RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10662592 \ VV EXPL 23-110
Uitspraakdatum: 24 augustus 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [plaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. C.M.J. Moerkens (FNV)
de buitenlandse rechtsvorm Private Limited Company
Easyjet Airline Company Limited
tevens gevestigd en kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
verder te noemen: easyJet
gemachtigden: mr. J.T. de Bok en mr. R.W. van den Beukel
2 Feiten
2.1.
[eiseres] is in april 2019 fulltime in dienst getreden bij easyJet in de functie van cabinemedewerker voor onbepaalde tijd. Sinds 1 januari 2022 werkt [eiseres] 10 dagen per 4 weken (2 van de 4 weken, 50%) bij easyJet. [eiseres] heeft de Italiaanse nationaliteit. [eiseres] studeert Psychologie aan de Universiteit van Leiden. Zij wil deelnemen aan een uitwisselingsprogramma in Canada in de periode 1 september tot en met 31 december 2023. [eiseres] heeft daartoe een vlucht geboekt naar Canada op 1 september 2023.
2.2.
Op door [eiseres] overgelegde overzichten van 19 december 2022 (productie 17) en 14 januari 2023 (productie 5) staan als vrije dagen 4 tot en met 8 september en 18 tot en met 22 september 2023. Gelet op de roostersystematiek en de parttime aanstelling van [eiseres] had zij volgens het laatste overzicht de hele maand september 2023 vrij.
2.3.
Op de arbeidsovereenkomst is de cao van easyJet van toepassing. In artikel 5.11 van deze cao staat: ‘Voor werknemers in vast dienstverband is er de mogelijkheid om non-activiteit (career break) aan te vragen. Indien en voor zover de dienstuitvoering het toelaat , kan easyJet op diens verzoek non-activiteit verlenen. Een verzoek voor non-activiteit is uitsluitend onderworpen aan het oordeel en de beslissing van de werkgever. Een verzoek tot non-activiteit kan worden gedaan in de volgende drie opties: Optie 1: mogelijkheid tot non-activiteit gedurende een periode van 3 opvolgende maanden tijdens het winterseizoen (oktober tot en met maart). Een werknemer dient dit verzoek voor non-activiteit in te dienen voor 30 juni van het desbetreffende jaar. In een bericht van easyJet uit 2020 staat met betrekking tot deze cao-bepaling: ‘this is a great opportunity for those wishing to do any study of pursue other opportunities’.
2.4.
Op grond van deze bepaling heeft [eiseres] op 5 mei 2023 een career break gevraagd voor de periode oktober tot en met december 2023. easyJet heeft op 9 mei 2023 geantwoord dat als de career break beschikbaar wordt dit zal worden aangekondigd via de nieuwsbrief. Op 1 juni 2023 heeft [eiseres] per e-mail nogmaals gevraagd of zij een career break kon krijgen voor de maanden oktober tot en met december 2023 in verband met het uitwisselingsprogramma en als dat niet mogelijk zou zijn of er dan andere opties waren. Op 7 juni 2023 heeft [eiseres] easyJet gerappelleerd. Op 8 juni 2023 heeft easyJet geschreven: ‘We are currently looking about any possibility. Career break options are not yet in place. However please bear with us, we will come with an answer soon. I do personally encourage you to pursue your dreams and if there’s any possibility to help you out we would do that’.
2.5.
Op 23 juni 2023 heeft de vakbond in een nieuwsbrief (onder meer) aangekondigd dat de periode voor een career break loopt van 1 november 2023 tot 31 januari 2024. Na overleg met haar manager heeft [eiseres] een career break aangevraagd voor deze periode, welke periode door easyJet ook is toegekend.
2.6.
[eiseres] verzocht op 10 juli 2023 om onbetaald verlof voor oktober 2023.
2.7.
Bij mail van 12 juli 2023 heeft easyJet [eiseres] als volgt geantwoord: You are (..) overbooked by 13 days and kindly ask you to remove these at your earliest convenience’. [eiseres] heeft aan dit verzoek voldaan.
2.8. (
(De gemachtigde van) [eiseres] heeft (de gemachtigde van) easyJet een aantal malen gevraagd of zij op enigerlei manier vrij kon krijgen in de periode september – december 2023 om aan het uitwisselingsprogramma deel te nemen. Partijen zijn hier niet uit gekomen.
5 De beoordeling
5.1.
Deze zaak kent internationale aspecten; [eiseres] heeft de Italiaanse nationaliteit en easyJet is een vennootschap naar Engels recht. De standplaats van [eiseres] is Amsterdam. De kort geding rechter stelt vast dat zij bevoegd is van de vordering kennis te nemen en dat Nederlands recht op het geschil van toepassing is.
