Ontbinding arbeidsovereenkomst op e-grond. Ernstig verwijtbaar handelen van een concern controller die opzettelijk reeds genoten vakantie-uren niet heeft geregistreerd en vervolgens heeft verzocht diezelfde uren aan hem te laten uitbetalen.
De arbeidsovereenkomst van een concern controller van een woningcorporatie wordt ontbonden op de e-grond, omdat de werknemer opzettelijk vakantie-uren niet heeft geregistreerd en die uren heeft laten uitbetalen. Verweer van de werknemer dat hij recht op uitbetaling had omdat hij veel overuren had gemaakt wordt verworpen. Omdat wordt geoordeeld dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, heeft de werknemer geen recht op een transitievergoeding. Woningcorporatie heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld door een andere woningcorporatie te benaderen om te onderzoeken of er een samenwerking bestond tussen werknemer en deze derde na de ziekmelding van de werknemer.
1 Het procesverloop
1.1.
Elan Wonen heeft op 16 december 2022 een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [gedaagde] heeft op 22 februari 2023 een verweerschrift met tegenverzoeken ingediend. Op 9 maart 2023 heeft Elan Wonen aanvullende stukken ingediend. [gedaagde] heeft bij brief van 13 maart 2023 aanvullende stukken overgelegd.
1.2.
Op 15 maart 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. Namens Elan Wonen is verschenen [betrokkene 1], directeur-bestuurder, bijgestaan door mr. Oberman. [gedaagde] is eveneens verschenen, bijgestaan door mr. Kuin. Partijen hebben op de zitting hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Partijen hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting hebben partijen nog nadere stukken toegezonden.
2 De feiten
2.1.
Elan Wonen is een woningbouwcorporatie die ongeveer 7000 woningen in de omgeving Haarlem beheert.
2.2.
[gedaagde], geboren op 26 juli 1968, is sinds 15 november 2020 in dienst bij Elan Wonen. De functie van [gedaagde] is Concern Controller met vanaf 1 januari 2023 een brutosalaris van € 4.896,91 exclusief 8% emolumenten per maand op basis van 24 uur per week.
2.3.
Op de arbeidsovereenkomst is de cao Woondiensten van toepassing. De functie van Concern Controller is ingedeeld in schaal M van de cao. Artikel 3.5.6. van de cao bepaalt dat werknemers die zijn ingedeeld in schaal K tot en met O van de cao geen recht hebben op een vergoeding voor overwerk.
2.4.
In het functieprofiel van [gedaagde] is (onder meer) het volgende opgenomen:
“(..)
Doel van de functie
Verantwoordelijk voor de toetsing en advisering omtrent het interne beheersingssysteem en legt verantwoording af aan het bestuur en RvC.
(..)
Interne beheersing / Compliance (..)
Toetst op de uitvoering en naleving van integriteitscasuïstiek en fraude
(..)
Resultaatgebieden (..)
-
De governance en integriteit zijn gewaarborgd
-
Wet- en regelgeving is toegepast (..)”
2.5.
In de brief van [betrokkene 1], directeur-bestuurder bij Elan Wonen (hierna: [betrokkene 1]), aan [gedaagde] van 1 december 2020 staat onder meer het volgende:
“Contract
Per 1 december 2020 wordt jouw contract tijdelijk van 24 uur naar 32 uur per week verhoogd tot en met 31 maart 2021. De reden van de tijdelijke uitbreiding van uren heeft te maken met de inwerkperiode. Zonder verder bericht zullen de contracturen per 1 april 2021 weer worden gewijzigd naar 24 uur per week. Hierover zal de komende periode aanvullend onderling overleg plaatsvinden. (..)”
2.6.
Per 1 april 2022 is het aantal uren van [gedaagde] teruggebracht naar 24 uur per week. [gedaagde] heeft daaropvolgend meermaals bij Elan Wonen aangekaart dat hij ook na 1 april overuren maakte en heeft Elan Wonen verzocht om urenuitbreiding c.q. compensatie van de gestelde overuren. Elan Wonen heeft hieraan haar goedkeuring/medewerking onthouden en heeft verwezen naar artikel 3.5.6. van de cao Woondiensten. [gedaagde] is verder meegegeven dat hij zijn werkzaamheden beter kan prioriteren en minder werk naar zich toe moet trekken.
