd te maken. Door zijn manier van werken heeft hij vertrouwen gewonnen bij de jeugd in [gebied 1] . Eiser wijst er verder op dat hij met toestemming van de leiding te zien is in een documentaire die op televisie en internet heel veel bekeken is. Het is dan niet vreemd dat jongeren hem (her)kennen en hem aanspreken. In tegenstelling tot wat verweerder stelt heeft eiser nooit met criminele ( [lijst 1] ) jeugd of jeugd uit de [buurt] gesport.
Volgens eiser is het niet meer dan logisch dan dat hij zich af en toe heeft opgesteld als hulpverlener. Een wijkagent dient hierin te schakelen (preventie, repressie, contact maken) en is het eerste aanspreekpunt in zijn wijk. Daarbij kan discriminatie of buitensporig politiegeweld niet worden toegestaan en is eiser verplicht iets met deze signalen te doen.
8.9
Met betrekking tot de verplaatsing voert eiser aan dat hij het er niet mee eens is dat opeens in de beslissing op bezwaar wordt gesteld dat hij definitief is verplaatst uit [gebied 1] , omdat dit beter voor hem zou zijn. Volgens eiser is het wel beter voor het handjevol collega’s en een aantal leidinggevenden die iets tegen hem hebben en hun best hebben gedaan hem weg te krijgen uit [gebied 1] . Inmiddels zijn diverse van deze collega’s en leidinggevenden weggegaan, verplaatst of bekleden zij elders een andere functie. Volgens eiser gaat het in het primaire besluit om een tijdelijke verplaatsing en had dit moeten worden gehandhaafd.
8.10
Eiser zet verder vraagtekens bij de afweging die door verweerder is gemaakt; zijn belangen als veiligheid, verbinding, preventie, repressie, strafrechtelijk optreden, informatie delen, ondergeschikt aan die paar collega’s die niet met de werkwijze van eiser of met hem kunnen omgaan? Eiser verwijt verweerder dat die vergeet wat dit alles met eiser doet, zowel privé als op het werk. Eiser wordt dagelijks geconfronteerd met dit wanbeleid vanuit de leiding en de fouten die gemaakt zijn. Eiser wordt herkend op straat en hij ondervindt psychische en lichamelijke problemen door de wijze waarop hij behandeld wordt.
Standpunten verweerder
9.1
Ten aanzien van werkwijze, functioneren en huidig functioneren merkt verweerder op dat niet ter discussie staat dat eiser op onderdelen goed functioneert. In 2019 wist hij op bijzonder knappe wijze een connectie te maken met (moeilijke) jeugd op straat. Hij is hier eind 2019 bewust voor beloond. Het meewerken aan de documentaire staat evenmin ter discussie. Dit is in het besluit bevestigd en blijkt ook uit het feit dat beoogd werd en wordt dat eiser blijvend in de functie van wijkagent (alhoewel in een ander district) terugkeert. Er kwamen echter vanaf eind 2019 signalen binnen (zowel intern als extern) waarbij kritiek werd geuit op de solistische werkwijze van eiser, de moeizame samenwerking (eigengereidheid), het passeren van gemaakte afspraken/collega’s en het ontstaan van een mogelijk rolconflict in zijn handelen als politieambtenaar en als privépersoon. Dit heeft uiteindelijk, na een traject van driekwart jaar waarin ook na aanspreken geen wijziging in het optreden van eiser optrad, geleid tot het verplaatsingsbesluit zoals dat er ligt.
Verweerder benadrukt dat het doel van de verplaatsing niet is eiser te (be)straffen, maar om hem uit de onwenselijke situatie te halen die inmiddels is ontstaan rondom zijn functioneren binnen het team [teamnaam 1] en district [gebied 1] .
9.2
Volgens verweerder werd de boventoon van het functioneren van eiser in 2020 gevormd door de kritiekpunten die op zijn functioneren werden geuit. Verweerder verwijst voor de aard en omvang van de kritiekpunten naar het uitgebreide rapport van 21 december 2020 van [naam 10] . In dit rapport worden, onder andere door diverse collega’s, ervaringen beschreven en voorbeelden gegeven waar als rode draad de beschreven kritiekpunten doorheen lopen. De verscheidene signalen komen niet alleen van verschillende teams maar ook via bijvoorbeeld het stadsdeel en vanuit de jeugd van [gebied 1] zelf. Het rapport behelst concrete voorbeelden van botsingen van belangen. Vanaf begin 2020 zijn gesprekken met eiser gevoerd, aanvankelijk informeel maar later kregen deze gesprekken een meer formele vorm, nadat verbetering uitbleef. Rode draad in het dossier is volgens verweerder dat eiser te veel zijn eigen koers vaart en onvoldoende oog heeft voor dienstbelangen waardoor conflicten ontstaan, dat hij voor de oorzaak naar anderen wijst en dat hij onvoldoende reflectie toont omtrent zijn werkwijze als wijkagent jeugd en zijn eigen aandeel hierin. Volgens verweerder is het niet mis gelopen in het proces van de groepsaanpak – dat is een landelijke werkwijze en sloot aan bij de ambitie van het team – maar is het mis gelopen door het gebrek aan vertrouwen in het optreden en de uitvoering binnen deze groepsaanpak van eiser.