5.2.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiseres] daarbij een spoedeisend belang heeft. [eiseres] heeft spoedeisend belang bij haar vordering omdat het uitwisselingsprogramma waarop zij zich heeft ingeschreven in september begint en zij daartoe een vlucht naar Canada heeft geboekt voor 1 september 2023.
5.3.
In deze procedure moet worden beoordeeld of de vordering in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat vooruitlopend daarop toewijzing gerechtvaardigd is. Er is in deze kort geding procedure geen plaats voor een uitgebreid onderzoek naar de feiten of bewijsvoering.
5.4.
De vordering van [eiseres] ziet op twee perioden, ten eerste op de maand september 2023 en ten tweede op de periode van oktober tot en met december 2023/januari 2024. Gedurende deze periode wil [eiseres] niet werken bij easyJet, maar deelnemen aan een uitwisselingsprogramma in Canada in het kader van haar studie.
5.5.
De vordering van [eiseres] om easyJet te veroordelen om aan haar het verstrekte vakantieverlof in september 2023 toe te kennen zal worden toegewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter mocht [eiseres] op het moment dat ze de uitwisseling plande aan het begin van 2023 er gerechtvaardigd op vertrouwen dat zij in de maand september vrij zou zijn. Uit artikel 7:638 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat de werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vaststelt overeenkomstig de wensen van de werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Als de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer zijn wensen schriftelijk kenbaar heeft gemaakt schriftelijk aan de werknemer gewichtige redenen kenbaar heeft gemaakt, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer. Uit het overzicht van 14 januari 2023 dat als productie 5 is overgelegd blijkt dat [eiseres] de hele maand september vrij zou zijn. Vaststaat dat easyJet deze vakantiedagen heeft goedgekeurd.
5.6.
Eerst toen easyJet [eiseres] liet weten dat de loopbaanonderbreking van november 2023 tot en met januari 2024 toegestaan werd en [eiseres] dus de maand oktober 2023 moest overbruggen en daarover correspondeerde, berichtte easyJet [eiseres] dat de dagen in september 2023 niet konden worden genoten omdat zij daarvoor niet genoeg dagen had. Het verlofsysteem, voor de inhoud waarvan Easyjet als werkgever verantwoordelijk is, heeft die dagen (naar achteraf is gebleken ten onrechte) goedgekeurd, althans als verlofdagen geregistreerd. Pas op 12 juli 2023 heeft easyJet [eiseres] geïnformeerd dat zij de in september 2023 geboekte dagen niet kon opnemen omdat zij daarop geen aanspraak had. Dat is 6 weken voor het verlof en bijna 6 maanden na de datum van het overzicht van productie 5 (14 januari 2023). Dat is te laat. Dat [eiseres] had moeten of kunnen weten dat deze dagen haar saldo te boven ging, volgt de kantonrechter niet. [eiseres] heeft ter zitting aangegeven dat zij nog een aantal vakantiedagen uit de coronatijd en ook ander soort verlof dan vakantiedagen ‘over had’. De omstandigheid dat [eiseres] een negatief vakantiesaldo over 2023 heeft maakt het voorgaande niet anders; die dagen kunnen worden gecompenseerd in een andere periode of worden verrekend bij een eventuele eindafrekening. Dat betekent dat [eiseres] naar het oordeel van de kort geding rechter over de maand september 2023 vakantieverlof heeft.
5.7.
Ten aanzien van de maand oktober 2023 geldt dat er geen wettelijk recht bestaat op onbetaald verlof. De cao kent wel een contractueel recht op onbetaald verlof in de vorm van een career break. De periode waarin de loopbaanonderbreking moet worden opgenomen loopt gelet op de tekst van de cao van oktober tot en met maart, ter discretie van easyJet. [eiseres] heeft de periode ruimschoots op tijd, namelijk begin mei 2023 aangevraagd. [eiseres] heeft easyJet een aantal malen gerappelleerd en uiteengezet wat haar belang was en wat haar plannen waren. [eiseres] heeft tot eind juni geen concreet antwoord gekregen op haar vraag. Wel heeft [eiseres] naar het oordeel van de kort geding rechter uit de mededeling van easyJet ‘I do personally encourage you to pursue your dreams and if there’s any possibility to help you out we would do that’ mogen afleiden dat ‘het wel goed zou komen'. Eerst op 3 juli 2023 liet easyJet [eiseres] weten dat zij van november tot en met januari 2024 een career break kon krijgen en dus niet in oktober 2023.
5.8.
De vraag die voorligt is of Easyjet heeft gehandeld in strijd met de op haar rustende verplichting zich als goed werkgever te gedragen door [eiseres] niet toe te staan de maand oktober 2023 afwezig te zijn door ofwel onbetaald verlof of wel door een career break van oktober tot en met december 2023. Daartoe moet een belangenafweging plaatsvinden.