2.7.
Begin november 2022 heeft [betrokkene 2] namens Elan Wonen aan alle medewerkers de vraag gesteld of zij hun bovenwettelijke vakantie-uren wilden laten uitbetalen. In reactie hierop heeft [gedaagde] bij e-mail van 4 november 2022 te kennen gegeven dat hij zijn op dat moment in het verlofsysteem van Elan Wonen geregistreerde saldo van 111,35 bovenwettelijke vakantie-uren wilde laten uitbetalen. De Zwaan heeft het verzoek tot uitbetaling van [gedaagde] vervolgens voor akkoord voorgelegd aan [betrokkene 1].
2.8.
[betrokkene 1] heeft [gedaagde] naar aanleiding van dit verzoek uitgenodigd voor een gesprek. [betrokkene 1] heeft na het gesprek op 14 november in haar e-mail aan [gedaagde] van 16 november 2022 geschreven: “(..) Onlangs vroeg je via onze collega [betrokkene 2] van de salarisadministratie (..) akkoord voor de uitbetaling van 111,35 verlofuren.
Vorige week liet ik je al weten dat het me was opgevallen dat je in Visma voor 2022 nog niet al je opgenomen verlof had verwerkt. Het ging voor 2022 om de mei- en herfstvakantie. Ik liet je toen weten dat je dat eerst nog moest verwerken. Deze week (maandag) bracht ik in ons werkoverleg ter sprake dat het na controle duidelijk is geworden dat je ook voor de mei- en herfstvakantie van 2021 geen verlofuren in Visma hebt opgevoerd.
We hebben uitgebreid gesproken over de reden waarom je je opgenomen verlofuren in 2021 en 2022 nog niet hebt geregistreerd. Voor 2022 was je het ermee eens dat je deze uren alsnog in Visma moest opvoeren. Maar voor 2021 dacht je hier anders over. Je legde uit dat je van mening was dat je hier in 2021 recht op zou hebben omdat je toen in een periode overuren hebt gemaakt. Echter, dit heb je niet met mij besproken en ik heb hiervoor geen akkoord gegeven.
Voor de volledigheid wijs ik je erop dat de CAO Woondiensten in artikel 3.5.6 beschrijft dat medewerkers in schaal K t/m O niet in aanmerking komen voor het compenseren van overwerk. Daarbij geldt dan dat deze medewerkers (artikel 7.1.2) wel recht hebben op een aantal extra verlofuren per jaar. Dit juist omdat deze functionarissen geen overwerk kunnen ‘schrijven’. Dit is voor jouw functie als concern controller (ingedeeld in schaal M) dus ook van toepassing. (..)”
2.9.
Bij e-mail van dezelfde datum heeft [gedaagde] als volgt gereageerd:
“(..) Ik hecht eraan toch iets toe te voegen aan je mail.
Het structurele overwerk in 2021 was in de periode april t/m november (voor die tijd had ik een uitbreiding van uren naar 32 uur i.p.v. 24 uur in verband met extra werkzaamheden in verband met compliance werkzaamheden).
Meerdere keren heb ik in een gesprek tussen ons beiden wel aangegeven dat ik structureel meer uren maakte dan 24 uur en dat ik totdat we een bestuurssecretaris hadden eerder aan de 32 uur per week zat. Je bent daar verder niet op ingegaan.
Inderdaad is het niet mogelijk om overwerk te schrijven volgens de CAO. Echter heb ik geen overwerk geschreven, maar heb ik het structurele overwerk slechts zeer deels gecompenseerd. Ik vind het verder geen ruzie waard en zal de 48 uren vakantie alsnog inboeken. Echter structureel overwerk zal ik (..) niet meer toelaten. (..)”
2.10.
