de stichting Zorggroep Groningen,
gevestigd te Groningen,
verzoekende partij, hier Zorggroep Groningen te noemen
gemachtigde mr. G.W. Brouwer, advocaat te Groningen,
[naam],
wonende te [adres],
verwerende partij, hierna [A] te noemen
gemachtigde mr. S. van Gessel, advocaat te Veendam.
Bij verzoekschrift, binnengekomen ter griffie op 1 mei 2013, heeft Zorggroep Groningen verzocht de tussen partijen bestaande overeenkomst op korte termijn te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7: 685 BW.
Primair is het verzoek gebaseerd op een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677 lid 1 BW, subsidiair op grond van veranderingen in de omstandigheden, welke van dien aard zijn, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
[A] heeft geen verweerschrift ingediend, doch zich ter zitting mondeling verweerd.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgehad op 4 juni 2013.
Partijen en hun gemachtigden zijn ter zitting verschenen.
Namens Zorggroep Groningen zijn verschenen de heren [B], locatiemanager en [C], hoofd facilitaire dienst, en mevrouw [D], personeelsadviseur.
[A] heeft zich doen vergezellen van zijn vrouw. De heer [naam] is als tolk voor [A] opgetreden.
Ter zitting hebben partijen hun wederzijdse standpunten nader uiteengezet. De gemachtigde van [A] heeft tijdens de mondelinge behandeling aan de hand van een schriftelijke notitie verweer gevoerd. De schriftelijke notitie is overgelegd.
Van hetgeen besproken is, heeft de griffier aantekening gehouden.
De uitspraak is bepaald op heden.