5.9.
De kantonrechter is van oordeel dat de belangenafweging in het voordeel van [eiseres] uitvalt. Ter toelichting dient het volgende.
5.10.
Het belang van [eiseres] bij behoud van haar baan en het volgen van het uitwisselingsprogramma is evident. Dat het uitwisselingsprogramma geen verplicht onderdeel van de bachelors is, zoals easyJet heeft aangevoerd doet naar het oordeel van de kort geding rechter niet ter zake. [eiseres] heeft voldoende aangetoond dat het uitwisselingsprogramma haar ontwikkeling als psycholoog in spe ten goede komt en haar kansen op toelating tot een specifieke master vergroot.
5.11.
Voordat de door Easyjet aangevoerde belangen worden besproken wordt nog overwogen dat in de cao als periode voor de career break onder optie 1 staat: de wintermaanden oktober tot en met maart. Daarom ligt het voor de hand dat [eiseres] die periode aanvroeg. Ter zitting is op vragen van de kort geding rechter door easyJet erkend dat naast de omstandigheid dat easyJet haar personeel ter wille wil zijn, easyJet ook een eigen belang heeft bij deze bepaling, namelijk dat zij in de wintermaanden (waaronder dus ook oktober) minder vluchten heeft en dus ook minder personeel nodig heeft.
5.12.
Ten aanzien van het aantal vluchten heeft easyJet ter onderbouwing een schema overgelegd waaruit weliswaar blijkt dat het aantal vluchten in oktober aanzienlijk is, maar daartegenover heeft [eiseres] gesteld dat gelet op het opschrift ‘w22’ het haar niet duidelijk is of dit staatje ziet op oktober 2022 of oktober 2023. Hierop heeft easyJet niet meer gereageerd. Daarom staat niet vast hoe groot het aantal vluchten is in oktober 2023.
5.13.
easyJet heeft als productie 7 overgelegd een overzicht van de ‘target’ bezetting en de ‘actual’ bezetting per week in september en oktober 2023. Uit dat overzicht blijkt dat er in alle weken (ruim) voldoende bezetting is. De variantie varieert van 2.5 (2 van de 9 weken), 3,6 (1 week), meer dan 4 (4 van de 9 weken) en hoger dan 7.6 (2 weken). easyJet heeft aangevoerd dat zij als beleid voert om een marge van 10% boven de target bezetting aan te houden om eventuele tegenvallers op te vangen. [eiseres] heeft ter zitting verklaard dat zij dit beleid niet kent, easyJet heeft daarop niet nader gereageerd. De kort geding rechter gaat er gelet op de cijfers op het overzicht dan ook vanuit dat easyJet ook zonder [eiseres] in de maanden september en oktober 2023 niet wezenlijk in de problemen zal komen. De aanwezigheid van [eiseres] zal de variantie overigens niet significant verhogen, omdat zij maar 50% werkt.
5.14.
Met de betrekking tot de precedentwerking overweegt de kantonrechter dat zij die niet ziet; de situatie van [eiseres] is uniek, omdat easyJet in haar geval nog de fout heeft gemaakt met betrekking tot de verlofdagen in september 2023. Over de maand september wordt [eiseres] dus geen career break toegekend en vooralsnog staat niet vast dat de maand oktober een piekmaand is, integendeel deze maand wordt in de cao tot de wintermaanden gerekend.
5.15.
In dit kader wordt ook nog overwogen dat easyJet met haar mededeling ‘I do personally encourage you to pursue your dreams and if there’s any possibility to help you out we would do that’ en de omstandigheid dat in de cao de periode oktober-maart is genoemd, [eiseres] niet bepaald heeft aangemoedigd om terughoudendheid te betrachten in het bewerkstelligen van het uitwisselingsprogramma.
5.16.
De conclusie is dat de kort geding rechter de vordering van [eiseres] zal toewijzen in de zin dat in aanvulling op hetgeen met betrekking tot de vakantiedagen in de maand september is overwogen, easyJet zal worden veroordeeld om te gedogen dat [eiseres] van 1 oktober 2023 tot en met 31 december 2023 haar loopbaan onderbreekt. Ter zitting heeft [eiseres] toegezegd dat zij in afwijking van het haar toegekende verlof over de maand januari 2024, vanaf maandag 8 januari 2024 weer beschikbaar is.
5.17.
De proceskosten komen voor rekening van easyJet, omdat zij ongelijk krijgt. Voor zover [eiseres] heeft bedoeld een veroordeling van easyJet te vorderen tot betaling van de volledige proceskosten, zal dit worden afgewezen. Er is namelijk niet gesteld of gebleken dat aan de kant van easyJet sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarbij wordt easyJet ook veroordeeld tot betaling van € 132,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiseres] worden gemaakt.