[gedaagde] heeft zich met ingang van 28 november 2022 ziek gemeld bij Elan Wonen.
2.11.
Bij e-mail van 29 november 2022 heeft [betrokkene 1] [gedaagde] een brief met een concept vaststellingsovereenkomst gestuurd met een voorstel voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. [gedaagde] heeft niet ingestemd met de beëindigingsregeling.
2.12.
In de probleemanalyse / het re-integratieadvies van Alten & de Jongh bedrijfsartsen bv van 25 januari 2023 staat onder andere het volgende:
“(..)
Situatie:
De arbeidsongeschiktheid van de heer [gedaagde] is tweeledig.
1. Er is uitval door ziekte. Interventie heeft plaats gevonden en hij is herstellende.
2 Er loopt een procedure op het werk hetgeen geleid heeft tot klachten die hem beperken in zijn sociaal en persoonlijk functioneren. Er is interventie. (..)”
2.13.
[gedaagde] heeft vanaf 6 februari 2023 werkzaamheden verricht voor Haag Wonen.
3 Het verzoek
3.1.
Elan Wonen verzoekt de kantonrechter – kort gezegd – om:
primair
de arbeidsovereenkomst met [gedaagde] te ontbinden op grond van de e- of g-grond, zonder dat [gedaagde] recht heeft op een transitievergoeding, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure, dan wel;
subsidiair
de arbeidsovereenkomst met [gedaagde] te ontbinden op de i-grond, zonder dat [gedaagde] recht heeft op de transitievergoeding en zonder toekenning van een billijke vergoeding, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure, dan wel;
meer subsidiair
de arbeidsovereenkomst met [gedaagde] te ontbinden op grond van de e-, g,- of i-grond, onder toekenning van een transitievergoeding en eventueel onder toekenning van een billijke vergoeding, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2.
Elan Wonen legt aan het verzoek, samengevat, ten grondslag dat [gedaagde] zodanig verwijtbaar heeft gehandeld dat van Elan Wonen in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. [gedaagde] heeft zonder toestemming een groot aantal vakantiedagen over 2021 en 2022 (opzettelijk) niet geregistreerd, terwijl hij die vakantiedagen wel heeft genoten en heeft vervolgens verzocht deze ten onrechte niet opgegeven vakantie-uren, 96 uren in totaal, te laten uitbetalen. Dit is ernstig verwijtbaar, temeer omdat [gedaagde] als concern controller bij Elan Wonen verantwoordelijk is voor het toezien op de uitvoering en naleving van de integriteit binnen de organisatie. [gedaagde] betuigt bovendien geen spijt en toont geen zelfreflectie, hetgeen Elan Wonen hem extra kwalijk neemt. Het noodzakelijke morele kompas ontbreekt bij [gedaagde]. Nadat het verzoek is ingediend, is het Elan Wonen gebleken dat [gedaagde] sinds begin februari 2023, dus tijdens zijn arbeidsongeschiktheid, werkzaamheden heeft verricht bij Haag Wonen. [gedaagde] heeft verzuimd deze nevenactiviteiten te melden bij Elan Wonen, terwijl hij hier op grond van de cao wel toe verplicht was.
3.3.
Met het gewraakte handelen heeft [gedaagde] het vertrouwen van Elan Wonen in hem ernstig geschaad. Een vruchtbare samenwerking in de toekomst is wat Elan Wonen betreft uitgesloten. Er is subsidiair sprake van een verstoorde arbeidsverhouding die zodanig is dat van Elan Wonen niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Voor het geval er geen sprake is van een voldragen e- ofwel g-grond, verzoekt Elan Wonen ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de i-grond.
4 Het verweer
4.1.
