RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/065459-23 (P)
Uitspraakdatum: 27 februari 2024
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 februari 2024 in de zaak tegen:
[verdachte]
,
geboren op [geboortedatum en -plaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1],
thans gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. C.J. Booij, en van wat de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. E. van Meeteren, advocaat te Schagen, naar voren hebben gebracht.
1 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 4 maart 2023 te Slootdorp, gemeente Hollands Kroon [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer]
- meerdere malen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borstkas en/of de maag(streek), althans het (boven)lichaam te steken en/of te snijden en/of (vervolgens)
- meerdere malen, althans eenmaal, met een fles, althans een hard voorwerp tegen het hoofd, althans het lichaam te slaan en/of (vervolgens)
- met een kussen op de neus en de mond te drukken en/of smorend geweld op de neus en de mond toe te passen, althans de adem te benemen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 maart 2023 te Slootdorp, gemeente Hollands Kroon [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer]
- meerdere malen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borstkas en/of de maag(streek), althans het (boven)lichaam te steken en/of te snijden en/of (vervolgens)
- meerdere malen, althans eenmaal, met een fles, althans een hard voorwerp tegen het hoofd, althans het lichaam te slaan en/of (vervolgens)
- met een kussen op de neus en de mond te drukken en/of smorend geweld op de neus en de mond toe te passen, althans de adem te benemen.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5 Strafbaarheid van de verdachte
Bij de beantwoording van de vraag of en in welke mate het gepleegde feit aan de verdachte kan worden toegerekend, heeft de rechtbank kennisgenomen van het deskundigenrapport van 9 oktober 2023, opgemaakt door [naam 1], GZ-psycholoog, [naam 2], psychiater, en [naam 3], forensisch milieuonderzoeker.
De deskundigen hebben vastgesteld dat bij de verdachte sprake is van een aanpassingsstoornis met een gemengde stoornis van emoties en (impulsief) gedrag. Onderliggend zijn er een aantal kwetsbaarheden, samen te vatten als een zwak fundament, dat de verdachte gevoelig maakt om bij oplopende stressoren met emotionaliteit en stemmingsproblemen te reageren. In de week voor het feit was bij de verdachte ook sprake van een wanhopige stemming en suïcidale gedachtes. In deze toestand is hij op 4 maart 2023 naar zijn vader gegaan. Ten tijde van het feit was de verdachte als gevolg van de aanpassingsstoornis en de kwetsbaarheden verminderd in staat om gezonde afwegingen te maken en zijn emoties en impulsen te controleren. De deskundigen adviseren het gepleegde feit in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
De rechtbank neemt deze conclusies van de deskundigen over. Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte geheel uitsluit. De rechtbank acht de verdachte ten aanzien van het gepleegde feit dan ook strafbaar, maar zal het feit wel in verminderde mate aan de verdachte toerekenen.
8 Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte primair ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) jaren.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.E. Allegro, voorzitter,
mr. A.K. Korteweg en mr. N. Boots, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.I. Hoedjes,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 februari 2024.