9.3
Verweerder is verder van mening dat eiser voldoende gewaarschuwd is. Aanvankelijk is per voorval getracht om eiser te coachen, bij te sturen indien dat noodzakelijk werd geacht. Nadat dit onvoldoende effect had, heeft de teamchef hem op 18 maart 2020 een indringende mail gestuurd, waarbij eiser is aangesproken op zijn houding en gedrag en een proeftijd van een half jaar heeft gekregen. Na deze e-mail zijn drie gesprekken gevoerd, op 22 en 30 april en 14 mei 2020 en is een coachingstraject gestart. Het doel was eiser aan te zetten tot zelfreflectie en ontwikkeling. Eiser blijft echter oorzaken bij anderen zoeken en is niet of nauwelijks in staat tot zelfreflectie of aanpassingsvermogen, aldus verweerder.
9.4
Eiser is aangesproken op zijn solistische werkwijze, maar hij paste zijn gedrag niet aan. Dit heeft erin geresulteerd dat het draagvlak onder de collega’s en externen voor zijn werkwijze afnam en de leiding uiteindelijk heeft uitgesproken dat zij geen vertrouwen meer had in eiser.
9.5
Met betrekking tot de te repareren acties van eiser wijst verweerder naar de voorbeelden in het dossier, en met name op het rapport van [naam 10] , waarin te lezen is welke interventies bij herhaling hebben moeten plaatsvinden. Door de werkwijze van eiser kwamen de belangen van collega’s in het gedrang. Zij dienden vanuit de politietaak jongeren aan te pakken, iets wat eiser in bepaalde situaties tegenhield door zijn werkwijze. Eiser raakte de balans kwijt tussen zijn rol als politieambtenaar en hulpverlener voor de jeugd, waardoor zijn positie voor de jeugd maar ook voor partners en collega’s onduidelijk werd. Het spreekt voor zich dat verweerder heeft ingegrepen voordat de gehele situatie zou escaleren. Het gaat volgens verweerder om een opeenstapeling van gebeurtenissen die maken dat eiser niet langer te handhaven is in district [gebied 1] omdat men het vertrouwen in eiser is verloren.
9.6
Met betrekking tot het contact met de jeugd wijst verweerder erop dat vanaf het begin is gezegd dat hij moest oppassen met de rol die hij aannam. Hij is en blijft politieambtenaar, maar nam steeds meer de rol van hulpverlener of belangenbehartiger op zich.
9.7
Omdat eiser aan zijn coach duidelijk heeft laten weten dat hij zich niet wilde aanpassen en dat men moest wennen aan hem, achtte verweerder een mediationtraject niet haalbaar en onvoldoende passend bij het probleem. Aanspreken en begeleiden is wel passend.
9.8
Met betrekking tot het ‘spreekverbod’ stelt verweerder dat eiser niet wordt beperkt in zijn vrijheid van meningsuiting. Voor alle politieambtenaren geldt dat geen informatie naar buiten gebracht mag worden die de organisatie kan schaden. Met het spreekverbod heeft verweerder willen voorkomen dat de discussie rondom het functioneren van eiser via de media en/of externen zou gaan lopen. Het spreekverbod zag ook uitsluitend op de feiten en omstandigheden rondom eisers rechtspositie / arbeidsverhouding.
9.9
Voor zover het voor eiser onduidelijk was heeft verweerder in de beslissing op bezwaar expliciet benoemd dat eiser blijvend is verplaatst uit district [gebied 1] . Daar is te veel gebeurd om eiser te laten terugkeren. Gezien de signalen die binnenkwamen en het feit dat de rol van wijkagent jeugd niet teamgebonden is, is er geen vertrouwen meer in terugkeer van eiser in [gebied 1] .
9.10
Volgens verweerder is het belang van de dienst, te weten een werkomgeving bieden waar iedere collega en/of ketenpartner kan werken aan zijn opdracht / doel groter dan het belang van eiser om zijn werkwijze door te drukken ten koste van de opdrachten en/of doelen van anderen.
Beoordeling rechtbank
(Verlenging) buitengewoon verlof
10.1
Ingevolge artikel 39, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) kan buitengewoon verlof van korte duur, al dan niet met behoud van bezoldiging, worden verleend indien het bevoegd gezag van oordeel is dat daartoe aanleiding bestaat.
10.2
Naar het oordeel van de rechtbank kon verweerder zich in redelijkheid op het standpunt stellen dat het incident op 14 januari 2021 voldoende aanleiding was om eiser buitengewoon verlof te verlenen voor de duur van de besluitvorming over zijn rechtspositie. Daarbij is van belang dat dit, zoals onder meer blijkt uit het rapport van 21 december 2020 van [naam 10] , niet de eerste keer was dat eiser in conflict met collega’s raakte en dat het coachingstraject enige tijd daarvoor zonder succes was afgesloten.