[gedaagde] verweert zich tegen het verzoek en stelt primair dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Daartoe heeft hij – samengevat – aangevoerd dat de gegeven omstandigheden geen ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen. [gedaagde] heeft niet (ernstig) verwijtbaar gehandeld. Elan Wonen miskent dat aan het niet-registreren van de vakantie-uren door [gedaagde] een langdurige discussie ten grondslag ligt, waarin Elan Wonen haar verantwoordelijkheid als goed werkgever niet heeft genomen. Elan Wonen heeft ten onrechte toegestaan dat [gedaagde], ook na maart 2021, structureel en een aanzienlijke hoeveelheid uren overwerkte. De strekking van de toepasselijke cao kan er niet zonder meer toe leiden dat een medewerker ruim 30% meer uren werkt dan is afgesproken. Op grond van goed werkgeverschap mag verwacht worden dat de werkgever in zo’n situatie een passende oplossing biedt en de werknemer op een passende wijze compenseert.
4.2.
Van een (duurzaam) verstoorde arbeidsverhouding is eveneens geen sprake. De verstandhouding tussen partijen is altijd goed geweest en ook de (werk)relatie was goed, ondanks de herhaaldelijke gesprekken over de omvang van de uren.
4.3.
Elan Wonen heeft de i-grond tot slot ten onrechte nauwelijks gemotiveerd. Deze grond is een op zichzelf staande grond die een behoorlijke motivering behoeft en is niet bedoeld om de tekortkomingen in de andere gronden aan te vullen en/of te repareren.
4.4.
Voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt [gedaagde], na vermeerdering van zijn verzoek ter zitting, subsidiair om aan hem toe te kennen I) de wettelijke transitievergoeding, II) in het geval van ontbinding op de i-grond de cumulatievergoeding ex artikel 7:671b lid 8 BW en III) een billijke vergoeding van
€ 63.464,00 bruto. Zowel primair als subsidiair verzoekt [gedaagde] dat Elan Wonen wordt veroordeeld in de kosten van de procedure. In (het lichaam van) de pleitnota heeft [gedaagde] nog een nevenverzoek gedaan tot betaling van een bedrag van € 873,00 aan contributies voor de vakverenigingen NBA, VRC en VCTE.
5 De beoordeling
het verzoek
5.1.
Een arbeidsovereenkomst kan alleen worden ontbonden als daarvoor een redelijke grond bestaat en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt (artikel 7:669 lid 1 BW).
de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op de e-grond
5.2.
De arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden op de e-grond. Ter toelichting dient het volgende. Vaststaat dat [gedaagde] zijn vakantiedagen voor de mei- en herfstvakantie over 2021 en in eerste instantie ook voor 2022 (opzettelijk) niet in het verlofsysteem van Elan Wonen heeft geregistreerd. Nadat Elan Wonen [gedaagde] had aangesproken op het niet registreren van de vakantiedagen voor 2022 heeft [gedaagde] die dagen alsnog ingevoerd. De genoten vakantiedagen in de mei- en herfstvakantie in het jaar 2021, 48 vakantie-uren, heeft [gedaagde] niet alsnog geregistreerd omdat, zo heeft hij meerdere malen verklaard, hij over het hele jaar 2021 structureel veel overuren heeft moeten maken en de niet geregistreerde uren slechts “een bescheiden compensatie” voor de vele overuren waren.
5.3.
Elan Wonen heeft betwist dat [gedaagde] de gestelde overuren überhaupt (structureel) heeft gemaakt. Vaststaat dat [gedaagde] geen overzichten heeft overgelegd van wanneer hij welke uren heeft gemaakt en wat hij in die uren heeft gedaan. Voor de kantonrechter staat daarmee niet vast dat [gedaagde] structureel overuren heeft gemaakt. Elan Wonen erkent weliswaar dat [gedaagde] meermaals heeft aangegeven dat hij structureel teveel uren maakte, maar zij heeft onbetwist gesteld dat [gedaagde] al bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst meer uren wilde werken dan Elan Wonen wilde aanbieden en dat zij gaandeweg de arbeidsovereenkomst heeft aangegeven dat het op de weg van [gedaagde] lag om beter te prioriteren en dat hij teveel onnodig werk naar zich toetrok. Dat blijkt onder andere ook uit de beoordeling 2021/2022. Bovendien staat vast dat Elan Wonen [gedaagde], nadat partijen meermaals gesprekken hebben gevoerd over het gestelde overwerken c.q. urenuitbreiding, geen toestemming heeft verleend voor enige compensatie van overuren of urenuitbreiding, mede gezien het feit dat de toepasselijke cao bepaalt dat [gedaagde] in zijn onderhavige functie geen recht heeft op een vergoeding voor overwerk.
5.4.
Kennelijk heeft [gedaagde] zich met de stellingname van Elan Wonen dat van stelselmatig overwerk geen sprake was of hoefde te zijn en het weigeren van de uitbreiding van de uren niet kunnen verzoenen, waarna hij eigenhandig de beslissing heeft genomen om de gestelde overuren op andere wijze door Elan Wonen te laten compenseren, namelijk in de vorm van uitbetaling van genoten vakantie-uren. Met Elan Wonen is de kantonrechter van oordeel dat deze handelwijze gezagsondermijnend en ontoelaatbaar is, helemaal voor iemand met de functie van [gedaagde]. Als concern controller was [gedaagde] immers onbetwist verantwoordelijk voor onder meer het toetsen op de uitvoering en naleving van integriteitscasuïstiek en fraude binnen Elan Wonen (vergelijk het functieprofiel van [gedaagde], 2.4).
5.5.
De hierboven omschreven gedragingen van [gedaagde] zijn naar het oordeel van de kantonrechter reeds voldoende om zodanig verwijtbaar handelen aan te nemen dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet van Elan Wonen gevergd kan worden. Gelet op de gegeven ernst kon, anders dan [gedaagde] aanvoert, van Elan Wonen niet worden verlangd dat zij zou volstaan met een waarschuwing of een goed gesprek. Dat betekent dat de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden op de e-grond. De verwijten die Elan Wonen [gedaagde] verder nog maakt, zoals het in eerste instantie eveneens niet registreren van 48 vakantie-uren over het jaar 2022 en het niet-melden door [gedaagde] van het feit dat hij in februari 2023, tijdens zijn (volledige) ziekmelding bij Elan Wonen, in dienst is getreden bij een andere werkgever, kunnen onbesproken blijven. Hetzelfde geldt voor de overige door Elan Wonen aangevoerde ontbindingsgronden.
[gedaagde] heeft ernstig verwijtbaar gehandeld; geen transitievergoeding verschuldigd
5.6.
Van een concern controller mag volstrekt integer handelen worden verwacht. Het handelen van [gedaagde] valt niet als dusdanig te bestempelen en [gedaagde] moet zich naar het oordeel van de kantonrechter ook bewust zijn geweest van het onoorbare karakter van zijn gedragingen. Niet voor te stellen valt dat het gewraakte handelen door een integriteits- en fraudetoets zou zijn gekomen in het geval [gedaagde] het handelen in de uitoefening van zijn functie als concern controller zélf ter onafhankelijke toetsing voorgelegd zou hebben gekregen. Daar komt nog bij dat Elan Wonen onbetwist heeft gesteld dat juist het onderwerp integriteit de afgelopen jaren hoog op de agenda heeft gestaan en dat [gedaagde] hierbij vanuit zijn functie nauw was betrokken. Onder deze omstandigheden valt redelijkerwijs niet in te zien hoe [gedaagde] – ook ter zitting nog – meent in zijn recht te staan door op de vermelde wijze het heft in eigen handen te nemen.
5.7.
Omdat de kantonrechter het handelen van [gedaagde] kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen, ligt herplaatsing niet in de rede, zal het einde van de arbeidsovereenkomst worden bepaald op 19 april 2023, de datum van deze beschikking (artikel 7:671b lid 8, onderdeel a, BW) en zal het verzoek van [gedaagde] tot toekenning van een transitievergoeding (artikel 7:673 lid 7 sub c BW) worden afgewezen. De kantonrechter ziet geen omstandigheden op grond waarvan aan [gedaagde] met toepassing van artikel 7:673 lid 8 BW toch een (gedeeltelijke) transitievergoeding zou moeten worden toegekend.
opzegverbod
5.8.