11. Uit de plicht zich als goed ambtenaar te gedragen vloeit onder meer voort dat er geen uitspraken worden gedaan die het aanzien van het ambt kunnen schaden. In dat licht acht de rechtbank het ‘spreekverbod’ zoals dat door verweerder aan eiser is opgelegd onder de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat het ‘spreekverbod’ alleen betrekking heeft op de (rechts)positie van eiser en voornamelijk bedoeld was de geruchtenstroom in te dammen die op social media was ontstaan nadat eiser buitengewoon verlof was verleend. Hoewel eiser daarvan geen verwijt te maken valt, werd in de berichten die via social media werden verspreid gespeculeerd over de achtergrond van de rond eiser ontstane situatie, waardoor het aanzien van de politieorganisatie werd geschaad. De omstandigheid dat eiser is opgedragen ook niet met zijn collega’s over zijn (rechts)positie te spreken komt voort uit het belang om verdere onrust binnen de organisatie te voorkomen. Het spreekverbod belemmerde eiser niet met zijn raadsman en leidinggevenden hierover te spreken.
12. Ingevolge artikel 64 van het Barp, voor zover hier van belang, is de politieambtenaar, indien het belang van de dienst dit in bijzondere gevallen vordert, verplicht een andere functie dan die waarin hij is aangesteld te aanvaarden, mits dit redelijk is in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en vooruitzichten. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep bestaat een overplaatsing (hetgeen hier aan de orde is) uit twee componenten, namelijk (1) het ontheffen uit de eigen functie en (2) het opdragen van een andere functie. Het dienstbelang om over te plaatsen kan gelegen zijn in de wens om de ambtenaar uit een functie te ontheffen of om de ambtenaar een andere functie te laten vervullen. In verband daarmee kan de motivering van een overplaatsingsbesluit van uiteenlopende aard zijn, al naar gelang het accent valt op het dienstbelang gelegen in de wenselijkheid een ambtenaar uit een betrekking te ontheffen dan wel op het dienstbelang gelegen in de wenselijkheid een andere betrekking door die ambtenaar te laten vervullen. In beide gevallen moet de nieuwe functie passend zijn.
Ontheffen uit de eigen functie
13.1
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in de omstandigheden zoals deze hiervoor zijn geschetst terecht een bijzonder geval aangenomen waarin het belang van de dienst vorderde dat eiser uit zijn eigen functie werd ontheven. Verweerder heeft daarvoor van doorslaggevend gewicht geacht dat, ook al heeft eiser dat wellicht zelf niet zo ervaren, eisers werkwijze te vaak tot (interne) conflicten leidde en hij niet in staat is gebleken daarin verandering te brengen, ook niet nadat hem coaching is aangeboden. Gelet op hetgeen uit de stukken naar voren is gekomen vermag de rechtbank niet in te zien dat verweerder zich niet in redelijkheid op dit standpunt heeft kunnen stellen.
13.2
Het coachingstraject is niet succesvol gebleken. Het is ook de rechtbank niet gebleken dat eiser in dit traject in staat is geweest in voldoende mate te reflecteren op bijvoorbeeld zijn eigen rol in het ontstaan en voortduren van de conflicten.
13.3
De rechtbank kan eiser niet volgen in zijn stelling dat verweerder hem in het ongewisse heeft gelaten over waarop hij nu eigenlijk werd aangesproken. De voorhanden zijnde informatie uit het dossier weerspreekt dit. Ook het ontwikkelpunt over zijn omgang met de jeugd en de daarmee gepaard gaande risico’s van rolvermenging zijn eiser tijdig kenbaar gemaakt, zo blijkt uit het gespreksverslag van 30 april 2020.
14. Verweerder heeft eiser voor de duur van één jaar verplaatst naar het basisteam [teamnaam 4] in de functie van senior GebiedsGebonden Politie zonder het vakgebied wijkagent. Dit betreft een functie op het eigen functieniveau van eiser en in dezelfde eenheid. Dit is daarom een passende functie voor eiser.
22/5980 rechtstreeks beroep tijdelijke tewerkstelling district [district 3] basisteam [teamnaam 2]
15.1
Verweerder heeft bij besluit van 10 oktober 2022 eiser op grond van een tijdelijke tewerkstelling geplaatst in district [district 3] , basisteam [teamnaam 2] , waar hij bij goed functioneren blijvend als wijkagent geplaatst kan worden. Verweerder is met dit besluit tegemoetgekomen aan de behoefte van eiser om meer duidelijkheid te krijgen over zijn toekomst.
15.2
Eisers bezwaren tegen deze plaatsing houden in dat hij niet in district [district 3] wenst te werken, maar als wijkagent terug wil naar district [gebied 1] .
15.3
Deze beroepsgrond slaagt niet. Zoals hiervoor is overwogen heeft verweerder kunnen besluiten tot ontheffing van eiser uit zijn functie in district [gebied 1] . Ook de plaatsing in [gebied 3] is in een passende functie.