Voor zover [gedaagde] een beroep heeft gedaan op het opzegverbod, oordeelt de kantonrechter dat de eventuele arbeidsongeschiktheid (die [gedaagde] kennelijk niet verhinderde om in februari 2023 bij een andere werkgever aan de slag te gaan) niet in de weg staat aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat die arbeidsongeschiktheid geen verband houdt met de het ontbindingsverzoek (artikel 7:671b lid 6 sub a BW).
proceskosten
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van [gedaagde].
het tegenverzoek
5.10.
Over het verzoek van [gedaagde] om aan hem de wettelijke transitievergoeding toe te kennen is bij het verzoek al een afwijzend oordeel gegeven. Het verzoek van [gedaagde] om aan hem in geval van ontbinding op de i-grond de cumulatievergoeding toe te kennen, behoeft geen bespreking omdat de arbeidsovereenkomst op de e-grond wordt ontbonden.
geen billijke vergoeding
5.11.
Een billijke vergoeding kan op grond van artikel 7:671b lid 9 sub c BW worden toegekend als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Dat zal zich alleen voordoen in uitzonderlijke gevallen en als een werkgever de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst in ernstige mate schendt.1 Zoals hiervoor door de kantonrechter is geoordeeld, is de ontbinding het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van [gedaagde]. Van ernstig verwijtbaar handelen van Elan Wonen is voor zover het de discussie over de overuren en de registratie van de vakantiedagen betreft, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, niet gebleken.
5.12.
Ter zitting heeft [gedaagde] nog aangevoerd dat Elan Wonen ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door contact op te nemen met Haag Wonen, toen haar was gebleken van de samenwerking tussen Haag Wonen en [gedaagde], waardoor volgens [gedaagde] de opdracht aan hem door Haag Wonen is beëindigd. Voorop wordt vastgesteld dat de samenwerking tussen [gedaagde] en Haag Wonen in het inleidende verzoekschrift niet aan het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ten grondslag is gelegd. Overigens leidt het informeren van Elan Wonen bij Haag Wonen naar de samenwerking tussen Haag Wonen en [gedaagde] niet tot het oordeel dat Elan Wonen ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Naar het oordeel van de kantonrechter was het zorgvuldiger geweest als Elan Wonen (eerst) [gedaagde] had benaderd en om opheldering had gevraagd, maar op [gedaagde] zelf rustte op grond van de cao Woondiensten ook de verplichting om zijn nevenactiviteiten aan Elan Wonen te melden, helemaal tijdens zijn arbeidsongeschiktheid. Aan die verplichting heeft hij niet voldaan. Verder staat ook niet vast dat Elan Wonen Haag Wonen heeft ingelicht over de redenen die ten grondslag liggen aan het ontbindingsverzoek.
5.13.
Het in de pleitnota en ter zitting gedane verzoek van [gedaagde] tot vergoeding van kosten voor contributies voor vakverenigingen wordt afgewezen omdat dit verzoek te laat is gedaan en ook niet bij petitum is gedaan. Elan Wonen heeft terecht bezwaar gemaakt tegen de te late indiening ervan op zitting.
5.14.
De proceskosten in het tegenverzoek komen voor rekening van [gedaagde]; de kantonrechter ziet echter vanwege de samenhang tussen het verzoek en het tegenverzoek aanleiding deze kosten op nihil te stellen.
6 De beslissing
De kantonrechter:
ten aanzien van het verzoek van Elan Wonen:
6.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 19 april 2023;
6.2.
bepaalt dat [gedaagde] geen recht heeft op een transitievergoeding;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Elan Wonen tot en met vandaag vaststelt op;
- griffierecht € 86,00,
- salaris gemachtigde € 793,00;
6.4.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders verzochte af;
ten aanzien van het tegenverzoek van [gedaagde]:
6.6.
wijst de verzoeken af;
6.7.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Elan Wonen begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. W. Aardenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
1Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: